Evaluatie tijdelijk huisverbod

Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING. Inleiding

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

Uitvoeringsplan Huiselijk Geweld

Foto: Ton-Harland.nl. Uitwerkingsplan 10-dagen model. Wet Tijdelijk Huisverbod Hollands Midden. November 2008

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan

Praktische informatie voor mensen van wie de partner of huisgenoot een huisverbod heeft gekregen. Achterblijven na een huisverbod...

Achterblijven na een huisverbod...

Kinderen, ouderen en het huisverbod

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Evaluatie Wet tijdelijk huisverbod gemeente Venray juni 2010

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Ambulant Arrangement. Hulpverlening na een huisverbod

wordt per signaal beoordeeld op grond van gemiddeld vier items. In totaal zijn er 79 items.

U heeft een huisverbod... Wat nu?

Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd. U heeft een huisverbod... Wat nu?

Buiten de deur. M. van Zwieten. B. Bieleman. Procesevaluatie Tijdelijk Huisverbod Twente periode maart tot en met augustus 2009

Oplegvel Collegebesluit

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

11 Stiens, 21 oktober 2014

Achterblijven na een huisverbod...

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

EVALUATIE ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD FRYSLÂN 2008

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

U heeft een huisverbod... Wat nu? Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

Effectief uit huis plaatsen?

Onderwerp: Evaluatie district Sittard Wet tijdelijk huisverbod vra00108

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorstel van wet. Artikel 1

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Begeleide terugkeer - Blijf van m n Lijf/Femgard/Ambulante hulpverlening

AMK: Bij een vermoeden van kindermishandeling

Het Tijdelijk Huisverbod, een korte kennismaking

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Ik sta er niet meer alleen voor!

2 Vergaderjaar

Interview protocol (NL)

Landelijk programma Huiselijk Geweld en de Politietaak. Lezing Mevrouw M.H.V.C. Christophe M.P.A. Commissaris van politie. Congres: 19 juni 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Geen huisverbod zonder hulp: een nieuw instrument biedt nieuwe kansen

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Riedsútstel. Underwerp Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling. Foech ried/kolleezje: Raad: kaderstellend

bij ons thuis ging het eerst heel anders...

Drechtstedendinsdag 2015

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Evaluatie Wet Huisverbod, de hulpverlening Gemeente Eemsmond augustus 2010

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Procesevaluatie Wet Tijdelijk Huisverbod Drenthe

Korte metten met huiselijk geweld! PAGINA ONDERWERP. huiselijk geweld

Parkeren Johanna Naber-erf

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Preventie en vroegsignalering

Convenant Stedelijke Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Gemeente Rotterdam

Evaluatie huisverboden

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Ambulante Ondersteuning & Dagbesteding

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Veiligheidshuis Rivierenland Verbindt en brengt samen. Presentatie Veiligheidshuis Rivierenland Raadsleden

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Huiselijk geweld. Februari 2005 / F&A Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld.

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Onderzoek Tijdelijk Huisverbod

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

TKM Online, april 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Enquêteresultaten Lokaal Steunpunt Huiselijk Geweld (LSHG) met betrokkenheid regionale SVO s

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Transcriptie:

Evaluatie tijdelijk huisverbod Zuid-Holland Zuid Onderzoekcentrum Drechtsteden drs. A.E. de Jong dr. J.W. Metz dr. M.G. Weide juni 2010

Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Gemeente Dordrecht, Maatschappelijke Ontwikkeling Onderzoekcentrum Drechtsteden Impuls Publiciteit, Alblasserdam GR Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Postbus 619 3300 AP Dordrecht 078 620 65 25 www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl Overnemen van delen van de tekst is toegestaan onder voorwaarde van een duidelijke bronvermelding.

Inhoud Samenvatting...5 1 Inleiding...9 1.1 Aanleiding en doel... 11 1.2 Vraagstelling... 10 1.3 Opzet... 10 1.4 Leeswijzer... 11 2 Wet tijdelijk huisverbod... 13 2.1 Doel van de wet... 13 2.2 Doelstelling in Zuid-Holland Zuid... 14 2.3 Beoogde uitvoering in Zuid-Holland Zuid... 15 2.4 Naar de praktijk... 17 3 Tijdelijk huisverbod in cijfers... 19 3.1 50 keer huisverbod... 19 3.2 Profiel en problematiek... 20 3.3 Tijdspad hulpverlening... 22 3.4 Hulpverleningsplan... 23 4 Ervaringen ketenpartners... 27 4.1 Waardering voor het instrument... 27 4.2 Rechtvaardiging inzet instrument... 28 4.3 Uitvoering van het tijdelijk huisverbod... 29 4.4 Ervaringen hulpverleningscontacten... 30 4.5 Functioneren van de projectorganisatie... 32 4.6 Resultaat huisverbod... 34 5 Ervaringen achterblijvers en uithuisgeplaatsten... 37 5.1 Waardering voor het instrument... 37 5.2 Uitvoering van het tijdelijk huisverbod... 37 5.3 Resultaat van het tijdelijk huisverbod... 43 6 Conclusies en verbeterpunten... 45 6.1 Functioneren van de uitvoering...45 6.2 Functioneren van de ketenorganisatie... 47 6.3 Effectiviteit instrument... 47 Bijlagen... 51 Bijlage 1 Methodologische verantwoording... 53 Bijlage 2 Aanvullende tabellen... 55 Bijlage 3 Vragenlijsten... 65 Bijlage 4 RiHG formulier... 87

Samenvatting Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem. De politie krijgt jaarlijks 50.000 meldingen en dat is nog maar het topje van de ijsberg. Incidenten nemen soms ernstige vormen aan, tot moord aan toe. Het kabinet hoopt met de Wet tijdelijk huisverbod, ingegaan per 1 januari 2009, het huiselijk geweld terug te dringen. Hoe functioneert de uitvoering? Draagt het instrument bij aan de bestrijding van huiselijk geweld? Wat zou beter kunnen? Het Onderzoekcentrum Drechtsteden evalueerde de eerste 50 huisverboden in Zuid-Holland Zuid. Om bovenstaande vragen te beantwoorden hielden we een enquête onder drie groepen: (1) bestuurders en professionals, (2) achterblijvers en (3) uithuisgeplaatsten. We stuurden alle 156 bestuurders en professionals 1 die in Zuid- Holland Zuid met het huisverbod te maken hebben een vragenlijst. Deze werd door 83 respondenten ingevuld; een respons van 53%. We benaderden alle achterblijvers en uithuisgeplaatsten van wie een adres bekend was. Er reageerden uiteindelijk 23 achterblijvers en 13 uithuisgeplaatsten, een respons van 46% en 26%. Naast deze drie enquêtes bestudeerden we de registratiecijfers, hulpverleningsplannen en risicotaxatie formulieren van tien dossiers. Wet tijdelijk huisverbod De burgemeester kan degene van wie een ernstige dreiging van geweld uitgaat, tijdelijk de toegang tot zijn huis verbieden. Een huisverbod duurt tien dagen en kan, bij dringende redenen, worden verlengd tot ten hoogste vier weken. Bijzonder aan deze wet is het preventieve karakter. Het verbod kan worden opgelegd zonder dat er een strafrechtelijk feit aan ten grondslag ligt. Het doel van de wet is drieledig: 1. het verhogen van de veiligheid van betrokkenen; 2. pauze creëren om maatregelen te nemen om het geweld in de toekomst te voorkomen (opstarten van hulpverlening); 3. een signaal afgeven dat huiselijk geweld niet wordt geaccepteerd. Zuid-Holland Zuid De bestuurlijke regie ligt bij elke gemeente afzonderlijk. De regio Zuid-Holland Zuid kiest echter voor een regionale aanpak. De gemeente Dordrecht neemt hierbij, als centrumgemeente, het voortouw. Voor wat betreft de crisisinterventie en hulpverlening legt de regio de regie bij de GGD Zuid-Holland Zuid. Na een melding bij de politie en gesprekken met de betrokkenen, volgt een bijeenkomst van een interventieteam met de ketenpartners. Hierbij zijn, naast de GGD, het algemeen maatschappelijk werk, blijf-van-mijn-lijf, de reclassering en, als er kinderen in het gezin wonen, bureau jeugdzorg en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling aanwezig. Ondanks de preventieve bedoeling van de wetgever vinden landelijk de meeste huisverboden plaats in combinatie met het strafrecht. In Zuid-Holland Zuid is in alle gevallen sprake van een samenloop met strafrecht. Op dit moment is de werkwijze nog zo dat een vermoedelijke dader alleen wordt aangehouden indien dit mogelijk is in het kader van het strafrecht. 1 Bestuurders zijn de ambtenaren die te maken hebben met de ontwikkeling of uitvoering van de wet. Professionals zijn de hulpverleners en medewerkers van de politie die in het veld met de uitvoering van de wet te maken hebben. Zuid-Holland Zuid 5

Achterblijvers en uithuisgeplaatsten Profiel In de 50 huisverboden in Zuid-Holland Zuid was één van de achterblijvers een man, de overige waren vrouwen en kinderen. Er was één vrouwelijke uithuisgeplaatste, de overigen waren mannen. Bij beide groepen is meer dan de helft tussen de 25 en 45 jaar. In driekwart van de huisverboden is het geweld gericht tegen de (ex-) partner. Situatie voor het tijdelijk huisverbod Het merendeel, zeven op de tien achterblijvers en zes op de tien uithuisgeplaatsten, had voor het tijdelijk huisverbod werd opgelegd al contact met de hulpverlening. Vier op de tien achterblijvers vond de relatie met de partner goed, tegenover zeven op de tien uithuisgeplaatsten. Ook over hoe het met de kinderen ging zijn uithuisgeplaatsten positiever: 39% van de achterblijvers vindt dat het voor het huisverbod goed ging met hun kinderen, tegenover 56% van de uithuisgeplaatsten. Problematiek Waardoor ontstaat huiselijk geweld? Hoe komt het dat de situatie bij mensen thuis escaleert? We analyseerden in tien dossiers de achterliggende problemen. Probleemgebieden die in minimaal de helft van de dossiers voorkwamen: gebruik van alcohol en/of drugs; isolement door onaangepast gezin; familierelatie; financiële problemen; werkgerelateerde problemen. In zeven dossiers speelden problemen op minimaal vier gebieden tegelijkertijd. Hulpverlening De hulpverlening moet snel op gang komen. Er zijn immers maar tien dagen om de dreiging van het geweld in de toekomst weg te nemen. Bij alle huisverboden werd uiterlijk na één dag een eerste inventarisatie van de problemen gemaakt. Ruim acht op de tien achterblijvers en drie kwart van de uithuisgeplaatsten geeft tijdens dat gesprek aan dat ze hulp willen accepteren. In alle situaties werd tijdens het huisverbod contact gelegd met een instantie die voor passende hulpverlening kan zorgen. Ervaringen ketenpartners Acht op de tien professionals vinden de opvang en ondersteuning aan achterblijvers goed of voldoende, slechts drie op de tien vinden de opvang en ondersteuning aan uithuisgeplaatsten goed of voldoende. De handhaving, informatie-uitwisseling en kwaliteit van de hulpverlening vindt een meerderheid goed of voldoende. Het op gang komen van de hulpverlening vindt iets minder dan de helft goed of voldoende. De professionals die hier een onvoldoende geven, vinden vooral dat de opvolging na het tijdelijk huisverbod (in de tweede lijn) achterblijft. Hulpverleningscontacten De ervaring van ruim acht op de tien professionals is dat achterblijvers en uithuisgeplaatsten medewerking verlenen aan het huisverbod. Ondanks de medewerking ervaren twee op de tien soms een agressieve reactie bij achterblijvers en vijf op de tien bij uithuisgeplaatsten. 6 Evaluatie tijdelijk huisverbod

Samenwerking Een uitvoeringspraktijk als deze, waarin meerdere partijen betrokken zijn en taken als het ware in elkaar overlopen, kan niet goed functioneren zonder een goede samenwerking. De meeste professionals zijn tevreden over de samenwerking. Over de verschillende onderdelen van de communicatie zijn minimaal zeven op de tien medewerkers (erg) tevreden. Alle partijen aan tafel en samen aan de slag! Zeven op de tien professionals zijn (erg) tevreden over hun eigen kennis en vaardigheden in relatie tot het huisverbod. Desgevraagd geven 11 medewerkers aan dat hun kennis verbeterd kan worden op het gebied van specifieke hulpverlening aan daders en slachtoffers. Resultaat Professionals geven gemiddeld een 7,2 voor het tijdelijk huisverbod als inzet in de strijd tegen huiselijk geweld. Volgens de professionals worden drie kwart van de achterblijvers en zes op de tien uithuisgeplaatsten zich ervan bewust dat huiselijk geweld niet acceptabel is. Ook vindt bijna drie kwart dat het huisverbod bijdraagt aan het accepteren van hulpverlening door de achterblijvers. Voor de uithuisgeplaatsten is dat met 44% minder. De professionals zijn positief over de resultaten. Iedereen denkt dat het huisverbod soms bijdraagt aan het verminderen van het huiselijk geweld. Een ruime meerderheid (87%) vindt dat het huisverbod altijd of vaak bijdraagt aan het oplossen van de oorzaak van het huiselijk geweld. Zes op de tien vinden dat het altijd of vaak een geweldspiraal doorbreekt, vier op de tien vinden dat het altijd of vaak bijdraagt aan een scheiding of uithuisplaatsing, en 35% vindt dat het huisverbod altijd of vaak bijdraagt een het stoppen van het geweld. Ervaringen achterblijvers en uithuisgeplaatsten Acht op de tien achterblijvers vonden het huisverbod op het moment dat het werd opgelegd een goede oplossing. Zij gaven aan dat ze tot rust konden komen en dat er iets moest gebeuren. Begrijpelijkerwijs zijn minder uithuisgeplaatsten het hiermee eens. Toch vonden nog vier op de tien het op dat moment een goede oplossing en nog eens 15% gaf aan dat ze het op dat moment geen goede oplossing vonden, maar achteraf wel. Praktische uitvoering Wanneer uithuisgeplaatsten niet weten waar ze de nacht moeten doorbrengen krijgen ze een lijst met mogelijke opvangadressen mee. 2 Ondanks deze lijst had meer dan de helft van de uithuisgeplaatsten veel moeite onderdak te vinden voor de eerste nacht of is het zelfs helemaal niet gelukt. Het huisverbod betekent niet alleen dat de uithuisgeplaatste zijn huis niet mag betreden, ook is contact met de achterblijver(s) niet toegestaan. Dat is lastig te controleren. Toch zeggen drie (van de 13) uithuisgeplaatsten en drie (van de 23) achterblijvers dat ze zich niet aan de regels hebben gehouden. Zes van de 23 achterblijvers hebben praktische problemen gehad tijdens het huisverbod. Bij vier van hen zijn de problemen niet opgelost. De uithuisgeplaatsten ervaarden logischerwijs meer problemen. Bijna alle uithuisgeplaatsten liepen tegen één of meer problemen op. Het vaakst noemen zij problemen met 2 Hierop staan adressen van bijvoorbeeld hotels en het Leger des Heils. Zuid-Holland Zuid 7

financiën. Drie op de tien problemen van de uithuisgeplaatsten werden niet opgelost. Hulpverlening Bij driekwart van de achterblijvers vindt het eerste gesprek binnen één dag plaats. De uithuisgeplaatsten moeten langer op een eerste gesprek wachten; bij iets meer dan de helft duurt dit zelfs langer dan vier dagen. Achterblijvers zijn meer tevreden over het begrip van de hulpverleners tijdens het huisverbod (82%) dan na het huisverbod, in de reguliere hulpverlening (66%). Bij uithuisgeplaatsten is dit andersom. Zij zijn juist meer tevreden over het begrip van de hulpverleners na het huisverbod (55%) dan ervoor (42%). Ruim drie op de tien achterblijvers en iets meer dan de helft van de uithuisgeplaatsten zijn achteraf (erg) ontevreden over het hulpverleningstraject. Achterblijvers geven gemiddeld een 6,8 voor de uitvoering. De uithuisgeplaatsten geven een onvoldoende; gemiddeld een 5,4. Resultaat Negen op de tien achterblijvers en alle uithuisgeplaatsten zeggen zich ervan bewust geworden te zijn dat geweld geen oplossing is. Ruim zeven op de tien van beide groepen geven aan dat het geweld is gestopt. Dit effect wordt mede bereikt doordat nog maar de helft van de betrokkenen met elkaar in één woning verblijven. Acht op de tien achterblijvers en zes op de tien uithuisgeplaatsten vinden dat hun thuissituatie door het huisverbod op een positieve manier is veranderd. Conclusies en aanbevelingen De Wet tijdelijk huisverbod is door de wetgever bedoeld als preventieve maatregel. In Zuid-Holland Zuid wordt het huisverbod op dit moment alleen ingezet als er een samenloop is met het strafrecht. Uit de evaluatie blijkt dat een groot deel van zowel de achterblijvers als de uithuisgeplaatsten vóór het huisverbod al contact hadden met de hulpverlening. Kennelijk heeft de reguliere hulpverlening op dit moment geen antwoord op het huiselijk geweld. Een goede signalering vanuit de bestaande hulpverlening zou kunnen bijdragen aan een preventieve werking. De manier waarop het huisverbod nu wordt ingezet leidt wel tot resultaten. Het is een ingrijpende maatregel die in veel situaties een geweldspatroon doorbreekt en kan leiden tot een positieve verandering. Ook zijn uithuisgeplaatsten en achterblijvers ontvankelijker voor hulpverlening en vindt de hulpverlening elkaar snel rondom de crisissituatie. Hoewel het huisverbod wel leidt tot resultaat, kan de uitvoering beter. Vooral de hulpverlening aan de uithuisgeplaatsten komt te langzaam op gang. Het begeleiden van de uithuisgeplaatsten naar een slaapadres zou op meerdere manieren kunnen leiden tot betere resultaten. Het zorgt voor een betere bereikbaarheid waardoor de hulpverlening sneller kan worden gestart. En het toont een andere benadering aan de uithuisgeplaatsten, waardoor ze eerder geneigd zullen zijn hulpverlening te accepteren. Ook een cursus specifieke hulpverlening aan daders en slachtoffers voor de hulpverleners kan hieraan bijdragen. Een bekend probleem in de benadering van huiselijk geweld voor het huisverbod was de recidive. Het is daarom erg belangrijk dat het huisverbod een goed vervolg krijgt. De aansluiting van de reguliere hulpverlening kan en moet beter. Voor een goede nazorg én meer inzicht in de effecten op lange termijn is het noodzakelijk betrokkenen langere tijd te blijven volgen en goede nazorg te bieden. 8 Evaluatie tijdelijk huisverbod

1 Inleiding Op 1 januari 2009 werd de wet tijdelijk huisverbod van kracht. Deze wet geeft burgemeesters de mogelijkheid in een dreigende situatie van huiselijk geweld de vermoedelijke pleger tijdelijk uit huis te plaatsen en het contact met de huisgenoten te verbieden. Het onderzoekcentrum Drechtsteden evalueerde de uitvoering van de eerste 50 huisverboden in Zuid-Holland Zuid. 1.1 Aanleiding en doel Het tijdelijk huisverbod moet een belangrijk instrument zijn in de aanpak van huiselijk geweld. De kracht van deze wet moet liggen in de combinatie van de uithuisplaatsing met de directe interventie in het gezin. De politieregio Zuid- Holland Zuid kiest voor een regionale aanpak van het tijdelijk huisverbod. 3 Wat betreft de organisatie van de crisisinterventie en de hulpverlening legt de veiligheidsregio de regie bij de GGD Zuid-Holland Zuid. Het tijdelijk huisverbod is zowel voor de politieregio Zuid-Holland Zuid als landelijk een nieuw instrument in de aanpak van huiselijk geweld. Dat betekent dat er enerzijds vragen zijn over de toepassing en het effect ervan en anderzijds dat de uitvoering nog in ontwikkeling is. In sommige regio s is de uitvoering direct per 1 januari 2009 gestart, in andere regio s was de start wat later. In Zuid-Holland Zuid was de start op 1 maart 2009. Het evalueren van de regionale aanpak na ongeveer zes maanden levert informatie over de toepassing, het effect en de uitvoering. Slagen uitvoeringspartners erin hun krachten te bundelen en binnen de gestelde termijnen hulpverlening op gang te brengen? De wet geeft de overheid de macht achter de voordeur van burgers te kijken en in de privé sfeer in te grijpen. Hoe ervaren de uithuisgeplaatsten en de achterblijvers het tijdelijk huisverbod? Om deze vragen te beantwoorden is gekozen een evaluatie uit te voeren op basis van de eerste 50 huisverboden, die zijn opgelegd tussen 1 maart en 18 november 2009. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden voerde deze evaluatie uit. Het functioneren van de bestuurlijk-juridische lijn blijft buiten beschouwing. 4 De doelstelling van het onderzoek luidt: Het evalueren van het tijdelijk huisverbod in de regio Zuid-Holland Zuid toegespitst op de omstandigheden, de geboden hulpverlening, het voorlopige resultaat en de projectorganisatie. Het onderzoek wil bijdragen aan het verbeteren van zowel de werking als de uitvoering van het tijdelijk huisverbod op regionaal en landelijk niveau. 3 Het bereik van de gemeente Dordrecht strekt zich tot de Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De veiligheidsregio omvat ook de Hoeksewaard. Om die reden wordt waar mogelijk afstemming gezocht met de hulpverlening en gemeenten in die regio. 4 De bestuurlijk-juridische lijn wordt geëvalueerd door afdeling OOV gemeente Dordrecht, tevens trekker van de implementatie van de regionale samenwerking in de bestuurlijk-juridische lijn. Zuid-Holland Zuid 9

1.2 Vraagstelling In dit onderzoek staan drie vragen centraal: 1. Hoe functioneert de uitvoering van het tijdelijk huisverbod? We kijken naar redenen voor het opleggen van het huisverbod, de handhaving ervan, opvang en ondersteuning van betrokkenen, en hulpverlening. 2. Hoe functioneert de ketenorganisatie van het tijdelijk huisverbod wat betreft aanwezige expertise, communicatie en samenwerking? 3. Op welke wijze draagt het instrument tijdelijk huisverbod bij aan de bestrijding van huiselijk geweld? Hierbij valt te denken aan: bewustwording van betrokkenen, starten hulpverlening, doorbreken gezinssysteem door scheiding of uithuisplaatsing en naar de toekomst toe het stoppen van geweld. 5 1.3 Opzet De evaluatie is gebaseerd op literatuuronderzoek, registratiecijfers, vragenlijstonderzoek en documentanalyse. Het onderzoek is in drie fasen uitgevoerd. Fase 1 Ontwikkelen kader Eerst is een kader ontwikkeld, met een beschrijving van de aanpak van het tijdelijk huisverbod door de regio Zuid-Holland Zuid, inclusief de kerncijfers. Het kader is gebaseerd op literatuuronderzoek naar de Wet tijdelijk huisverbod, waaronder de bestuurlijke evaluatie 6 en de evaluatie van de zorgpartners 7, een documentanalyse van hulpverleningsplannen en de registratiegegevens van het steunpunt Zorg/Steunpunt Huiselijk Geweld GGD-ZHZ (het steunpunt), de politie Zuid-Holland Zuid en het OM. Dit kader gebruikten we als uitgangspunt voor het ontwikkelen van de vragenlijsten en als referentiekader voor de evaluatie. Fase 2 Enquêteonderzoek Aan de hand van een vragenlijst onder (1) bestuurders en professionals, (2) uithuisgeplaatsten en (3) achterblijvers hebben wij informatie verzameld over de waardering voor het instrument, de uitvoering van het tijdelijk huisverbod en het functioneren van de projectorganisatie. Hiervoor zijn in overleg met de projectleider huiselijk geweld (van de gemeente Dordrecht), de coördinator van het steunpunt en het hoofd van bureau Veelplegers (politie Zuid-Holland Zuid) drie vragenlijsten ontwikkeld. Bestuurders en professionals (1) Van de projectleider huiselijk geweld kregen we de e-mailadressen van 156 bestuurders en professionals die meewerken aan de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod. We stuurden elk van hen een email met een link naar de vragenlijst op internet. De vragenlijst is door 83 respondenten ingevuld; een respons van 53%. Achterblijvers en uithuisgeplaatsten (2 en 3) In verband met de privacy van achterblijvers en uithuisgeplaatsten hebben we een beroep gedaan op het meldpunt ZO/SHG (het steunpunt) voor het benaderen van deze doelgroepen. Zij probeerden alle achterblijvers en uithuisgeplaatsten te benaderen met de vraag of ze wilden meewerken aan het onderzoek. Het steunpunt bereikte niet iedereen en de respons bleef laag. 5 Op termijn is dit te bepalen door daling recidive (1) als aandeel totaal meldingen en (2) door individuele casussen. 6 L. Moret. Verslag van de bestuurlijke evaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod in de regio Zuid-Holland Zuid. 7 W. Wubben. Evaluatie met zorgpartners naar de Wet tijdelijk huisverbod. 10 Evaluatie tijdelijk huisverbod

Daarom heeft het steunpunt de niet-bereikte achterblijvers en uithuisgeplaatsten, van wie het adres bekend was, een vragenlijst gestuurd met een toelichting. De respons steeg, maar we vonden deze nog steeds laag. Vervolgens belde een enquêteur de respondenten (die daarvoor tijdens de belactie toestemming gaven) om de vragenlijst telefonisch af te nemen. We bereikten uiteindelijk een respons van 23 achterblijvers (46%) en 13 uithuisgeplaatsten (26%). Zeven achterblijvers en uithuisgeplaatsten die reageerden horen bij elkaar. In totaal hebben we dus gegevens van 29 van de 50 huisverboden. Fase 3 Dossieronderzoek Op basis van een analyse van tien aselect geselecteerde zorg(systeem)plannen is een indicatief beeld verkregen van (1) de achterliggende problematiek, (2) de mate waarin een systeemaanpak wordt voorgesteld en (3) de benodigde hulpverlening. Deze informatie hebben we vergeleken met de uitkomsten van de schriftelijke enquêtes. Vertrouwelijkheid Zowel de bronnen als de enquêtes zijn vertrouwelijk. Om wel inzichtelijk te kunnen maken waarop constateringen gebaseerd zijn en waarnaar zij verwijzen, vermelden wij in de rapportage soms op welk (type) organisatie (onderdeel) het genoemde betrekking heeft. Er worden geen namen van personen genoemd. Voor insiders kan de informatie herleidbaar zijn tot personen. 1.4 Leeswijzer De eerste 50 huisverboden in Zuid-Holland Zuid zijn opgelegd tussen 19 maart en 8 november 2009. Hierover gaan de resultaten. Ze geven een goed beeld van de wijze waarop de uitvoering van de wet tijdelijk huisverbod wordt ervaren. In het tweede hoofdstuk beschrijven we het doel van de wet, en de werkwijze in Zuid-Holland zuid. In hoofdstuk drie gaan we dieper in op de achterblijvers en uithuisgeplaatsten. Wie zijn dat? Ook leggen we hier een aantal registratiecijfers naast de beoogde werkwijze. Tenslotte schetsten we in dit hoofdstuk de achterliggende problematiek die een aanleiding kan zijn voor het huiselijk geweld. In hoofdstuk vier beschrijven we de ervaringen van de ketenpartners. Achtereenvolgens komen de waardering voor het instrument, de uitvoering van het huisverbod, de ervaringen in de hulpverleningscontacten, het functioneren van de projectorganisatie, en het resultaat aan de orde. In hoofdstuk vijf geven we een beeld van de ervaringen van de achterblijvers en uithuisgeplaatsten. Ook hier komen de waardering voor het instrument, de uitvoering van het huisverbod en het resultaat ervan aan de orde. In hoofdstuk zes volgen een aantal conclusies en aanbevelingen. Zuid-Holland Zuid 11

12 Evaluatie tijdelijk huisverbod

2 Wet tijdelijk huisverbod Huiselijk geweld vormt een ernstig maatschappelijk probleem. Jaarlijks krijgt de politie meldingen van meer dan 50.000 incidenten, maar waarschijnlijk doen zich meer dan 450.000 incidenten per jaar voor. 8 Het kan de vorm aannemen van geweld of mishandeling. In 2006 was huiselijk geweld zelfs de voornaamste oorzaak van moord en doodslag in Nederland. 9 Het kabinet hoopt met de Wet Tijdelijk Huisverbod het geweld in huiselijke kring (tegen partners, kinderen of ouderen) terug te dringen. 2.1 Doel van de wet De Wet tijdelijk huisverbod maakt het mogelijk dat per direct de toegang tot de woning kan worden ontzegd aan degene van wie een dreiging van huiselijk geweld uit gaat. 10 De verwachting is dat het tijdelijk huisverbod de voortdurende spanningen en de eventueel daaraan voorafgaande geweldspiraal wegneemt. Men hoopt dat de time out de veiligheid verhoogt van de andere leden van het huishouden. De geboden adempauze kan benut worden om andere maatregelen ter voorkoming van het geweld te nemen (starten met hulpverlening aan zowel daders als slachtoffers). Tenslotte geldt het huisverbod als duidelijk signaal dat de samenleving het geweld niet accepteert. 11 Preventief ingrijpen Bijzonder aan het tijdelijk huisverbod is dat het kan worden opgelegd zonder dat daar een strafrechtelijk feit aan ten grondslag ligt (preventief). Dit heeft twee belangrijke voordelen. Er kan direct worden ingegrepen (de vaststelling van een strafrechtelijk feit vraagt rechtsvervolging, hetgeen snel enkele maanden zo niet langer duurt). 12 Bovendien is het mogelijk om in te grijpen zonder dat er een aangifte aan ten grondslag ligt (onderzoek wijst uit dat slechts 12% van de slachtoffers aangifte doet). Overigens is het niet zo dat het tijdelijk huisverbod lichtvaardig kan worden opgelegd. De oplegging is aan strikte regels gebonden en de uithuisgeplaatste kan via een kort geding bezwaar aantekenen tegen het besluit. De burgemeester krijgt de bevoegdheid om het tijdelijk huisverbod op te leggen. Het huisverbod is daarmee een bestuurlijk-juridische maatregel die kan worden ingezet wanneer zich (nog) geen strafbare feiten hebben voorgedaan, maar er situaties zijn ontstaan waarbij er acute en dringende behoefte ontstaat aan het creëren van een afkoelingsperiode om escalatie te voorkomen. 13 De eerste reden om het huisverbod onder te brengen bij gemeenten is dat het strafrecht instrumentarium ontbeert om preventief te kunnen handelen. 14 Een tweede reden is dat gemeenten een centrale positie vervullen in de keten van de hulpverlening. 8 Ferwerda, H. (2004). Huiselijk geweld: de deur op een kier. Arnhem: Bureau Beke. 9 Ferwerda, H. (2010). Tot de dood ons scheidt, een onderzoek naar de omvang en kenmerken van moord en doodslag in huiselijke kring. Arnhem: bureau Beke. 10 Wet tijdelijk huisverbod. Staatsblad 421, 9 oktober 2008. 11 Tweede Kamer der Staten- Generaal (2005-2006). Memorie van toelichting. regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod), Vergaderjaar 2005-2006, 30 657, nr 3. 12 De definitie van een strafbaar feit luidt als volgt: Artikel 16 van de Grondwet en artikel 1Sr stellen dat geen feit strafbaar is zonder een daaraan voorafgegaane wettelijke strafbepaling. Welke gedragingen strafbare feiten opleveren is in de wettelijke bepaling, de delictomschrijving, aangeduid. Franken, H. e.a. (2003). Encyclopedie van de rechtswetenschap, 10 e druk. Groningen: Kluwer, p450. 13 Tweede Kamer der Staten- Generaal (2005-2006). Memorie van toelichting. regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod), Vergaderjaar 2005-2006, 30 657, nr 3. 14 Tweede Kamer der Staten- Generaal (2005-2006). Memorie van toelichting. regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod), Vergaderjaar 2005-2006, 30 657, nr 3. Zuid-Holland Zuid 13

Naar systeemgerichte hulpverlening De bedoeling van het huisverbod is om het time out- en crisismoment te gebruiken om hulpverlening te starten. 15 De advies- en steunpunten huiselijk geweld die met de Tijdelijke Stimuleringsregeling voor de periode 2004 2007 door centrumgemeenten zijn ingericht bieden hiervoor aanknopingspunten. Zij kennen zowel een frontoffice (het advies- en steunpunt voor huiselijk geweld) als een backoffice (goede afspraken met de hulpverlening). 16 De aandacht van de hulpverlening voor huiselijk geweld richtte zich in eerste instantie vooral op de slachtoffers (vooral vrouwen en hun kinderen). In de jaren negentig veranderde het denken over huiselijk geweld en werd de daderhulpverlening ontwikkeld. Langzaam maar zeker zien we nu een verschuiving van een individuele aanpak naar een relationele of familiebenadering. Om huiselijk geweld te stoppen is meer nodig dan hulpverlening aan de afzonderlijke partijen, namelijk een systeemgerichte benadering. 17 Er moet gewerkt worden aan de manier waarop dader en slachtoffer op elkaar reageren. Het kan zijn dat het slachtoffer meer weerbaar moet worden, de dader in de relatie minder dominant moet worden. Soms spelen kinderen ook een rol in de instandhouding van het systeem. Dan zal bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden aan een gezamenlijke visie op de opvoeding. Voor de kinderen zelf wordt vaak traumaverwerking en speltherapie ingezet. Intensieve hulp in de thuissituatie kan hier bijvoorbeeld een vorm van hulpverlening zijn. 2.2 Doelstelling in Zuid-Holland Zuid De bestuurlijke regie voor het uitvoeren van de Wet tijdelijk huisverbod ligt bij iedere gemeente afzonderlijk en heeft betrekking op zowel het opleggen van het huisverbod als het organiseren van de benodigde hulpverlening. De regio Zuid- Holland Zuid kiest ervoor dit regionaal te organiseren, waarbij de gemeente Dordrecht, die als centrumgemeente verantwoordelijk is voor het beleid en de voorzieningen Maatschappelijke Zorg inclusief de bestrijding van huiselijk geweld, het voortouw neemt. 18 De visie op de aanpak van huiselijk geweld in de regio Zuid-Holland Zuid is als volgt geformuleerd: Huiselijk geweld wordt gezien als een openbaar gezondheid- en veiligheidsprobleem. Het is een onacceptabele situatie waarin vroegtijdig ingrijpen geoorloofd is, zodat plegers, slachtoffers en getuigen (meestal kinderen) de kans krijgen de situatie ten positieve te veranderen. Hiertoe ontwikkelen betrokken partijen een transparant en toegankelijk aanbod, gericht op het opvangen van een noodsituatie, het systeemgericht en outreachend werken, het bieden van adequate ambulante hulpverlening en het voorkomen van problemen op de lange termijn. De strafrechtelijke en hulpverleningsketen werken daarbij nauwgezet samen. (Regionale aanpak huiselijk geweld- werkplan 2008-2010 Drechtsteden en Alblasserwaard.) 15 Tweede Kamer der Staten- Generaal (2005-2006). Memorie van toelichting. regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod), Vergaderjaar 2005-2006, 30 657, nr 3. 16 Ministerie van VWS (2004). Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld. 17 Movisie (2009). Factsheet huiselijk geweld: feiten en cijfers. 18 Het bereik van de gemeente Dordrecht strekt zich tot de Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De veiligheidsregio omvat ook de Hoeksewaard. Om die reden wordt waar mogelijk afstemming gezocht met de hulpverlening en gemeenten in die regio. 14 Evaluatie tijdelijk huisverbod

De inzet van het instrument in de regio Zuid-Holland Zuid is conform de Wet tijdelijk huisverbod: De kracht van deze wet ligt in de combinatie van de uithuisplaatsing van de pleger met de directe interventie in het hele systeem (pleger, slachtoffer en eventuele kinderen). Het vraagt van ketenpartners (gemeente, politie en hulpverleners) een actieve, snelle aanpak. Binnen tien werkdagen moeten hulpverleningstrajecten op gang gebracht zijn en ook beoordeeld worden of het huisverbod eventueel verlengd of ingetrokken moet worden. (Regionale Stuurgroep Huiselijk Geweld. Plan van aanpak implementatie huisverbod, versie 4, 2008.) 2.3 Beoogde uitvoering in Zuid-Holland Zuid De uitvoering van het tijdelijke huisverbod in de regio Zuid-Holland Zuid kent twee lijnen: (1) de procedurele kant van het huisverbod en (2) de organisatie van de crisisinterventie en de hulpverlening. 19 Procedureel (bestuurlijk-juridisch) Voor de procedurele kant is de inzet dat alle gemeenten eenzelfde werkwijze hanteren. De burgemeesters in de regio Zuid-Holland Zuid hebben overeenstemming over het werken volgens het ondertekeningmandaat. Dat houdt in dat bij melding van een dreigende situatie van huiselijk geweld, de politie aan de hand van drie criteria de hulpofficier van justitie kan inschakelen om een risicotaxatie ter plaatse te maken. Op basis van dit instrument adviseert de hulpofficier de burgemeester over het opleggen van het tijdelijk huisverbod. De burgemeester besluit vervolgens om het huisverbod al dan niet in te stellen. 20 De justitiële keten zorgt voor afstemming over het huiselijk geweld in het arrondissementaal justitieel beraad (AJB) en in de regionale en lokale beheersdriehoeken komt de inzet van gemeente, politie en justitie weer bij elkaar. Binnen de gemeente Dordrecht vindt deze afstemming plaats in het veiligheidshuis, die in de toekomst zal worden uitgerold naar de gehele veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. 21 Hulpverlening Wat betreft de organisatie van de crisisinterventie en de hulpverlening, legt de regio Zuid-Holland Zuid de regie bij de GGD Zuid-Holland Zuid. De GGD is verantwoordelijk voor de 24-uurs crisisinterventie, de coördinatie van de hulpverlening gedurende het huisverbod, de regie op casusniveau en de informatieverstrekking aan de burgemeester in verband met het opheffen dan wel verlengen van het huisverbod. 22 Concreet worden deze werkzaamheden uitgevoerd door het geïntegreerde meldpunt ZO/SHG (ook aangeduid als het steunpunt). 23 Het steunpunt is fysiek gehuisvest bij de GGD en participeert in het screeningsoverleg van het veiligheidshuis Dordrecht. 19 Kamsteeg, A.T. voorzitter Regionale Stuurgroep Huiselijk Geweld. Brief aan de leden van het college van B&W, betreffende informatie en voorbereiding huisverbod, gedateerd 1 oktober 2008. 20 Regionale Stuurgroep Huiselijk Geweld. Plan van aanpak implementatie huisverbod, versie 4, 24 september 2008. 21 Regionale aanpak Huiselijk Geweld Werkplan 2008-2010 Drechtsteden en Alblasserwaard / Vijfheerenlanden. 22 Regionale Stuurgroep Huiselijk Geweld. Plan van aanpak implementatie huisverbod, versie 4, 24 september 2008. 23 Regionale aanpak Huiselijk Geweld Werkplan 2008-2010 Drechtsteden en Alblasserwaard / Vijfheerenlanden. Dit is ontstaan uit het samengegaan van het Advies- en Steunpunt voor Huiselijk Geweld van Blijf van mijn lijf en het meldpunt Zorg en Overlast van de GGD, per 1.1.2008. Zuid-Holland Zuid 15

Het steunpunt ontvangt meldingen, geeft informatie en advies en stuurt het Regionaal Hulpverleningsteam aan. 24 Daarbij wordt vanuit het steunpunt de coördinatie van de hulpverlening gerealiseerd. 25 Werkwijze huisverbod Zuid-Holland Zuid Wanneer een melding binnenkomt, vindt er een voorselectie plaats door de Chef van Dienst (politie). 26 Deze waarschuwt de Hulpofficier van Justitie huisverbod (HovJ HV) wanneer sprake is van: (dreigend) huiselijk geweld, door iemand die in het huis woont of er incidenteel verblijft én die meerderjarig is. De HovJ HV neemt tijdens kantooruren contact op met het steunpunt. De HovJ HV gaat naar de betreffende locatie. Na een onderzoek ter plekke neemt hij, indien nodig, de verdachte mee naar het bureau. Hij meldt zijn bevindingen in een proces verbaal. Naar aanleiding van gesprekken met de achterblijver(s) en de verdachte vult hij een risicotaxatie formulier (RiHG) 27 in. Op grond daarvan komt er een advies aan de burgemeester om een tijdelijke uithuisplaatsing goed te keuren. Bij een positieve uitslag neemt een medewerker van het steunpunt contact op met de achterblijver(s) en roept het interventieteam bij elkaar. Uit de eerste evaluatie 28 na vijf maanden kwamen drie knelpunten naar voren: De hulpverlening kwam laat op gang. De tijd tussen de crisis en het moment dat de hulpverlening ingeschakeld wordt is te lang. Als de rust is weergekeerd is de vraag om hulpverlening vaak weer verdwenen. De tijdinvestering van de politie was een knelpunt. Er gaat veel tijd zitten in het voeren van gesprekken met de betrokkenen. Bovendien vereisen de gesprekken van de HovJ met de slachtoffers andere vaardigheden dan hun andere taken. Dit type gesprekken horen misschien meer thuis bij de hulpverlening. Bij een negatief advies aan de burgemeester kwam geen actie van de hulpverlening, terwijl dit wel wenselijk zou zijn. Naar aanleiding van de evaluatie is besloten met ingang van 14 september 2009 een pilot te starten met een aangepaste werkwijze van de politie en de hulpverlening: Werkwijze politie Zuid-Holland Zuid Nadat de HovJ HV is bericht door de chef van dienst neemt hij contact op met het steunpunt om de melding door te geven. Vervolgens gaat HovJ HV naar de plaats van het incident. Wanneer de situatie daartoe aanleiding geeft, neemt hij/zij de vermoedelijke dader mee naar het politiebureau voor ondervraging. Daarna gaat hij/zij terug naar de plaats van de melding om met de achterblijver(s) en eventuele buren te praten. Werkwijze hulpverlening Zuid-Holland Zuid Een medewerker van het steunpunt gaat, na het telefoontje van de politie, naar de achterblijver(s) om ondersteuning te bieden, informatie te geven en 24 In het screeningsoverleg huiselijk geweld worden wekelijks alle incidenten van huiselijk geweld besproken die bij de politie zijn binnengekomen. Daarna wordt een besluit genomen wie welke actie onderneemt en wie zo nodig de casusregie op zich neemt. De volgende partijen nemen deel aan het screeningsoverleg: Openbaar Ministerie, reclassering, politie, Meldpunt ZO/SHG, Advies- en meldpunt Kindermishandeling, maatschappelijk werk en vrouwenopvang. Regionale Stuurgroep Huiselijk Geweld. Plan van aanpak implementatie huisverbod, versie 4, 24 september 2008. 25 Wubben, W. Realisatie werkplan 2008, 12.02.2009. 26 zie bijlage 3: checklist opleggen huisverbod in Zuid Holland Zuid voor hulpofficier huiselijk geweld en steunpunt huiselijk geweld, versie november 2009. 27 Risicotaxatie instrument Huiselijk Geweld (RiHG); een formulier waarmee de HovJ HV beoordeelt of er bij een situatie van huiselijk geweld (mogelijk) een huisverbod wordt opgelegd. 28 Wubben, W. Evaluatie zorgpartners Wet tijdelijk huisverbod. 16 Evaluatie tijdelijk huisverbod

motivatie tot stand te brengen voor hulpverlening. Daarna neemt het steunpunt telefonisch contact op met de verdachte. Indien mogelijk volgt een face-to-face contact op het politiebureau. Verbinding Na de gesprekken met alle betrokkenen spreken de HovJ HV en de medewerker van het steunpunt met elkaar. De HovJ HV vult het RiHG in. De hulpverlener van het steunpunt helpt bij het invullen van vragen over de (gezins-) achtergronden. Wanneer het uiteindelijk oordeel conform het RiHG een huisverbod is, neemt de hulpofficier contact op met de burgemeeester, die de beslissing neemt tot het al dan niet opleggen. Opleggen huisverbod Bij een besluit tot het opleggen van een huisverbod, vult de hulpofficier een beschikking in. Hij reikt de beschikking, samen met folders over het tijdelijk huisverbod uit aan de uithuisgeplaatste. Indien deze geen slaapadres heeft krijgt hij/zij ook een A4-tje met mogelijkheden voor overnachtingen. In de eerder uitgevoerde bestuurlijke evaluatie staat: In de meeste gemeenten is men van mening dat aan de uithuisgeplaatste geen onderdak hoeft te worden aangeboden. Het uitreiken van een lijst met mogelijkheden hiertoe wordt voldoende geacht. (Bestuurlijke evaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod in de regio Zuid-Holland Zuid, oktober 2009). Vervolgens neemt de hulpofficier de sleutel van de uithuisgeplaatste in en legt uit dat hij bezwaar kan maken tegen het opleggen van het huisverbod. De medewerker van het steunpunt draagt de casus over aan de procescoördinator van het steunpunt, die de eerste bijeenkomst van het interventie team organiseert en de proces- en de zorgcoördinatie in gang zet. Het interventieteam, waarin naast het algemeen maatschappelijk werk, het steunpunt, blijf-van-mijn lijf, de reclassering en, als er kinderen betrokken zijn, bureau jeugdzorg en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) zitting hebben, maakt een plan van aanpak voor de komende tien dagen. De belangrijkste inzet is het starten van hulpverlening aan alle betrokkenen. Tijdens de tweede bijeenkomst van het interventie team wordt het zorgplan besproken en een advies aan de burgemeester over verlengen dan wel stopzetten van het huisverbod geformuleerd. 29 Niet opleggen huisverbod Bij een negatief advies van de burgemeester gaat de medewerker van het steunpunt zelf aan de slag om de casus uit te zetten bij de reguliere hulpverlening. 2.4 Naar de praktijk In de beoogde uitvoering lezen we dat politie en hulpverlening goed samenwerken. Er wordt actief en snel ingegrepen in een dreigende situatie. Hoe vaak gebeurt dat in deze regio? Wie zijn de achterblijvers en uithuisgeplaatsten? In de visie van Zuid-Holland Zuid staat dat ingrijpen geoorloofd is om plegers, slachtoffers en getuigen de kans te geven de situatie ten positieve te veranderen. Krijgen ze deze kans en grijpen ze die ook? In de volgende hoofdstukken gaan we in op de daadwerkelijke uitvoering van het huisverbod in deze regio en de manier waarop zowel professionals als achterblijvers en uithuisgeplaatsten het tijdelijk huisverbod ervaren. 29 GGD Zuid-Holland Zuid (2009). Draaiboek hulpverlening Tijdelijk huisverbod Zuid-Holland Zuid. Zuid-Holland Zuid 17

18 Evaluatie tijdelijk huisverbod

3 Tijdelijk huisverbod in cijfers In de regio Zuid-Holland Zuid ging de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod op 1 maart 2009 van start. Het eerste huisverbod werd op 19 maart opgelegd. Op 18 november 2009 30 volgde oplegging van het 50 e huisverbod. Waar zijn de huisverboden opgelegd? wie waren de uithuisgeplaatsten en de achterblijvers? Werd hulpverlening geaccepteerd? Wat vertellen de hulpverleningsplannen ons? 3.1 50 keer huisverbod Niet alle 19 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben al met een huisverbod te maken gehad. In Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Nieuw Lekkerland, Strijen en Korendijk is in de periode van 1 januari tot 18 november nog geen huisverbod opgelegd (zie tabel 3.1 in bijlage 2). Wanneer we het aantal huisverboden afzetten tegen het aantal inwoners per gemeente zien we dat in verhouding in Liesveld de meeste huisverboden zijn opgelegd. Absoluut zijn in Dordrecht de meeste huisverboden opgelegd (19). Oplegging Na het melden van een incident, moeten een aantal stappen worden gezet, voor er eventueel een verzoek bij de burgemeester tot het opleggen van een huisverbod kan worden gedaan. Zo gaat de HovJ naar de plaats van het incident, hij neemt de vermoedelijke dader mee naar het bureau, spreekt zowel de HovJ als het steunpunt met het slachtoffer, met de vermoedelijke dader en het slachtoffer en wordt het RiHG ingevuld (zie paragraaf 2.3). In de bestuurlijke evaluatie staat: In de meeste gevallen was er een aanzienlijke tijd tussen het incident en het uiteindelijk opleggen van het huisverbod. Van de gemaakte afspraak om te bezien of dit beter kan door politie bij incident meteen iemand van de crisisdienst of interventieteam ter plaatste te vragen en dan eventueel gezamenlijk het RiHG in te vullen is tot op heden niets te merken. (Bestuurlijke evaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod in de regio Zuid- Holland Zuid, oktober 2009). Vaak is de datum van de melding ook de datum van het incident. Dit hoeft niet altijd zo te zijn. Een melding kan ook later plaats vinden. Het projectteam kan echter pas in actie komen nadat de melding heeft plaats gevonden. Daarom keken we naar de datum waarop het incident werd gemeld en de datum waarop het huisverbod werd opgelegd. Ruim vier op de tien huisverboden zijn op dezelfde dag opgelegd als waarop het incident werd gemeld, 49% van de huisverboden werden één dag na de incidentmelding opgelegd, 5% na twee dagen en 3% na meer dan drie dagen. Verlenging, intrekking en overtreding Een huisverbod kan worden verlengd tot ten hoogste vier weken 31 wanneer aannemelijk gemaakt kan worden dat de dreiging tot geweld niet (voldoende) is afgenomen en wanneer aannemelijk is dat dat in de verlenging wel zal gebeuren. Een huisverbod kan ook worden ingetrokken, bijvoorbeeld wanneer een uithuisgeplaatste in beroep gaat en het beroep wordt toegewezen. Van de 50 huisverboden is meer dan een kwart verlengd (13 keer). Er is slechts één huisverbod ingetrokken. 30 Bron: politie Zuid Holland Zuid. Nummer- en statuslijst Tijdelijk Huisverbod. 31 Staatsblad van het koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2008, 421, artikel 9. Zuid-Holland Zuid 19

In het adviesrapport dat wordt opgemaakt voor de burgemeester wanneer een huisverbod afloopt, wordt verlengd of ingetrokken, is in tien situaties (20%) genoteerd dat het huisverbod vermoedelijk is overtreden. Dit kan zijn door contact via telefoon of internet, contact via derden of rechtstreeks contact. Samenloop met strafrecht Het huisverbod is primair bedoeld als preventieve maatregel om bij dreiging van huiselijk geweld een time-out te realiseren. De landelijke praktijk blijkt tot nu toe anders dan de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever. Vaak wordt een huisverbod ingezet als de pleger is aangehouden en een strafrechtelijk traject in het verschiet ligt. 32 Na een melding in het kader van het huiselijk geweld wordt in Zuid-Holland Zuid de vermoedelijke pleger op dit moment alleen nog aangehouden indien hij verdachte is in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering 33. Wanneer de verdachte niets ten laste wordt gelegd, moet hij/zij in dit kader binnen zes uur weer op vrije voeten worden gesteld. Per definitie is er in Zuid-Holland Zuid dus in 100% van de casussen een samenloop met strafrecht. 3.2 Profiel Wie zijn de achterblijvers en uithuisgeplaatsten in de aanpak tegen huiselijk geweld? In deze paragraaf kijken we naar leeftijd en geslacht van beide groepen. Ook laten we zien welke relaties er zijn tussen deze twee partijen. Daarna geven we ook wat informatie over de situatie vóór het tijdelijk huisverbod. Achterblijvers In figuur 3.1 zien we dat achterblijvers in situaties waar huiselijk geweld dreigde vooral vrouwen zijn. 34 Figuur 3.1 Achterblijvers in Zuid-Holland Zuid naar sekse en leeftijd 5% 19% vrouwen <25 vrouwen 25-44 vrouwen 45-54 vrouwen 55-65 mannen 55-65 19% 54% Landelijk is 77% van de slachtoffers een vrouw in de leeftijd van 25 tot 45 jaar. 35 In Zuid-Holland Zuid was dit aandeel met 54% iets lager. 32 Directie openbare orde en veiligheid Amsterdam. Tussentijdse rapportage tijdelijk huisverbod Amsterdam. 33 Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wien de vervolging is gericht. De aan de verdachte toekomende rechten komen tevens toe aan de veroordeelde tegen wie een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld of te wiens aanzien op een vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht niet onherroepelijk is beslist. 34 Gebaseerd op de gegevens van alle 50 huisverboden. 35 Ferwerda, H. (2009). Huiselijk geweld gemeten- Cijfers 2008. Arnhem: Bureau Beke. 20 Evaluatie tijdelijk huisverbod

In Nederland is er in 13% van de opgelegde huisverboden een achterblijver onder de 18 jaar. Ook in Zuid-Holland Zuid is in 10% van de huisverboden sprake van dreiging van geweld tegen een minderjarige. Ook als kinderen geen direct slachtoffer van het geweld zijn, zijn ze vaak getuige, of merken ze op zijn minst iets van de spanningen thuis. In 33 zaken (66%) waren minderjarige kinderen aanwezig. Ook ouderen kunnen slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Landelijk is 5% van de slachtoffers tussen de 55 en 65 jaar en bijna 2% is 65 jaar of ouder. Hierbij is nagenoeg geen verschil tussen mannen en vrouwen 36. De situatie in Zuid Holland Zuid wijkt iets af. Hier is 8% van de achterblijvers tussen de 55 en 65 jaar en niemand ouder. We legden de achterblijvers een aantal stellingen voor over de situatie vóór het tijdelijk huisverbod. In figuur 3.2 zien we dat zeven op de tien achterblijvers al contact met de hulpverlening hadden. En nog eens een kwart heeft waarschijnlijk wel eens contact met de hulpverlening. Een kwart van de achterblijvers vindt niet dat ze een leuke baan hebben. Maar vier op de tien vinden dat ze een goede relatie hebben met hun partner. Ook maar vier op de tien vinden dat het voor het huisverbod goed ging met hun kinderen (zie ook tabel 1 in bijlage 2). Figuur 3.2 Situatie vóór het huisverbod van de achterblijvers Ik heb contact met de hulpverlening. 71% 24% Ik heb een leuke baan. 54% 23% 23% Ik heb een goede relatie met mijn partner. 41% 32% 27% Het gaat goed met onze kinderen. 39% 44% 17% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (zeer) mee eens niet eens, niet oneens (zeer) mee oneens Uithuisgeplaatsten Over de uithuisgeplaatsten is landelijk veel minder geschreven dan over de achterblijvers. In Zuid-Holland Zuid is iets meer dan de helft (53%) van de uithuisgeplaatsten een man tussen 25 en 44 jaar, zie figuur 3.3. Een kwart van de uithuisgeplaatsten is een man tussen 45 en 55 jaar en 16% is jonger dan 25. Figuur 3.3 Uithuisgeplaatsten in Zuid-Holland Zuid naar sekse en leeftijd 16% mannen <25 mannen 25-44 mannen 45-54 mannen 55-65 vrouwen 55-65 mannen >65 25% 53% 36 Ferwerda, H. (2009). Huiselijk geweld gemeten- Cijfers 2008. Arnhem: Bureau Beke. Zuid-Holland Zuid 21

Dezelfde stellingen legden we ook aan de uithuisgeplaatsten voor. Ook van de uithuisgeplaatsten hadden al zes van de tien contact met de hulpverlening voor het huisverbod werd opgelegd (figuur 3.4). Zeven op de tien uithuisgeplaatsten vinden de relatie met hun partner goed, zij kijken blijkbaar positiever tegen hun relatie aan dan de achterblijvers. Ook over hoe het met de kinderen gaat zijn zij positiever; 56% vindt dat het voor het huisverbod goed ging met de kinderen. Figuur 3.4 Situatie vóór het huisverbod van de uithuisgeplaatsten Ik heb contact met de hulpverlening. 62% 8% 30% Ik heb een leuke baan. 60% 40% Ik heb een goede relatie met mijn partner. 70% 10% 20% Het gaat goed met onze kinderen. 56% 44% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (zeer) mee eens niet eens, niet oneens (zeer) mee oneens Relatie uithuisgeplaatsten-achterblijvers Huiselijk geweld in Nederland is in 70% van de gevallen gericht op de partner of ex-partner van de dader. 37 In Zuid-Holland Zuid is het geweld in 39 van de 50 huisverboden (78%) gericht op de partner of ex-partner. In één situatie is sprake van geweld van een vrouw tegen haar man. In de overige situaties is sprake van geweld van een mannelijke dader tegen een vrouwelijk slachtoffer. In acht huisverboden was er sprake van geweld van een zoon tegen (één van de) ouders en in drie situaties was er sprake van geweld van een ouder jegens een (stief-)kind. 3.3 Tijdpad hulpverlening De wet tijdelijk huisverbod biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Hulpverlening is cruciaal in het hele traject rondom huiselijk geweld. Als tijdens de tien dagen die het huisverbod duurt geen hulpverlening op gang komt, kan aan een belangrijk doel van het huisverbod geen invulling worden gegeven. 38 De taak van de hulpverlening in dit kader is het aanzetten tot de beoogde gedragsverandering. Maar zoals eerder is benadrukt, duurt een huisverbod maar tien dagen. Die tien dagen moeten gebruikt worden om verandering teweeg te brengen in het huishouden dat te maken heeft met huiselijk geweld. Na deze periode kan de vermoedelijke dader immers terugkeren en moet de dreiging tot huiselijk geweld zijn geweken. Snelheid is hier geboden. Daarom ligt er een strak tijdschema voor de hulpverlening in het kader van het tijdelijk huisverbod. Maar dan moeten betrokkenen de hulverlening wel accepteren. Acceptatie hulpverlening Aan de achterblijvers en uithuisgeplaatsten wordt in het eerste gesprek met een medewerker van het steunpunt gevraagd of ze hulp willen accepteren. Uit de 37 Ferwerda, H. (2009). Huiselijk geweld gemeten- Cijfers 2008. Arnhem: Bureau Beke. 38 Tweede Kamer der Staten- Generaal (2005-2006). Memorie van toelichting. regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod), Vergaderjaar 2005-2006, 30 657, nr 3. 22 Evaluatie tijdelijk huisverbod