Montageaanwijzing voor de vakman Vitocrossal 300 Type CR3 en CR37, van 370/404 tot 895/978 kw Condenserende gasketel VITOCROSSAL 300 12/2001
Algemene informatie Veiligheidsaanwijzingen Gelieve deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op te volgen om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen. Veiligheidsvoorschriften Respecteer de geldende veiligheidsbepalingen die de NBN- en NBN ENvoorschriften opleggen. Zie hiertoe ook het rode blad Veiligheidsvoorschriften in de meegeleverde documentatie of in de map Vitotec-planningsdocumentatie. De verwarmingsketel en de brander moeten worden voorzien van een label of een keurmerk al naargelang de geldende nationale voorschriften. Stookruimte Ten aanzien van de vereisten die worden gesteld aan de stookruimte moet het technisch blad resp. de planningsaanwijzing worden gerespecteerd. Werkzaamheden aan het toestel Werkzaamheden in het kader van montage, eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud en herstellingen moeten door bevoegde vakmensen (verwarmingsfirma of erkend installateur) worden uitgevoerd (EN 50 110, deel 1). Bij werkzaamheden aan het toestel of de verwarmingsinstallatie moet de stroomvoorziening worden uitgeschakeld (bijv. aan de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en beveiligd tegen onverhoeds weer inschakelen. Deze vrijschakeling moet gebeuren met een scheidingsinrichting die tegelijk alle niet-geaarde geleiders met min. 3 mm contactopeningsbreedte van het net scheidt. Bij brandstof gas moet bovendien de gasafsluitkraan worden gesloten en beveiligd tegen onverhoeds openen. Elektrische bouwgroepen die door de installateur worden geïnstalleerd, moeten van goedgekeurde constructie zijn. Bij werken waarbij de regeling moet worden geopend, mag via de interne componenten geen statische ontlading plaatsvinden. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen enkel door een installateur worden uitgevoerd die erkend is door de bevoegde gasmaatschappij. Respecteer de werkzaamheden die worden voorgeschreven voor de inbedrijfstelling van gasinstallaties. Veiligheidsaanwijzing! Dit aandachtwoord staat in deze handleiding bij informatie die moet worden opgevolgd voor de veiligheid van mensen en de vrijwaring van eigendommen. Voorzichtig! Dit aandachtwoord verwijst in deze handleiding naar handelingen die niet toegelaten zijn omdat ze mensen in gevaar kunnen brengen of omdat ze materiële schade kunnen veroorzaken. Dit symbool verwijst naar andere, op te volgen handleidingen. Productinformatie Condenserende gasketel voor gesloten verwarmingsinstallaties. Productidentificatienr.... _-0085 AU 0315 Toegelaten werktemperatuur... 100 ºC Veiligheidstemperatuur aan de veiligheidstemperatuurbegrenzer... max. 110 ºC 2
Inhoud Pagina Algemene informatie Veiligheidsaanwijzingen... 2 Productinformatie... 2 Plaatsing Afmetingen... 4 Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen... 4 Samenbouwen bij gesplitste levering... 5 Montage van de voetsteunen aan de warmtewisselaarmodule.. 6 Aansluitingen Aansluitingen aan rookgaszijde tot stand brengen... 6 Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde tot stand brengen... 7 Veiligheidsaansluiting tot stand brengen en controleren op lekken... 8 Isolatie Isolatie monteren... 9 Isolatie ketellichaam... 9 Isolatie vooraan... 9 Rails vooraan... 10 Rails achteraan... 10 Rails in het midden... 11 Branderleidingen installeren... 11 Zijplaten en rails achteraan... 12 Isolatie achteraan... 12 Achterplaten... 13 Voorplaten... 13 Montage van de regeling voorbereiden... 14 Bovenplaten monteren... 15 Neutralisatie-inrichting Geurafsluiter monteren... 16 Neutralisatie-inrichting aansluiten... 16 Brander Brander monteren... 17 Brandstoffen... 17 Kijkglas van de vuurhaard monteren... 17 Brander instellen... 18 Bijlage Inbedrijfstelling... 19 Technische gegevens... 19 3
Plaatsing Afmetingen A B 200 (100) Om de montage en het onderhoud niet te bemoeilijken, moeten de aangeduide afstanden worden gerespecteerd. Als er weinig ruimte is, moeten enkel de minimumafstanden (de maten tussen haakjes) worden gerespecteerd. Bij levering is de keteldeur zo gemonteerd dat hij naar rechts opendraait. U kunt de scharnierbouten aan de andere kant plaatsen zodat de deur naar links opendraait. A Verwarmingsketel B Brander Verwarmingsketel plaatsen en uitlijnen H Bij gebruik van geluidsabsorberende ketelsteunen: de installateur moet ervoor zorgen dat het plaatsingsoppervlak van de ketel horizontaal is. Verwarmingsketel op geluidsabsorberende ketelsteunen plaatsen. Verder op p. 5 of 6. H Zonder geluidsabsorberende ketelsteunen: Stelschroeven in voetrails schroeven. Om de druk te verdelen onder de stelschroeven een plaat leggen (bv. ijzerplaat). Verwarmingsketel horizontaal uitlijnen. Een speciaal fundament is niet vereist. inbouwlengte van de brander 500 (50) 400 (300) 500 (50) 1500 4
Plaatsing Samenbouwen bij gesplitste levering Aanwijzing! Als de ketel niet gesplitst werd geleverd, ga dan verder met de volgende montagestap. 4. 5. Opgelet! Leg geen gereedschap of andere voorwerpen in de verbrandingskamer. Pakkingmateriaal (in de toebehoren) gelijkmatig en overvloedig aanbrengen in de ringgroef aan de vuurhaardmodule. Warmtewisselaarmodule tegen de vuurhaardmodule plaatsen. Gebruik de kraanring om de warmtewisselaarmodule op te tillen. Dichtingen (in de toebehoren) tussen bovenste en onderste flens plaatsen en de schroeven en moeren kruisgewijs aandraaien. 4. Moeren M 16 vastschroeven en aanspannen. 4. 5. Verwijder het overtollige pakkingmateriaal uit de warmtewisselaarmodule (aan de vuurhaardzijde). Controleer of rondomrond voldoende pakkingmateriaal is aangebracht. De eventuele ruimte tussen de vuurhaardmodule en de warmtewisselaarmodule afsluiten met pakkingmateriaal. Veiligheidsaanwijzing! Zorg voor voldoende ventilatie in de stookruimte, gebruik indien nodig een veiligheidsmasker. Aanwijzing! Laat het pakkingmateriaal 4 uur drogen vooraleer u de ketel in bedrijf stelt. 5
Plaatsing / Aansluitingen Montage van de voetsteunen aan de warmtewisselaarmodule De geluidsabsorberende voetschroeven zo ver mogelijk inschroeven. De voetsteunen met telkens twee schroeven in de onderste positie links en rechts aan de warmtewisselaar bevestigen. De voetschroeven ver genoeg uitdraaien zodat ze de warmtewisselaarmodule voldoende ondersteunen. Aansluitingen aan rookgaszijde tot stand brengen Montageaanwijzing van het rookgassysteem Rookgasopening langs de kortste weg en lichtjes stijgend aansluiten op de schoorsteen door middel van rookgasbuizen. Vermijd scherpe knikken. 2-3xD Nom. vermogen kw *1 370/404 tot 575/628 720/787 en 895/978 Binnendiam. rookgasbuis mm 251 301 *1 Waarden geldig bij een aanvoertemp./ retourtemp. van 50/30 ºC. Afsluitbare meetopening A (ca. 10 mm) aanbrengen achter de rookgasaansluiting op een afstand die het twee- of drievoud is van de diameter van de rookgasbuis. Rookgasbuis lekkagevrij aansluiten. Aanwijzing! De aansluitpunten van de rookgasbuis moeten drukdicht zijn. 6
Aansluitingen Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde tot stand brengen KR2 KR1 DB VA KA Voorzichtig! Aansluitingen aan verwarmingswaterzijde mogen pas worden geopend wanneer de verwarmingsketel niet langer onder druk staat. Aanwijzing! De ketel is enkel geschikt voor pompwarmwaterverwarmingsinstallaties. Bij de aansluiting van buisleidingen moeten belastingen en spanningen worden vermeden. Verwarmingsinstallatie grondig spoelen (vooral wanneer de verwarmingsketel wordt aangesloten op een bestaande verwarmingsinstallatie). Aanwijzing! Geen warmteverbruikers aansluiten op de aansluitopening van de veiligheidsaansluiting VA. A Mof voor regelinrichtingen... R ½ B Mof voor waterpeilbegrenzer... R 2 DB Mof voor maximumdrukbegrenzer... R ½ L Lediging... R 1¼ CWA Condenswaterafvoer... R ½ KR1 Ketelretour 1 bij 370/404 tot 575/628 kw... PN 6 DN 100 Ketelretour 1 bij 720/787 en 895/978 kw... PN 6 DN 125 KR2 Ketelretour 2... PN 6 DN 80 KTS Keteltemperatuursensor KA Ketelaanvoer bij 370/404 tot 575/628 kw... PN 6 DN 100 VA LCWA Ketelaanvoer bij 720/787 en 895/978 kw... PN 6 DN 125 Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep) bij 370/404 tot 575/628 kw... PN 16 DN 40 bij 720/787 en 895/978 kw... PN 16 DN 50 Leidingen aansluiten. Aansluiting van één verwarmingscircuit: De verwarmingsretour aansluiten op ketelretour KR Aansluiting van twee verwarmingscircuits: Het verwarmingscircuit met het hoogste temperatuurniveau aansluiten op ketelretour KR Op ketelretour KR 1 moet minstens 15% van het ketelvermogen worden aangesloten. De meetopeningen die niet worden gebruikt voor de aansluiting van een voeler of een sensor, moeten worden afgesloten! Aanwijzing! We raden aan om bij verwarmingscircuits zonder mengklep een terugslagklep te monteren in de verwarmingsaanvoer als zwaartekrachtrem. Dit voorkomt dat tijdens de voorrangsschakeling van de tapwateropwarming en bij de zomerwerking ongecontroleerd warmte naar het verwarmingssysteem kan stromen onder invloed van de zwaartekracht. 7
Aansluitingen Veiligheidsaansluiting tot stand brengen en controleren op lekken Veiligheidsaansluiting tot stand brengen. Veiligheidsaanwijzingen! Bij de aansluiting van buisleidingen moeten belastingen en spanningen worden vermeden. De ketels moeten worden uitgerust met een veiligheidsklep die van goedgekeurde constructie moet zijn en die gemarkeerd moet worden al naargelang de installatie. De verbindingsleiding tussen de verwarmingsketel en de veiligheidsklep mag niet kunnen worden afgesloten. In de verbindingsleiding mogen geen pompen, armaturen of vernauwingen zijn aangebracht. In de onmiddellijke omgeving van de veiligheidsklep moet een ontspanningspot met uitblaas- en afvoerleiding worden geïnstalleerd. De uitblaasleiding moet uitmonden in de open lucht. Stoom die uit de installatie komt, mag niemand in gevaar kunnen brengen. De monding van de afvoerleiding moet zo geplaatst zijn, dat het water dat via de veiligheidsklep het systeem verlaat, zonder gevaar en observeerbaar wordt afgevoerd. De aansluitingen aan verwarmingswaterzijde controleren op lekken. Toegel. werkdruk Testoverdruk...... 6 bar 7,8 bar Aanwijzing! De garantie geldt niet voor schade die het gevolg is van een overdreven testoverdruk. Als het water in de verwarmingsketel blijft, moet u rekening houden met de richtwaarden voor de waterkwaliteit. Serviceaanwijzing 8
Isolatie Isolatie monteren Isolatie ketellichaam Keteldeur openen. 5. Zakje met kenplaatje verwijderen. Kenplaatje wordt later vastgeplakt (zie p. 15, punt 5). 4. Aanwijzingen! Vooraleer u de isolatie monteert, moet u controleren of het serienummer op het kenplaatje overeenstemt met het serienummer dat aan de ketelvoorwand is aangebracht. Bij gesplitste levering zijn twee kenplaatjes aanwezig. De isolatiematten voor de vuurhaardmodule onder de ketel door schuiven (met de zwarte kant naar buiten) en de matten rond het ketellichaam leggen. 4. Isolatiemat voor de warmtewisselaarmodule onder de warmtewisselaar door schuiven en de mat rond de warmtewisselaar leggen. 5. De uiteinden laten overlappen en bevestigen met veerhaken. Isolatie vooraan Isolatiemat van de voorwand aan de kant van de scharniering insnijden tussen de uitsparing voor de scharniernokken en de deuropening. Mat plaatsen. 9
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Rails vooraan Vleugelschroeven met twee tot drie omwentelingen in de rails vooraan rechts en links schroeven. De rails vooraan rechts en links met de vleugelschroeven in de ketelvoorwand vasthaken en vastschroeven. Rails achteraan Hoekborgingen rechts en links met vleugelschroeven in de ketelachterwand vasthaken en vastschroeven. Rails achteraan rechts en links met vleugelschroeven aan de bevestigingselementen schroeven (niet vastdraaien). 10
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Rails in het midden 5. Vleugelschroeven aan ketelrails boven- en onderaan schroeven. De rails van het midden aan vleugelschroeven vasthangen en losjes vastschroeven. Zijplaten onderaan aan beide kanten van de ketel vasthangen. 6. 4. Indien nodig de rails uitlijnen zodat de ruimte tussen beide zijplaten telkens evenwijdig loopt. 4. 5. Middenrails vastschroeven. 6. Zijplaten onderaan verwijderen aan beide kanten van de ketel. 5. Branderleidingen installeren Branderleidingen doorheen de trekbelemmering in de voorplaat onderaan steken en de voorplaat tussen de rails vasthaken. Branderleidingen naar boven leiden. 11
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Zijplaten en rails achteraan Zijplaten onderaan in de voetrails vasthaken. Zijplaten bovenaan in de rails vasthaken. Rails achteraan uitlijnen en de vleugelschroeven aan de bevestigingsplaat vastschroeven. Isolatie achteraan Isolatiematten achteraan rond de rookgasverzamelkast en achter de rails steken. Isolatiematten onderling verbinden met veerhaken. 12
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Achterplaten Achterplaat onderaan tussen de rails achteraan zetten. Achterplaat boven tussen de rails achteraan vasthaken en bevestigen met plaatschroeven. Achterplaten rechts en links aan de achterplaten boven- en onderaan schroeven. Voorplaten Voorplaat bovenaan met plaatschroeven B 3,9 9,5 aan de zijplaten en de rails schroeven. Voorplaat onderaan met plaatschroeven B 3,9 9,5 aan de rails schroeven. 13
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Montage van de regeling voorbereiden Achterste gedeelte van de regeling met de haken aan de onderkant in de voorplaat schuiven. Achterste gedeelte van de regeling met plaatschroeven B 3,9 30 (deze vindt u in de toebehoren van de regeling) aan de voorplaat schroeven. Codeerstekker (meegeleverd) in de regeling plaatsen. Montageaanwijzing ketelregeling 4. Voorzichtig! De capillaire buizen niet knikken aangezien anders de voelers mogelijk niet werken zoals het hoort. 9. 5. 4. De capillaire buis doorheen de opening in de voorplaat steken en zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. 5. Keteltemperatuursensor (meegeleverd met de regeling) zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven. 6. Kabel van keteltemperatuursensor en branderleidingen langs achteren doorheen de opening in de voorplaat en doorheen de regeling naar voor leiden. 7. Branderleidingen in de voorplaat onderaan voorzien van trekbelemmering. 8. Alle externe leidingen doorheen de openingen in de achterplaat en in de voorplaat naar voor in de aansluitruimte naar de regeling trekken. 6. Montageaanwijzing ketelregeling 7. Veiligheidsaanwijzing! De veiligheidstemperatuurbegrenzer maximaal op 110 ºC instellen. Montage- en serviceaanwijzing ketelregeling 9. Afdeklat met de boordrand links tussendeuitsparingenindevoorplaat vastklikken. 14
Isolatie Isolatie monteren (vervolg) Bovenplaten monteren 4. Bovenplaat in het midden op de zijplaten leggen en met de boordrand onder de bovenkant van de achterplaat schuiven. Bovenplaat rechts op de zijplaat en de voorplaat leggen. Bovenplaat links tot tegen de bovenplaat rechts schuiven. 4. 4. Bovenplaat rechts en bovenplaat links met plaatschroeven B 3,9 30 aan de bovenkant van de voorplaat en en in het midden van de bovenplaat vastschroeven. 5. Kenplaatje aan de toegankelijke kant vooraan aan de zijplaat kleven. Aanwijzing! Als de zijplaat waarop het kenplaatje is aangebracht moet worden vervangen, gelieve dan een nieuw kenplaatje aan te vragen in de fabriek met vermelding van het serienummer. 5. Enkel bij gesplitste levering: Trek het onderste gedeelte van het kenplaatje (met de barcode) los en kleef het op de daartoe voorziene plaats in het midden van de grote kenplaat voor de hele ketel. 15
Neutralisatie-inrichting Geurafsluiter monteren Geurafsluiter (in de toebehoren) lekkagevrij aansluiten op de condenswaterafvoer van de rookgaskast en handvast aanspannen. Onderste deel van de geurafsluiter losschroeven en vullen met water. Onderste deel van de geurafsluiter weer vastschroeven. Veiligheidsaanwijzing! Als de geurafsluiter niet met water wordt gevuld, bestaat het gevaar dat rookgas kan ontsnappen. Neutralisatie-inrichting aansluiten Montageaanwijzing neutraliseringsinstallatie Neutralisatie-inrichting achter of naast de verwarmingsketel plaatsen. Meegeleverde kunststofslang inkorten tot de noodzakelijke lengte en aansluiten op de geurafsluiter en de neutralisatie-inrichting. Neutralisatie-inrichting weer aansluiten op de riolering. 16
Brander Brander monteren Montage van de brander: zie de afzonderlijke branderdocumentatie. De branderbuisopening beantwoordt aan EN 303- Om de brander te monteren, moet de meegeleverde branderplaat worden gebruikt. Als de branderplaat niet fabrieksmatig werd voorbereid, moeten in de branderflens branderbevestigingsgaten worden geboord en moet de branderopening worden uitgebrand. Max. branderbuisopening H bij 370/404 tot 575/628 kw... 290 mm H bij 720/787 en 895/978 kw... 350 mm H Bij afwijkende afmetingen moet de uitsparing in de isolatie in de keteldeur worden bijgesneden al naargelang de diameter van de branderbuis. H Na de montage van de brander de ringspleet tussen branderbuis en isolatieblok afdichten met het meegeleverde hittebestendige isolatiemateriaal. Brandstoffen Aardgas en vloeibaar gas conform de plaatselijke voorschriften. Kijkglas van de vuurhaard monteren Kijkglas van de vuurhaard monteren. De kijkbuis door middel van de meegeleverde kunststofslang verbinden met de blazer van de brander (meetopening voor Stat. druk aan de brander ). 17
Brander Brander instellen Afregeling van de brander: zie de afzonderlijke branderdocumentatie. Aanwijzing! Om de brander af te regelen moet de draaiklep in de rookgasopening volledig geopend zijn. Serviceaanwijzing Het maximale gasdebiet van de brander afregelen volgens het aangeduide nominale vermogen van de ketel. Veiligheidsaanwijzing! Het nominale vermogen van de verwarmingsketel mag niet worden overschreden. Nominaal vermogen Weerstand aan verwarmingsgaszijde *1 kw Pa mbar 370/404 460/503 575/628 720/787 895/978 240 270 300 300 330 2,4 2,7 3,0 3,0 3,3 *1 Bij volledig geopende draaiklep. 18
Bijlage Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling: zie serviceaanwijzing van de verwarmingsketel, de brander en de ketelregeling. Technische gegevens Rookgasparameters bij nominaal vermogen *1 Temperatuur (bij retourtemperatuur 30 ºC) H bij nominaal vermogen... 45 ºC H bij gedeeltelijke belasting... 35 ºC Beschikbare persdruk *2 aan de rookgasopening Beschikbare persdruk aan de rookgasopening...... 80 Pa 0,8 mbar *1 Rekenwaarden voor de uitvoering van de schoorsteen bij 10% CO 2 bij aardgas. Rookgastemperatuur gemeten bij een verbrandingsluchttemperatuur van 20 ºC. *2 De beschikbare pompdrukken worden bereikt met de gasbranders met gepulseerde lucht (merk Weishaupt) uit het leveringsprogramma en met een groot aantal andere gasbranders met gepulseerde lucht. Bij afwijkende beschikbare pompdrukken moet overleg worden gepleegd met de branderfabrikant. Als de Vitocrossal 300 wordt gebruikt op vochtongevoelige schoorstenen, mag de persdruk max. 0 Pa bedragen aan de inlaat van de schoorsteen. 19
Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 Zaventem Tel.: 02 712 06 66 Fax: 02 725 12 39 e-mail: info-be@viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden. 20