RIJKSUNIVERSITEIT GENT

Vergelijkbare documenten
rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV Horafrost te Staden (Fase 1)

rijksuniversiteit gent

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

rijksuniversiteit gent

lil Hl LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE GESTELDHEID TER HOOGTE VAN EEN

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

VFRSLAG VAN DE VERKENNINGSBORING VOOR DE CENTRALE LINNENDIENST VAN DE VERENIGING VAN OPENBARE VERZORGINGSINSTELLINGEN TE EREMBODEGEM

I Hili RIJKSUNIVERSITEIT GENT

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

rijksuniversiteit gent

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

9 I f HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE STORTPLAATS VAN N.V. GARWIG TE WOUMEN (DIKSMUIDE)

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPAST E GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

FOR Vragen Water. Vragen Antwoorden Opmerkingen

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de N.V. Latexco te Tielt (Fase 2)

lillil UNIVERSITEIT GENT

rijksuniversiteit gent

LABORATORII:JM VOOR jjiqeg PA5ll: GEOlOGIE EN lni DROGE0 061É

STAATSBLAD OVERWEGENDE

VERKENNING IN VERBAND MET EEN GRONDWATERVOORZIENING VAN DE G.U.S.B.

rijksuniversiteit gent

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Ontsmetten van drinkwater op veeteeltbedrijven

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE


In samenwerking met. Organisatie

Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN. Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden.

rijksuniversiteit gent

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD "DE HOUTRIB" IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart

Stoomketels Demineralisatie. toren

Aanvraag van het onderzoek van putwater

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

Grondwaterzuivering. Prof. ir. Hans van Dijk

Voldoende kwalitatief drinkwater : een uitdaging op het melkveebedrijf. 1 februari 2019 Inagro Over Koetjes en Kalfjes : trefdag melkveehouders

IJllil LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RIJKSUNIVERSITEIT GENT ,A&.. RESULTATEN VAN DE GRONDWATERBEMONSTERING-

UNIVERSITEIT GENT

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater

Richtlijnen wateronderzoek

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie

SS_1300_GWL_3. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Sokkel+Krijt Aquifersysteem (depressietrechter)

"GINSTBERG-BRONWATER"

rijksuniversiteit gent

April 1990 Intern verslag nr 27

AANVULLENDE INFORMATIE BIJ EEN AANGIFTE OF BIJ EEN AANVRAAGFORMULIER VAN EEN MILIEUVERGUNNING VOOR EEN PERMANENTE GRONDWATERWINNIG

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

HYDROGEOLOGISCHE STUDIE NABIJ HET ZWEMBAD "DE NOORDZEE" TE BLANKENBERGE

Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: Datum:

Titel van de presentatie :24

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGtOLOGIE

Omgekeerde osmose installatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest

DRINKWATERKWALITEIT EN DIERGEZONDHEID. Kennisdag Varkenshouderij 19/12/2017 Anne-Sophie Vandevoorde / Nathalie Nollet

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE..

UNIVERSITEIT GENT

MTO Case Study: NIOO. Effecten van MTO op de bodem en grondwaterkwaliteit. 4 juni 2019 Workshop HTO bij Koppert Cress Gebruikersplatform Bodemenergie

ij) IJlJIJ UNIVERSITEIT GENT TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE .AL. BEPALING VAN DE HISTORISCHE VERONTREINIGING

Belang van goed water

Water: van Bron tot Bek. Guillaume Counotte / 20 juni 2012

Goed Drinkwater voor Gezonde Dieren. Datum: 12 juni 2014

Transcriptie:

Prof. o H. DE BREUCK LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG BETREFFENDE DE GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE CRITERIA VAN HET "JET"-MINERAALWATER (MOORSELE-WEVELGEM) P.V.B.A. JET FRISDRANKEN.Ai'éiS>. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT GENT

lillil RIJKSUNIVERSITEIT. GENT laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie VERSLAG BETREFFENDE DE GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE CRITERIA VAN HET "JET"-MINERAALWATER (MOORSELE-WEVELGEM) geologisch stituut S 8 krijgslaan 281 B-9000 gent telefoon 091-22.57.15 PVBA JET FRISDRANKEN Kezelberg 22 8640 WEVELGEM Leidg : Prof. Dr. W. DE BREUCK St l:l die en verslag : Dr. j.p. CNUDDE Dossiernummer : TGO 89/15 Datum : april 1989.

VERSLAG BETREFFENDE DE GEOLOGISCHE EN HYDROGEOLOGISCHE CRITERIA VAN HET 11JET11-MINERAALWATER (MOORSELE-WEVELGEM) 1. INLEIDING Het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie van de R.U.G. werd door de P.V.B.A. JET FRISDRANKEN aangezocht om een dossier op te stellen aangaande de geologische en hydrageologische criteria van hun Landeniaan-m eraalwater. Onderhavig verslag bevat de elementen zoals vastgelegd bij K.B. van 11 oktober 1985 betreffende natuur! ijk meraal water en bronwater, evenals het verband tussen de bodemgesteldheid en de aard en het type van de merale substantie van het 11JET11-Meraalwater11 2. LIGGING EN BESCHRIJVING VAN HET WINNINGSPUNT De firma P.V.B.A. JET FRISDRANKEN bevdt zich ongeveer 2,5 km ten zuidoosten van de dorpskern van Dadizele en ongeveer 2,5 km ten zuidwesten van de dorpskern van Ledegem, rechts van de weg van Menen naar Roeselare, op het grondgebied van_ Moorsele (Wevelgem) (fig. 1) aan de voet van de zuidelijke flank van de Kezelberg op ongeveer + 27 m.* Het bedrijf beschikt over 1 wngsput het Landeniaan. De put, met CODE 284S188, werd geboord door de B.V.B.A. VANHIE en bereikt een diepte van 140 m (peil -113, maaiveld +27). De I iggg van de put t.o.v. de bedrijfsgebouwen werd samen met het schema der waterleidgen aangegeven op fig. 2. * Alle peilen dit verslag zijn aangegeven t.o.v. T.A.W. (Tweede Algemene Waterpassg van het Nationaal Geografisch Instituut)

----/ 0 100 200 300m ' i i -f I I I 1\1 I I I I I I I \ I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I Fig. 1 - Liggg van de P.V.B.A. JET FRISDRANKEN: Uittreksel kaart NGI l/1000 (uitgave 1977).

Fig. 2 - Liggg van de boorput t.o.v. de bedrijfsgebouwen. S C H E M A D E R W A T E R L E I D I N G E N - m Capaciteit 2 M3/H BoorP.ut l 3m.. l.;:j.. r Schaal der gebouwen 1/250 Boorpu t 'J/ater 0 1,, Onthard adswatėr 1 " (/J... Wasmache -- Vergaarput ten Reac t iet;anks o.,. '...:..:: Ontharder. ID_ o o Zand filter.. ro Koolfilter - : 9 0 Waterpolisher Waterpolisher.. : - I Stoomketel t- Q._ Voorraad tank::.l eh andeld Water Etiketten Sa tu r.1110 0 1 I B ac teriënfilter Vul - Mengvat - - - -- - jt-----!j.l ;.;t..;:;e.::: u.:.. r _ Burelen Roeselare St adswater 0 1,, RIJKSWEG Menen

3. GEOLOGIE - STRATIGRAFIE - HYDROGEOLOGIE Steunend op de boorbeschrijvg van de B.V.B.A. VANHIE kan men de geologisch-stratigrafische bouw als volgt schetsen : - Kwartair : dunne laag teelaarde op brue leem, 4 m. - Tertiair : Eoceen : 88 m grijze tot plaatselijk zandhoudende, soms kalkhoudende klei van het leperiaan (Yc) Paleoceen 14 m grijsgroen glaukoniethoudend kle ihoudend fijn zand van het Landeniaan (L1d) 24 m grijsgroene glaukoniethoudende klei van het Landeniaan met tercalaties van talrijke zandlaagjes (L 1 c) Het water bevdt zich hoofdzakelijk het L 1d. Deze laag wordt afgedekt door de zeer slecht doorlatende klei van het leperiaan (Yc) en bevdt zich op de zeer slecht doorlatende klei aan de basis van het L 1 c. De watervoerende laag van het Landeniaan heeft dus een afgesloten karakter. Haar bovenzijde ligt op ca. -65. De grondwaterstand was ca. -38 ( 1986) en -40,75 ( 1989). Uit het werkgspeil 1989 ca. -54,75 m en het debiet 2 m 3 /uur blijkt dat de verlagg ca. 14 m bedraagt en de specifieke capaciteit 0,143 m 3 /h/m is. 3 De vergelijkg tussen het werkgspeil van -61 bij 2,8 m /uur, opgegeven door de boorder (borg dd. beg 1977), en de mogelijke afpompg bij 2,8 m 3 /uur 1989 rekeng houden met de specifieke capaciteit zou tot ongeveer hetzelfde pei I leiden (-60,5). Rekeng houdend met deze waarden zou men het maximaal toelaatbaar debiet kunnen bepalen op ca. 3,5 m 3 /uur bij een pompg tot -64,5 (een halve meter boven de top van de watervoerende laag). De rustpeildalg doet ons echter de gegevens van de boorder enigszs betwijfelen zodat men voor een langdurige watervoorzieng zeker het pompdebiet van 2 m 3 /uur niet zou mogen overschrijden.

De reserve zou dan een bevoorradg voor de komende 10 jaar moeten kunnen garanderen. Het is bovendien gewenst om de pei I en bij rust en bij pompen nauwgezet regel matig te kontroleren (mstens 2 keer per jaar). Bijkomende wngsputten het Landen i aan kunnen i m mers de peildalg bnen deze watervoerende laag versnellen en de huidige wngen het gedrang brengen. Bij lage 1 bevat de debietgegevens voor de periode 1.1.1988 tot 11.3.1989. De normale pompduur bedraagt maxi maal 12 uur/dag, 48 uur/week en 2000 uur/jaar. 4. WINNINGSWERKZAAMHEDEN De boorputkonstruktie is samen met de afwerkg aan het oppervlak weergegeven op fig. 3. De voerbuis (/J 219 steekt ca. 20 cm boven de betonbodem uit, de betonnen kuip zelf steekt ca. 15 cm boven het maaiveld uit en is bedekt met een betonnen deksel van 100 x 80 x 4 cm. Als spoelwater gebruikt de firma stadswater, zodat het meraalwater uitsluitend dient als productiewater. Het opgepompt water wordt rechtstreeks naar de voorraadtank of naar de vergaarputten gepompt. Vandaar loopt het naar de menger en de vuiler. De stockageduur de vergaarputten is steeds erg beperkt. 5. ZONE TER BESCHERMING VAN DE WINNINGSPUTTEN TEGEN VERONTREINIGING De beschermgszone van grondwaterwngen van kategorie C is vastgelegd door het Besluit van de Vlaamse Executieve van 27 maart 1985. Naar analogie met dit Besluit zijn voor de waterwng van de P.V.B.A. JET FRISDRANKEN het waterw gebied en de beschermgszones afgebakend. Met behulp van benaderende formules kunnen

Overbuis lengte 12 m 0 219 mm rutbuis lengte 0?, - m.., Filterkop is op 90 m. Koperen filters lengte 24 m 0 114 mm I L Gebrande buis lengte 24 m 0 114 mm 15cm maaiveld 65cm 1f22cm Fig. 3 - Plan van de boorput en van de afwerkg aan het oppervlak.

vloedszones (bescherm gszones) rond waterwngen worden berekend * (DE SMEDT, 1983). Nemen we aan dat de porositeit van de watervoerende laag 30 % bedraagt, de dikte van de watervoerènde laag 14 m, dan betekent dit : R vloedszone : 20 + 2 m R vloedszone 11 : 20 + 15 m De vloedszones zijn aangegeven op fig. 4. Men neemt aan dat het waterwgebied zich 20 m van een wngsput uitstrekt. De op deze wijze berekende vloedzones gaan uit van de verblijftijden van het toestromende grondwater het watervoerende pakket. De verblijftijd van het water de lagen boven de watervoerende laag of de voedg vanuit de dieper gelegen lagen wordt niet mee rekeng gebracht. De putten betrekken immers water uit een artesische laag die bedekt is door ca. 92 m sedimenten waaronder de ca. 88 m dikke "kleilaag" van het Yc. Men mag dus stellen dat de kans op verontreigg gerg of nihil is. Hierbij dient wel opgemerkt dat een verkeerde exploitatie (te diepe afpompg) van de put moge I ijk kwal iteitsverandergen bnen de artesische laag zou kunnen veroorzaken. Tevens lijkt door de liggg van de put nabij de fabrieksgebouwen het aangewezen om de volledige gebouwen bnen de vloedzone (waterwgebied) op te nemen. Een nauwkeurige begrenzg van beschermgszone 111 vastleggen is onmogelijk. Wel blijkt uit het algemeen stijghoogtepatroon het Landen i aan dat de grondwaterstromg E gericht is (voedg gebeurt vanuit het W). * Hier ij neemt men als wdebiet het normaal debiet aan van 2 m /uur (kontue pompg)

Fig. 4 - Uitbreidg van het waterwgebied en de beschermgszones LEGENDE wngsput waterwgebied beschermgszone I beschermgszone II

- - ttw'wh I t - BIJLAGE 1 '"j - )ATUM - POMPDEBCETEN VOOR DE PERCODE 1.1.988-11 3.1989 VOL M 3 T T'JID U U R VOL/UUR TEMP.WAT. OMG.TEHP......,.., ; :..6/1 /1-13/1.. :2Ö- ft/2l11 ' 2000 L/uur 1312 6 116 58 11 " 1312 5 1312 5 en 27/1 /3-312 /2-11/2 /2-16/2 17/2-18/2 /2-24/2 13-2/3 13-9/3 13-16/3 13-2313 /3-30/3.;4-6/4 /4-13/4 1/4-20/4 i/4-27/4 /5 I 3/5 I 4 A5.. /50:.11/5 /5-18/5 /5-25/5 26/5-27/5 " " 11 " 70 35 164 82 67 67 3315 3315 11 " 116 58. 162 81 1313 1312 2 1314 1313 1314 4 6 5 6 1312 2 1312 2 1312 3 1313 1314 1313 1313 'i 13; 4 1313 5 7 6 7 8 8 1314 10 1314 1314 17 14 13,5 15 /5-1/6 /6-8/6 /6-15/6 /6-2T/6L22/6 /6-29/6 /7-617 /7-13/7-14/7 /7-27/7 /8 -,,,... 3/8 /B.:...1 0/8 /8-17/8 /8-24/8 /8-30/8-31/8 /9 - /9-7/9 14/9 110 55 116 58 70 35 70 35 11 " 116 58 13,3 16 13,3 18 13,4 17 13,4 ï 13,3 18 181-'l 13,4 17 13,4 18 1313 18 13,3 17 13,3 17 1314 18 13,4 18 1314 1312 17 16 13,3 16 /9-21/9 '"13,3 16

latum V 0 L M 3 T I J D iri:iu U R V 0 L I U U R TEMP.WAT. OMG.TEMP. JCJ - 2819 69,5 13,4 17 10-5110-6110 110 55 13,4 15 110-12 I 10 66 33 13,2 14 I 10 22 11 13,2 12 110-26110 69 '. ' ',' 5.. 13,2 10 I 11-31 11 13,2 6 '11.!9111.;:.1011 108 54 13,2 8 ; I 11-16 I 11 13,2 9 I 11-23 I 11 66 33 13,2 10 } I 11-30/11 67 33,5 13,2 8 Sl12-7 I 12 " " 13,2 6 3; 14 i 15..: 1 2 114 57 " 11 13,2 7 0112-21112 " " 13,2 8 ----------- - ---- ------- - - - ------------- ----------- - - -------------- ----- -- ----- 1 9 8 9 311 411 " " 13,2 8 o I 1-11 I 1 " 11 13,2 9 711 1811 11 " 13,2 8 4 I 1-2511 " 11 13,2 10 1 I 1-11 2 13,2 10 712-81 2 70 35 13,2 11 412-1512 11 " 13,2 11 112-2212 70 35 13,2 12 812-1 I 3 11 " 13,2 14

VERBAND TUSSEN DE BODEMGESTELDHEID EN DE AARD EN HET TYPE VAN DE MINERALE SUBSTANTIE De watervoerende laag waaruit het "JET-MINERAALWATER" wordt gewonnen bestaat uit de zandige afzettgen van het Landeniaan. De wng gebeurt uit grijsgroen kleihoudend en weig glaukoniethoudend fijn zand tot zandige klei. Een aantal parameters die de aard en h_et type van de merale substantie een natuurt ijk grondwater bepalen zijn - de reaktie van een grondwater met het gesteente (een natuurlijk water streeft ernaar evenwicht te zijn met de omgevg), - de ouderdom van het water, - de aard en het type van de merale substantie van het voedgswater. Menselijke grepen kunnen de kwaliteit van een grondwater bevloeden. Het "LANDENIAAN"-water is getypeerd volgens het klassifikatiesysteem van P. STUYFZAND (1986). Dit houdt rekeng met - het chloridegehalte, - de totale hardheid, het type (gevormd door het domerende kation en anion de ionenbalans) en - de kationenuitwissel gscode (som van Na +, K + en Mg 2+ meq/1 gekorrigeerd voor een zeezoutbijdrage). Aldus is het "JET-MINERAALWATER" een zoet tot brak, zeer zacht + + tot zacht water van het natriummixtype met een (Na + K + Mg 2+ )-overschot. Dit overschot duidt meestal op de verdrgg van zout door zoet water.

De rechtstreekse voedgszone van de watervoerende laag van de sokkel bevdt zich hoofdzakelijk Brabant ten oosten van de Zenne waar de klei lagen van leperiaanouderdom de Landen i aangesteenten niet meer bedekken. Het langs daar ge'i'nfi ltreerde water ondergaat een chemische evolutie samenhangend met de diepte. Volgens J. DELECOURT ( : CNUDDE, 1976) ke:m deze evolutie 4 stappen worden opgesplitst; ze zijn voorgesteld een Piper-diagram (fig. 5). In fig. 5 is tevens het "JET-MINERAALWATER" voorgesteld. Het ligt zone 111; het is aldus een zacht alkalisch water gekenmerkt door een toename van het Cl - -gehalte en dus een rel a- - 2- tieve afname van HC0 3 + CO 3 gaande van meer dan 75 % tot 50 % van de anionen. Bij de kationen is het relatieve gehalte aan Na + en K + zeer hoog (meer dan 95 %); de Na + concentratie stijgt met de diepte. Deze zone is ook de verzi ltgszone, met een totaal zoutgehalte gaande van 500 tot 3000 mg/1. Het fluorgehalte is relatief hoog ca. 2,9 mg/1. Een direkte verklarg kan hiervoor niet worden gegeven. Fluor kan afkomstig zijn van de verwerg van fluoriet of apatiet. In andere meralen, zoals sommige mica's, kan F - een gedeelte van de OH--ionen vervangen. Mogelijk kunnen ook OH en F - -ionen tegen elkaar uitgewisseld worden anionenuitwisselgsprocessen, bv. aan kaolietoppervlakken. Hierbij mag men niet uit het oog ver I iezen dat ook onrechtstreeks voedg vanuit het onder I iggende Krijt kan voorkomen. Enkel gedetailleerde studies kunnen hierover lichtgen verschaffen. I en. Bijlage 2 bevat chemische analyseresultaten van de watersta-

JO lo JO Fig. 5 - Het "JET-MINERAALWATER" voorgesteld een Piper-diagram

Een andere typerg gebeurde volgens de waterklassifikatie van G. DE MOOR en W. DE BREUCK (1969). Hierbij wordt rekeng gehouden met : - de totale meralisatie, - de relatieve ionenverdelirig, - de magnesium/calcium en sulfaat/chloor verhoudgen. Het is aldus een water van het type Fk3d4; het kan beschreven worden als : zwak zoet water met een hoog relatief alkaligehalte (96 %), een relatief chloorgehalte van % en een relatief sulfaatgehalte van 33 %. Dit water hoort thuis groep 4 van de door bovenvermelde auteurs onderscheiden watergroepen.

REFERENTIES CNUDDE J. P., 1976. Resistiviteitssondergen op grote diepte en hun toepassg bij de studie van de geologie van Vlaanderen, 300 p. Gent : R.U.G. - Geologisch Instituut (Doctoraatsproefschrift). DE MOOR G. & DE BREUCK W., 1969. De freatische water het Oostelijk Kustgebied en de Vlaamse Vallei. Natuurwet. Tijdschr. 51' 3-. DE SMEDT F., 1983. Nota over de bepalg van vloedszones en de verlagg van het waterpei I rond grondwaterwngen. V.U.S. Interne nota, 4 p. STUYFZAND P., 1986. A new hydrochemical classification of watertypes. Prciples and application to the coastal dunes aquifer system of the Netherlands. Paper presented at the 9th Salt Water Intrusion Meetg, Delft 12-16 May, 1986.

SAS 64 CHEMISCHE ANALYSERESULTATEN VAN DE WATERSTALEN : PROJECT SOKKEL G.O.M. West Vlaanderen Geologisch Instituut R.U.G. Centraal Laboratorium E.Z. Belgische Geologische Dienst E.Z. ALGEMENE INFORMATIE Naam en Adres MOORSELE.PVBA JET R.U.G.-code 284S188 LOCALE INFORMATIE. Serie 2 Laag LAN Staalname specificaties VIA PVC+ FE DARM.17.5 M x y Maaiveld Put diepte,a 'ft. '111 el GLOBALE ANALYSERESULTATEN PH 8.4 Conductiviteit 1970 Hardheid 4 ANALYSERESULTATEN IN MULI-EQUIVALENT PER LITER S04 meg/1 7.31 HC03 meq/1 7.29 C03 tneq/1 Na mecjl 21.31 K meg/1 0.39 Mg meq/1 0.36 Fe tneq/1 ANALYSERESULTATEN IN PPM Cl ppm 265.0 S04 ppm 351.0 HC03 pptn 445.0 C03 ppm Na pptt! 490.0 K pptn 15.2 Mg pptn 4.4 Ca ppm 9.4 Fe ppm F ppm 2.9

WATERONDERZOEK NR 2 AANVRAGER : P. V. B. A. JET DATUM VAN MONSTERNEMING 25/03/1987 A. FYSISCH ONDERZOEK 1. Kleur 2. Reuk 3. Helderheid 4. Bezksel bij monsternemg 5. Temperatuur bij monsternemg 6. Waterstofexponent, ph 25/03 01/04 kleurloos kleurloos reukloos reukloos helder helder afwezig afwezig 11 C 1PC 8,29 8,19 B. CHEMISCH ONDERZOEK (milligram per liter) 1. Verdampgsrest bij 180 C 2. Kalium (K) 3. Organische stoffen, zuur midden, KMn0 4 X5 4. Totale hardheid, Franse Graden 5. Blijvende hardheid, Franse Graden 6. Ammonium-ion (NH 4 ) 7. Calcium-ion (Ca) 8. Magnesium-ion (Mg) 9. Natrium-ion (Na) 10. Ijzer (Fe) 11. Mangaan ( Mn) 12. Lood (Pb) 13. Nitriet-ion (N0 2 ) 14. Nitraat-ion (N0 3 ) 15. Sulfaat-ion (S0 ) 4 16. Chloor-ion (CI) 17. Alkaliteit t. o. v. methyloranje, ml N/10 p liter 18. Sulfiden (H S) 2 19. Vrije koolzuur (C0 ) 2 20. Kiezel (Si0 2 ) C. BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK 1. Totaal kiemgetal 37 C/24 uur 2. Coliformen/250 ml 3. Escherichia co1i/250 ml 4. Fekale Streptococcen/250 ml 14CO 13'::! 15 16 1,36 rng 0/l. 1,28 rng Ojl 5,4 7 2,2 2,0 < 0,05 < 0,05 11 13 6 6 532 53) 0,16 0,00 0,04 0,04 <. O,OJ9 < O,OJ9 o,co o,co o,co 0,24 378,42 382,10 284,0 262,7 g:::g. 35 rng/1. 517,28 rng/1. 8,8 8,8 0,91 1,26 25/03 01/04 00/04 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Sulfietreducerende anaëroben (50 ml), pathogene kiemen zijn afwezig. Pseudomononas aerugosa (250 m1) en andere De toxische elementen arseen, caclmiun, cyaniden, chroan en kwik zijn beneden de analytische detectielimiet en voldoen aan de nonnen vervat het KB van 11 cktober 1985 betreffende natwr lijk meraal water en bronwater. Besluit : De chemische z011el als bacteriologische kwaliteit van deze waters goed en conform de vigerende wetgevg terzake. Deze waters zijn drkbaar. GEN

WATERONDERZOEK NR AANVRAGER : JET DRINKS ' DATUM VAN MONSTERNEMING Cf2/12/19ff7 00/12/1987 A. FYSISCH ONDERZOEK 1. Kleur 2. Reuk 3. Helderheid 4. Bezksel bij monsternemg 5. Temperatuur bij monsternemg 6. Waterstofexponent, ph kleurlocs reuklocs helder afwezig 8,36 kleurlocs reuklocs helder afwezig 8,35 B. CHEMISCH ONDERZOEK (milligram per liter) l. Verdampgsrest bij 180 C 2. Kalium (K) 3. Organische stoffen, zuur midden, KMn0 4 XS 4. Totale hardheid, Franse Graden 5. Blijvende hardheid, Franse Graden 6. Ammonium-ion (NH 4 ) 7. Calcium-ion (Ca) 8. Magnesium-ion (Mg) 9. Natrium-ion (Na) 10. Ijzer (Fe) 11. Mangaan (Mn) 12. Lood (Pb) 13. Nitriet-ion (N0 2 ) 14. Nitraat-ion (N0 3 ) 15. Sulfaat-ion (S0 4 ) 16. Chloor-ion (CI) 17. Alkaliteit t.o.v. methyloranje, ml N/10 p 18. Sulfiden (H S) 2 19. Vrije koolzuur (C0 2 ) 20. Kiezel (Si0 2 ) C. BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK 1. To aal kiemgetal 37 C/24 uur 2. Coliformen/250 ml 3. Escherichia coli/250 ml 4. Fekale Streptococcen/250 ml 1407 15 0,64 rrg 0/1 5,2 1,0 (0,05 11 6,0 519 14CO 14 o, 70 rrg 0/l. 5,2 l,o (0,05 11 6,0 520 0,11 0,13 0,005 0,005 (0,009 0,000 0,000 0,000 0,000 382,13 386 = 269,8 (0,009 2 _ I 264 2_ liter :22,2 rrg% /1. 24,5 rrg m3 /1. 459,5 HCDil. 45:> rrg HCXl ;1. A.&l ' : wez1g wez1g AfWezig 1,28 A-&1.. ' 3 AfWezig 1,30 2/12 9/12 16/12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 Sulfietreducerende anaëroben (50 ml), pathogene kiemen zijn afwezig. Pseudomononas aerugosa (250 ml) en andere De toxische elementen ars een, cadniun, cyaniden, chrocm en kwik zijn. beneden de analytische detectielimiet en voldoen aan de narmen vervat het KB van 11 cktober 1985 betreffende natuurlijk meraal water en brorntjater..bi!sujit : De chemische zavel als bacteriologische kwaliteit van deze waters is g;e d en conform de vigerende wetgevg terzake. Deze waters zijn drkbaar. GENT