UITNODIGING NACHT VAN DE GESCHIEDENIS DE AMBACHTSMAN-MOLENAAR

Vergelijkbare documenten
UITNODIGING NACHT VAN DE GESCHIEDENIS DE AMBACHTSMAN-MOLENAAR

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

Herfst info@molenmuseum.be. Driemaandelijks Juli Augustus September 2010 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309

ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE DOCENT OVER DE NOORDMOLEN

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

DE MOLEN EN DE DUISTERE MIDDELEEUWEN.

6Plekjes met voelbare historie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Op- en uitbouw documentatiecentrum.

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten

MEROVINGISCHE PIONIERS BRABANTSE BOEREN

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Canonvensters Michiel de Ruyter

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Romeinen. Romeinen. Germanen

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

De Kilsdonkse Molen. Guusje van Boekel. Groep 6B

Info plus Het leenstelsel

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

BOERMARKEN IN DRENTHE

Walter Elst BoekIII W alter Elst Boek III

Herfst Najaar Driemaandelijks Juli Augustus September 2010 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

Herfst Winter Zalig Kerstfeest MOLEN. Driemaandelijks Juli Augustus September 2010 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309

HOFSTELSEL Autarkie Landbouw

Geschiedenis van China

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Nieuwsbrief 1 maart 2012

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Naam: Datum: Klas: Nummer: Leerlingenbundel 1

Koningsstraat 20. Brussel

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAPSINVENTARISATIE GEMEENTE BREDA IV RELICTEN VAN HET HISTORISCHE LANDSCHAP

De fabriek van Carp aan de Kanaaldijk N.W. Hier heeft vanaf ca tot ca het Oude Huys gestaan. RHCe, fotocollectie nr

GULDENSPORENSLAG 1302

Averboodse Baan (N165), Laakdal

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Een uitgave van Eifel vakanties thema vakanties in de Eifel


Opdrachten De Korenmolen

Van Bethlehem tot Golgotha

drs. Pieter De Reu FWO-onderzoeker, Vakgroep Geschiedenis UGent

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

DE STANDENMAATSCHAPPIJ

DE KALKOEN Een verzameling van historische feiten en opmerkelijke wetenswaardigheden over kalkoenen

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.)

H6 Middeleeuwse stad

Boekverslag Nederlands Over de vos Reinaert door Onbekend

E 26. Ook hier was Belgie toonaangevend en ook in Gent bouwde men locomotieven en ander spoorweg materiaal

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon

Dagboek Sebastiaan Matte

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

ARION een Griekse mythologische figuur als fameuze springbron in de tuinen van het Huys Ootmarsum

Met molentjes. Lang, heel lang geleden leden de mensen honger. Er was simpelweg niet genoeg meel

Story-concept. Via Belgica. Een beknopte weergave van de plannen voor 2017 en 2018.

Leergebied: Noord. Energie. Geschiedenis Nederland. omzetting

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Getijden + Molens = Uniek

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

Oudenburg in het Brugse Ommeland

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

De Middeleeuwen het leven in de middeleeuwen

Ontdekking. Dorestad teruggevonden

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

De vorm van het verhaal

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Gent 6a. Groene Vallei Nieuwe wandeling Leiearm Overzet Malem Krijgsgasthuisstr Wintertuinstr brouwerij Aigle- Belgica.

Naam: KASTELEN. Vraag 1a. Waarvoor moeten we onze huizen tegenwoordig beschermen? ... pagina 1 van 6

WINDENERGIE : GESCHIEDENIS

Eindexamen geschiedenis havo I

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Geluidsproductie Coopsmolen te Zelhem

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen


'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

Eindexamen geschiedenis vwo II

GENEALOGIE Vroeger de status van de elite, nu de hobby van het volk

E 26. Ook hier was Belgie toonaangevend en ook in Gent bouwde men locomotieven en ander spoorweg materiaal

GEDEELTELIJKE ONTEIGENING

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Deel 5: Romeinse Rijk Project: Bij de Gallo- Romeinen in de vicus Tienen. HB pg

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

Transcriptie:

Driemaandelijks Juli Augustus September 2010 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309 Herfst 2010 Driemaandelijks Januari-Februari-Maart 2013 Afgiftekantoor 2890 Sint-Amands - P509309 Voorjaar 2013 www.molenmuseum.be - info@molenmuseum.be Verantwoordelijke uitgever : Karel van den Bossche, Larendries 51, 2890 St-Amands UITNODIGING NACHT VAN DE GESCHIEDENIS DE AMBACHTSMAN-MOLENAAR een verhaal over een middeleeuwse ambtenaar die ambachtsman-molenaar wordt en van Vlaanderen de bakermat van de richtbare windmolen maakt. Lezing door Karel van den Bossche Gevolgd door receptie aangeboden door Davidsfonds Sint-Amands-Mariekerke Dinsdag 19 maart 2013-19.30 u Dorpshuis de Leeuw Emile Verhaerenstraat 71,2890 Sit-Amands 1

Wat betekent ambacht? Een van oorsprong Keltisch woord door de Germanen ontleend. 1 Het betreft staatkunde 2 Het wordt door Julius Caesar vermeld in zijn De Bello Gallico : ambacti in de betekenis van : dienaren van de vorst. 3 Ieder burgerlijk ambt, elke post of bediening door landsheer of overheid aan iemand toevertrouwd in de werkkring van de vorst. 4 Lieden die zich in de omgeving van de vorst bewegen. 5 2

Te beantwoorden vragen Was de molenaar dan bekleed met een post of bediening hem door de overheid toevertrouwd? Bevond hij zich in de omgeving van de vorst? Welke lieden bevonden zich beroepshalve in de omgeving van de vorst, van de heer? 1. Karolingische Tijd Ambten 1.1. Aan het hof De algemene term om een dienaar, ambtenaar van lagere rang aan het Karolingische Hof aan te duiden is : ministerialis, naar het Latijnse woord minister=dienaar. Met name is dit de - Kamerheer belast met de inwendige huishouding van het paleis en het toezicht op de geldmiddelen - Konstabel - Seneschalk heeft de leiding over de organisatie van het paleis. In het bijzonder over de dienst aan de koninklijke tafel en de voedselvoorziening. - Opperschenker heeft de leiding over alles wat drank betreft, is het hoofd der schenkers. - Maarschalk : hiervan hangen de stallen af met onder zijn leiding de stalmeesters. - Jachtmeester - Valkenier 3

Ministerialis met huishoudelijke taken aan het Hof wordt hofambtenaar 4

1.2. Ministeriales op de domeingoederen, de villae. Algemene beheerder der villae die onderverdeeld waren in ministeria. Aan het hoofd van een ministerium stond de meier. 6 5

Oorsprong van de ministeriales De Karolingische ministeriales verschijnen in de negende eeuw. 7 Ze werden aanvankelijk aangesteld voor huishoudelijke taken. 8 De beschrijving dezer taken duidt aan dat het om gespecialiseerde opdrachten ging. 9 Er is een duidelijk onderscheid tussen de ministeriales en de horigen gebonden aan de landbouwuitbating zoals het kookpersoneel, 10 bakkers, hovenier, timmerlui, enz. Diegenen belast met domaniale functies kenden een minder aanzienlijke ontwikkeling 11 maar sommigen bereikten een voldoende hoge sociale status om te kunnen beschouwd worden als ministeriales. 6

Lenen Belening is een der wezenlijke factoren geweest bij de sociale opgang van de ministerialiteit. 12 De te leveren dienst was zo eng verbonden met het leen dat slechts een dienstleen is en voor hetwelk de ministerialis geen leenhulde bracht, slechts een getrouwheidseed. Vrije beschikking en eerlijkheid dezer dienstlenen was beperkt. 2. Ministerialiteit in het Graafschap Vlaanderen elfde-twaalfde eeuw 2.1. Ook hier treft men ministeriales aan 13 als huishoudelijke bedienden, dan weer als domaniale beheerders. 14 In het middelnederlands als dienstman betiteld. De vroegste geschreven vermeldingen dateren van 1060 tot 1070, 15 hoogstwaarschijnlijk waren er in Vlaanderen reeds vroeger ministeriales. 16 2.2. De sociale evolutie voltrok zich in het Graafschap in zulke snelle mate dat de huishoudelijke functies waargenomen door ministeriales, openbare hoffuncties werden. Bij het begin van de XII eeuw behoorden de hofambtenaren bijna allen tot de adel. 17 De ministerialiteit vormde geen sociale noch juridische klasse 18 op zichzelf en was reeds in de elfde eeuw grotendeels in de leenadel opgegaan. 19 2.3. Ministeriales in domeinfuncties. Oorspronkelijk algemeen beheerder van het domein. Zeer weinig ministeriales vervulden functies van eigenlijke domaniale aard. 20 Eerder gespecialiseerde taken, b.v. voedselfunctie. 2.4. Verdwijnen der ministerialiteit Na de moord op Graaf Karel de Goede (1127) verdwijnt elk spoor van ministerialiteit. 21 3. Vergelijking Vlaanderen / Brabant (Lotharingen) Tijdens de XII en eerste helft XIII eeuw nemen de Brabantse ministeriales in de Brabantse maatschappij, een belangrijke plaats in. b.v. Arnold van Rotselaer, seneschalk van Brabant én ministeriaal in volle XIII eeuw, daar waar in 1127 een eeuw vroeger de laatste ministerialen in Vlaanderen verdwenen. 22 Een ganse reeks Brabantse ministeriales worden opgesomd in charters. Zo treft men een Gerardus Molendinarius (Geert De Molenaar) aan in 1157. 23 7

Overgang van het domein naar heerlijkheid en fiscaliteit Er heeft een duidelijke verschuiving plaatsgehad van het hofstelsel in zijn oorspronkelijke economische functie, met als basis het domein met herendiensten of corvées, naar heerlijkheid. Hier was de basis uitgebreide juridische bevoegdheden ten aanzien van de rechtsonderdanen. 24 Wat is een domein? Heerlijk bezit : onroerende goederen en rechten die de staat of het hoofd daarvan toebehoren. De Romeinen kenden de latifundia (uitgestrekte landgoederen). De Romeinse villae werden de kiem van de middeleeuwse domeinen. Deze villae (Lat. villa, landgoed, domein) konden vele honderden hectaren omvatten. In de Karolingische tijd (8de 9 de eeuw) was de heer (dominus) van de villa een grootgrondbezitter die over talrijke villae beschikte. De dominus kon de koning zijn, een bisdom of abdij of een machtig heer. 25 Vroonhoeve (Vroonhof) [Frohn, heer], in de Middeleeuwen versterkte hoeve van de heer, middelpunt van uitgestrekte landerijen, eigendom van de heer of door hem in leen ontvangen, hoofdzakelijk bewerkt door horige boeren, die verplichting hadden tot herendiensten en levering in natura. Naast het bouwland het gemeenschappelijk beheerde gebied. Binnen de grenzen van de vroonhoeve werden allerlei ambachten uitgeoefend als nevenbedrijf van de landbouw. In deze gesloten familiehuishouding bestond directe ruil van goederen en diensten. Dit grootgrondbezit was op zich niet ietsa& x nieuws maar wel zoals het na het afnemen van de handel na de 8 ste eeuw functioneerde : door de afnemende handel werd men gedwongen tot steeds verdere zelfverzorging en hierdoor ging de handel nog meer achteruit, zodat het karakter van de vroonhoeve steeds geslotener werd. Dit is de domaniale economie, die wel een economie zonder afzetgebied genoemd is. 26 8

In de periode tussen 1100 en 1300, voltrok zich de overgang van het domein naar de heerlijkheid. Hiermee gingen juridische en economische veranderingen gepaard. Het uiteenvallen van een domein waarop een boerengemeenschap gebruiksrechten had, bracht heelwat moeilijkheden mee. 27 Gebruiksrechten : gemene gronden als veeweide, plaggenmest, recht van stoppelweide en klauwengang, vrije houtkap, gebruik van molen en oven. 9

Domeinrechten worden vervangen door heerlijke (ban)rechten. 28 Tot de heerlijke rechten behoorden economisch gezien allerlei prestaties door de bevolking aan de heer verschuldigd o.a. herendiensten, die verplicht en zonder vergoeding verricht moesten worden, b.v. de hand- en spandiensten, levering in natura. Verder : maalrecht, ovenban, brouwerijbna, munten marktrecht, tolrecht, jacht- en visrecht. 29 10

Tot de heerlijke rechten behoort dus o.m. het maalrecht, de ovenban. 30 In de domeinperiode stonden molen en oven ter beschikking van de bevolking van het domein. Ze kon er laten malen en komen bakken in het raam der gebruiksrechten. Deze technische prestaties en handelingen stonden onder toezicht van de ministerialis, algemene beheerder van het domein. Het gebruiksrecht van molen en oven van het domein, werd in de heerlijkheid vervangen door heerlijk banrecht. Een juridische en economische wijziging. Wat werd voortaan de positie en taak van de vroegere ministerialis domaniale beheerder? De overgang van domein naar heerlijkheid voltrekt zich tussen 1100 en 1300. In Vlaanderen zijn in deze periode de ministeriales verdwenen. De richtbare windmolen ontstaat in Vlaanderen in de elfde eeuw. De ministeriales waren aanwezig in de negende eeuw, bewogen zich in de omgeving van de heer en beoefende een burgerlijke huishoudelijke bediening. Malen is een gespecialiseerde opdracht ook met een watermolen, maar de opkomst van de richtbare windmolen in de elfde eeuw, in Vlaanderen, vergt nog meer specialisatie, nog meer kennis en ondervinding. De windmolen wordt nu in het heerlijk recht een bron van inkomsten en wordt door de heren in hun heerlijkheden opgebouwd, en uitgebuit. Kan uit al deze gegevens worden afgeleid, dat alhoewel de ministerialis in de twaalfde eeuw opging in de adel, de vroegere algemeen beheerder van het domein, als ministerialis, belast met de voedselfunctie, deze functie in het heerlijk stelstel blijft uitoefenen, niet meer als ministeriaal maar als gespecialiseerd ambachtsman aan wie het heerlijk maalrecht werd verpacht? Dus : Overgang van een gespecialiseerde taak op het domein, in de omgeving van de heer naar een gespecialiseerd ambachtsman in de heerlijkheid : de molenaar waar hij in de domein-periode aan het hoofd stond van de villa met haar verschillende ministeria, blijft de molenaar in de heerlijkheid een belangrijk man omdat hij wind omzet in energie aanvankelijk om graan te malen, vervolgens om uit oliehoudende zaden olie te slaan; planken te zagen; laken te vollen; mechanisch te smeden; waterzieke gronden droog te malen. 31 11

Van iemand uit de onmiddellijke werkkring van een heer werd hij een specialist die wind omzet in energie, een ambachtsman. Het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, de Van Dale, bepaalt ambachtsman als : handwerk dat aangeleerd moet worden. 32 Waar en hoe leerde hij windmolenaar worden? Een der grote vragen die molinologen, molendeskundigen, zich dan ook stelden en blijven stellen, is : waar en hoe ontstond de windmolen? Vergeet de legende dat deze door de kruisvaarders uit het Oosten werd meegebracht. Alles wijst er op dat de Arabieren voor het eerst pas in 1190 een echte windmolen aanschouwden en dit tijdens het beleg van Akko. Bekend is de tekst in versvorm van Ambrosius, de geschiedschrijver, die deelnam aan de derde kruistocht onder de gezamenlijke vorstelijke leiding van Filips II August, Richard Leeuwenhart, Frederik Barbarossa en Filips van de Elzas, Graaf van Vlaanderen. In dat gedicht beschrijft Ambrosius de verwondering en zelfs de schrik van de Arabieren bij het zicht van de windmolen. 33 Originele tekst E lors firent en cel quaresme, Si com Ambroise dit e esme, Li Aleman premierement Le premerain molin a vent Que onques fust feiz en Sulie, Veiant la gent qui Deus maudie, Que estrangement esguarderent, E grantment s en espoenterent Franse vertaling Pendant le carême, À ce que raconte Ambroise, les Allemands construisirent le premier Moulin à vent qui eût jamais été fait en Syrie, sous les yeux des ennemis de Dieu, qui le regardaient avec étonnement et s en épouvandaient beaucoup. Nederlandse vertaling Tijdens de vasten, zoals Ambrosius vertelt, bouwden de Duitsers de eerste windmolen die ooit in Syrië werd opgericht, onder de ogen van de vijanden van God, die het bekeken met verwondering en met grote ontzetting en schrik. Ambrosius schrijft Li Aleman : Duitsers dus? Waar haalden die Duitsers (Li Aleman) de ervaring om daar een windmolen te bouwen? De oudst gekende windmolenvermelding in Duitsland dateert van 1222 te Keulen. 34 Het beleg van Akko vindt plaats in de jaren 1189-1191. Dus 33 jaar vóór de oudste windmolenvermelding in Duitsland. Waar haalt oorlogscorrespondent Ambroise dan die Aleman? Het kruisvaardersleger bestond uit Duitsers, Fransen, Engelsen én Vlamingen. De Normandische Ambroise schreef zijn kroniek in het Frans. De niet Duitssprekende Normandiër hoorde een Germaans klinkende taal en besloot dat de molenbouwers Duitsers waren. - Een belangrijk contingent werd geleverd door het Graafschap Vlaanderen en stond onder leiding van de Vlaamse Graaf Filips van de Elzas. - Het Oud-Nederlands van deze Vlamingen en het plat Duits verschilden toen niet erg van mekaar. Het ligt voor de hand dat Ambroise het Oud-Nederlands der Vlamingen en het Platduits der Duitsers niet onderscheidde en dientengevolge Vlamingen voor Duitsers hield. Hoe kwam deze Vlaamse windmolen in Akko? Graaf Filips van de Elzas staat bekend als een groot bestuurder en was als tacticus een der begaafdsten uit zijn tijd. 35 Hij wist dus door wat zijn vader hem had meegedeeld en uit eigen ervaring, welke problemen troepenbewegingen inhielden. 12

Als goed bestuurder en tacticus kende hij het groot belang niet enkel van bewapeling maar evenzeer deze van de bevoorrading. De moeilijkheden in de bevoorrading waren één der voornaamste hinderpalen voor een echte strategie. 36 In 1191 beschikte Filips van de Elzas te Akko over aanzienlijke voedselvoorraden, waarmee hij zeer royaal de andere kruisvaarders te Akko, in hun bittere nood hielp. Dus logistiek ondersteunde. 37 - We weten eveneens dat vanuit Vlaanderen uiterst vernuftig oorlogstuig werd meegebracht, o.m., twee blijden (werpgeschut, Ballista), van uitstekende kwaliteit. 38 Waarom oorlogstuig meebrengen vanuit Vlaanderen? Ter plaatse ontbrak constructiehout volledig. De als één der bekwaamste tactici bekendstaande legeraanvoerder en goed bestuurder, had deze moeilijkheid voorzien en opgelost : belegeringsmateriaal meebrengen. Militaire voorzorgsmaatregel. De Graaf beschikte eveneens over aanzienlijke voedselvoorraden, o.m. graan. Is het onredelijk te besluiten dat de Graaf, om logistieke redenen, eveneens uit Vlaanderen de nodige middelen meebracht om deze voedselvoorraden op de meest nuttige wijze ter beschikking te stellen? D.w.z. : een maaluitrusting voor het dagelijks brood. Wanneer Ambroise dus vermeldt dat vóór de vestingsmuren van Akko door kruisvaarders een windmolen werd gebouwd, dan is de met grote waarschijnlijkheid verklaring hiervoor : de uit Vlaanderen meegebrachte molenonderdelen werden daar samengesteld door Vlamingen. De in Vlaanderen reeds bekende windmolen werd ter beschikking gesteld van de kruisvaarders, zoals dit het geval was met uitstekend oorlogstuig. De ervaren bestuurder en tacticus Filips van de Elzas had militaire en logistieke voorzieningen op het krijgstoneel : voedselvoorraden, windmolen, zeer omvangrijk belegeringspark : katapulten en stormrammen. 39 Mede hierdoor werd Akko in 1191 ingenomen. Om het hoofd te bieden aan de voedselbevoorradingsproblemen, bouwden de Kruisvaarders ter plaatse een windmolen, de eerste in Syrië Ambroise verhaalt de vrees van de Arabieren voor deze nieuwe nooit geziene machine : Deze Kruisvaarders zijn Westerlingen. Dat deze machine la gent qui Dieu maudit grote angst aanjoeg is voor ons van zeer groot belang. Indien étrangement le regardèrent, is het dat die molen hen ongewoon en zelfs uitheems voorkwam, en misschien vooral als deze Sarazenen wisten dat in de andere streken van het Oosten molens draaiden. Oosterse molens met onwrikbare muren, onophoudelijk door krachtige wind aangedreven, waarin de rotoren van hun windwielen snel ronddraaiden, en, de richtbare Westerse molens met grote draaiende wieken, hebben, het weze gezegd, niet veel gemeen. Koppel horizontale windmolens in Afghanistan Kaart der streek waar heden ten dage nog Oosterse horizontale windmolens draaien 13

Er is dus een Vlaamse windmolen opgebouwd te Akko in 1189. De windmolen werd door Vlaamse kruisvaarders meegebracht uit het Westen en deze voerden de molen in in het Oosten. Wanneer ontstond dan de windmolen in Vlaanderen? ARCHEOLOGISCHE VASTSTELLINGEN Archeologische vondsten vormen een even betrouwbaar gegeven als geschreven vermeldingen ontbreken. De archeologische vondsten van Sint-Denijs-Westrem bij Gent in 2008 40 hebben aan de datering van de opkomst van de windmolen een nieuwe richting gegeven. Overzichtsplan van het archeologisch onderzoek op Flanders Expo van de verschillende zones met aanduiding van de volmiddeleeuwse sporen. 1: de circulaire gracht met centraal kruisvormig spoor 2: veronderstelde aflijning van de nederzetting 14

Plan van de circulatie gracht met centraal kruisvormig spoort. Het kruisvormig spoor doet erg denken aan de kruisplaten van een houten staanderd- of staakmolen. De oudste types windmolen werden nog niet op teerlingen gefundeerd. 41 Miniatuur uit een Alexanderroman van Jan van Griese uit Brugge, 14 de eeuw 15

Op 150 meter afstand van de mogelijke staanderdmolen bevindt zich een volmiddeleeuwse nederzetting. Op basis van het schaarse aardewerk kan een datering van de late 9 de tot de vroege 11 de eeuw vooropgesteld worden, met een voorkeur voor de 10 de eeuw. Het debat tussen de vasthouders aan uitsluitend geschreven vermeldingen en diegenen die o.m. aan traditionele molenvermeldingen aandacht gaven is o.i. in een nieuwe fase getreden. Het geval Sint-Denijs-Westrem plaatst het bestaan van de richtbare windmolen in het elfdeeeuwse graafschap Vlaanderen. De windmolen ontstond daar waar de watermolen gekend was én een bevolking aanwezig was die een grondige kennis had van het gebruik van het zeil brengen ons naar Kust-Vlaanderen waar inderdaad oude traditionele molenvermeldingen voorkomen. 42 In het Vlaanderen van de elfde eeuw treffen we dus een windmolen aan. Wind opvangen vereist zeilen. Om deze opgevangen energie om te zetten in bruikbare energie is een energieomvormer vereist. De watermolen zette water om in bruikbare energie, was dus een energieomvormer reeds gekend van in de oudheid. In het Oude Graafschap Vlaanderen ontstond de eerste industriële revolutie, deze der middeleeuwen. Gezien het Vlaamse landschap weinig watermolens met voldoende watertoevoer 43 toelaat, ontstond door de toenemende energiebehoefte, een energietekort. Hoe hieraan te verhelpen? Door de mogelijkheden van de watermolen en de kennis van het gebruik van het zeil met elkaar te verbinden. Wat is uiteindelijk een windmolen? Een omgekeerde watermolen waar het waterwiel een met zeilen bedekt windwiel wordt. 16

Het Vitruviusschema herdacht tot staanderdmolen met onderdelen : - windwiel - steenbalk - staanderd - kruisplaat Er werd op gewezen dat de verticale windmolen de staanderdmolen de omgekeerde verticale watermolen is de Vitriviusmolen met een tot windwiel omgevormd waterwiel. Schematisch voorgesteld betekent dit : 44 Vitruviusmolen met waterwiel Omgekeerde Vitruviusmolen met windwiel 17

Van Vitruvius naar Vlaamse molenmeester A : waterwiel wordt windwiel A C : as verbonden met tand-(kroon)wiel D wordt C B : tandwiel wordt bonkelaar B D : tandwiel wordt vangwiel D G : worden molgenstenen G E : as E wordt staanderd E F : riem F wordt rien F H : kaar H wordt kaar schoe en klikspaan H NIEUW I : steenbalk J : kruisplaat K : staakijzer 18

De molens in West-Vlaanderen, L. De Vliegher, blz. 82 Deze windmolen is technisch dus één geheel, in de meeste gevallen bediend door één persoon, die een geleed productieproces opvolgt. Wezenlijk verenigt dit technisch geheel in zich alle voorwaarden om te beantwoorden aan de eisen gesteld om te voldoen aan de bepaling van een "geautomatiseerde" productie-eenheid of fabriek. 19

Wie kan op deze gedachte zijn gekomen? De gespecialiseerde ambachtsman-molenaar werkzaam in een heerlijkheid met watermolen, ambachtsman die tevens een grondige kennis had van het gebruik van het zeil, kennis eigen aan kusten aan rivieren wonend volk. In het heerlijk stelsel was de (water)-molen in handen van de heer. Deze beschouwde zijn heerlijkheid als een opbrengstengoed. Enkel de heer beschikte over het recht water en wind uit te baten en eveneens over geldelijke middelen om te investeren in nieuwe opbrengstgoederen. 45 Door de aangroeiende bevolking werd een vermeerderde meelproductie noodzakelijk. De vroegere ministerialis, algemeen beheerder in het domein, werd in de heerlijkheid de eerste Vlaamse molenmeester. 46 Als ministerialis gespecialiseerd in de voedselvoorziening, wordt hij in het heerlijk stelsel de specialist-molenaar, draait hij het schema van de alouds gekende watermolen (Vitruviusmolen) om en werkt het schema van de staanderdmolen uit. Deze windmolen lost het probleem der aangroeiende bevolking op door zijn hogere productievermogen en ligt meteen aan de basis van een energierevolutie. De molenaar was de belangrijkste specialist van de heerlijkheid. 47 Uitvindingen werden méér uitgewerkt door praktijkmensen empirisch bezig met specifieke problemen door hen ondervonden. 48 De Vlaamse molenmeester schonk ook de maatschappij de eerste volautomatische fabriek. Het volstaat de doorsnede van de richtbare windmolen te bestuderen om niet langer sceptisch de beoordeling van Rudolf Boehm, bij te treden. 20

DE MOLEN : EEN GEAUTOMATISEERDE FABRIEK "Een bijzonder mooi voorbeeld vindt ik in de ontwikkeling van de machinetechniek. Wie ooit een houten molen van binnen heeft gezien, staat verbaasd als hij ziet in welke mate details van onze moderne machines daarin in beginsel reeds ontwikkeld zijn en een ingewikkeld cybernetisch mechanisme vormen. Het voorbeeld is hierom zo interessant omdat in het bewustzijn van de Engelsen de continuïteit van de ontwikkeling lange tijd aanwezig is gebleven: een fabriek noemden ze nog lange tijd een "mill". Blijkbaar bleven ze zich ervan bewust hoe relatief de vernieuwing was" 49 Cybernetica: leer van de automatische regelings- en communicatie mechanismen, van de terugkoppelingsprocessen, stuurkunde. Cybernetisch: betrekking hebbend op de cybernetica, behorend tot het object van de cybernetica. 50 Het was te verwachten dat de aandachtige lezer bij het oog in oog komen met de titel van dit hoofdstuk: de molen, een geautomatiseerde fabriek, even opkijkt en zich gaat afvragen of er nu niet wat al te veel Hineininterpretiert wordt, of ronduit, de verbeelding van een fantasierijke molenfanaat op hol is geslagen. Komt dan de verklaring van Rudolf Boehm met zijn ingewikkeld cybernetisch mechanisme, én, het woordgebruik van flegmatieke Engelsen: Mill = fabriek. Het is de bedoeling, door wat volgt, en voor zover het nodig mocht zijn, duidelijk te maken dat het prachtig schema van Claude Rivals 51 géén illustratie is van een geestdriftig auteur meegesleurd door de geestdrift voor zijn onderwerp. - - - NOG SCEPTISCH? WERKELIJK UITVINDINGEN WORDEN MÉÉR UITGEWERKT DOOR PRAKTIJKMENSEN EMPIRISCH BEZIG MET SPECIFIEKE PROBLEMEN DOOR HEN ONDERVONDEN 21

22

SAMENVATTING 1. De archeologische vondst te Sint-Denijs-Westrem laat toe te besluiten het bestaan van de richtbare windmolen in het oude graafschap Vlaanderen te dateren in de elfde eeuw. 2. De eerste windmolens waren ook verspreid in de Leie- en Dendervallei en niet enkel in Zee- Vlaanderen. 3. De sterke verstedelijking met enkele zeer grote steden van belangrijke industriële en commerciële inslag, laten toe te besluiten dat het oude graafschap Vlaanderen de industriële pool is van een economie-wereld waarvan het het noordelijk centrum is. 4. Deze industriële regio zonder weerga in Europa kent een markteconomie gepaard met een energierevolutie. 5. Deze energierevolutie is mogelijk geworden door het in gebruik nemen van een nieuwsoortige energieomvormer : de windmolen die in tegenstelling met een watermolen die 2 tot 5 PK ontwikkelde, de energieproductie meer dan verdubbelde : 5 tot 10 PK. 6. De eerste Vlaamse molenmeester kende de watermolen én had een grondige kennis van het gebruik van het zeil. 7. De staanderdmolen is een omgekeerde Vitruvius-molen, aangedreven door een met zeilen bespannen windwiel. Dit aandrijfsysteem is een waarachtige uitvinding. 8. De middeleeuwse ambtenaar wordt ambachtsman-molenaar en de eerste Vlaamse molenmeester. - - - Dit is het verhaal waar een vroeg-middeleeuws ambtenaar,ambachtsmolenaar wordt en van Vlaanderen de bakermat maakt van de richtbare windmolen. 23

NOTEN 1 Van Der Sijs, M., Chronologisch Woordenboek, Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam-Antwerpen, Tweede druk, 2002, blz. 218 2 Caesar, J., De Bello Gallico, 6. 15 3 Verdam, J., Middelnederlandsch Handwoordenboek, Martinus Nyhoff, s Gravenhage, 1979, blz. 38 4 De Vries, J. Nederlands Etymologisch Woordenboek, E.J. Brill, Leiden, 1971, blz. 14 5 - Ganshof, F.L., Étude sur la ministérialité en Flandre et en Lotharinge, Lamarti n,bruxelles, 1926, blz. 32-34; de Vlaamsche instellingen, in, Geschiedenis van Vlaanderen, Brussel, 1937, II, blz. 117-118 - Buntinx, J., De instellingen van de vorstendomen, in, A.G.N., De Haan Utrecht - Duby, G., De drie orden Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1986, blz. 248 - Bloch, M., La société Féodale, Albin Michel, Paris, 1968, blz. 467-478 6 Ganshof, o.c., blz. 31; Van Winter, J.M., Adel, ministerialiteit en ridderschap elfde-veertiende eeuw, in, N.A.G.N., Fibula-Van Dieshoeck, Haarlem, Unieboek, Bussum, 1982, 2, blz. 126, 120 7 Ganshof, o.c., blz. 31;van Winter,J.M.,Adel,Ministerialiteit en Ridderschap elfde-veertiende eeuw,in,n.a.g.n.,fibula-van Dieshoeck,Haarlem,,Unieboek,Bussum,1982,2,blz. 130 8 Ganshof, o.c., blz. 40 ;Duby,G,o.c.blz 248 9 Ganshof, C.; blz. 47; Bennett. H.S., Life on the English Manor, Cambridge University Press, Cambridge,1989,blz 129-130 ;Rivals, C.; Le Moulin à vent et le meunier dans la société française traditionelle, Serg, Ivry, 1976, blz. 314-315 10 Ganshof, o.c., blz. 44; N1; Duby, G., o.c., blz. 248 11 Ganshof, o.c., blz. 48; Feuchère,P.,, Hoe leefden de heren?, in,flandria Nostra, Standaard Boekhandel, Antwerpen Brussel, Leuven, Gent, 1959, IV, blz. 286 12 Ganshof, o.c., blz. 51-52, Duby, G., o.c., blz. 176; Van Winter, o.c., blz.135 13 Ganshof, o.c., blz. 337; De Winter, J.M. ; Adel en ministerialiteit en ridderschap elfde-veertiende eeuw, N.A.G.N., Fibula-Van Dieshoeck Haarlem, Unieboek- Bussum, 2, blz. 123 14 Ganshof, o.c., blz. 338 15 Ganshof, o.c., blz. 338-339 16 Ganshof, o.c., blz. 356 17 Ganshof, o.c., blz. 359; De Winter, o.c., blz. 147 18 Voet, L., Het platteland maatschappelijk en economisch, in, A.G.N., o.c. II, blz. 459 19 Ganshof, o.c., blz. 362 20 Ganshof, o.c.n blz. 367; Feuchère, P., Over de inkomsten en het vermogen van de heer, in, de adel, de middeleeuwen, Flandria Nostra, Standaard Boekhandel Antwerpen, Brussel, Leuven, Gent, 1959, IV, blz.286 21 Ganshof, o.c., blz. 374, 376 22 Ganshof, o.c., blz. 377 23 Ganshof, o.c., blz. 136 24 Mertens, J.; De landbouwers in het Zuiden 1100-1300, in, N.A.G.N., Fibula-Vandieshoeck, Haarlem, Unieboek-Bussum, 2, blz. 114; Verhulst. A, in, De Boeren, Middeleeuwen, Flandria Nostra, o.c., I, blz. 94, 113 25 Volmuller, H.W.J., Nyhoff s Geschiedenis Lexicon, Martinus Nyhoff, s Gravenhage-Antwerpen, 1981, blz. 157 26 Idem, blz. 608 27 Mertens, o.c., blz. 115; Van Houtte, J.A., Het verleden van Europa, Davidsfonds-Lannoo, 1992, blz. 66; D hondt, J.; Het vorstelijk domein in, Flandria Nostra, o.c., V, blz. 75 28 Mertens, o.c., blz. 127 29 Volmuller, o.c., blz. 250; Duby, G., De Drie Orden, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1986, blz. 298; Verhulst, A.; Flandria Nostra, o.c., I, blz. 119 30 Fossier, R., Le Moyen Age, L éveil de l Europe 950-1250. Armand Collin, Paris, 1982, 2, blz. 78;van den Bossche,K,De molen als symbool,centrum voor Molinologie,Sint-Amands,1998,II,blz.867;Verhulst,A,de Middeleeuwen,in,de Boeren,Flandria Nostra,Standaard Boekhandel, I,1957,blz. 93 31 Molenmuseum Sint-Amands 32 Van Dale, Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen, Veertiende uitgave, 2005, blz. 184 33 Mattelaer, P, Molenecho s 4/2002; Uit : Estoire de la guerre sainte door Ambrosius, in Engeland gemaakte kopie (ein 13 de eeuw), naar het origineel (eind 12 de eeuw), fragment op fol. 24c in : Bibliotheek van het Vaticaan, Codex Christinae reginae, nr. 1659. Wetenschappelijk uitgegeven door Gaston Paris : L estoire de la guerre sainte. Histoire en vers de la troisième croisade (1190-1192), par Ambroise, Paris, Imprimerie Nationale, 1897 (Collection de documents inédits sur l histoire de France), fragment op p. 87 34 Notebaart, J.C., Windmühle, Moutonverlag, Parijs-Den Haag, 1972, blz. 62 35 Verbruggen, J.F., De krijgskunst in West-Europa in de middeleeuwen, K.A.W. L.S.K. Brussel, 1954, blz. 524 36 Idem, blz. 523 37 Idem, blz. 522 38 Van Werveke, H., La contribution de la Flandre et du Hainaut à la troisième croisade, le moyen age, imprimerie des sciences, Brussel, n 1, 1972, blz. 73 39 Van Werveke, H., Een Vlaamse Graaf van Europees formaat, Filips van de Elzas; Fibula-Van Dieshoeck, Haarlem, 1976, blz. 49, 61 40 J. Hoorne, Archeologische restanten van een middeleeuwse windmolen op de hoogte van Sint-Denijs-Westrem, Molenecho s, XXXVII, 2009, 1, p. 21-26 41 P. Bauters, Vlaamse Molens. Wind- en watermolens in Vlaanderen : geschiedenis bouw werking recht, Antwerpen, Koninklijke Vereniging voor Natuur- en Stedeschoon, 1978, p. 20 42 C. Rivals, Le moulin à vent et le meunier dans la société française traditionelle, Ivry, Serg, 1976, p. 46 43 De Beir, J.P., Deléage. Hémery, D, In the Servitude of power, London, Zed Books, 1991, blz. 86 44 Uit : Molinodialoog, Vlaams Studiecentrum voor Molinologie, Sint-Amands, zomer 2011, p. 33-34 45 Fossier, A., Economie Médièvale, Armand Collie, Paris, 1982, blz. 281 46 Uit Molino-dialoog 47 Bennett, Life on the English Manor 1150-1400, Cambridge Univerisity Press,Cambridge, 1989, blz. 129-131 48 Kemp, T., Historical Patterns of Industrialization, Longman, London/New York, tweede uitgave, 1993, blz. 10 49 Rudolf Boehm, Leven in een tijd, Eco, 1984, blz. 22 50 Van Dale, o.c., blz. 547 24