Probleemdrinken aangepakt! Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol

Vergelijkbare documenten
Wat doen zelfhulp en vroeghulp aan verslaving?

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp

Opzet alcoholbeleid voor werknemers binnen een instelling of bedrijf in de gemeente Raalte Alcoholpreventie volwassenen

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Overmatig alcoholgebruik aanpakken RODER. met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk. Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP

Zorgpad alcohol en ouderen t.b.v. Huisarts

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Factsheet over preventie van overmatig alcoholgebruik vanuit de eerstelijn.

Ondersteuning van huisartsen en ziekenhuizen bij vroegsignalering en kortdurende interventies door de verslavingszorg- en GGZ-instellingen

Alcohol en drugs. Wat zien we binnen de huisartsenvoorziening? Hersenschade Verbinding maken. met datgene wat onbesproken blijft

PATIËNTEN VERWIJZEN BIJ PROBLEMEN MET ALCOHOL EN DRUGS

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

1 Wat is er met me aan de hand? 11

Preventieoverzicht alcohol Gezondheidswinst voor Interventie en werkwijze/producten

Verwijzen naar de GGZ. Wanneer verwijzen naar de Generalistische basis GGZ en Gespecialiseerde GGZ?

Alcohol en de eerste lijn: blijkbaar een problematische relatie...

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : MZ Datum :

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Alcohol in de eerste lijn: wat vraag ik en wat doe ik? 24 mei 2016

Expertmeeting Alcohol en Zwangerschap 6 december 2012

Lichamelijke klachten door alcoholgebruik

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Verslavingskunde in de huisartsenpraktijk door Tactus Verslavingszorg

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Interventieoverzicht alcohol Doelgroep Doelstelling Intermediair Organisatie die (nadere informatie over) de interventie aanbiedt

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

Alcoholintoxicatie bij jongeren

Alcohol en ouderen in de verslavingszorg in Nederland ( )

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Gezond genieten. Stellingen 55-plussers en alcohol: WAAR OF NIET WAAR?

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Algemene adviezen Verantwoord alcoholgebruik

WHITEPAPER. Ouder worden en alcohol drinken: kan het kwaad? Het herkennen van problemen en voorkomen van erger

Psycho-sociale gezondheid - Bouwstenen voor bereik

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Onderzoek Alcohol en Zwangerschap

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Dinsdag 14 december 2010

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

ALCOHOL EN OPVOEDING UW KIND OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS DE GEZONDE SCHOOL EN GENOTMIDDELEN. Folder Alcohol en opvoeding.indd :42:29

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Beantwoording rondvragen 18R.00833

Bestuursovereenkomst Jeugd en alcohol Zeeland

Bijeenkomst Moedige Moeders 28 november 2015

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

De beleidscontext van opdrachtformulering: MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN, BELEIDSDOELEN EN RESULTATEN

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Project vroegsignalering overmatig alcoholgebruik op de Spoedeisende Hulp

Kindergeneeskunde Alcoholintoxicatie/-vergiftiging

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Bestuurlijk Overleg Alcoholmisbruik Hollands Midden

Inhoud VII. 2 De kaders van verslavingspreventie Wettelijk kader Typen preventie... 6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ

Factsheet alcohol. Think Before You Drink

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 april 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Alcohol en Drugs een kennischeck

Alcoholvergiftiging Informatie voor ouders

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

Preventie- en handhavingsplan

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Gemeente Hillegom. Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Hillegom

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

Informatie voor werkgevers

Samenvatting voor niet-ingewijden

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

uw antwoord op de Basis GGZ

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

het antwoord op de Basis GGZ

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

Dat scheelt een slok op een borrel?

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg)

Onbekend maakt onbemind

Preventie- en handhavingplan alcohol

Nota gezondheidsbeleid Eemnes Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten

Integraal alcoholbeleid

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

Informatieleaflet voor werkgevers

Zorgstandaard. Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving

Samen tegen eenzaamheid

ZORGAANBODPLAN. Reflectie. Beweegprogramma. Hartfalen

Huiselijk geweld in Limburg

Attitudes en zorg van huisartsen ten aanzien van patiënten met overmatig alcoholgebruik

Leven met een alcoholprobleem

Transcriptie:

Probleemdrinken aangepakt! Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol

Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol Colofon Probleemdrinken aangepakt! Actieplan van het Partnership vroegsignalering Alcohol. Een uitgave van het Partnerschip Vroegsignalering Alcohol, Utrecht, januari 2007 Het Partnership Vroegsignalering Alcohol (PVA) is een samenwerkingsverband van Trimbos-instituut, NIGZ, Nederlands Huisartsen Genootschap, Werkgroep Onderzoek Kwaliteit Radboud Universiteit Nijmegen en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. De coördinatie van het PVA ligt in handen van het Trimbos-instituut. Redactie: Lex Lemmers en Heleen Riper Adviezen: Gerard Schippers, Hans de Beer, Rob Bovens, Ton Drenthen, Brenda Langezaal, Eta Mulder, Odile Smeets, Michel Wensing Tekst en eindredactie: Marc van Bijsterveldt, Baarn Vormgeving: creative industries, Leeuwarden Druk: De Drukkerij, Baarn U kunt deze uitgave ook vinden op www.vroegsignaleringalcohol.nl. Meer exemplaren zijn te bestellen via deze website. Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van het ministerie van VWS. Uitgave Partnership Vroegsignalering Alcohol, januari 2007.

Inhoud Voorwoord 1. Alcoholbeleid in Nederland 1.1 Gebruik van alcohol in Nederland 1.2 Het alcoholbeleid van de overheid 1.3 Het Partnership Vroegsignalering Alcohol 1.4 Het Actieplan Vroegsignalering Alcohol 2. Alcoholgebruik: wat is het probleem? 2.1 Gevolgen van alcoholmisbruik 2.2 Problematisch alcoholgebruik in Nederland 2.3 Probleemdrinken: een zaak van jongeren? 2.4 Spontaan herstel van probleemdrinken 3. Probleemdrinken: wat is daar aan te doen? 3.1 Vroegsignalering van probleemdrinken 3.2 Kortdurende interventies voor probleemdrinkers 3.3 Werken kortdurende interventies? 3.4 Zijn kortdurende interventies kosteneffectief? 4. De aanpak van probleemdrinken: wat kan uw rol daarin zijn? 4.1 Kortdurende interventies als public health-strategie 4.2 Settings voor kortdurende interventies 4.3 Knelpunten en kansen voor betere hulp bij probleemdrinken 5. Naar een effectieve aanpak van probleemdrinken 5.1 Resultaten van het Actieplan Alcoholzorg 5.2 De vijf deelgebieden van het Actieplan Vroegsignalering Alcohol 1 Referenties Bijlage: gebruikte termen 1 Op verschillende plaatsen in deze publicatie leest u in korte interviews met betrokkenen hoe de verschillende deelgebieden concreet worden uitgewerkt.

Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol Voorwoord Het gebruik van alcohol is cultureel en sociaal-economisch diep in onze samenleving geworteld. We drinken alcohol als we iets te vieren hebben, het ontspant en we vinden het gezellig om een glaasje te nemen. Voor de meeste volwassenen kan verstandig of matig gebruik van alcohol ook niet veel kwaad, en voor de oudere drinkers kan een zeer licht gebruik zelfs stimulerend zijn voor de gezondheid. Alcohol heeft ook een andere kant, een minder plezierige. Teveel alcohol drinken heeft schadelijke gevolgen. Eén keer te veel drinken kan leiden tot dronkenschap, alcoholvergiftigingen en verkeersongevallen, om er een paar te noemen. Chronisch overmatig gebruik kan leiden tot schade aan bijna alle organen en aan de hersenen. Alcoholafhankelijkheid veroorzaakt veel persoonlijk en sociaal leed. Om maar niet te spreken van de maatschappelijk overlast en de agressie waarbij vrijwel altijd alcohol in het spel is. Nederland heeft een veel te hoog percentage probleemdrinkers: geschat wordt zo n 10 procent van de volwassen bevolking. Het kabinet heeft het voorkomen van probleemdrinken of schadelijk alcoholgebruik daarom benoemd als een prioriteit in het preventiebeleid. In de jongste preventienota Kiezen voor gezond leven zet het kabinet in op een preventiebeleid dat moet leiden tot een reductie van het aantal probleemdrinkers van 10,3 procent nu naar 7,5 procent in 2010. Een ambitieuze doelstelling, maar ook noodzakelijk. Het kabinet wil de instroom van probleemdrinkers beperken door een samenhangend pakket van maatregelen. Het kabinet wil óók dat alcoholproblemen in een vroeg stadium worden gesignaleerd en dat er meer hulp komt voor mensen met beginnende alcoholproblemen. Er is een scala aan effectieve kortdurende interventies die mensen weer tot een verantwoord alcoholgebruik kunnen brengen. Het probleem is dat deze kortdurende interventies weinig toegankelijk zijn voor professionals in de (preventieve) gezondheidszorg en dat ze nauwelijks ter preventie van probleemdrinken worden toegepast. Ik ben daarom blij dat een aantal partijen zich heeft georganiseerd in het Partnership Vroegsignalering Alcohol. In nauw overleg met en gefinancierd door VWS zal het Partnership de komende jaren de hulp aan mensen met beginnende alcoholproblemen een extra impuls geven. Het Partnership richt zich in eerste instantie op de ontwikkeling van standaardproducten en het creëren van draagvlak voor deze producten. De aanpak hiervoor vindt u in dit actieplan. Eind 2007 is deze fase afgerond. Daarna zal er een nieuwe fase starten waarin het Partnership zich wil uitbreiden met alle partijen in de gezondheidszorg die actief bezig zijn met preventie van probleemdrinken. Ik wens het Partnership Vroegsignalering Alcohol alle succes en hoop dat dit actieplan partijen in de gezondheidszorg bewust maakt van de alcoholproblematiek. En dat het ze inspireert tot activiteiten waardoor mensen met beginnende alcoholproblemen vroegtijdig herkend en geholpen worden. Inzet in de hele breedte van de gezondheidszorg is nodig om probleemdrinken te voorkomen of een halt toe te roepen. de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hans Hoogervorst 5

Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol 1. Alcoholbeleid in Nederland 1.1 Gebruik van alcohol in Nederland Alcohol wordt al sinds mensenheugenis gedronken. Het is lekker, het geeft een prettig gevoel, het kan ontspannend werken en het maakt mensen losser. In een geringe hoeveelheid levert alcohol weinig gezondheidsschade op. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is het alcoholgebruik in Nederland meer dan verdrievoudigd. Rond 1960 dronken we ongeveer 2,6 liter pure alcohol per persoon. De consumptie steeg naar 8,9 liter in 1980 en schommelt nu al weer jaren zo rond de 8 liter pure alcohol per persoon per jaar. Met deze grotere consumptie nam alcoholgerelateerde problematiek eveneens toe. Overmatig alcoholgebruik of probleemdrinken is een probleem dat we niet moeten onderschatten. Het verhoogt het risico op allerlei schade, zowel aan de gezondheid als op sociaal en maatschappelijk terrein. 1.2 Het alcoholbeleid van de overheid Om in te spelen op de veranderde situatie, schetste het kabinet in 1986 in de nota Alcohol en Samenleving de contouren van een nieuw alcoholbeleid. Belangrijkste pijlers: afspraken met de alcoholbranche over reclame, intensivering van preventie en voorlichting, en het verbeteren van de hulpverlening aan probleemdrinkers en verslaafden. De zorg voor mensen met beginnende alcoholproblemen zou toegankelijker en intensiever worden. Maar in de meest recente alcoholnota van 2001 concludeert het kabinet dat van dit beleidsvoornemen nog weinig terecht is gekomen. Hoewel er effectieve behandelingen bestaan voor probleemdrinkers, zoekt slechts 17 procent van deze groep enige vorm van hulp. Een nog kleiner percentage (3 procent) zoekt contact met de gespecialiseerde verslavingszorg. Voor dit geringe animo voor hulp bij probleemdrinken zijn verschillende verklaringen mogelijk: een groot deel van de mensen met alcoholproblemen is zich niet bewust van het verhoogde risico op alcoholafhankelijkheid en gezondheidsproblemen veel alcoholverslaafden ontkennen hun alcoholprobleem en schamen zich ervoor; alcoholgebruik is maatschappelijk volstrekt geaccepteerd, maar dat geldt niet voor problematisch alcoholgebruik wie wel hulp zoekt, weet vaak niet waar de beste hulp te vinden is; veel instellingen zijn bovendien alleen tijdens kantooruren geopend instellingen voor verslavingszorg hebben een slecht imago: ze worden vaak met drugs geassocieerd, en dan vooral met gemarginaliseerde drugsgebruikers en ernstig alcoholafhankelijken. Professionals in de gezondheidszorg herkennen alcoholproblemen onvoldoende, vooral omdat problematisch alcoholgebruik weinig specifieke klachten en symptomen oplevert. De huisarts bijvoorbeeld herkent naar schatting slechts tussen de 10 en 30 procent van zijn patiënten met alcoholproblemen. Het ontbreekt nog aan systematische screening en aan een goed diagnostisch instrument. Ook op de spoedeisende hulp van ziekenhuizen onderkent men onvoldoende dat soms sprake is van alcoholgerelateerde problematiek bij mensen die zich er melden, bovendien zien ze het nog weinig als hun taak om iets aan het alcoholprobleem van hun cliënten te doen. Verwijzing naar de verslavingszorg vindt dan ook nauwelijks plaats. Buiten de gezondheidszorg heeft men eveneens onvoldoende oog voor alcoholproblemen, bijvoorbeeld in het onderwijs of op het werk. Omdat er geen directe lijn met de zorg is, leidt eventuele herkenning bovendien niet automatisch tot hulp. Er is kortom geen sprake van een effectieve zorgketen van voorzieningen voor mensen met alcoholproblemen. De samenwerking tussen verslavingszorg, gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz), eerstelijnszorg en andere sectoren moet en kan veel beter. Het ministerie van VWS ziet deze knelpunten ook en wil de vroege hulp aan probleemdrinkers intensiveren. De drempel naar de hulpverlening kan veel lager en het ambulante hulpverleningsaanbod moet worden uitgebreid met nieuwe interventies. Plannen daartoe zijn vastgelegd in het Actieplan Alcoholzorg (GGZ Nederland, 2001). Daarnaast heeft VWS geld beschikbaar gesteld om onderzoek te doen naar laagdrempelige hulpverleningsmogelijkheden via internet (drinktest.nl en minderdrinken.nl) en de telefoon (Alcohol Infolijn). Bovendien stimuleert het ministerie richtlijnontwikkeling in de eerstelijns gezondheidszorg en het formuleren van multidisciplinaire richtlijnen. 1.3 Het Partnership Vroegsignalering Alcohol Er bestaan in het veld veel initiatieven om vroegsignalering en hulp aan probleemdrinkers te verbeteren. Wat nog ontbreekt, is een centrale coördinatie en een goede borging van succesvolle projecten. Voortbouwend op de resultaten van het EU-project Primary Health Care Project on Alcohol (PHEPA) en het succes van het Partnership Stop met Roken, is daarom in 2005 het initiatief genomen tot het Partnership Vroegsignalering Alcohol (PVA). Dit Partnership wordt inmiddels door VWS tot eind 2007 gefinancierd. Het PVA, dat bestaat uit NIGZ, NHG, CBO, WOK en Trimbos-instituut, wil het beleid rond het terugdringen van problematisch alcoholgebruik onder volwassenen continueren en implementeren. Het Partnership wil zo een bijdrage leveren aan een belangrijke beleidsdoelstelling van VWS: via het terugdringen van problematisch alcoholgebruik onder volwassenen gezondheidswinst behalen en zo maatschappelijke en economische kosten helpen verminderen. Om dit mogelijk te maken, werkt het Partnership Vroegsignalering Alcohol aan: het identificeren van tekortkomingen en problemen bij de implementatie van vroegsignalering en kortdurende interventies voor probleemdrinkers, waaronder e-health toepassingen een betere beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van vroegsignalering en kortdurende interventies binnen de totale zorgketen, vooral binnen de eerste- en tweedelijn en in de gespecialiseerde zorg een grotere betrokkenheid van de gezondheidszorg bij de uitvoering van vroegsignalering en kortdurende interventies. 7

Het Actieplan Vroegsignalering Alcohol Heleen Riper en Lex Lemmers: Geef kortdurende interventies een plek binnen de totale zorgketen 1.4 Het Actieplan Vroegsignalering Alcohol In het Actieplan Vroegsignalering Alcohol dat u nu in handen heeft, geeft het PVA een overzicht van de huidige praktijk in Nederland rond vroegsignalering en interventies voor probleemdrinkers. We beschrijven allereerst de aard en de omvang van probleemdrinken in Nederland en wat het de Nederlandse samenleving kost. Vervolgens geven we een overzicht van effectieve interventies en schetsen een beeld van de huidige implementatiegraad van de hulp aan probleemdrinkers. Ten slotte beschrijven we de vijf concrete acties van het PVA in 2006 en 2007, en wat uw bijdrage daaraan kan zijn. Op verschillende plaatsen in deze publicatie leest u in korte interviews met betrokkenen hoe de verschillende deelgebieden van het Actieplan concreet worden uitgewerkt. Uw rol bij het voorkomen van probleemdrinken Wat is er aan de hand? Wat is daar aan te doen? Wat kan mijn rol daarin zijn? Welke instrumenten zijn er al beschikbaar? Wat wordt er de komende periode ontwikkeld? Wat heb ik daar in mijn werk aan, nu en over afzienbare tijd? Er is inmiddels het nodige epidemiologisch onderzoek gedaan naar probleemdrinken in Nederland. En de cijfers spreken boekdelen: het is echt een substantieel probleem. Dat zegt Heleen Riper, programmaleider Vroegsignalering bij het Trimbosinstituut. Zij is projectleider van het Actieplan Vroegsignalering Alcohol (AVA). Hoe eerder je erbij bent, hoe beter je iets kunt doen aan probleemdrinken, met relatief lichte interventies. Deze lichtere interventies worden ook wel kortdurende interventies genoemd. Denk bijvoorbeeld aan een kort adviesgesprek door de huisarts, maar ook aan het op zelfstandige basis werken met een zelfhulpboekje of een zelfhulpprogramma op internet. Het is inmiddels wetenschappelijk overtuigend aangetoond dat vroegsignalering en kortdurende interventies effectief zijn, vult Lex Lemmers aan. Hij is senior wetenschappelijk medewerker bij het Trimbos-instituut. Zo n aanpak kan ook uitstekend een rol spelen binnen lokaal gezondheidsbeleid. Daarmee heb je een mooie public health-strategie in handen om ook op populatieniveau het aantal probleemdrinkers te verminderen. Volgens Riper is het belangrijk dat het AVA gedragen wordt door een breed samenwerkingsverband van partijen die betrokken zijn bij alcoholpreventie. Het AVA komt voort uit het Partnership Vroegsignalering Alcohol, waarover het Trimbosinstituut de coördinatie voert. In het Partnership zitten verder het NIGZ, het Nederlands Huisartsen Genootschap, de Werkgroep Onderzoek Kwaliteit uit Nijmegen en het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Zo n gezamenlijke aanpak heeft eerder zijn waarde bewezen, bijvoorbeeld in het EU-project Primary Health Care Project on Alcohol en met het Partnership Stop met Roken. De betrokkenheid van uiteenlopende partijen is volgens Riper belangrijk om kortdurende interventies binnen de totale zorgketen een stevige plek te geven. Onze focus ligt op de verschillende schakels in die keten. Dan moet je dus werken aan de betrokkenheid van de eerste- en tweedelijnszorg, de gespecialiseerde verslavingszorg en de probleemdrinkers zelf. We willen dat de verschillende interventievormen goed op elkaar aansluiten, en rekening houden met uiteenlopende doelgroepen en settings. De bedoeling is dat het PVA zich in de toekomst uitbreidt en ruimte biedt aan iedere partij in de gezondheidszorg die probleemdrinken wil verminderen. In de nota Kiezen voor gezond leven (2006) wijst het kabinet problematisch alcoholgebruik aan als een van de speerpunten van het preventiebeleid van de overheid voor de komende jaren. Het kabinet verwacht het meeste effect van een evenwichtig en samenhangend pakket van beleidsinstrumenten. En dat is volgens Lemmers een prima keuze. Je moet inderdaad meer doen dan alleen voorlichting. Goede zorgen hulpverlening zijn minstens zo belangrijk. Het kabinet verwacht van ons dat we gemeenten ondersteunen bij hun integrale aanpak van vroegsignalering. Ik denk dat we die verwachting de komende periode zeker kunnen gaan inlossen. 8

2. Alcoholgebruik: wat is het probleem? Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol 2.1 Gevolgen van alcoholmisbruik Overmatig alcoholgebruik of probleemdrinken kan tot gezondheidsschade leiden. Hoe hoger het alcoholgebruik, des te hoger het risico. Alcoholgebruik kan acute gezondheidsschade veroorzaken, zoals lichamelijk letsel als gevolg van (verkeers)ongevallen, alcoholvergiftigingen, kortdurende geheugenstoornissen ( blackouts ). Gezondheidsschade op de lange termijn is ook mogelijk: afhankelijkheid 2, maag-darmstoornissen, diverse vormen van kanker, hart- en vaatziekten, immunologische aandoeningen, skeletziektes, voortplantingsstoornissen, prenatale schade en hersenschade (bijvoorbeeld het syndroom van Korsakov). De maatschappelijke en sociale schade door alcoholgebruik kan variëren van geluidshinder en vandalisme tot meer ernstige gevolgen zoals huiselijk geweld, kindermishandeling, misdaad en extreme vormen van uitgaansgeweld en arbeidsverzuim. Alcohol kost de Nederlandse samenleving naar schatting 2,5 miljard euro. Mensen kunnen zowel lichamelijk als geestelijk afhankelijk worden van alcohol. De geestelijke afhankelijkheid uit zich vaak in een constante hunkering (craving) naar alcohol en het in gedachten bezig zijn met drank. Alcohol neemt een steeds centralere plaats in het leven in. Het krijgt meer aandacht en prioriteit dan andere aspecten van het leven, zoals werk, gezin, gezondheid en hobby s. Alcohol prikkelt bij afhankelijken op een krachtige manier het genotcentrum en het drinken geeft veel bevrediging. Afhankelijkheid kan volgens sommige wetenschappers daarom als een hersenstoornis worden gezien. Ook lichamelijk kan er overigens gewenning optreden. Het lichaam gaat zelf als het ware om alcohol vragen. Als iemand dan niet drinkt, kunnen lichamelijke onthoudingsverschijnselen optreden. 2.2 Problematisch alcoholgebruik in Nederland Mensen zijn probleemdrinker als zij boven een bepaalde drempelwaarde drinken, en bovendien problemen ondervinden door hun alcoholgebruik. Bij deze combinatie is te verwachten dat de problemen vanwege drankgebruik geen incident zijn, maar verankerd zijn in de leefwijze. De drempelwaarde waaraan een probleemdrinker moet voldoen ligt voor mannen globaal boven de drie glazen gemiddeld per dag en voor vrouwen rond de twee glazen gemiddeld per dag. Ook als men regelmatig grote hoeveelheden per keer drinkt (6 of meer voor mannen en 4 of meer voor vrouwen) drinkt men boven de drempelwaarden. Daarnaast heeft een probleemdrinker al (lichte) problemen ontwikkeld. Deze problemen kunnen liggen op de volgende gebieden. psychologische afhankelijkheid, bijvoorbeeld drinken om zorgen te vergeten of om op te vrolijken symptomatisch drinken, bijvoorbeeld trillende handen bij niet drinken, niet kunnen stoppen met drinken, of meer drinken dan voorgenomen problemen met de omgeving, bijvoorbeeld met familie, op het werk, met politie en justitie, rond agressie of met geld gezondheidsproblemen en alcoholgerelateerde ongelukken kater en dronkenschap, en bijvoorbeeld blackouts. Lange tijd is de omvang van problematisch alcoholgebruik in ons land onduidelijk geweest. Geschat werd dat 8 procent van de Nederlandse bevolking problemen met alcohol had, waarvan ongeveer 3,7 procent echt afhankelijk van alcohol zou zijn. In 2005 publiceerden Van Dijck en Knibbe de eerste representatieve nationale studie naar probleemdrinken in Nederland. Deze studie vulde een belangrijk hiaat in de kennis over problematisch alcoholgebruik in Nederland. Wat zijn de belangrijkste resultaten? Algemene gegevens: 88,2 procent van de Nederlandse bevolking (16 t/m 69 jaar) drinkt 10,3 procent van de Nederlandse bevolking van 16 t/m 69 jaar is probleemdrinker ; bij mannen is dit percentage ruim vier keer hoger dan bij vrouwen (16,8% vs. 4,2%) 14,2 procent van de bevolking behoort tot de groep riskante gebruikers en bingedrinkers. 9,9 procent van de Nederlandse bevolking (16 t/m 69 jaar) is geheelonthouder ; dit percentage is onder vrouwen ruim twee keer hoger dan bij mannen (14,1% vs. 5,9%). Waar vinden we de meeste probleemdrinkers? onder jongeren en jong-volwassenen komt probleemdrinken het meest voor: in de leeftijdsgroep van 16-24 jaar is 34,1 procent van de mannen en 9,4 procent van de vrouwen probleemdrinker. onder ongehuwde mannen (30,7%), gescheiden mannen (22,8%) en mannen zonder kinderen (26,5%) onder nooit gehuwde vrouwen (9,4%) en gescheiden vrouwen (4,5%) onder mannen (25,9%) en vrouwen (9,1%) die een dagopleiding volgen. 2.3 Probleemdrinken: een zaak van jongeren? Het onderzoek van Van Dijck en Knibbe laat zien dat probleemdrinken op aanzienlijke schaal voorkomt, vooral onder jonge mannen. Toch valt niet te concluderen dat het voornamelijk een probleem van jongeren is. Zo is het aantal mensen dat bij de verslavingszorg aanklopt met alcoholproblemen met name onder ouderen toegenomen. Groeide de totale alcoholgerelateerde hulpvraag sinds 1994 met 35 procent, onder de groep 55-plussers is deze vraag bijna verdubbeld. Dat blijkt uit gegevens van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) uit 2005. Dit systeem wordt beheerd door de Stichting Informatie Voorziening Zorg (SIVZ) die sinds 1986 de inschrijvingen in de verslavingszorg volgt. De LADIS-onderzoekers concluderen dat de alcoholproblematiek van de ouderen zich voltrekt buiten het gezichtsveld van pers en politiek. De aandacht gaat meestal uit naar het alcoholmisbruik - en de daarmee gepaarde gaande maatschappelijke overlast - van jongeren. De LADIS-cijfers tonen echter aan dat in de stilte van het ouder worden een verontrustende ontwikkeling gaande is. 2 Tegenwoordig spreken we over alcoholafhankelijkheid in plaats van alcoholverslaving. 9

Deze conclusie wordt ondersteund door een longitudinaal onderzoek van Visser en anderen uit 2005 naar leefstijl van ouderen. Deze onderzoekers vergeleken de leefstijl van ouderen in 1993 met die in 2003 en concludeerden dat de groep tussen 55 en 64 jaar ongezonder is gaan leven. Steeds meer senioren lijden aan vetzucht en zijn meer alcohol gaan drinken. Ook doen zij minder aan lichaamsbeweging. Vooral vrouwen zijn steviger gaan drinken. Van hen drinkt ruim 19 procent meer dan veertien glazen alcohol per week. Dat was tien jaar eerder nog 11 procent. Het aantal mannen dat te veel drinkt is ook gestegen, maar iets minder hard. Consumeerde in 1993 bijna 12 procent te veel alcohol (ofwel meer dan 21 glazen per week), tien jaar later is dat bijna 16 procent. Opvallend is dat tegenwoordig meer vrouwen boven de richtlijnen voor verantwoord alcoholgebruik drinken dan mannen. Het drinken van jongeren kenmerkt zich vooral door bingedrinken. Periodes van heftig alcoholgebruik worden afgewisseld met periodes van niet of weinig drinken. Het is vooral het drinken in het weekend. Hun problemen hebben te maken met de acute effecten van alcohol zoals dronkenschap, blackouts, verkeersongevallen en agressie. Bij de oudere probleemdrinker manifesteren zich andere problemen: gezondheidsklachten, symptomatisch drinken en problemen met werk en relatie. Overigens is bij veel probleemdrinkers sprake van natuurlijk herstel: na verloop van tijd gaat men weer verantwoord drinken (zie ook paragraaf 2.4). Er zijn echter aanwijzingen dat een steeds grotere groep jongeren veel blijft drinken als ze van levensfase veranderen. Er is bovendien een trend waarneembaar dat Korsakov bij steeds jongere leeftijdsgroepen voorkomt. Het RIVM en het Platform Korsakov waarschuwen voor een tijdbom als het ongezonde drinkpatroon van jongeren zich voortzet. 2.4 Spontaan herstel van probleemdrinken Over het beloop van probleemdrinken is eigenlijk nog heel weinig bekend. Uit onderzoek naar de ontwikkeling van alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid in de algemene bevolking, kunnen we echter afleiden dat veel mensen spontaan daarvan herstellen. Zo heeft De Bruijn in 2005 aan de hand van het NEMESIS-onderzoek een cohort gevolgd, en metingen na één en drie jaar verricht. Van de personen die bij de voormeting een diagnose alcoholafhankelijkheid hadden gekregen, bleek na één jaar 67 procent hersteld te zijn en na drie jaar 74 procent. Bij de diagnose alcoholmisbruik liggen de percentages nog hoger: 81 procent herstelt na één jaar en 85 procent na drie jaar. Over terugval op de langere termijn zegt dit onderzoek echter niets. Het grootste deel van de probleemdrinkers vertoont dus voorbijgaand riskant gedrag, en herstelt zonder uitgebreide gespecialiseerde hulp (gemeten over een periode van drie jaar). De pessimistische visie eens een alcoholist, altijd een alcoholist gaat voor de algemene bevolking niet op. De groep die ernstig recidiveert is betrekkelijk klein en deze groep zal volgens De Bruijn op den duur bij de verslavingszorg aankloppen. Zij stelt dat de meerderheid van de alcoholverslaafden zonder hulp kan herstellen of met behulp van kortdurende interventies in de eerstelijns gezondheidszorg (bijvoorbeeld de huisarts). Ook zelfhulp is volgens haar een goede optie. Zijn preventieve kortdurende interventies eigenlijk overbodig als zo veel mensen spontaan herstellen? Die conclusie zou niet terecht zijn. Uitgebreide specialistische hulp is voor de meeste mensen met alcoholproblemen weliswaar niet nodig, maar juist kortdurende interventies kunnen mensen met alcoholproblemen nét het goede zetje geven. Vanuit het oogpunt van publieke gezondheidszorg is het bovendien altijd aan te bevelen om te streven naar verantwoord alcoholgebruik van de populatie. In het volgende hoofdstuk gaan we in op interventies die drinkers kunnen motiveren hun drinkgedrag te veranderen. 10

Deelproject: implementatie NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik Ton Drenthen: Patiënten vinden het prima als de huisarts over alcohol begint In een gemiddelde huisartsenpraktijk van 2350 patiënten kun je ongeveer tweehonderd probleemdrinkers verwachten. Maar we herkennen daar slechts tussen de 10 en 30 procent van. De signalering kan dus een stuk beter, vindt Ton Drenthen, coördinator preventie bij het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Huisartsen hebben vaak het stereotiepe beeld van een zware drinker die zij moeilijk kunnen behandelen. Ook zijn ze soms bang hun patiënt te kwetsen, vooral als die niet zelf praat over overmatig alcoholgebruik. Dat is jammer, benadrukt Drenthen, want mensen blijken het juist prima te vinden als de huisarts over hun alcoholconsumptie begint. Om een handreiking te geven bij het omgaan met alcoholproblemen in de huisartsenpraktijk, is in 2005 de NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik verschenen. Daarin staan aanbevelingen voor diagnostiek, bijvoorbeeld met de zogeheten Five shot-vragenlijst, en een stappenplan voor de behandeling van patiënten die niet als alcoholist bij de huisarts bekend zijn. Het stappenplan is vergelijkbaar met de onder huisartsen bekende minimale interventiestrategie (MIS) bij roken. Mogelijke interventies variëren van een eenmalig advies tijdens een gewoon consult tot meerdere gesprekken in enkele maanden. Drenthen: Het blijkt dat je met een korte interventie het alcoholgebruik 10 tot 16 procent kunt verminderen. Maar dan moet je er wel vroeg bij zijn. De NHG-Standaard is dus een nuttig instrument, maar het wordt nog onvoldoende ingezet door huisartsen. Drenthen: Veel huisartsen denken dat een interventie veel tijd vraagt. Ook twijfelen ze soms aan de validiteit van de Five shot-vragenlijst. We gaan daarom aandacht besteden aan de techniek van het vragen naar alcoholgebruik. En we ontwikkelen een interventieprotocol voor de praktijkondersteuner of -verpleegkundige, vergelijkbaar met de MIS. De NHG-Patiëntenbrieven op de NHG-website en in de ConsultWijzer zijn al geactualiseerd. De NHG-sectie Advies en Scholing werkt nu aan een cursus motiverende gespreksvoering en in het scholingspakket komt een module over alcohol. Het ontwikkelen van dergelijke concrete materialen is nodig, maar niet voldoende voor het grootschalig implementeren van de standaard, weet Drenthen. Daarvoor moeten we aansluiten op de regionale infrastructuur van huisartsen. We willen contact leggen met sleutelfiguren in de regio s. Vrijwel alle Regionale Ondersteunings Structuren hebben inmiddels een medewerker voor de eerstelijns-ggz. Zij kunnen de verdere implementatie mee vormgeven en aanjagen. In twee regio s zal in de loop van 2007 een proefimplementatie plaatsvinden. Op basis daarvan komt er een draaiboek voor implementatie en een ondersteuningspakket met alle materialen die daarbij te gebruiken zijn. De Five shot-vragenlijst wordt opgenomen in de NHG-ConsultWijzer en in de Huisarts Informatie Systemen. 11

3. probleemdrinken: wat is daar aan te doen? Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol 3.1 Vroegsignalering van probleemdrinken Veel probleemdrinkers ervaren zelf nauwelijks problemen of schrijven deze niet toe aan hun alcoholgebruik. De drempel naar de hulpverlening is groot. Hulpverleners kunnen probleemdrinkers wijzen op het mogelijk problematische karakter van hun alcoholgebruik. Zij moeten deze groep dan wel met een makkelijk te gebruiken instrument weten te onderscheiden van verantwoorde gebruikers en van mensen die afhankelijk zijn van alcohol. Een methode om probleemdrinkers op te sporen, is het screenen van risicogroepen of van grotere populaties. Voor screening kan gebruik gemaakt worden van bloedonderzoek, maar ook van speciaal ontwikkelde vragenlijsten. Dat laatste heeft de voorkeur, omdat er veel grotere groepen mee bereikt kunnen worden en het goedkoper is. Door een korte vragenlijst wordt de patiënt minimaal belast en kunnen veel mensen in relatief korte tijd gescreend worden. Screening kan plaatsvinden in laag-risico-groepen, bijvoorbeeld bij de algemene bevolking, en in hoog-risico-groepen, bijvoorbeeld bij gescheiden mannen van 30 tot 50 jaar of bepaalde groepen patiënten. Screenen in hoog-risico-groepen wordt ook wel case finding genoemd. Voor screening in laag-risico-groepen moeten veel meer mensen benaderd worden om probleemdrinkers te vinden. Daarom worden in screeningsprogramma s om redenen van efficiency bijna altijd hoogrisico-groepen benaderd. Op www.vroegsignaleringalcohol.nl vindt u een overzicht van de belangrijkste screeningsinstrumenten. Kortdurend adviesgesprek De meest minimale vorm is een 5 tot 10 minuten durende interventie waarin op een overtuigende maar niet beoordelende manier advies gegeven wordt om de alcoholconsumptie te matigen. Hulpverlener en cliënt stellen samen het drinkpatroon vast en bespreken hoe zich dat verhoudt tot consumptieniveaus in de algemene populatie. De hulpverlener bespreekt de potentiële gezondheidsproblemen van het drinken en helpt om doelen vast te stellen voor een verandering van het drinkgedrag. Het advies kan worden ondersteund met zelfhulpmaterialen en andere informatie over de risico s van teveel drinken. Therapie Een andere variant bestaat uit één of meer sessies met een hulpverlener. Het motiverende gesprek dat hierboven is beschreven, wordt dan uitgebreid met elementen uit de cognitieve gedragstherapie. Tijdens deze sessie(s) wordt het alcoholgebruik in kaart gebracht, analyseren hulpverlener en cliënt de risicosituaties, om vervolgens reële en haalbare doelen te stellen. Daarbij krijgt de cliënt concrete tips om deze doelen te kunnen realiseren. Zelfhulp Zelfhulp wordt ook tot de kortdurende interventies gerekend. In zelfhulpgidsen en in zelfhulp op internet zijn elementen uit de motiverende gesprekvoering en cognitieve gedragstherapie verwerkt. 3.2 Kortdurende interventies voor probleemdrinkers Bij vroegtijdige herkenning van alcoholproblemen is het mogelijk om met kortdurende interventies een positief effect te bereiken. Deze interventies kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een kort adviesgesprek binnen een hulpverleningscontact of een beperkt aantal gesprekken (het vier-gesprekken model ). Maar ook het op zelfstandige basis werken met een zelfhulpboekje of een zelfhulpprogramma op internet zijn werkzaam. Kortdurende interventies voor probleemdrinkers bestaan meestal uit een combinatie van motiverende gespreksvoering en technieken uit de gedragstherapie. Deze interventies zijn geschikt voor mensen die geen hulp uit zichzelf hebben gezocht en die zijn herkend als probleemdrinker. Het doel is om drinkers te informeren dat ze door hun alcoholconsumptie problemen kunnen ontwikkelen en ze aan te moedigen te matigen. Daarnaast spelen kortdurende interventies een belangrijke rol in het toeleiden naar geschikte zorg als dat nodig is. Mocht blijken dat iemand zware alcoholproblemen heeft, kan hij of zij doorverwezen worden naar andere vormen van hulpverlening. Kortdurende interventies zijn dus effectief in het veranderen van drinkgedrag, én ze kunnen een opstap zijn naar een geschikt zorgtraject. Er zijn drie verschillende vormen van kortdurende interventies: 12

FRAMES De inhoud van de meeste kortdurende interventies is samen te vatten met het acroniem FRAMES: Feedback Persoonlijke feedback over de risico s van een bepaald drinkpatroon is belangrijk. Een drinker moet op de hoogte zijn van zijn gezondheidstoestand en drinkgedrag om te kunnen beoordelen in hoeverre er sprake is van een probleem. Objectieve informatie over de persoonlijke situatie is daarvoor essentieel. Het is daarbij belangrijk om normen voor verantwoord alcoholgebruik te geven en iemand te informeren over problemen die kunnen ontstaan door alcoholgebruik. Responsibility Onder deze noemer wordt de eigen verantwoordelijkheid benadrukt. Het moet immers een eigen keuze zijn om te minderen met drinken. Advice Een duidelijk advies om het huidige alcoholgebruik te veranderen helpt een probleemdrinker een beslissing te nemen. De hulpverlener kan adviseren om in ieder geval niet meer dan een bepaald aantal glazen per week te drinken. De keuze om dit advies op te volgen is aan de persoon zelf. Menu Hoewel een eenduidig advies voor sommige personen een goede manier is om een beslissing te nemen, is het in de meeste gevallen beter om een aantal keuzemogelijkheden aan te bieden. Iemand kan dan kiezen voor de optie die het beste aansluit bij zijn of haar leefsituatie. Empathy Het empathisch vermogen van een hulpverlener is essentieel element in het motiveren tot gedragsverandering. Een warme, reflectieve en niet-veroordelende houding is vele malen effectiever dan een agressieve, confronterende en dwingende houding. Self-efficacy Het versterken van het zelfvertrouwen van de cliënt is een voorwaarde voor een succesvolle gedragsverandering. De hulpverlener benadrukt dat de cliënt in staat is om zijn doelen te realiseren. Dit stimuleert het ontwikkelen en uitvoeren van plannen om te stoppen of te minderen met drinken. Bronnen: Miller en Rollnick, 2002 en Van Emst, 1997. 3.3 Werken kortdurende interventies? In een in opdracht van ZonMw uitgevoerde overzichtstudie naar effectieve verslavingspreventie, komen Cuijpers en collega s (2006) tot de volgende conclusies over kortdurende interventies: kortdurende interventies leiden tot minder alcoholgebruik screening op alcoholgebruik met aansluitend kortdurende interventies is effectief en levert een reductie in aantal probleemdrinkers op er is geen verschil in effect van kortdurende interventies bij matige en zware drinkers effecten van kortdurende interventies in de huisartsenpraktijk zijn groter wanneer alle patiënten gescreend worden en niet alleen diegenen die met klachten bij de huisartsen komen met name drie vormen van kortdurende interventies laten positieve effecten zien: bibliotherapie (zelfhulp), motiverende gespreksvoering en behavioral self-control training. De zogenoemde Mesa Grande study (Miller & Wilbourne 2002), een doorlopende systematische review van de effectiviteit van verschillende behandelopties voor riskant en schadelijk alcoholgebruik, geeft een rangordening van verschillende behandelingen. Van de 48 behandelmogelijkheden voeren kortdurende interventies de lijst aan van bewezen effectieve interventies. Er zijn minstens veertien meta-analyses en/of systematische reviews die tot de vergelijkbare conclusie komen: kortdurende interventies zijn effectief in het reduceren van riskant en schadelijk alcoholgebruik tot een laag-risico alcoholconsumptie (zie voor een overzicht Anderson & Baumberg, 2006). Een indicatie voor de winst die kortdurende interventies opleveren, is het aantal patiënten dat behandeld moet worden om bij één patiënt resultaat te boeken. In wetenschappelijke termen wordt deze maat uitgedrukt in numbers needed to treat (NNT). De meest recente schatting voor kortdurende interventies bij probleemdrinkers is een NNT van 8: van de acht personen die een kortdurende interventie hebben ontvangen zal er één minder gaan drinken. Dit is een hogere score dan bij adviezen om te stoppen met roken. Daar is de NNT 20, en 10 als het advies gepaard gaat met farmacotherapie. Ook als een probleemdrinker niet direct zijn gedrag verandert, is de winst van een kortdurende interventie dat hij of zij over het eigen gebruik heeft nagedacht en zich meer bewust is van de risico s. Wellicht is deze persoon nog niet klaar voor een verandering, maar op een later tijdstip lukt het misschien wel. Een hulpverlener moet ook accepteren als iemand er voor kiest om voorlopig door te gaan met het huidige drinkgedrag. 13

Deelproject: Lokale aanpak vroegsignalering alcoholproblemen (LAVA) Rob Bovens: Alleen voorlichten over alcoholmisbruik is niet genoeg 3.4 Zijn kortdurende interventies kosteneffectief? In 2005 hebben Anderson, Gual en Colom een kosteneffectiviteitsanalyse uitgevoerd van kortdurende interventies. Zij schatten dat het voor iedere duizend patiënten van een huisartsenpraktijk 1644 euro kost om een screening uit te voeren en een programma op te zetten voor kortdurende interventies. Er zijn geen aanwijzingen dat zo n programma tot ongewenste effecten leidt, zoals ontevredenheid of ongemak bij patiënten. In tegendeel: de meeste mensen ervaren het bespreken van het eigen drankgebruik met de arts als positief. Screening en kortdurende interventies leiden tot vermindering van probleemdrinken. Ook de daaruit voortvloeiende problemen verminderen, stellen de onderzoekers. Zij schatten dat ongeveer 385 patiënten gescreend moeten worden om één patiënt voordeel te laten ondervinden. Dit lijkt misschien weinig, maar is veel effectiever dan screening voor hoge bloeddruk (1250) of dikkedarmkanker (3300). De wereldgezondheidsorganisatie WHO schat dat per honderdduizend mensen 91 jaren van ongezondheid en voortijdige sterfte kunnen worden voorkomen, als in een kwart van de huisartsenpraktijken kortdurende interventies worden uitgevoerd. Dit is 9 procent van alle ongezondheid en voortijdige sterfte veroorzaakt door alcohol. De kosten voor het voorkomen van één jaar ongezondheid en voortijdige sterfte worden geschat op ongeveer 1960 euro. Hiermee behoren kortdurende interventies tot de goedkoopste medische interventies bij probleemdrinken. Vooral internetzelfhulp is een kosteneffectieve interventie. Veel gemeenten hebben in hun gezondheidsbeleid de doelstelling opgenomen overmatig alcoholgebruik te willen verminderen. Maar ze hebben nog weinig ervaring met de daadwerkelijke uitvoering van dat beleid. Volgens Rob Bovens, namens het NIGZ betrokken bij het deelproject Lokale aanpak vroegsignalering alcoholproblemen (LAVA), geven gemeenten vaak de voorkeur aan publieksvoorlichting. Maar eigenlijk is dat de minst effectieve strategie, als je die voorlichting tenminste niet combineert met andere beleidsmaatregelen. Vroegsignalering en kortdurende interventies zijn voorbeelden van een aanpak die uiteindelijk effectiever kan zijn, vertelt Bovens. Wij willen gemeenten dan ook gaan betrekken bij de implementatie van deze interventies, zodat ze die opnemen in een integraal alcoholbeleid. Met LAVA sluiten we daarom aan bij de andere onderdelen van het alcoholbeleid dat veel gemeenten al voeren. Gemeenten kunnen vooral faciliterend beleid voeren als het gaat om vroegsignalering, zegt Bovens. Daar komt voorlichting zeker van pas, omdat het een rol kan spelen bij agendasetting bij de bevolking rond alcoholgebruik. Verder kan de gemeente samenwerking stimuleren tussen verschillende eerstelijns zorgaanbieders, bijvoorbeeld via lokale platforms. Door facetbeleid te voeren, kan men intersectorale samenwerking op het gebied van vroegsignalering mogelijk maken. Daardoor komen bijvoorbeeld ook de werkplek en het onderwijs in beeld voor screening en kortdurende interventies. Effectieve zorg aan mensen met alcoholproblemen is verder gebaat bij een gemeentelijk alcoholontmoedigingsbeleid, is de ervaring van Bovens. Daarmee geef je aan de burgers het signaal dat alcohol een riskant genotmiddel is. Inmiddels wordt een concreet stappenplan ontwikkeld om een LAVA op gemeentelijk niveau te realiseren. Bovens: In zo n stappenplan zitten bijvoorbeeld instrumenten voor de probleemanalyse en een quickscan van de mogelijke settings waarin interventies een plek kunnen krijgen. Ook geeft het stappenplan suggesties hoe gemeenten kortdurende interventies en screeningsinstrumenten kunnen inzetten. Om gemeenten heel concreet te ondersteunen, ontwikkelt het project enkele deelproducten. Bovens: We maken een onderbouwingsdocument dat het belang aangeeft om als gemeente een adequaat preventiebeleid rond alcohol te ontwikkelen. Verder komt er een toolkit met een overzicht van effectieve interventies en screeningsinstrumenten. En we schrijven een handleiding om een lokaal actieplan vroegsignalering alcoholproblemen op te stellen. Daarvoor gaan we te rade bij de ervaringen van het project Integrale aanpak depressiepreventie ouderen en de Scanner Uitgaan en Drugs. Het pilotproject LAVA wordt uitgevoerd in twee proefgemeenten. Begin 2007 worden de deelproducten Lokale aanpak vroegsignalering alcoholproblemen opgeleverd, waarna de proefimplementatie kan starten. 14

4. De aanpak van probleemdrinken: wat kan uw rol daarin zijn? Actieplan van het Partnership Vroegsignalering Alcohol 4.1 Kortdurende interventies als public health-strategie Door vroegsignalering en kortdurende interventies als onderdeel van een public health-strategie in te zetten, zou op populatieniveau het aantal probleemdrinkers verminderd kunnen worden (Babor en anderen, 2003; Room, Babor & Rehm, 2005). Effectieve public healthprogramma s moeten voldoen aan een aantal voorwaarden: er is consensus over de definitie van het probleem er is begrip over de achtergronden van het probleem er zijn betrouwbare screeningsinstrumenten voorhanden de in te zetten interventies zijn effectief het implementeren van de interventies is kosteneffectief. Vroegsignalering en kortdurende interventies voor probleemdrinkers voldoen aan al deze voorwaarden. De ingrediënten voor het invoeren van een public health-strategie zijn dus aanwezig. Maar een werkelijk effectieve preventieve benadering is pas mogelijk als we grote groepen kunnen screenen en als de interventies op brede schaal uitgevoerd kunnen worden. De situatie in ons land is wat dat betreft kansrijk. Zo biedt de eerstelijns gezondheidszorg - meer in het bijzonder de huisartsenpraktijk - een prima mogelijkheid om een grootschalig screeningsprogramma op te zetten. De meeste Nederlanders zijn immers ingeschreven bij een huisarts. Systematisch screenen van alle volwassen patiënten in een drukke huisartsenpraktijk is waarschijnlijk echter niet haalbaar. Het is daarom reëel om de systematische screening te beperken tot hoog-risicogroepen, en screening in specifieke situaties. De selectie van hoog-risicogroepen kan gebeuren op basis van epidemiologische gegevens (bijvoorbeeld mannen van middelbare leeftijd) of op basis van de gezondheidsrisico s die alcoholgebruik kan hebben voor bepaalde groepen (jong-volwassenen en zwangere vrouwen). Screening in de huisartsenpraktijk Er zijn verschillende opties voor screening in de huisartsenpraktijk: screening van alle patiënten (door de receptionist, praktijkassistent of arts zelf): ideaal, maar niet altijd praktisch of haalbaar screening van alle patiënten gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld per zes maanden gedurende één maand): hierdoor worden probleemdrinkers goed geïdentificeerd, maar slechts in beperkte periodes screening van alle nieuwe patiënten bij aanmelding: nieuwe probleemdrinkers worden geïdentificeerd screening van bepaalde leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld jonge mannen): goede identificatie van probleemdrinkers in bepaalde leeftijdsgroepen, maar probleemdrinkers in andere leeftijdsgroepen worden gemist screening van patiënten met speciale symptomen, diagnoses, signalen, laboratoriumtestresultaten, of patiënten die voor speciale spreekuren komen, zoals voor hoge bloeddruk of diabetes: hierdoor worden met name probleemdrinkers gesignaleerd die al klachten hebben, en het vereist ten minste een arts of praktijkassistent. Bron: Anderson, Gual en Colom (2005). Een andere mogelijkheid voor grootschalige screening biedt het internet. De meeste huishoudens in Nederland beschikken inmiddels over internet en er zijn goede zelfscreeningsinstrumenten en effectieve zelfhulpprogramma s voorhanden. Het bereik van internet is zelfs groter dan dat van de eerstelijns gezondheidszorg: het is laagdrempeliger, de interventies die via internet worden aangeboden lijken effectiever en het kost minder geld om ze aan te bieden en te onderhouden. 4.2 Settings voor kortdurende interventies Kortdurende interventies kunnen in zeer diverse settings worden uitgevoerd. Welke mogelijkheden zijn er voorhanden? Huisartsenpraktijk De huisartsenpraktijk is een zeer geschikte setting voor kortdurende interventies. Huisartsen hebben over het algemeen een vertrouwensrelatie met hun patiënten. Praktijkassistenten kunnen de patiëntengroep screenen en na een goede training ook interventies uitvoeren. De huisarts kan een patiënt eventueel doorverwijzen naar de gespecialiseerde verslavingszorg als een kortdurende interventie niet werkt. De huisarts kan bovendien spreekuren instellen voor mensen met alcoholproblemen, eventueel te bemensen door een speciaal opgeleide praktijkassistent of door een externe expert, bijvoorbeeld een hulpverlener of preventiemedewerker uit de verslavingszorg. Instellingen voor verslavingszorg De meeste instellingen voor verslavingszorg hebben kortdurende interventies in hun behandelaanbod. Daarnaast hebben deze instellingen preventieafdelingen die probleemdrinken en alcoholverslaving kunnen helpen voorkomen. Particuliere verslavingszorg Probleemdrinkers kunnen ook terecht in particuliere verslavingszorginstellingen of psychologenpraktijken die zich specifiek richten op verslavingsproblemen. Kortdurende interventies vormen soms een onderdeel van het behandelaanbod. Algemene ziekenhuizen Onder ziekenhuispatiënten komen relatief veel probleemdrinkers voor. Ziekenhuizen zijn effectieve settings voor kortdurende interventies, omdat de patiënten er vaak gemotiveerder zijn voor verandering van hun (drink)gedrag. Spoedeisende hulp Veel mensen die een afdeling spoedeisende hulp bezoeken, hebben een alcoholgerelateerd ongeluk gehad of zijn slachtoffer van alcoholgerelateerd geweld. Personen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt zijn vaak ontvankelijker voor interventies, ook als het gaat om het verminderen van de eigen alcoholconsumptie. Verloskundigen en gynaecologen Alcoholconsumptie is schadelijk voor het ongeboren kind. Als er aanwijzingen zijn dat een zwangere vrouw moeite heeft om niet te drinken, is een kortdurende interventie in deze setting een goede optie. 15

RIAGG, eerstelijns psychologenpraktijken en algemeen maatschappelijk werk Alcoholgebruik gaat vaak gepaard met psychische klachten. Het is daarom altijd gewenst om in deze settings het alcoholgebruik van cliënten in kaart te brengen en er eventueel een interventie aan te bieden. Bij ernstige alcoholafhankelijkheid is doorverwijzing naar de verslavingszorg gewenst. Werk De werkplek biedt ook mogelijkheden voor kortdurende interventies. In sommige beroepen is er vaker sprake van probleemdrinken, bijvoorbeeld in de horeca. Maar er kan ook een relatie zijn tussen alcoholgebruik en werkverzuim. Arbodiensten hebben de mogelijkheid om te screenen op probleemdrinken en kunnen uitstekend kortdurende interventies aanbieden. Onderwijs Gezien de hoge prevalentie van probleemdrinken onder jongeren die een opleiding volgen, zou in het onderwijs een preventieprogramma kunnen starten. Dat kan bijvoorbeeld in samenwerking met de studentengezondheidszorg (schoolartsen, psychologen). Gemeenten GGD en en instellingen voor verslavingszorg spelen een rol in de collectieve preventie en bij de uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. De preventie van probleemdrinken heeft in veel gemeenten prioriteit. Via het gemeentelijk beleid kan het lokale bestuur probleemdrinken op de maatschappelijke agenda zetten en vroegsignalering en kortdurende interventies mogelijk maken. Thuiszorg De thuiszorg heeft mede een taak op het gebied van signalering, preventie en begeleiding van alcoholproblemen. Soms worden gespecialiseerde gezinsverzorgenden ingezet in probleemgezinnen waarbij één of beide ouders afhankelijk zijn van alcohol. Zelfhulp en internethulp voor probleemdrinkers Voor probleemdrinkers die de drempel naar de hulpverlening te hoog vinden, is zelfhulp vaak een goede eerste stap om het alcoholgebruik te minderen. Onderzoek laat zien dat zelfhulp een effectieve manier is om probleemdrinken te verminderen, en dat deze nog effectiever is via internet. Krijgen mensen met alcoholproblemen voldoende hulp? Slechts een klein deel van de mensen met alcoholproblemen krijgt daadwerkelijk hulp. Dat heeft onder meer te maken met de implementatiegraad van hulp bij alcoholproblemen. Wat is daarover bekend? Huisartsenzorg Voor de huisartsenzorg bestaat het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LIHN), waarin op basis van de gegevens van ruim 120 huisartsenpraktijken activiteiten van huisartsen worden geregistreerd. Hoeveel patiënten met hulpvragen over alcoholproblemen bij de huisarts komen, is uit de LIHN-registratie niet op te maken (Jabaaij, 2002). Wel is bekend dat 63 per honderdduizend patiënten medicijnen tegen alcoholafhankelijkheid krijgen. Naar schatting wordt slechts tussen de 10 en de 30 procent van de personen met alcoholproblemen door de huisarts herkend (Meerkerk en anderen, 2005). Verslavingszorg Uit het registratiesysteem LADIS blijkt dat 26.874 personen in 2003 vanwege alcoholgebruik geregistreerd stonden bij de (ambulante) verslavingszorg. Dit is naar schatting 3 procent van het aantal mensen met alcoholmisbruik of -afhankelijkheid. De LADIS-cijfers geven geen inzicht in het percentage probleemdrinkers dat hulp zoekt bij de verslavingszorg. Ook is niet duidelijk welk percentage een kortdurende interventie heeft ondergaan en welk percentage een meer intensieve behandeling. Maar uit het gegeven dat slechts 3 procent van de personen met alcoholproblemen hulp zoekt, kunnen we afleiden dat het bereik onder probleemdrinkers niet hoog is. Zelfhulp en internet Er zijn verschillende zelfhulpsites voor probleemdrinkers: MinderDrinken.nl, alcoholdebaas.nl en de zelfhulpsite van de Jellinek. Er is nog geen systematische registratie van de bezoekersaantallen beschikbaar. Overige settings Uit de registratiegegevens van ziekenhuizen, ggz-instellingen en thuiszorg valt niet af te leiden of daar hulp wordt geboden aan personen met alcoholproblemen. Alcohol Infolijn De Alcohol Infolijn is de landelijke vraagbaak voor mensen met vragen over alcohol. De lijn biedt ook de mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek. Doordat de Infolijn laagdrempelig en makkelijk toegankelijk is, kan deze ook worden ingezet om adviezen te geven aan mensen met beginnende alcoholproblemen. 16