GGZ Gerelateerd politiewerk.



Vergelijkbare documenten
Samenwerking met de politie. Door Hans Slijpen, Accountmanager gezondheidszorg, Eenheid Midden Nederland, 20 november 2013.

Brochure crisismaatregel

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Gedwongen opgenomen. Wat zijn mijn rechten en plichten? Inbewaringstelling (IBS)

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Veiligezorg [header/logo ziekenhuis] De patiënt is verward en erg boos Omgaan met ziektegerelateerde agressie en geweld

Ketensamenwerking met Zorginstellingen.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Van Bopz naar Wet verplichte GGZ

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Protocol RM psychogeriatrie Gooi & Vechtstreek

Bemoeizorg Parkstad. Volwassenen

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Onvrijwillige opname op een BOPZ-afdeling met vrijheidsbeperkende maatregelen Inbewaringstelling of rechtelijke machtiging

De Crisismaatregel (CM) in de Wet Verplichte GGZ

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Stichting Pandora GEDWONGEN OPNAME. Stichting Pandora, februari /8

Wet Verplichte GGZ. Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag. 28 juni 2017

Uw rechten en behandeling

Hulp en informatie om huiselijk geweld te stoppen. Help jezelf. Help de ander cent per minuut.

Als de Raad u om informatie vraagt

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

# #$%#&#' ( &&)*++, (

Achterblijven na een huisverbod...

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

U hoeft geen postzegel te plakken! Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief nemen wij contact met u op.

Conflict en aangifte. module 3. Sport, dienstverlening en veiligheid

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Factsheet gemeenten

Gedwongen opname Uw rechten en plichten

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

openbare Cees Wilkeshuisschool

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Juridische problematiek. Mieke van den Bergh jurist Maasstad Ziekenhuis

Praktische informatie voor mensen van wie de partner of huisgenoot een huisverbod heeft gekregen. Achterblijven na een huisverbod...

Rechten van kinderen, jongeren en hun ouders

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Ik heb een klacht, wat nu? Landelijk Meldpunt

Meldcode Excellent Leven Stappenplan Ouderenmishandeling, Huiselijk geweld, Kindermishandeling

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en betrokkenen

Samenwerking tussen Flevoziekenhuis en politie/ justitie KNMG Symposium Huizen 21 november Katrijn Broekman, jurist Flevoziekenhuis

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Als ouders uit elkaar gaan

Gedwongen opname met een rechterlijke machtiging (RM)

Ouderen VAN VERWIJZING NAAR BEHANDELING INFORMATIE VOOR DE CLIËNT. Onderdeel van Arkin

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

P70 Omgaan met agressie

GEDRAGSCODE voor patiënten en bezoekers

Informatie voor betrokkenen

Waar gaan we het over hebben?

Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld

BureauJeugdzorgDrenthe. februari 2005 /

Wegwijzer crisis en acute zorg in Hart van Brabant

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

1 Aanleiding. 2 Melding. Conclusies Stappen Door wie? Voorwaarden. Laatste wijziging: Vindt familie / hulpverlener / omgeving

Voor een veilig thuis (werkwijze OZG)

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Delier. Informatie voor familie en betrokkenen

Als een gedwongen opname nodig is

Als opvoeden een probleem is

Waar loopt de zorgaanbieder tegen aan?

Hoofdstuk 6 Dit hoofdstuk gaat over: het recht op vrijheid

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT?

Meldcode Cibap Vakschool

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Uw rechten en behandeling

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO

Rechten in de psychiatrie Informatie over een gedwongen opname in het psychiatrisch ziekenhuis

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Uw rechtspositie. bij een voorwaardelijke machtiging FOTO: WILLEM WOZNITZA FOTO: WILLEM WOZNITZA FOTO: ARENDO SCHIPPER

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

Informatie over gedwongen opname

Als ouders uit elkaar gaan

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Transcriptie:

GGZ Gerelateerd politiewerk. Een Informatiebrochure voor politiemensen. Door Hans Slijpen, Accountmanager Gezondheidszorg, Politie Nederland, 2014, in opdracht van de landelijke expertgroep GGZ van de politie.

Inhoud Inleiding blz. 3 1. Juridisch kader blz. 3 2. Wet BOPZ blz. 4 3. Wet Verplichte GGZ blz. 5 4. Procedure beoordeling door crisisdienst blz. 5 5. Strafrechtelijke vervolging van patiënten blz. 9 6. Niet-acute situaties blz. 11 7. Casusoverleg blz. 12 8. Mishandeling en huiselijk geweld blz. 13 9. Bedreiging of mishandeling van hulpverleners blz. 13 10. Potentieel Gevaarlijke Eenlingen blz. 14 11. Weglopers en vermisten blz. 15 12. Taakverdeling blz. 16 13. Vervoer blz. 17 14. Convenanten blz. 18 15. Discussie en klachten blz. 18 16. Omgang met verwarde personen blz. 19 17. Stappenplan blz. 20 18. Ziektebeelden blz. 22 19. Crisiskaart blz. 23 20. Veelgestelde vragen blz. 24 21. Slot blz. 27 Bijlage 1. Vervoer blz. 29 Bijlage 2. Overzicht portefeuillehouders blz. 30 2

Inleiding Een groot deel van het werk van de politie heeft direct of indirect te maken met burgers die verslaafd zijn of psychiatrische problemen hebben. Sommigen hebben een combinatie van meerdere problemen tegelijk. Grof geschat heeft minstens 20 % van al het politiewerk daarmee te maken. Zo heeft 70 tot 80 % van alle veelplegers een GGZ-achtergrond. Diverse onderzoeken in gevangenissen laten ook zien dat het percentage verslaafden, psychiatrische patiënten en mensen met meervoudige problemen, onder de gedetineerden erg hoog is. Daarbij is de politie veel tijd kwijt aan mensen die in de war zijn of mensen die iedere keer opnieuw overlast veroorzaken, bijvoorbeeld omdat ze dronken zijn. Het doel van deze brochure is om politiemedewerkers beter te informeren over de samenwerking met de hulpverlening en de gezondheidszorg. Die samenwerking is soms behoorlijk complex. Deze brochure is daarom ook een naslagwerk, waarin je de afspraken die de politie met veel instellingen heeft, kunt opzoeken en waarin je kunt nazoeken wat er van je verwacht wordt. In heel Nederland zijn die afspraken soms verschillend. De belangrijkste verschillen zijn in deze notie opgenomen. Informeer hoe het een en ander binnen jouw eenheid is afgesproken. 1. Juridisch kader Ten aanzien van gedwongen opnames in de psychiatrie geldt nog steeds de wet Bijzondere Opnames in Psychiatrische Ziekenhuizen.(Wet BOPZ). Vanaf 2015 1 gaat deze Wet BOPZ echter vervangen worden door de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheids Zorg (Wet Verplichte GGZ). In deze notitie zullen daarom beide wetten worden aangehaald. Het belangrijkste verschil voor de politie is dat de wet BOPZ niet de mogelijkheid biedt om iemand aan te houden ten einde beoordeeld te worden door de crisisdienst. De Wet verplichte GGZ gaat die mogelijkheid wel bieden. Wanneer er sprake is van een misdrijf of een overtreding is politieoptreden juridisch goed onderbouwd. Wanneer er echter geen sprake is van een overtreding of een misdrijf, maar de betrokkene heeft wel hulp nodig, wordt het moeilijk. Doordat de wet BOPZ (Bijzonder Opnames in Psychiatrische Ziekenhuizen) daarin geen oplossing biedt wordt er vaker verwezen naar artikel 3 van de Politiewet, waarin ondermeer staat dat de politie tot taak heeft om te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Dit is echter een taakstellend artikel dat in principe niet bedoeld is om de politie bepaalde bevoegdheden toe te kennen. Artikel 25 van de Ambtsinstructie regelt de zorgplicht in het geval van verwarde personen die een gevaar vormen voor de openbare orde of voor zichzelf. Indien mogelijk moet de politie deze personen in eerste instantie overdragen aan het eigen zorgkader (familie, huisarts, casemanager of een medische - of hulpverleningsinstelling). Als dat niet mogelijk is, kan de verwarde persoon meegenomen worden naar het politiebureau en van daar uit moet er direct gebeld gaan worden met de crisisdienst. 1 Op het moment van schrijven kan nog niet met zekerheid gezegd worden dat de Wet Verplichte GGZ ook daadwerkelijk wordt ingevoerd in 2015 3

In veel gevallen zal er sprake zijn van een noodsituatie of een overmachtsituatie (artikel 40 Wetboek van strafrecht), waarbij het gevaar alleen voorkomen kan worden door hem of haar in te sluiten. Kortom, in een dergelijk geval moet de politie optreden. Het nalaten van het verlenen van hulp in een noodsituatie is zelfs strafbaar, ook voor de politie. (artikel 450 Wetboek van strafrecht.) Er zal hier een afweging gemaakt moeten worden, waarbij het beter is te veel, dan te weinig te doen. Een wellicht onterechte vrijheidsberoving is achteraf te verantwoorden, nalatigheid is echter veelal niet te herstellen. Zoals al opgemerkt gaat de Wet Verplichte GGZ wel de mogelijkheid bieden om iemand aan te houden ten einde beoordeeld te worden door de crisisdienst. Wel geeft deze wet heel duidelijk aan dat patiënten alleen mogen worden ingesloten op een politielocatie wanneer zij verdacht worden van het plegen van een strafbaar feit. Soms kunnen de omstandigheden het noodzakelijk maken dat de politie bij de tenuitvoerlegging van de gedwongen opname, geweld toepast. Deze bevoegdheid moet uiteraard worden toegepast met inachtneming van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. (artikel 7 Politiewet 2012). 2. Wet BOPZ In de Wet Bijzondere Opnames in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet BOPZ) is geregeld hoe verwarde personen gedwongen kunnen worden opgenomen. Als dat acuut moet gebeuren praten we over een civielrechtelijke In Bewaring Stelling (IBS) volgens de wet BOPZ. De burgemeester kan de politie de opdracht geven om een verwarde persoon aan te houden. (artikel 20 lid 4 wet BOPZ). Als dat niet acuut hoeft te gebeuren praten we over een Rechterlijke Machtiging (RM) volgens de wet BOPZ. De officier van justitie kan de politie de opdracht geven om een verwarde persoon aan te houden. (artikel 66, Wet BOPZ) In de wet BOPZ staat ook dat de politie om een verwarde persoon aan te kunnen houden, elke plaats mag betreden waar de op te nemen persoon zich bevindt. Kortom de politie heeft de bevoegdheid om een woning te betreden en iemand aan zijn kleding of lichaam te onderzoeken om wapens of gevaarlijke voorwerpen af te nemen (artikel 20 lid 5/artikel 66 lid 3, Wet BOPZ). De medewerkers van de crisisdienst hebben die bevoegdheid niet. Wanneer de patiënt zich tegen zo n opname verzet, mag de politie op grond van de wet BOPZ zelfs dwang gebruiken. Soms wordt een patiënt zo geïmponeerd door de politie, dat het toepassen van dwang of geweld achterwege kan blijven. Achteraf vragen agenten zich dan af, of de medewerkers van de crisisdienst het niet alleen hadden afgekund. Toch is dit geen reden om deze taak niet door de politie te laten doen. De juridische onderbouwing voor enig politieoptreden in de fase van de acute crisissituatie tot de uitslag van de beoordeling door de medewerkers van de crisisdienst, is echter niet goed in de Wet BOPZ geregeld. Zoals al opgemerkt, zal er dan een afweging gemaakt moeten worden tussen het belang van de persoonlijke vrijheid en het belang van hulpverlening voor deze verwarde persoon. De nieuwe wet Verplichte GGZ biedt die juridische onderbouwing wel. 4

3. Wet verplichte GGZ De nieuwe wet Verplichte GGZ is er op het moment van schrijven nog niet. Mogelijk wordt deze wet in 2015 ingevoerd. Art 7 lid 4 van deze nieuwe Wet Verplichte GGZ. zegt: Voorafgaand aan de beslissing over een crisismaatregel kan gedurende korte tijd verplichte zorg aan een persoon worden verleend, indien redelijkerwijs mag worden verondersteld dat een crisismaatregel zal worden genomen. Deze fase mag maximaal 12 uur duren. Dat betekent dat zowel de politie als de GGZ iemand zo lang mag vasthouden ter beoordeling van de crisisdienst. Daarnaast is deze wet heel duidelijk: Patiënten mogen alleen worden ingesloten op een politielocatie wanneer zij ook verdacht worden van een strafbaar feit (overtreding en/of misdrijf). Dat is overigens ongeacht of zij ook strafrechtelijk veroordeeld gaan worden voor dit strafbare feit. Het is nog niet overal zo geregeld dat patiënten ter beoordeling direct overgebracht kunnen worden naar een GGZ-locatie. Daardoor zal er vooralsnog op veel plaatsen vaker een beroep op de politie worden gedaan. In de toekomst hopen we dat dit in het hele land op dezelfde wijze is geregeld en dat patiënten niet meer worden ingesloten op een politiebureau, tenzij er sprake is van een strafbaar feit. De wet verplichte GGZ kent nog maar één maatregel en dat is de zorgmachtiging. Een speciaal soort zorgmachtiging is de crisismaatregel. Bij de wet verplichte GGZ vertegenwoordigt de burgemeester het bevoegd gezag tenzij er ook sprake is van strafbare feiten. In dat geval ligt deze taak bij het Openbaar Ministerie. Beiden kunnen de politie opdracht geven om de GGZ te ondersteunen bij het ten uitvoer brengen van de Wet Verplichte GGZ. 4. Procedure beoordeling door crisisdienst. Bij de benadering van een verwarde persoon denk je altijd eerst aan je eigen veiligheid. (zie ook het stappenplan op blz. 21.) GGD of arrestantenarts. Op de meeste plaatsen is het nog steeds zo geregeld dat de politie eerst de GGD-arts of de arrestantenarts moet bellen. Deze bepaalt vervolgens of de crisisdienst gebeld kan worden. Politie Nederland wil van deze werkwijze af. Het verdient de voorkeur dat er rechtstreeks gebeld kan worden met de crisisdienst. Alleen wanneer er sprake is van een duidelijke lichamelijke reden, zoals dronkenschap of het gebruik van drugs/medicijnen of lichamelijk letsel moet er direct gebeld gaan worden naar een GGD-arts of een arrestantenarts. Uiteraard kan de medewerker van de crisisdienst op grond van zijn bevindingen, achteraf ook vragen om een lichamelijk onderzoek van de patiënt. Kortom informeer bij je leidinggevende of je in jouw eenheid rechtsreeks de crisisdienst kunt benaderen. Bekende of onbekende patiënt Wanneer het gaat om een bekende patiënt kan het zijn dat het helemaal niet nodig is dat de crisisdienst komt. Een patiënt die al een maatregel heeft, hoeft immers niet meer beoordeeld te worden. De mensen van de crisisdienst kunnen wel nakijken wat de specifieke afspraken zijn voor deze al bekende patiënt, zodat hij /zij snel overgedragen kan worden aan het eigen zorgkader. 5

Wanneer de politie een melding over een verwarde persoon krijgt die nog niet bekend is, zijn achtereenvolgens de volgende partijen aan zet: 1. Politie 2. GGD-arts/Vangnet en Advies (in sommige eenheden) 3. Crisisdienst 4. Burgemeester en/of officier van justitie 5. Ambulancedienst 6. Opname afdeling van de GGZ 7. Officier van justitie 8. Rechter 9. Gespecialiseerde GGZ-afdeling 10. Familie en gedurende het hele proces uiteraard de patiënt zelf. De rol van de hulpofficier. Wanneer iemand van zijn vrijheid wordt beroofd, omdat hij is aangehouden, moet de rechtmatigheid daarvan altijd gecontroleerd worden door een hulpofficier van justitie. Binnen sommige eenheden bepaalt de hulpofficier ook of de crisisdienst gebeld moet gaan worden, en op sommige plaatsen doet hij dat ook zelf. Ook bepaalt de hulpofficier of iemand ter beoordeling overgebracht kan worden naar de GGZ. In andere eenheden kan de betrokken agent zelfstandig deze beslissingen nemen. Ga na hoe dat binnen jouw eenheid geregeld is. Beoordeling ter plekke Een beoordeling door de mensen van de crisisdienst kan in principe overal plaatsvinden. De taak van de politie is uitsluitend het zorgdragen voor de veiligheid en het voorkomen van het wegvluchten van de patiënt. Een beoordeling op de openbare weg waar de veiligheid, maar ook de privacy van de patiënt moeilijk te waarborgen is, heeft meestal niet de voorkeur. De politie gaat op grond van een melding of op verzoek van de crisisdienst ter plaatse en beoordeelt de situatie daar. Bij aantreffen van een ernstig verwarde persoon bekijkt de politie of het mogelijk is dat de crisisdienst de persoon ter plekke beoordeelt. De aanblik van een vervuilde of gevaarlijke woonsituatie kan voor de medewerkers van de crisisdienst soms doorslaggevend zijn. Beoordeling op het politiebureau Wanneer er sprake is van een strafbaar feit of van aanhoudende overlast kan de politie de verwarde persoon aanhouden en naar het politiebureau brengen waar de betrokkene vervolgens beoordeeld wordt door de crisisdienst. Uiteraard moet ook het strafrechtverhaal gewoon doorlopen. Overtredingen of voortdurende overlast worden ook gezien als een strafbaar feit op grond waarvan iemand mag worden ingesloten op een politiebureau. In veel crisissituaties is het belangrijk dat er snel wordt doorgepakt om de crisis te kunnen beëindigen. Lang twijfelen is dan soms erger dan het mogelijk onterecht insluiten op een politiebureau. De politie belt zo snel mogelijk naar de crisisdienst en vraagt om een beoordeling. Soms worden dergelijke beoordelingen ook in een penitentiaire inrichting gedaan, zodat iemand na ontslag uit detentie direct door kan naar een gesloten afdeling van de GGZ. 6

Beoordeling bij de GGZ Wanneer er geen sprake is van een strafbaar feit kan de politie ook beslissen om de persoon rechtsreeks naar de GGZ toe te brengen. Informeer of dit in jouw eenheid al zo geregeld is, want deze mogelijkheid bestaat nog niet overal. Voordat een verwarde persoon rechtstreeks naar de GGZ gebracht wordt, moet er eerst gebeld worden naar de crisisdienst om de komst van de patiënt aan te melden. Bij die aanmelding is het van belang dat de volgende onderwerpen benoemd worden: O.G.C.G.O. 2 1. Observatie Omschrijf wat je ziet en onder welke omstandigheden je de patiënt hebt aangetroffen. 2. Gedrag Beschrijf het gedrag van de patiënt, en of dat ook gepast was in de situatie waarin de patiënt zich bevond. 3. Communicatie Leg uit wat de patiënt zegt en vooral ook hoe het gezegd wordt. 4. Gevaar Leg uit waarom je de patiënt een gevaar voor zich zelf en/of zijn omgeving vindt 5. Omgeving Waar bevindt de patiënt zich en wie is daar nog meer? Aankomst crisisdienst De afspraak in het landelijke convenant met GGZ Nederland is dat de crisisdienst uiterlijk binnen twee uur arriveert. Op veel plaatsen is er afgesproken dat dit slechts 1 uur mag duren. De politie blijft in principe verantwoordelijk tot de patiënt volledig is overgedragen aan de crisisdienst en de mensen van de crisisdienst toestemming geven om te vertrekken. De medewerker van de crisisdienst hoort het verhaal aan van de betrokken agent en heeft al gezien, of het hier gaat om een bekende patiënt waar voor speciale afspraken gelden. Als dat niet het geval is bekijken de medewerkers van de crisisdienst of: Er sprake is van een geestelijke stoornis Er sprake is van een acuut gevaar Er een verband bestaat tussen het gevaar en de stoornis Het gevaar niet op enig andere wijze is af te wenden De patiënt vrijwillig wil worden opgenomen Via een computersysteem (BOPZ-online) handelen zij verder de hele procedure af. Naast het feit dat zij met de patiënt moeten gaan praten, moeten de mensen van de crisisdienst met veel verschillende partijen overleggen, alvorens zij een opname geregeld hebben. Zo moet er in sommige gevallen een (digitale) handtekening van de burgemeester geregeld worden, er moet een plek op de juiste afdeling worden gereserveerd, er moet overlegd worden met de huisarts en met de familie van de patiënt. 2 Vrij vertaald van The Psychiatric Public Emergency Assesment Tool, Wright & McGlen 2008 (ABCDE: Appearance and Atmosphere, Behavior, Communication, Danger, Environmment) 7

Bij een opname regelt het personeel van de crisisdienst een ambulance. Ten slotte moet er teruggekoppeld worden aan de betreffende agent, of de dienstdoende hulpofficier wat er verder gaat gebeuren. Vraag hier ook zelf om vanuit de politie. In sommige gevallen is het handig om voor een eventuele volgende crisissituatie al een afspraak op persoon/locatie in BVH te zetten. Bedenk dat dit hele proces lang kan duren wanneer bijvoorbeeld een van de betrokken partijen minder goed bereikbaar is, of er langer doorgesproken moet gaan worden over de soort opnameplek die nodig is. Aankomst Ambulancedienst Deze arriveert binnen een half uur na de vraag van de mensen van de crisisdienst om vervoer, op de beoordelingslocatie. (ook deze norm kan per ambulancedienst verschillen.) Wanneer het ambulancepersoneel daar om vraagt, biedt de politie assistentie bij het vervoer binnen het verzorgingsgebied van de ambulancedienst. (zie hiervoor ook hoofdstuk 13) Tijdsduur Het streven is om, in het belang van de patiënt, de organisatie van de opname zo snel mogelijk af te ronden. Landelijk is er afgesproken dat een opnameprocedure vanaf de melding bij de crisisdienst tot aan de opname op de afdeling binnen 6 uur moet zijn afgerond. Wanneer er echter ook nog sprake is van een strafbaar feit, ernstige agressie, lichamelijk letsel of meerdere crisissituaties tegelijkertijd, lukt dit meestal niet. Soms moet de patiënt dan immers op grond van het strafbare feit eerst overgebracht worden naar een politiebureau. Of er moet toch eerst een lichamelijk onderzoek plaatsvinden. En daardoor gaat alles uiteraard langer duren. Informatie-uitwisseling Bij een IBS vindt er binnen vijf dagen een rechtszitting plaats in het psychiatrisch ziekenhuis waar de patiënt is opgenomen. Soms beschikt de politie over informatie die voor de rechter van belang kan zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om een verwarde persoon waar de wijkagent al geruime tijd veel informatie over heeft verzameld (in BVH). Mogelijk zijn er al de nodige processen verbaal van bevindingen opgemaakt of zijn er al veel mutaties over deze patiënt geschreven. Wanneer de verwarde persoon acuut gedwongen moet worden opgenomen en de politie beschikt over informatie die voor de rechter van belang kan zijn, dan moet deze informatie in een proces verbaal van bevindingen, voorzien van een tijdlijn, worden vastgelegd. Denk daarbij aan foto s en een omschrijving van de sociale omstandigheden, de situatie en de gemoedstoestand van de verwarde persoon. Dit proces-verbaal moet bij een IBS direct naar de officier van justitie die de Wet BOPZ in portefeuille heeft, gemaild worden. Daarbij moet dan het verzoek gedaan worden om dit proces verbaal tijdig aan de rechter voor te leggen. Die rechter moet immers beslissen over de gedwongen opname en de informatie van de politie kan daarbij heel belangrijk zijn. Een andere mogelijkheid is dat bijvoorbeeld de wijkagent vraagt of hij als getuige gehoord kan worden door de rechter. (via het secretariaat van de rechters/familierecht). Het kan zijn dat de rechter voor de zitting belt en telefonisch geïnformeerd wil worden, of dat de betrokken agent op de zitting aanwezig moet zijn. 8

5. Strafrechtelijke vervolging van psychiatrische patiënten. De ervaring leert dat de strafrechtelijke vervolging vaker achterwege blijft wanneer de crisisdienst gebeld wordt. Het is echter belangrijk om te weten dat strafrecht en zorg elkaar ook heel goed kunnen aanvullen en dat het niet altijd een keuze is tussen strafrecht of zorg, maar dat er ook combinaties mogelijk zijn. Iemand is nooit alleen maar een patiënt. Soms kunnen patiënten zeer weloverwogen een strafbaar feit plegen, waar zij volledig toerekeningsvatbaar voor geacht kunnen worden. Zo zijn er ook vaker patiënten die zich achter hun ziektebeeld verschuilen, op het moment dat zij mogelijk strafrechtelijk vervolgd gaan worden. Uiteraard moeten psychiatrische patiënten, die strafbare feiten plegen, naast het feit dat ze geholpen worden, ook gewoon strafrechtelijk vervolgd worden. Het is ook niet aan de politie om te bepalen of iemand toerekeningsvatbaar is. De beslissing om later te seponeren moet door de juiste personen gebeuren. Casus: Verkeersdeelnemers bellen de politie want er staat een jonge dame aan de verkeerde kant van de reling op een groot viaduct. Het lijkt er helemaal op dat zij in het kanaal wil gaan springen. Collega s gaan ter plaatse. Het verkeer en het scheepvaart verkeer worden stil gelegd. Daarvoor worden steeds meer collega s ingezet, duikers worden opgeroepen, er wordt een ambulance bijgehaald. Er worden onderhandelaars opgeroepen. En ondertussen proberen de collega s voortdurend in gesprek te blijven met het meisje dat er duidelijk een eind aan wil maken. Naarmate de tijd verstrijkt en er meer maatregelen worden genomen stijgt de adrenaline bij alle betrokkenen tot ongekende hoogte. Het meisje begint steeds harder te bibberen van de kou en dreigt ook daardoor haar greep op de reling te verliezen. Met veel tact en geduld weten de collega s haar aan de veilige kant van de reling te krijgen. Er gaat een zucht van oplichting door alle betrokken collega s heen. Het meisje krijgt een deken om zich heen en wordt naar de gereedstaande ambulance begeleid. Via de crisisdienst blijkt dat het gaat om een bekende patiënt. Zij gaat direct naar de GGZ instelling waar zij weer wordt opgenomen. De betrokken collega s zijn hoogstverontwaardigd wanneer zij achteraf de kritiek krijgen dat zij haar geen bekeuring hebben gegeven voor het hinderen van het verkeer. Moeten we zo n zielig hoopje mens dat zelfmoord wil plegen, nog verder de grond in stampen met een domme bekeuring? Bij het nazoeken van informatie over de betrokken patiënte, blijkt dat ze dit soort zaken veel vaker heeft gedaan. Dit is haar manier om een opname af te dwingen. De behandelend arts van de GGZ mag het niet hardop zeggen, maar laat met klem weten dat de politie gewoon haar werk moet doen, net zoals ze dat bij ieder ander ook gedaan zou hebben. Want zo zegt ze: Een simpele bekeuring heeft soms meer resultaat dan het toedienen van medicatie. 9

Combinaties tussen strafrecht en gedwongen opnames In sommige extreme gevallen kan er met het Openbaar Ministerie afgesproken worden dat bekeuringen voor overtredingen worden gebundeld. Denk bijvoorbeeld aan een alcoholist die regelmatig overlast overtredingen pleegt. (Openbare dronkenschap, wildplassen etc.) Een eenmaal opgebouwde gevangenisstraf kan omgezet worden in een voorwaardelijk straf die het mogelijk maakt om iemand bijzondere voorwaarden op te leggen, zoals het accepteren van hulpverlening en het nakomen van afspraken met de betrokken hulpverleners. Het kan ook goed zijn dat een verwarde persoon eerst opgenomen moet worden met een IBS, zodat hij voor zijn psychiatrische ziekte behandeld kan worden en dat hij daarna alsnog kan worden aangehouden voor een strafbaar feit. Wanneer een verdachte lichamelijk gewond is, laten we hem immers ook eerst behandelen in een algemeen ziekenhuis alvorens hij wordt ingesloten. Bij psychiatrisch patiënten moet dat niet veel anders zijn. In dat geval moeten er wel duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de politie en de opname instelling. Zo kan er afgesproken worden dat de instelling de politie waarschuwt, wanneer de patiënt met ontslag gaat. Wanneer dat soort afspraken niet mogelijk zijn, moet er in sommige extreme gevallen overwogen worden om bewaking in te stellen binnen de instelling. Dat is uiteraard een beslissing die de officier van justitie moet nemen. Andersom kan het voorkomen dat de politie iemand aanhoudt die een IBS, een RM of een zorgmachtiging heeft. In dat geval is er dus een zorginstelling die verantwoordelijkheid draagt voor deze persoon. Het is dan erg belangrijk dat de instelling op de hoogte gebracht wordt van de aanhouding en dat er afspraken gemaakt worden. Denk daarbij aan eventuele medicatie. In veel gevallen kan de patiënt direct overgedragen worden aan de instelling. Voor ambulante hulpverleners kan het erg belangrijk zijn om hun patiënt na zijn arrestatie te kunnen bezoeken op het politiebureau, het arrestantencomplex of in de gevangenis. Er moeten immers altijd afspraken gemaakt worden voor het moment dat de arrestant met ontslag gaat. Zo kan het voorkomen dat een gedetineerde aansluitend op zijn detentie gedwongen moet worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Het is dan noodzakelijk dat, dit al van te voren tijdens de detentie wordt georganiseerd. Patiënten die tijdens hun opname binnen de zorg instelling de personeelsleden van die instelling bedreigen of mishandelen, moeten in veel gevallen ook strafrechtelijk vervolgd worden. Medewerkers van zorg instellingen zijn ook mensen met een Veilige Publieke Taak, en zij moeten conform de ELA 3 aangifte kunnen doen. Het is een misvatting om te denken dat er geen aangifte hoeft te worden opgenomen omdat de patiënt op een gesloten afdeling zit en strafrechtelijke vervolging daarom geen zin zou hebben. Vaak is het nu juist belangrijk dat er een justitiële titel komt om iemand gedwongen te kunnen behandelen, daarvoor is het wel nodig dat er een strafrechtelijke veroordeling komt. Een aanhouding op heterdaad van een patiënt binnen een zorginstelling, die zojuist het personeel heeft bedreigd en die vervolgens wordt ingesloten op een politiebureau, geeft het personeel van de GGZ ook de mogelijkheid om een dergelijke patiënt over te plaatsen naar een andere afdeling of instelling. 3 ELA staat voor Eenduidige Landelijke Afspraken 10

6. Niet-acute situaties Hierbij moet je denken aan zorgwekkende situaties rond mensen die soms ernstige overlast veroorzaken voor de omgeving. Het gaat dan om sociaal kwetsbare mensen met meervoudige problemen op diverse levensgebieden, zoals psychiatrische - en/of verslavingsproblematiek en/of een verstandelijke beperking. Ook betreft het soms mensen die vereenzamen of mensen die zichzelf of hun omgeving vervuilen, daklozen, mensen met stil leed of mensen die door onvoldoende zelfredzaamheid in de problemen komen met bijvoorbeeld financiën of huisvesting. Dus het gaat ook om mensen die geen overlast veroorzaken maar die toch problemen hebben. Wanneer je ongerust bent over zo iemand, kun je de volgende dingen doen: 1. Kijk in BVH, iemand kan al een casemanager vanuit de hulpverlening hebben, of mogelijk staat er een afspraak op persoon/locatie waarbij ook een contactpersoon wordt genoemd. 2. Overleg met de medewerkers van de crisisdienst, mogelijk kunnen zij je vertellen waar de betrokken persoon al onder behandeling is. 3. Wanneer je geen contactpersonen hebt kunnen vinden, maar je vindt dat er nu toch iets moet gebeuren, meldt het dan bij een meldpunt van de GGD of de gemeente. Ook dit is in alle eenheden nog verschillend georganiseerd en heet overal weer anders. Ga niet zelf heel veel rondbellen naar allerlei hulpverlenende instellingen of opvanginstellingen. Casus Een 63 jarige mevrouw woont alleen. Haar man is twee jaar geleden overleden. Mevrouw heeft dit verlies slecht kunnen verwerken. Ze drinkt meer dan goed voor haar is. De buren maken zich erg ongerust. Geleidelijk komen er steeds vaker overlastmeldingen bij de politie binnen. Mevrouw schreeuwt haar eenzaamheid en haar verdriet letterlijk van zich af. Strafrechtelijk kan de politie daar niets mee, want als zij daar zijn, is mevrouw weer rustig. De meldingen worden vastgelegd en daar blijft het bij. Mevrouw vertoont zich steeds minder in het openbaar en als de buren haar zien dan krijgen ze de indruk dat mevrouw steeds slechter voor zich zelf zorgt. Ook de dochter van mevrouw is erg ongerust, maar zij woont ver weg en kan naast haar eigen gezin niet ook nog voortdurend bij haar moeder zijn. Niemand weet dat mevrouw ook lichamelijke klachten heeft en dat zij daarvoor naar de huisarts is gegaan. Die heeft haar doorverwezen naar het ziekenhuis. Na een langere onzekere periode waarbij diverse onderzoeken zijn gedaan, blijkt dat mevrouw kanker heeft. Mevrouw is erg ontdaan en drinkt nog meer. Weer komen er meerdere meldingen bij de politie binnen. Totdat het helemaal misgaat. Mevrouw heeft een pan op het vuur gezet en is deze helemaal vergeten. De vlam slaat in de pan en er ontstaat brand. Het is inmiddels twee jaar geleden dat de wijkagent voor het eerst een melding over deze mevrouw kreeg. Daarna zijn er veel meer meldingen geweest. Helaas heeft de wijkagent haar nooit aangemeld bij het meldpunt van de GGD. 11

Wanneer je een melding per E-mail verstuurt zorg dan dat je de volgende gegevens hebt genoemd: 1. Naam van de betrokkene, 2. Adres van de betrokkene, 3. Geboortedatum van de betrokkene, 4. Evt. telefoonnummer van de betrokkene zelf of andere betrokkenen, 5. Evt. bekende hulpverleners, 6. Korte omschrijving van de problemen. 7. Een telefoonnummer of E-mail adres waarop je bereikbaar bent voor een evt. nadere toelichting. Mocht je sommige informatie niet hebben, leg dan even uit waarom je die informatie niet hebt. Sommige meldpunten of loketten zijn alleen tijdens kantooruren of van 08.30 tot 12.30 uur bereikbaar. Een melding per E-mail is dan vaak wel zo efficiënt. Het correct muteren van kleine meldingen kan later heel belangrijk worden. Bij sommige, soms uitzichtloze, probleemsituaties is nu eenmaal geen snelle oplossing mogelijk. Het is dan vooral belangrijk dat er al meteen begonnen is met dossiervorming. Rapporteer daarom uitvoerig in BVH. Zeker wanneer er erg veel achter elkaar gebeurt, is het belangrijk om een soort journaal bij te houden. Die informatie kan later helpen bij het forceren van een oplossing. 7. Casusoverleg In de meeste plaatsen bestaat er zoiets als een Lokaal Zorg Netwerk. Dat is een structuur van casusoverleggen waarbij met name hulpverleners van verschillende instellingen rond de tafel zitten om hun werkzaamheden af te stemmen en om sommige moeilijke casuïstiek te bespreken. Wijkagenten zijn daarbij (al of niet op afroep) aanwezig. Natuurlijk kan de politie hier ook casussen inbrengen. In sommige gevallen moet er een zorg-conferentie worden belegd. Dat is een ad hoc bijeenkomst van alle betrokken hulpverleners en partijen, om één moeilijke casus te bespreken. Wanneer je zo n bijeenkomst nodig hebt, zorg dan dat je niet op de voorzittersstoel terecht komt. Via de gemeente of de GGD kan een dergelijke bijeenkomst worden georganiseerd. 12

8. Mishandeling en huiselijk geweld Kindermishandeling of een vermoeden daarvan meld je bij Bureau Jeugdzorg of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Is er voor een minderjarige acuut en dringend hulp nodig, dan kan het team Spoedeisende Zorg van Bureau Jeugdzorg worden gebeld. (Alle telefoonnummers vindt je op http://www.bureaujeugdzorg.info/hoofdlocaties/) Ook huiselijk geweld kun je melden bij het Steunpunt huiselijk geweld. Denk daarbij niet alleen aan geweld tegen partners, maar ook aan (mogelijk) geweld tegen andere huisgenoten. Ouderen die mishandeld of verwaarloosd worden, kunnen hier ook gemeld worden. (Via de postcode vind je alle telefoonnummers op http://www.politie.nl/onderwerpen/huiselijkgeweld.html) Als je twijfelt over het wel of niet inschakelen van deze instanties, bel ze dan en overleg eerst met hen. Zij willen graag met je meedenken. 9. Bedreiging of mishandeling van hulpverleners In het kader van het programma Veilige Publieke Taak heeft het Openbaar Ministerie aangegeven dat zij een hogere strafeis zal stellen, wanneer er sprake is van het bedreigen of mishandelen van hulpverleners in de uitvoering van hun vak. Dat geldt niet alleen voor ambulancepersoneel en politieagenten, maar ook voor personeel van de crisisdienst of van een psychiatrische afdeling. Voorwaarde is echter wel dat dit duidelijk is opgenomen in de aangifte. Het is goed mogelijk dat een leidinggevende namens de instelling aangifte doet en dat het slachtoffer gehoord wordt als getuige. Beiden zullen meestal domicilie kiezen op het adres van de instelling. Zij willen hiermee voorkomen dat de dader hun privéadres krijgt. Gebruik nooit het adres van het politiebureau, want een eventuele correspondentie naar aanleiding van deze aangifte/melding komt dan niet op de goede plek terecht. Wanneer er vervolgens alsnog bezwaren bestaan tegen het verstrekken van persoonsgegevens door de getuige, volgt er een gesprek met een hulpofficier en kan er besloten worden dat er een getuigeverklaring onder nummer kan worden afgelegd. Politie en Openbaar ministerie accepteren deze gang van zaken. 13

10. Potentieel Gewelddadige Eenlingen Een verwarde man met psychosociale problemen. Mogelijk werkeloos, geen dagbesteding, eventueel ook schulden en weinig tot geen contact met vrienden en familie (geen sociaal vangnet). Hij voelt zich in de steek gelaten en richt zijn woede en frustraties op de maatschappij. Het begint met een boze brief aan een wethouder en escaleert al snel met dreigende taal richting het Koninklijk Huis en/of bewindspersonen. Hij wil gerechtigheid en mogelijk fantaseert hij ook over het gebruik van geweld. Een verontruste beveiliger ziet hem ook steeds vaker rondhangen in de buurt van het Binnenhof. Voor zijn omgeving is hij nauwelijks bereikbaar. Dit is in het kort het profiel van een Potentieel Gewelddadige Eenling (PGE). Een persoon die vanwege (ernstige) psychosociale problemen een risico vormt voor de maatschappelijke veiligheid. Team Dreigingsmanagement Het team Dreigingsmanagement (TDM) heeft een succesvolle aanpak voor deze doelgroep ontwikkeld, gericht op zorg en risicoreductie. Door een PGE naar de juiste zorg te begeleiden en te blijven monitoren, zullen uiteindelijk ook de ontstane risico s afnemen. Het multidisciplinaire team werkt hierin nauw samen met partners in de zorg, openbaar bestuur en collega s in de eenheden. Aanpak De aanpak bestaat uit het verzamelen en analyseren van (politie)informatie, het opstellen van een risicotaxatie, advisering ten behoeve van nationale evenementen, bejegeningsadvies, samenstellen van dreigingsmanagementteam (o.a. politie, GGZ) en een plan van aanpak (zorg, toezicht, begeleiding, etc). Doelgroep De aanpak van TDM is uitsluitend gericht op PGE s die (be)dreigingen uiten of een risico vormen voor publieke personen in het landelijke domein en in bijzondere situaties het regionale domein. Denk aan leden van het Koninklijk Huis, bewindspersonen en hooggeplaatste vertegenwoordigers van internationale organisaties. Casus aanmelden Heb jij in jouw eenheid te maken met een persoon die voldoet aan het profiel van een PGE? Lees dan de onderstaande criteria door en meld jouw casus aan: De persoon vormt door woord of gedrag een dreiging voor personen in het Rijksdomein De persoon handelt zonder medewerking van of samenwerking met anderen (solist) Er zijn aanwijzingen voor een psychiatrische stoornis en/of psychische, sociale en maatschappelijke problemen bij de dreiger Er is sprake van een fixatie Er is sprake van een (escalerend) patroon van bedreigen en/of overlast. Advies vragen Voldoet jouw casus niet aan bovenstaande criteria, bijvoorbeeld omdat het dreigingen tegen lokale publieke personen betreft, zoals collegeleden en gemeenteraadsleden? Neem dan contact op met TDM voor advies of meer informatie. 14

Contact Het Team Dreigingsmanagement maakt onderdeel uit van de Dienst Informatieknooppunt Bewaken en Beveiligen, die valt onder de Dienst Landelijke Informatieorganisatie van de Landelijke Eenheid. Voor meer informatie, advies of het aanmelden van een casus, bel 088-6629364, mail naar MailboxIPOLPDM@klpd.politie.nl of kijk op PolitieKennisNet. 11. Weglopers en vermisten Een psychiatrisch ziekenhuis is geen gevangenis. Iemand die gedwongen is opgenomen in de psychiatrie kan weglopen. Vaak komt dat ook doordat er uitgeprobeerd moet worden of iemand wel met vrijheden om kan gaan. Ook kan het voorkomen dat iemand wel een rechterlijke machtiging heeft, maar dat dit een voorwaardelijke machtiging is. En uiteraard kan het gebeuren dat de patiënt die gedwongen is opgenomen, met verlof mag en vervolgens al of niet op tijd terug keert. De afspraak met psychiatrische ziekenhuizen en andere instellingen (bv. gehandicapten zorg) is dat zij eerst een afweging maken of iemand wel door de politie moet worden opgespoord. Ook gaan zij eerst zelf zoeken. Wanneer het personeel van de instelling weet waar de betreffende patiënt verblijft, zullen zij eerst zelf proberen om hem/haar terug te halen. Pas wanneer dit niet lukt, schakelen zij de politie in. Omdat in die situatie bekend is waar de patiënt/cliënt zich bevind, hoeft er geen aangifte van vermissing gedaan te worden. Ook wanneer een patiënt die vrijwillig was opgenomen, tegen advies is vertrokken, het niet bekend is waar de patiënt verblijft en de behandelende arts zich ongerust maakt over de gezondheid van zijn patiënt, dan kan deze patiënt als vermist gesignaleerd worden. De politie wordt dus alleen ingeschakeld, als er een beroep op de bevoegdheden van de politie moet worden gedaan. Concreet is dat in de volgende situaties: De patiënt is onvindbaar en moet opgespoord worden. Bij gevaar voor de patiënt of diens omgeving. Bij vluchtgevaar. De patiënt verschanst zich in een woning. De patiënt kan mogelijk gewelddadig worden. (Opsporingsbevoegdheid) (Alle bevoegdheden) (Alle bevoegdheden) (Bevoegdheid betreden woning) (Bevoegdheid om geweld te gebruiken op de openbare weg.) Wanneer één zelfde patiënt 6 keer of meer als vermist wordt opgegeven vanuit de zelfde instelling, in een periode van 12 maanden tijd, wordt er contact opgenomen met de piketofficier. Deze beslist of de betrokken patiënt opnieuw moet worden gesignaleerd. Tevens worden de naam en het aantal keren dat deze patiënt al als vermist geregistreerd stond in de afgelopen 12 maanden, doorgegeven aan de BOPZ-officier. Let op: Deze afweging door de officier van justitie moet iedere keer opnieuw gemaakt worden omdat de risico s iedere keer kunnen verschillen. Het kan zijn dat de omstandigheden de 12 e keer dat iemand wegloopt, heel urgent zijn. 15

12. Taakverdeling Politie Strafrechtelijke aanpak van strafbare feiten. Signalering, opsporen en aanhouden van vermiste patiënten. Veiligheid tijdens procedures om te komen tot een gedwongen opname (in het kader van de wet BOPZ of de wet Verplichte GGZ) en tijdens het vervoer. Het voorkomen van het wegvluchten van de patiënt tijdens de beoordeling. Vervoer naar politiebureau en naar de GGZ-beoordelingslocatie. Betreden van woning. Fouilleren van patiënten die gedwongen zijn of worden opgenomen. GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg, psychiatrische ziekenhuizen en crisisdiensten) Beoordelingen in kader van Wet BOPZ/Wet verplichte GGZ Verwijzing. Het (regelen van) patiëntenvervoer. Opname van de patiënt. Behandeling en verzorging van de patiënt. Openbaar ministerie Strafrechtelijke vervolging van strafbare feiten. Opdrachtgever van de politie wanneer er ondersteuning geboden moet worden bij het uitvoeren van een RM (wet BOPZ) of van een zorgmachtiging (wet Verplichte GGZ). De officier kan een verzoekschrift voor een zorgmachtiging indienen Burgemeester Opdrachtgever van politie bij het bieden van ondersteuning bij het uitvoeren van een IBS (Wet BOPZ) of een Crisismaatregel (Wet Verplichte GGZ.) Rechter Bekrachtiging van de IBS en de rechterlijke machtiging en het toekennen van de zorgmachtiging. (Wet BOPZ) Toetst of de procedure voor het verkrijgen van de zorgmachtiging goed is verlopen en of er zorginhoudelijk de juiste afwegingen zijn gemaakt, daarvoor kan hij zich ook laten adviseren door de politie. (Wet Verplichte GGZ) Ambulancedienst Vervoer van patiënten. Acute behandeling van patiënten. Arrestantenarts/GGD of particulier bedrijf Controle van gezondheid van arrestanten. Behandeling van arrestanten. Verwijzing van arrestanten bij ontslag. Beoordeling detentiegeschiktheid. Bloedonderzoek artikel 8. Sporenonderzoek aan lichaam. Afnemen van bloed, urine, DNA of andere lichaamsstoffen voor forensisch onderzoek. 16

NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) Beoordeling detentiegeschiktheid. Gerechtelijk vooronderzoek psyche (GVO-psyche). Rapportage voor de rechtbank. TBS-advies. Observatie en diagnostiek van gedetineerden. GGD en/of gemeenten Lijkschouwing. Uitvoeren OGGZ-regierol van gemeenten, voorzitter bij casusoverleg of zorgconferenties. Beheer meldpunt niet acute zorg of WMO-loket Vangnet en Advies Aanpak vervuilde woningen Familie Zorg voor de patiënt Hand en spandiensten. En last but not least: de patiënt zelf 13. Vervoer De richting waarin het vervoer gaat is bepalend voor wie dit vervoer doet: Moet een verwarde persoon naar het politiebureau gebracht worden, dan vervoert de politie. Moet een onbekende patiënt ter beoordeling van de crisisdienst naar een GGZbeoordelingslocatie, dan vervoert de politie. Moet hij/zij naar een instelling waar hij al onder behandeling is, dan organiseert deze instelling het vervoer. Vaak zal die instelling daarvoor de ambulance dienst inschakelen. Moet iemand naar een strafrechtinstelling binnen de eenheid, dan vervoert het RAPT Moet iemand naar een strafrechtinstelling buiten de eenheid, dan vervoert de DJI Buiten kantooruren kan er meestal geen ambulancevervoer plaatsvinden naar instellingen buiten het verzorgingsgebied van de ambulancedienst. Daarom is er afgesproken dat deze patiënten eerst binnen dit verzorgingsgebied worden opgenomen om vervolgens de volgende dag alsnog naar het andere verzorgingsgebied te worden vervoerd. De vervoerder is verantwoordelijk tijdens het vervoer. De ambulancedienst kan een beroep doen op de politie om ondersteuning, wanneer er sprake is van een gevaarlijke patiënt. Wanneer een patiënt van de ene instelling naar de andere vervoerd moet worden, is het de verantwoordelijkheid van de eerste instelling om de patiënt zodanig voor te bereiden op het vervoer, dat politieondersteuning hierbij niet nodig is. Wanneer een patiënt tegen zijn/haar wil vervoerd moet worden, omdat er sprake is van een gedwongen opname, staat zo iemand veelal gesignaleerd bij de politie. Deze signalering is zichtbaar op de meldkamer ambulancezorg en daarom voldoende bewijs voor het ambulancepersoneel om over te gaan tot het gedwongen vervoer van deze patiënt. (Let op dit 17

is nog niet in alle eenheden zo georganiseerd, omdat niet alle ambulancediensten op dezelfde manier werken.) Wanneer een patiënt al onder behandeling is, bepaalt de behandelend arts, voor welke vorm van vervoer er gekozen moet worden. In sommige gevallen volstaat het, dat de casemanager zijn patiënt op de fiets komt ophalen om hem terug te brengen naar de afdeling. In andere gevallen wordt de familie ingeschakeld. Wanneer iemand vanuit detentie naar een instelling moet worden vervoerd, verdient het vaak de voorkeur om het vervoer nog tijdens de detentie te laten plaatsvinden. In dat geval kan de Dienst Vervoer en Ondersteuning van de DJI het vervoer doen. Voor een overzicht van alle vervoersmogelijkheden verwijzen we naar de tabel vervoer. (Zie bijlage 1. op blz. 29.) 14. Convenanten Met de meeste GGZ-instellingen, veel instellingen in de gehandicaptenzorg en ambulancediensten zijn er convenanten gemaakt, waarin de samenwerking met de politie is geregeld. In grote lijnen zijn de afspraken in die convenanten voor al deze instellingen hetzelfde. Op operationeel niveau is de wijkagent of de wijkchef het eerste aanspreekpunt voor de instelling. Op managementniveau is dat de portefeuillehouder gezondheidszorg van jouw eenheid. Op politiekennisnet kun je nazoeken wie dat voor jouw eenheid is. (zie ook bijlage 2. op blz. 30.) Op bestuurlijk niveau is dat de politiechef van jouw eenheid. 15. Discussies en klachten Voorkom discussies op het verkeerde moment, met de verkeerde persoon: Ga nooit tijdens een crisismelding of een crisissituatie een discussie voeren met een verpleegkundige of een hulpverlener over de kerntaken van de politie! Deze hulpverlener of verpleegkundige is immers niet verantwoordelijk voor het gevoerde instellingsbeleid. Mocht je naar aanleiding van concrete incidenten of klachten niet tevreden zijn over de samenwerking met de hier genoemde ketenpartners, dan kun je een mail sturen naar de portefeuillehouder gezondheidszorg van jouw eenheid. (zie bijlage 2 op blz. 30.) Noem hierbij ook een BVH-nummer zodat hij de zaak verder kan uitzoeken. Hij zal vervolgens contact opnemen met de juiste personen binnen de betreffende instelling en koppelt de resultaten aan je terug. In hele extreme gevallen kan er (net zoals bij de politie) een officiële klachtenprocedure worden gestart, middels een brief aan het bestuur van de betrokken instelling. Dat kan uitsluitend door de portefeuillehouder en dan ook nog in afstemming met de eenheidsleiding. Dit kan zelfs resulteren in een officiële klacht bij de IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg) en de medische tuchtraad. Overigens gebeurt dit uiteraard alleen in heel uitzonderlijke gevallen, waarbij de samenwerking met de betrokken instelling behoorlijk onder druk komt te staan. 18

Bij compleet vastgelopen situaties is het aan te raden om ook advies in te winnen in de landelijke expertgroep GGZ, bij de IGZ, en bij vastgelopen casuïstiek het CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise) 16. Omgang met verwarde personen. Door de hieronder beschreven gedragsregels te volgen, kan het contact met een persoon in een psychiatrische crisis gemakkelijker en beter verlopen. a. Wees je ervan bewust dat de persoon een andere belevingswereld heeft dan jij. Soms zien en horen psychiatrische patiënten dingen die er niet zijn. Ze denken vaak op een irrationele manier. Als je, je daar bewust van bent, is het gemakkelijker om te begrijpen waarom zij zich soms vreemd, vervelend of agressief tegen jou gedragen. Het is dan ook gemakkelijker om zelf rustig en zakelijk te blijven. Je bent dan beter in staat om in te spelen op het gedrag van de ander en een inschatting te maken van de situatie. Ga niet mee in de waanideeën van de persoon, maar probeer hem ook niet te corrigeren. Leg uit dat je begrijpt dat de persoon zo denkt, maar dat jij daar anders tegen aan kijkt. b. Houd een veilige afstand. Een psychische stoornis kan bij de patiënt gevoelens van angst en frustratie opwekken. Als jij te dichtbij komt of onverwachte dingen doet, kan de persoon zich extra bedreigd voelen. Uit angst kan hij vervolgens agressief of onberekenbaar reageren. Let bij de benadering van de persoon dus goed op hoe hij op jou reageert. Kijk hoe dichtbij je kunt komen zonder dat de ander zich in het nauw gedreven voelt. Houd dus een afstand die zowel voor jou als voor de ander veilig is. c. Wees duidelijk. Personen in een psychiatrische crisis hebben vaak moeite om informatie te verwerken. Gebruik daarom korte zinnen. Gebruik geen dubbele ontkenningen. Als je bijvoorbeeld zegt: ik zeg niet dat ik u niet wil helpen, zal de persoon alleen onthouden dat je hem niet wilt helpen. d. Blijf zakelijk, maar vriendelijk. Sommige psychiatrische patiënten zullen je in hun problemen proberen te betrekken. Anderen zullen met je in discussie proberen te treden. Leg uit dat jij alleen bent gekomen om het probleem dat nu speelt op te lossen. Andere problemen moeten een andere keer worden opgelost. e. Neem de tijd. Als je het probleem te snel probeert op te lossen, zul je minder oog hebben voor de problemen van de persoon. Deze zal zich door jou niet begrepen voelen en minder snel geneigd zijn om met je mee te werken. Uiteindelijk zal het daardoor langer duren voordat je het probleem kunt oplossen. 19

17. Stappenplan Het hieronder beschreven stappenplan geeft een algemene leidraad voor de benadering van een persoon in een psychiatrische crisis. Iedere situatie is echter anders, waardoor je soms van dit stappenplan af zult moeten wijken. 1. Stel jezelf voor en vertel waarom je bent gekomen. Stel de persoon op zijn gemak. Probeer vanaf het eerste moment het vertrouwen van de persoon te winnen. Maak duidelijke dat je geen bedreiging vormt. Als hij jou niet vertrouwt, zal hij extra gespannen raken. Hij zal dan niet kunnen of willen meewerken. 2. Vraag aan de persoon hoe hij heet en of hij kan vertellen wat er aan de hand is. Probeer waarom-vragen zoveel mogelijk te vermijden. De persoon kan dan het gevoel hebben dat hij zich moet verantwoorden en zich defensief gaan opstellen. Probeer te achterhalen of iemand drugs of medicijnen heeft gebruikt. Neem dan de verpakking mee voor de hulpverleners van de gezondheidszorg, zodat zij een betere beoordeling kunnen maken. Als de persoon helemaal niet kan of wil meewerken, bel dan meteen de crisisdienst. 3. Vat het verhaal van de ander samen. Door het verhaal samen te vatten, kun je controleren of je de persoon goed begrepen hebt. 4. Toon begrip voor het verhaal van de ander, maar geef aan hoe jij er tegen aankijkt. Voor een psychiatrische patiënt vormen zijn hallucinaties, angsten en wanen de werkelijkheid. Het heeft geen zin om te proberen de persoon te overtuigen van het feit dat zijn ideeën niet kloppen. Beter is het om de ander te steunen door te vertellen dat je snapt dat hij dat zo voelt en denkt. Tegelijkertijd kun je echter wel aangeven dat jij daar anders tegen aan kijkt. 5. Leg uit dat je denkt dat de persoon een beetje ziek is en vraag of hij een crisiskaart (zie blz. 23) heeft. Bij veel (o.a. allochtone) mensen ligt er nog een taboe op psychische stoornissen. Als je tegen zo iemand zegt dat hij in de war is, zal hij zich beledigd voelen. Hij zal zich dan defensief opstellen. Daarom is het beter om te zeggen dat iemand een beetje ziek is en dat je daarom wil dat een dokter hem onderzoekt 6. Stel voor jezelf vast of de persoon overlast veroorzaakt en welke juridische consequenties dit eventueel heeft. Als de persoon overlast veroorzaakt, dient daar direct tegen opgetreden te worden. Als een persoon in een psychiatrische crisis zit, heeft het echter niet veel zin om het met hem over de juridische consequenties van zijn gedrag te hebben. Hij zal je niet kunnen of willen begrijpen. Beter is het om voor jezelf de feiten te noteren, zodat je hier later, als de persoon weer rustig is, op terug kunt komen. 7. Maak duidelijk welk doel jij wilt bereiken. Jouw doel zal vaak zijn dat de overlast stopt en/of dat de persoon door een arts onderzocht wordt. Geef daarbij aan dat je samen met de persoon een oplossing wilt zoeken. 20

8. Vraag aan de ander hoe hij denkt dat jouw doel bereikt kan worden. Als gevolg van hallucinaties, wanen en angsten kunnen jouw oplossingen soms negatieve emoties oproepen bij een psychiatrische patiënt. Hij zal dan niet mee willen werken. Aandringen op je eigen oplossing zal alleen tot meer weerstand leiden. Beter is het daarom aan de ander te vragen op welke wijze hij het probleem wil oplossen. Geef daarbij wel duidelijk aan wat jij wilt bereiken. Vertel wat de consequenties zijn als de persoon blijft weigeren om mee te werken. Daarmee geef je hem een keuze, waardoor hij vaak alsnog zal gaan meewerken. 9. Neem contact op met de juiste crisisdienst of de casemanager van de persoon. Wanneer iemand een vaste casemanager heeft, kan het zijn dat diens telefoonnummer is terug te vinden in BVH. Omschrijf desgevraagd wat je ziet en onder welke omstandigheden je de patiënt hebt aangetroffen. Beschrijf het gedrag van de patiënt en of dat ook gepast was in de situatie waarin de patiënt zich bevond. Leg uit wat de patiënt zegt en vooral ook hoe het gezegd wordt. Leg uit waarom je de patiënt een gevaar vindt voor zich zelf en/of zijn omgeving. En tenslotte vertel je waar de patiënt zich bevindt en wie daar nog meer aanwezig zijn. (OGCGO, zie blz.7.) Houdt het beperkt, en laat de interpretatie van datgene wat je ziet over aan de mensen van de GGZ. 10. Zorg voor de persoon. Wanneer hij of zij op het politiebureau wordt ingesloten of in een verhoorkamer geplaatst wordt, kan dit tot extra verwarring of angst bij de persoon leiden. Leg hem daarom duidelijk uit wat er verder zal gebeuren. Hang een briefje op waarop staat waar hij is en wat de verdere procedure is. 21