Klantprofiel en Wft intake DGA 2013/1a



Vergelijkbare documenten
Klantprofiel en Wft intake individueel 2013/1

Rapport Klantprofiel en Wft intake collectief 2013/1

Klantprofiel en Inventarisatiemodel Pensioen - Werkgever

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

Zwitserleven DGA Pensioen.

Verlenging van uw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

DGA pensioen opbouw. Zo ja, hoeveel. Zo ja, moet u hier verplicht aan deelnemen? Zo ja, geldt er voor u een dispensatie?

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

Klantprofiel en inventarisatiemodel collectief pensioen. Gegevens onderneming. Gegevens contactpersoon. Kennis en ervaring

Verlenging van uw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Handleiding Persoonlijk Pensioen Plan Collectief Online

Zo nee, bestaan er plannen om een Beroeps-, Bedrijfstak of ondernemingspensioenfonds op te starten?

PNO DC LIFE CYCLE INFORMATIE VOOR WERKGEVERS VOOR IEDEREEN IN DE CREATIEVE SECTOR

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013

Allianz Netto Pensioen. Factsheet november 2014

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Veelgestelde vragen. Algemeen

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Hoe is uw pensioen geregeld?

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling

Van gegarandeerd pensioen naar een pensioenspaarpot

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2017

Allianz Pensioen Wel degelijk. Factsheet 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Reglement excedent-premieregeling Versie: 1 januari 2018

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

ONDERDEEL VAN EEN GEOLIEDE MACHINE

Uw pensioen goed geregeld

HET WERKNEMERS PENSIOEN

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Verlenging van uw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

Allianz Pensioen Wel degelijk. Factsheet 2014

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2018

Let op: Alle vermelde uitkeringen zijn bruto bedragen per jaar. Hierover moeten dus nog premies en belasting worden betaald.

100K+/Netto Pensioen/Netto Lijfrente. Versie 19 januari 2015

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Veranderingen in de premie en kosten

Steens & Partners Accountants en Adviseurs Pensioen DGA 25 november 2013

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Informatie over de Pensioenverzekering

Deelnemerspresentatie november 2018

Hoe is uw pensioen geregeld?

Pensioen Continu Plan

Allianz Nederland Levensverzekering N.V. Tarieven en Bedragen. Allianz Pensioen TB1015

1 UW HUIDIGE SITUATIE

Pensioen Continu Plan nettolijfrente Voor de periode ná uw pensioendatum

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2)

UNIFORM PENSIOENOVERZICHT 2011 Delta Lloyd Levensverzekering NV DATUM PERSOONLIJK PENSIOEN PLAN september 2011

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Welk pensioen kunt u verwachten?

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 3 Premieovereenkomst

Werkt u in deeltijd of gaat u in deeltijd werken, dan bouwt u vanaf dat moment naar rato pensioen op.

Veelgestelde vragen en antwoorden

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Het Werknemers Pensioen. Overzichtelijke pensioenopbouw. Blijvend lage kosten

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Het Individueel Aanvullend Pensioen (IAP)

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

Het Goede Voorbeeld Hoe is uw pensioen geregeld?

Laag 2 netto pensioenregeling. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Netto ouderdomspensioen. Netto nabestaanden- en wezenpensioen

EXCEDENT REGELINGEN BIED UW WERKNEMERS EEN HOGER PENSIOEN. In deze brochure

Allianz Nederland Levensverzekering N.V. Tarieven en Bedragen. Allianz Pensioen TB0114

Pensioen in Eigen Beheer

Welkom. Informatiebijeenkomst Unisys Combi Pensioen

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014

EEN GOED PENSIOEN BEGINT BIJ EEN GOEDE PENSIOENREGELING

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Veranderingen in de premie en kosten

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

Veranderingen in de premie en kosten

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Een nieuw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Pensioen Continu Plan nettopensioen Voor de periode na uw pensioendatum

Percentage van de pensioengrondslag (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) OP en uitgesteld opgebouwd PP

Transcriptie:

Klantprofiel en Wft intake DGA 2013/1a Bedrijfsnaam: Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer algemeen: E-mail algemeen: Naam contactpersoon: Functie: Geslacht: Telefoonnummer: E-mail: Inleiding Met genoegen presenteren wij u een inventarisatiedocument ten behoeve van de invulling van uw pensioenregeling. In dit document leggen wij u een groot aantal keuzes voor. Enerzijds zaken die uw ervaring met en kennis van pensioen betreffen, anderzijds geeft dit document een beschrijving van het fiscale en civiel juridische kader waarbinnen een pensioenregeling dient te worden vastgesteld. Tenslotte komen de eventuele relevante verzekeringstechnische aspecten aan de orde. Op basis van deze beschrijving kunt u keuzes maken omtrent de pensioenregeling. Welke zaken vindt u belangrijk en wilt u terugzien in de pensioenregeling. Vervolg de door u gemaakte keuzes zullen u inzicht geven in de elementen die u belangrijk vindt in uw pensioenregeling; graag bespreken wij deze keuzes met u. Na deze bespreking zullen wij de door u gemaakte keuzes en de motivatie achter de keuzes verwerken in dit document en u doen toekomen en heeft u een pensioenregeling die naadloos aansluit op uw wensen en doelstellingen als werkgever. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 1 van 38

Drie pijlers in Nederland Het verzorgingsysteem in Nederland is gebaseerd op het driepijlermodel van toekomstvoorzieningen. De mogelijkheden voor een DGA wijken hier deels vanaf. In dit document zal hier rekening mee worden gehouden. Deze driepijler gedachte is van toepassing op de volgende drie momenten: de situatie na pensionering; de situatie bij overlijden; de situatie bij arbeidsongeschiktheid. In de eerste pijler is de sociale wetgeving geregeld. Daarbij moet voor wat betreft de eerder genoemde drie momenten worden gedacht aan de AOW (pensionering), de ANW (overlijden) en de WIA (arbeidsongeschiktheid). In de tweede pijler zijn de voorzieningen voor werknemers uit hoofde van een arbeidsverhouding geregeld. Dit betreft dan met name de pensioenregeling. In de derde pijler zijn alle voorzieningen die een persoon in privé heeft getroffen, ondergebracht. Voor wat betreft de contouren van de nieuwe pensioenregeling wordt rekening gehouden met deze derde pijler indien gewenst. Het dak van dit huis wordt gevormd door de gewenste situatie ten aanzien van inkomens- en oudedagsvoorzieningen. Werknemer-grootaandeelhouder (DGA) Ook al is een DGA een werknemer (die ten minste (in)direct 10% aandelen houdt in de werkgever-bv), voor hem gelden aanvullende c.q. afwijkende regels ten opzichte van de gewone werknemer. Deze zien zowel op de fiscale mogelijkheden als op de mogelijkheid om het pensioen niet extern veilig te stellen maar in eigen beheer te kunnen houden. Onder eigen beheer wordt dan verstaan: de werkgever-bv, een Holding-BV of een aparte pensioenlichaam (BV of Stichting). Gezien de dubbelrol van een DGA (aandeelhouder/werkgever/pensioengerechtigde) moet extra zorgvuldig naar zijn pensioen worden gekeken. Hierbij is niet alleen de hoogte van het pensioen van belang, maar zeker óók de gevolgen voor de kosten en dus betaalbaarheid hiervan. Ook is de waardering van het pensioen in eigen beheer van belang. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 2 van 38

Eigen Beheer Een DGA mag zijn pensioen in zijn eigen bedrijf veiligstellen. Het grote voordeel hiervan is dat de pensioengelden binnen de onderneming blijven, waarbij de pensioenpremie gewoon fiscaal aftrekbaar is (voor de vennootschapsbelasting). Het nadeel is tweeledig. Allereerst het risico dat de pensioengelden niet of onvoldoende renderen. Ze mogen immers gewoon als werkkapitaal worden gebruikt. Ten tweede het risico van faillissement. Extra aandacht moet ingeval van eigen beheer besteed worden aan het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen. Een goede keus kan derhalve zijn om deze risico s tot de pensioendatum wel extern te verzekeren. In hoeverre lopende de pensioenopbouw in meer of mindere mate rekening wordt gehouden met het daadwerkelijk gerealiseerde pensioenvermogen in het eigen bedrijf is een keus die voortdurende beoordeeld moet worden. Ook als het pensioen in een eigen Holding- of Pensioen-BV wordt ondergebracht verdienen deze zaken voortdurend en extra aandacht. Zeker als het pensioengeld door de Holding (deels) wordt uitgeleend aan de Werkgever-BV. In alle gevallen moet zakelijk worden gehandeld tussen de betrokken BV s en ook de DGA en dient alles zorgvuldig vastgelegd. Tot slot zijn de ontwikkelingen ten aanzien van het DGA-pensioen van groot belang. Deze zijn de laatste jaren talrijk geweest. Er dient derhalve continue aandacht te zijn voor het up-to-date houden van de pensioenovereenkomst, alsook de wenselijkheid en betaalbaarheid hiervan. Zeker bij eigen beheer zal rekening moeten worden gehouden met de kosten van het up-to-date houden van de pensioenregeling in al haar facetten. Ook zal voldoende aandacht besteed moeten worden aan het vermogensbeheer van de pensioengelden in geval van eigen beheer. De zorgplicht hiervoor van zowel de werkgever (de toezeggende en beherende BV), de DGA zelf, als de betrokken adviseurs is van groot belang en zal (fors) toenemen naarmate de pensioendatum nadert. Algemeen Als eerste zullen wij u een aantal vragen voorleggen die betrekking hebben op algemene zaken, uw risicoprofiel en uw ervaring. Op basis van deze gegevens kunnen wij ons een perfect beeld vormen van uw achtergrond, zodat wij heel goed in staat zijn u een passend advies te geven. U bent niet verplicht de vragen 1) tot en met 61) in te vullen. Wanneer u de algemene vragen wenst over te slaan, kunt u direct verder naar vraag 63). 1) Wat is de datum van de intake? a) 2) Op welke pensioentoezegging heeft deze intake betrekking? a) Individuele toezegging. b) Individuele toezegging aan DGA. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 3 van 38

3) Wat is de aard van de onderneming? a) 4) Welke bedrijfsactiviteiten kent de onderneming? a) 5) Verwacht u de komende jaren een wijziging/uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 5) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 7). 6) Welke wijziging verwacht u in de bedrijfsactiviteiten van de onderneming in de komende jaren? a) 7) In welk bedrijfsonderdeel is de betreffende werknemer werkzaam? a) 8) Is voor de werknemereen BPF of BPR van toepassing? a) BPF. b) BPR. c) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 8) c) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 11). Opmerking: Wanneer u bij vraag 8) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 10). 9) Welk BPF is op de werknemer van toepassing? a) Opmerking: Doorgaan naar vraag 11). 10) Welk BPR is op de werknemer van toepassing? a) 11) Is een CAO op de werknemer van toepassing? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 11) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 13). Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 4 van 38

12) Welke CAO is van toepassing op de werknemer? a) Opmerking: Wanneer u bij vraag 8) c) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 16). Opmerking: Wanneer u bij vraag 8) a) of b) en bij vraag 2) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 17). 13) Is de pensioenregeling van uw onderneming ondergebracht bij het door u aangegeven BPF/BPR? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 13) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 17). 14) Is er naast de huidige pensioenregeling bij het BPF/BPR een excedentregeling afgesloten? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 14) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 17). 15) Waar heeft u de excedentregeling ondergebracht? a) Bij het BPF/BPR. b) Bij een verzekeraar. Opmerking: Doorgaan naar vraag 17). 16) Heeft u reeds een pensioenregeling voor uw werknemer gesloten? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 16) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 31). 17) Hoe ziet de huidige regeling eruit? a) Eindloonregeling. b) Middelloonregeling. c) Premieovereenkomst. d) Kapitaalovereenkomst. e) Streefregeling. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 5 van 38

Opmerking: Bij vraag 18) zijn meerdere antwoorden mogelijk. Keuze a) moet minimaal worden ingevuld. 18) Wat is er toegezegd? a) Ouderdomspensioen. b) Partnerpensioen. c) Wezenpensioen. d) Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. e) Arbeidsongeschiktheidspensioen DGA. f) WGA Hiaat. g) WIA Excedent. h) ANW Hiaat. Opmerking: Wanneer u bij vraag 17) a), b), d) of e) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 22). 19) Hoe is in de huidige pensioenverzekering de beschikbare premie vastgesteld? a) Premiepercentage. b) Vast bedrag. Opmerking: Wanneer u bij vraag 19) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 22). 20) Hoe is in de huidige pensioenverzekering het beschikbaar premiepercentage vastgesteld? a) 4% Staffel 1: alleen OP. b) 4% Staffel 2: OP en uitgesteld opgebouwd PP. c) 4% Staffel 3: OP en direct ingaand opgebouwd PP. d) Vast percentage. e) 3% Staffel 1: alleen OP. f) 3% Staffel 2: OP en uitgesteld opgebouwd PP. g) 3% Staffel 3: OP en direct ingaand opgebouwd PP. Opmerking: Wanneer u bij vraag 20) d) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 22). 21) Wordt in de huidige pensioenverzekering de vastgestelde staffel volledig of gedeeltelijk gehanteerd? a) Volledig. b) Gedeeltelijk. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 6 van 38

22) Hoe hoog is in uw huidige pensioenverzekering het beoogde ouderdomspensioen op pensioendatum? a) Vanaf 70% van het laatst verdiende salaris. b) Tussen 50% en 70% van het laatst verdiende salaris. c) Tussen 25% en 50% van het laatst verdiende salaris. d) Minder dan 25% van het laatst verdiende salaris. Opmerking: Wanneer u bij vraag 18) b), c) en/of f) heeft ingevuld, kunt u vraag 23) beantwoorden. 23) Met welk doel is het nabestaandenpensioen toegezegd? a) De nabestaandenvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de ANW-uitkering. b) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen. c) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen aangevuld met een ANW-Hiaat verzekering. d) De nabestaandenvoorziening van maximaal 10.000,-- is benodigd als kleine aanvulling op eigen inkomen van partner. e) De nabestaandenvoorziening is benodigd voor het creeren van een fiscale aftrekpost. Opmerking: Wanneer u bij vraag 18) d) en/of e) heeft ingevuld, kunt u vraag 24) beantwoorden. 24) Met welk doel is het arbeidsongeschiktheidspensioen toegezegd? a) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de WIA-uitkering. b) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening is de enige bron van inkomsten. c) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening dient om tot een volledig arbeidsongeschiktheidspensioen (80%) te komen. d) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening van een gering vast bedrag is benodigd als kleine aanvulling op restant inkomen en vermogen. 25) Is er sprake van een eigen bijdrage voor de werknemer? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 25) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 27). Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 7 van 38

26) Hoe wordt de eigen bijdrage van de werknemer in de huidige regeling vastgesteld? a) Percentage premie. b) Percentage pensioengrondslag. c) Bedrag. 27) Wat is de huidige procentuele verhouding tussen de totale pensioenpremie en de loonsom? a) % 28) Hoe kwalificeert u uw kennis ten aanzien van de huidige pensioenregeling? a) Ik ben niet inhoudelijk betrokken geweest bij de totstandkoming van de huidige regeling. Mijn kennis op het gebied van pensioenen is nihil. b) Ik weet globaal hoe de huidige pensioenregeling in elkaar zit. c) Ik weet exact hoe de pensioenregeling in elkaar zit. d) Naast de huidige pensioenregeling weet ik alle ins en outs op het gebied van pensioenen. Opmerking: Wanneer u bij vraag 17) a) of b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 30). 29) De huidige pensioenregeling is gebaseerd op een premie- of kapitaalovereenkomst. Bent u op de hoogte van de risico's ten aanzien van de zekerheid van de op te bouwen pensioenaanspraken in de pensioenregeling? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Doorgaan naar vraag 33). 30) De huidige pensioenregeling is gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst. Bent u op de hoogte van de financiële risico's in uw pensioenregeling? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Doorgaan naar vraag 33). 31) U heeft nog geen pensioenregeling getroffen. Hebt u wel ervaring met pensioenen? a) Nee, geen enkele ervaring. b) Nee, ik ben wel deelnemer geweest in een pensioenregeling, maar weet niet hoe pensioenregelingen in elkaar zitten. c) Ja, ik ken een aantal pensioenregelingen en weet globaal hoe deze in elkaar zitten. d) Ja, ik heb ervaring met pensioen en weet exact hoe mijn pensioen in elkaar zit. e) Ja, ik heb ervaring met pensioenen en ken alle ins en outs van pensioenen. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 8 van 38

Opmerking: Wanneer u bij vraag 31) a) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 33). Opmerking: Bij vraag 32) zijn meerdere antwoorden mogelijk. 32) Selecteer hier de onderwerpen waar de werkgever kennis van en/of ervaring mee heeft. De werkgever kent de verschillen tussen de verschillende pensioensystemen ten aanzien van: a) De financiële lasten. b) De dekkingsmogelijkheden. c) De zekerheden van pensioenaanspraken. d) De risicobereidheid. 33) Wenst u een nadere toelichting vast te leggen ten aanzien van het kennis- en/of ervaringsniveau van de werkgever? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 33) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 35). 34) U kunt hier een nadere toelichting vastleggen ten aanzien van het kennis en/of ervaringsniveau van de werkgever: a) 35) Wat is uw visie ten aanzien van de kosten van de pensioenregeling? a) De kosten van de pensioenregeling zijn onbelangrijk, wel moet een optimale pensioenregeling worden getroffen. b) De kosten van de pensioenregeling spelen wel degelijk een rol, maar een pensioenregeling die minimaal marktconform is kan en wil de werkgever financieren. c) De kosten van de pensioenregeling spelen een rol, de pensioenregeling moet minimaal marktconform zijn. d) De kosten van de pensioenregeling zijn zeer belangrijk bij de totstandkoming van de pensioenregeling. Er kan slechts een minimale pensioenregeling worden getroffen. Opmerking: Bij vraag 36) zijn meerdere antwoorden mogelijk. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 9 van 38

36) Op basis van de Wft dient u een compleet beeld te krijgen van de financiële positie van de onderneming, zodat de onderneming nu en in de toekomst aan de verplichtingen van de pensioenverzekering kan blijven voldoen. Op welke onderdelen heeft u informatie ingewonnen? a) Current ratio. b) Quick ratio. c) Working capital ratio. d) Solvabiliteitsratio's. e) Rentabiliteitsratio's. f) Winstprognose. Opmerking: Bij vraag 37) zijn meerdere antwoorden mogelijk. 37) Op welke informatiebronnen heeft u het onderzoek naar de financiële situatie van de werkgever gebaseerd? a) De jaarrekening. b) Liquiditeitsoverzichten. c) Interne financiële overzichten. d) Ondernemingsplan. e) Overige financiële gegevens. 38) Hoe beoordeelt u als adviseur de huidige en toekomstige financiële draagkracht van de werkgever ter financiering van de pensioenregeling op basis van de gegevens die u heeft verkregen? a) De werkgever kan de kosten nu en in de toekomst dragen, ongeacht de totale kosten van de pensioenregeling. b) De werkgever kan op dit moment de kosten van de pensioenregeling, ongeacht de totale kosten van de pensioenregeling, dragen. Voor de toekomst kan dit onzeker zijn. c) Voor beoordeling van de financiële draagkracht van de werkgever is het van belang hoe de pensioenregeling eruit ziet. De kostendruk en -ontwikkeling is van belang bij de totstandkoming van de pensioenregeling, maar vormt niet direct een knelpunt. d) De kosten van de pensioenregeling zijn belangrijk bij de totstandkoming van de pensioenregeling. Op basis van de financiële draagkracht van de werkgever dient gekeken te worden wat er in de pensioenregeling mogelijk is. e) Het kostenniveau van de pensioenregeling dient voor nu en voor de toekomst minimaal te zijn. 39) Geef hier uw beoordeling ten aanzien van de huidige en toekomstige financiële situatie van de onderneming. Ga hierbij tevens in op de financiële consequenties van de verschillende pensioensystemen. a) Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 10 van 38

40) Moet een werknemer vooraf zekerheid hebben over de hoogte van zijn pensioenuitkeringen? a) De werknemer moet altijd exact weten hoeveel pensioen hij straks krijgt. De hoogte van de pensioenuitkering mag niet afhankelijk zijn van beleggingsresultaten. b) De werknemer hoeft niet exact te weten hoeveel pensioen hij straks krijgt, maar wel met een grote mate van nauwkeurigheid. c) Voor de werknemer is een globale indicatie van het te bereiken pensioen voldoende. d) De hoogte van het uiteindelijke pensioen van de werknemer is minder belangrijk. Opmerking: Wanneer u bij vraag 40) a) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 44). 41) U gaf aan dat met de belegging van het pensioenvermogen van de werknemer risico genomen kan worden. Hoe is uw kennis van beleggingen het beste te omschrijven? a) Slecht, ik heb geen kennis ten aanzien van beleggingen. b) Matig, ik weet ongeveer het verschil tussen aandelen en renteproducten. c) Voldoende, ik weet de verschillen tussen aandelen, obligaties en renteproducten, de samenhang tussen rendementen en risico's. d) Goed, ik weet hoe de beurs werkt en kan goed keuzes maken en mijn eigen portefeuille samenstellen. e) Perfect, beleggen kent geen geheimen voor mij. Aandelen en obligaties, maar ook derivaten maken onderdeel uit van mijn belegging. Opmerking: Wanneer u bij vraag 41) a) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 44). 42) Hoeveel ervaring heeft u als werkgever met beleggen? a) Ik heb geen ervaring. b) Ik heb ongeveer 1 jaar ervaring. c) Ik heb 1 tot 3 jaar ervaring. d) Ik heb 3 tot 5 jaar ervaring. e) Ik heb meer dan 5 jaar ervaring. Opmerking: Wanneer u bij vraag 42) a) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 44). 43) Met wat voor beleggingen heeft u hoofdzakelijk uw beleggingservaring opgedaan? a) Ik beleg in beleggingsfondsen. b) Ik beleg in obligaties. c) Ik beleg in aandelen. d) Ik beleg in opties en/of futures. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 11 van 38

44) Hoe staat u tegenover het beleggen van pensioengelden? a) Pensioengeld is bedoeld voor de verzorging, beleggen is dan geen optie. b) Pensioengeld als noodzakelijke aanvulling, dan kan er in vastrentende fondsen worden belegd. c) Pensioengeld als welkome aanvulling, dan is beleggen in een Life-cycle fonds een optie. d) Pensioengeld is geen eerste levensbehoefte, dus deel in aandelen moet kunnen. e) Pensioengeld is een van de vele inkomstenbronnen en kan in zijn geheel worden belegd, zonder afbreuk te doen aan de verzorgingsgedachte. Opmerking: Wanneer u bij vraag 44) a) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 46). 45) Hoeveel van het belegd pensioenvermogen mag als gevolg van koersdalingen eventueel verloren gaan? a) Niets. b) Een klein verlies tot 5% is acceptabel. c) Een verlies tot maximaal 15% is acceptabel. d) Een verlies tot maximaal 25% is acceptabel. e) Meer dan 25%. 46) Als de nabestaanden van uw werknemer te weinig pensioen hebben, wat is hiervan de invloed op hun financiële positie? a) De invloed is zeer groot, aangezien het pensioen de enige aanvulling is op de uitkeringen van de overheid. b) De invloed is groot, doch niet onoverkomelijk. c) De invloed is beperkt, via eigen vermogen is het hiaat op te lossen. d) De invloed is zeer beperkt. e) De invloed is verwaarloosbaar 47) Wenst u een nadere toelichting vast te leggen ten aanzien van de risicobereidheid van de werkgever? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 47) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 49). 48) U kunt hier aanvullende opmerkingen vastleggen ten aanzien van de risicobereidheid van de werkgever. a) Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 12 van 38

49) In hoeverre dienen de pensioenlasten naar de toekomst voorspelbaar te zijn? a) Een lichte stijging van de pensioenlasten naar de toekomst als gevolg van het feit dat het salaris stijgt en het ouder worden is acceptabel. Voor het overige dienen de pensioenlasten zo min mogelijk te stijgen. b) Een stijging van de pensioenlasten naar de toekomst is acceptabel. Wanneer de pensioenlasten hoger worden doordat de gemiddelde levensverwachting stijgt of doordat de rekenrente daalt, weet ik dat de pensioenlasten voor de werkgever stijgen. 50) In hoeverre mag de pensioenregeling van invloed zijn op de balanspositie van de onderneming? a) De lasten van de pensioenregeling mogen vooraf geen onvoorziene invloed hebben op de balans van de onderneming. b) Een onverwachte stijging van de pensioenlasten die invloed heeft op de balanspositie van de onderneming is acceptabel. 51) Draagt de werknemer bij in de totale pensioenpremie? a) Ja. b) Nee. Opmerking: Wanneer u bij vraag 51) b) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 53). 52) Hoe wordt de eigen bijdrage van de werknemer vastgesteld? a) Percentage premie. b) Percentage pensioengrondslag. c) Bedrag. 53) Dient pensioen opgebouwd te worden over het volledig pensioengevend salaris? a) Ja, het volledige salaris minus de wettelijk minimale franchise dient als grondslag voor pensioenopbouw. b) Nee, pensioenopbouw vindt plaats tot een bepaald salarisniveau. c) Nee, door toepassing van een verhoogde franchise vindt niet over het gehele pensioengevend salaris pensioenopbouw plaats. d) Nee, de pensioenopbouw wordt beperkt door toepassing van een maximaal salarisniveau en een verhoogde franchise. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 13 van 38

54) Hoeveel ouderdomspensioen wilt u, uitgaande van een volledig dienstverband, ongeveer toezeggen? a) Vanaf 70% van het laatst verdiende salaris. b) Tussen 50% en 70% van het laatst verdiende salaris. c) Tussen 25% en 50% van het laatst verdiende salaris. d) Minder dan 25% van het laatst verdiende salaris. 55) Dient er een nabestaandenvoorziening getroffen te worden in geval van overlijden vóór en/of ná pensioendatum? a) Zowel bij overlijden vóór de pensioendatum als bij overlijden ná de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. b) Uitsluitend bij overlijden ná de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. c) Uitsluitend bij overlijden vóór de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. d) Een nabestaandenvoorziening maakt geen onderdeel uit van de pensioenregeling. Bij overlijden wordt vanuit de pensioenregeling niets uitgekeerd. Opmerking: Wanneer u bij vraag 55) d) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 57). 56) Hoe hoog vindt u dat de voorziening dient te zijn indien de nabestaanden van uw werknemers alleen achter zouden blijven? a) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen aangevuld met een ANW-Hiaat verzekering. b) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen. c) De nabestaandenvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de ANW-uitkering. d) De nabestaandenvoorziening van maximaal 10.000,-- is benodigd als kleine aanvulling op eigen inkomen van partner. 57) Wat wilt u geregeld hebben in geval van arbeidsongeschiktheid? a) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening dient om tot een volledig arbeidsongeschiktheidspensioen (80%) te komen. b) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de WIA-uitkering. c) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening van een gering vast bedrag is benodigd als kleine aanvulling op restant inkomen en vermogen. d) Een arbeidsongeschiktheidsvoorziening maakt geen onderdeel uit van de pensioenregeling. Bij arbeidsongeschiktheid wordt vanuit de pensioenregeling niets uitgekeerd. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 14 van 38

58) Wilt u doorbetaling van de pensioenpremies in geval van arbeidsongeschiktheid meeverzekeren? a) Ja. b) Nee. 59) Wilt u opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten indexeren? a) Ja, zowel de opgebouwde pensioenaanspraken als ingegane pensioenrechten. b) Uitsluitend ingegane pensioenrechten worden geïndexeerd. c) Uitsluitend opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. d) Nee, opgebouwde pensioenaanspraken noch ingegane pensioenrechten worden geïndexeerd. Opmerking: Wanneer u bij vraag 59) d) heeft ingevuld, doorgaan naar vraag 61). 60) Hoe wilt u de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten indexeren? a) Een onvoorwaardelijke verhoging op basis van prijsindex. b) Een onvoorwaardelijke verhoging op basis van loonindex. c) Een onvoorwaardelijke verhoging op basis van een vast percentage. d) Een voorwaardelijke verhoging op basis van prijsindex. e) Een voorwaardelijke verhoging op basis van loonindex. f) Een voorwaardelijke verhoging op basis van een vast percentage. 61) Welke aspecten in de pensioenregeling hebben volgens u prioriteit? a) Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 15 van 38

Het fiscale kader De Wet op de loonbelasting 1964 is van toepassing op pensioen, de tweede pijler. Deze wet regelt de fiscale maxima voor de diverse pensioensoorten (ouderdoms-, partner-, wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen). Belangrijk in dit kader is echter dat de in de wet bedoelde maxima de eerste en de tweede pijler tezamen betreft. Deze twee kunnen we derhalve nimmer los van elkaar zien. Iedere wijziging in de eerste pijler, de sociale zekerheid, zal van invloed zijn op de tweede pijler, het pensioen. De maximering In de fiscale wetgeving is een beschrijving opgenomen van de maximaal toegestane pensioenregelingen in Nederland. Daarbij moet worden gedacht aan de volgende zaken die zijn beschreven: de pensioenvormen; welke pensioenen mogen worden toegezegd, wanneer en hoe lang keren die uit en voor wie zijn die bestemd; de pensioensystemen; is er een gegarandeerde levenslange pensioenuitkering toegezegd (uitkeringsovereenkomst), is een beschikbare premie (premieovereenkomst) toegezegd of is er sprake van een gegarandeerd kapitaal (kapitaalovereenkomst)?; de pensioeningrediënten; welke factoren zijn bepalend voor de uiteindelijke hoogte van het pensioen. 63) Wat is de datum van de berekening? a) 64) Wat is de gewenste ingangsdatum van de verzekering? a) Opmerking: Wanneer u vraag 2) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 65) invullen. 65) Op welke pensioentoezegging heeft deze intake betrekking? a) Individuele toezegging. b) Individuele toezegging aan DGA. Individuele toezegging Pensioenvormen De pensioenregeling wordt gevormd door de pensioenvormen. Er dient dan ook een keuze te worden gemaakt uit de vormen die op grond van de wet zijn toegestaan. Vervolgens dient voor een aantal vormen een keuze te worden gemaakt aangaande de kring van gerechtigden en de looptijd. Een belangrijk uitgangspunt bij de keuze is enerzijds de beloningsgedachte (pensioen is uitgesteld salaris) en anderzijds de verzorgingsgedachte (de werknemer en de nabestaanden goed verzorgd achterlaten). Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 16 van 38

66) Wat is het uitgangspunt? a) Beloningsgedachte. b) Verzorgingsgedachte. Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen (OP) is een levenslange voorziening bij ouderdom voor de werknemer of gewezen werknemer. Gerechtigd voor het ouderdomspensioen is slechts de werknemer of de gewezen werknemer. Dit laatste heeft betrekking op de werknemer die heeft besloten om zijn of haar pensioenrechten bij uitdiensttreding voor de pensioendatum niet over te dragen naar de nieuwe werkgever. Een ouderdomspensioen dient altijd levenslang te zijn. Het mag onder geen beding een tijdelijke uitkering zijn. Opmerking: Wanneer u vraag 54) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 67) invullen. 67) Hoeveel ouderdomspensioen denkt u nodig te hebben? a) Vanaf 70% van het laatst verdiende salaris. b) Tussen 50% en 70% van het laatst verdiende salaris. c) Tussen 25% en 50% van het laatst verdiende salaris. d) Minder dan 25% van het laatst verdiende salaris. Op grond van de maximale opbouwpercentages in de Wet Loonbelasting, namelijk 2% per dienstjaar voor een eindloonregeling en 2,25% per dienstjaar voor een middelloonregeling zou bij een langdurig dienstverband tussen 70% en 100% van het laatst verdiende salaris bereikt kunnen worden. Als de regeling daarnaast ook een (voor of na) indexatie kent, zal een niveau van boven de 100% mogelijk zijn. 68) Wilt u een ouderdomspensioen toezeggen? a) Ja. b) Nee. Overlijden Het partnerpensioen (PP) is een inkomensvoorziening die na het overlijden van de werknemer toekomt aan de (gewezen) echtgeno(o)t(e) van deze werknemer. In tegenstelling tot het ouderdomspensioen behoeft het partnerpensioen niet per definitie levenslang te worden uitgekeerd. In de praktijk komt het echter zelden voor dat gekozen wordt voor een tijdelijk partnerpensioen. De uitkering dient direct na overlijden in te gaan. In de wet is echter een uitzondering opgenomen. Een partnerpensioen mag worden uitgesteld tot na het beëindigen van een eventuele ANW-uitkering. Als nabestaanden worden de echtgenoten, geregistreerde partners (deze worden gelijkgesteld aan gehuwden) en ongeregistreerde partners aangemerkt. De ongeregistreerde partners komen slechts in aanmerking indien zij voldoen aan de criteria die de werkgever in de pensioenregeling hieraan stelt. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 17 van 38

De werkgever is vrij om dit te bepalen, aangezien het begrip partner niet in de Wet LB, noch in de toelichting van de wet, is omschreven. Opmerking: Wanneer u vraag 55) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 69) invullen. 69) Dient er een nabestaandenvoorziening getroffen te worden in geval van overlijden voor en/of na pensioendatum? a) Zowel bij overlijden voor de pensioendatum als bij overlijden na de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. b) Uitsluitend bij overlijden na de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. c) Uitsluitend bij overlijden voor de pensioendatum dient een voorziening voor de nabestaanden getroffen te worden. d) Een nabestaandenvoorziening maakt geen onderdeel uit van de pensioenregeling. Bij overlijden wordt vanuit de pensioenregeling niets uitgekeerd. Opmerking: Wanneer u bij vraag 69) antwoord d) heeft gekozen, doorgaan naar vraag 74). Opmerking: Wanneer u vraag 56) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 70) invullen. 70) Hoe hoog vindt u dat de voorziening dient te zijn indien de nabestaanden van uw werknemer alleen achter zouden blijven? a) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen aangevuld met een ANW-hiaat verzekering. b) De nabestaandenvoorziening dient om tot een volledig nabestaandenpensioen (49%) te komen. c) De nabestaandenvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de ANW-uitkering. d) De nabestaandenvoorziening van maximaal 10.000,- is benodigd als kleine aanvulling op eigen inkomen van partner. 71) Wilt u een partnerpensioen toezeggen? a) Ja. b) Nee. Het wezenpensioen (WzP) is een inkomensvoorziening die na het overlijden van de werknemer toekomt aan kinderen of pleegkinderen die nog geen 30 jaar zijn. Ingeval van overlijden van beide ouders mag het wezenpensioen verdubbeld worden. De maximale eindleeftijd bedraagt 30 jaar. Veel pensioenregelingen kennen daarentegen een eindleeftijd van 18, 21 of 27 jaar (dit laatste gebaseerd op de eindleeftijd waarop kinderen recht hebben op een uitkering op grond van de Wet Studie Financiering). Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 18 van 38

72) Wilt u een wezenpensioen toezeggen? a) Ja. b) Nee. Nabestaandenoverbruggingspensioen Het nabestaandenoverbruggingspensioen (ook wel ANW-hiaatpensioen genoemd) is een pensioen dat direct ingaat bij het overlijden van de werknemer of nadat de ANW-uitkering is gestopt en uiterlijk eindigt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd (van de nabestaande). Het nabestaandenoverbruggingspensioen mag toekomen aan de partner of aan de wezen en dient evenals het overbruggingspensioen om het gemis aan een ANW-uitkering (die immers ook uiterlijk tot 65 jaar loopt) te compenseren alsmede de premiecompensatie AOW. 73) Wilt u een nabestaandenoverbruggingspensioen (ANW-hiaat) toezeggen? a) Ja. b) Nee. Arbeidsongeschiktheid Het WGA-hiaat en het WIA-excedent worden in de fiscale wetgeving als het arbeidsongeschiktheidspensioen aangeduid. Dit is een inkomensvoorziening die ingaat nadat de arbeidsongeschiktheid twee jaar heeft geduurd. Gedurende de eerste twee jaar dient de werkgever op grond van het Burgerlijk Wetboek het loon door te betalen. In het tweede ziektejaar wordt het salaris verlaagd tot 70%. Dient deze verlaging wel of niet door te werken in het pensioen? Opmerking: Wanneer u vraag 57) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 74) invullen. 74) Wat wilt u geregeld hebben in geval van de arbeidsongeschiktheid van uw werknemer? a) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening dient om tot een volledig arbeidsongeschiktheidspensioen (80%) te komen. b) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening is de enige bron van inkomsten naast de WIA-uitkering. c) De arbeidsongeschiktheidsvoorziening van een gering vast bedrag is benodigd als kleine aanvulling op restant inkomen en vermogen. d) Een arbeidsongeschiktheidsvoorziening maakt geen onderdeel uit van de pensioenregeling. Bij arbeidsongeschiktheid wordt vanuit de pensioenregeling niets uitgekeerd. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Bij arbeidsongeschiktheid wordt de premiebetaling voortgezet, waarbij deze voor rekening van de aanbieder zal komen. Opmerking: Wanneer u vraag 58) heeft ingevuld, kunt u het antwoord daarvan in vraag 75) invullen. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 19 van 38

75) Wilt u doorbetaling van de pensioenpremies in geval van arbeidsongeschiktheid meeverzekeren? a) Ja. b) Nee. Opmerking: vraag 76) alleen indien u bij vraag 65) antwoord b) heeft gegeven. WGA-hiaat Het WGA-hiaat is de aanvulling van de WGA- en WW-uitkering tot het niveau van 70%, waarbij maximaal 50.065,-- (cijfer 2012) salaris wordt meegenomen. 76) Wilt u het WGA-hiaat meeverzekeren? a) Ja. b) Nee. Dienstjaren De dienstjaren, of diensttijd wordt bepaald door de datum waarop de pensioenopbouw begint en de datum waarop het pensioen in zal gaan, de pensioenleeftijd. 77) Welke pensioenleeftijd wenst u te hanteren (minimaal 60, maximaal 65)? a) Verlof Als diensttijd kan worden meegenomen sabbatsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof en verlof als bedoeld in artikel 1 onderdeel a van de Wet financiering loopbaanonderbreking (zorgverlof). De vraag of tijdens verlof pensioen wordt opgebouwd wordt steeds actueler. Dit is het gevolg van de introductie van de levensloopregeling en de vitaliteitsregeling. Het aantal mensen dat verlof zal nemen, zal naar verwachting immers toenemen. Pensioensystemen De hoogte van het pensioen is afhankelijk van het pensioenstelsel dat u aan de werknemer toezegt. In de wet wordt een drietal pensioenstelsels omschreven voor het ouderdomspensioen, te weten een uitkeringsovereenkomst (eindloon dan wel middelloon) een premieovereenkomst (een beschikbare-premieregeling) en een kapitaalovereenkomst waarbij slechts het kapitaal op pensioendatum is gegarandeerd. Deze systemen gelden eveneens voor het partnerpensioen. 78) Naar welk pensioensysteem gaat uw voorkeur uit? a) Een pensioenregeling waarbij de hoogte van het pensioen rechtstreeks wordt afgeleid van het salaris dat men tijdens de dienstbetrekking verdient. b) Een pensioenregeling, waarbij er een bedrag ter financiering van pensioen wordt toegezegd. Wiersma & Walvius Pensioenadviseurs Pagina 20 van 38