Informatie Schoolzwemmen 2015-2016

Informatie Schoolzwemmen 2015-2016 - Jaarplanschoolzwemmen - Protocol Veiligheid Schoolzwemmen

Jaarplanschoolzwemmen 2015-2016

Augustus 2015 Dit jaarplan informeert u over een aantal onderwerpen, die van belang zijn voor uw organisatie en het informeren van de ouder(s)/verzorger(s) van uw leerlingen. Inleiding Zwem- en Sportcentrum de Koekoek wil kinderen graag de mogelijkheid bieden tot het behalen van het zwem-abc en daarom leiden wij tijdens de schoolzwemlessen de kinderen op naar de eindtermen van het zwem-abc. Voor kinderen, die niet in de gelegenheid zijn geweest zwemmen te leren heeft het schoolzwemmen een vangnetfunctie. Kinderen zonder zwemdiploma krijgen gericht zwemles voor hun A-diploma. Hierdoor ontstaat een welhaast unieke situatie dat na twee jaar schoolzwemmen bijna ieder kind in het bezit zal zijn van één of meerdere zwemdiploma s. De ABC diploma eisen kunt u vinden op www.allesoverzwemles.nl Diploma A en B De kinderen die zwemmen voor het diploma A en B krijgen tijdens het schoolzwemmen oefenstof aangereikt die aansluit bij de diplomaeisen. Ook zal er aandacht worden besteed aan andere vormen van watersport zoals survival, snorkelen, balspelen, etc. Als de leerlingen voldoen aan de gestelde eindtermen kan er diploma gezwommen worden. De leerling ontvangt hier een uitnodiging voor. Diploma C In bijna alle thema s, die wij tijdens het schoolzwemmen behandelen zit ook de oefenstof van het C diploma verweven. Periodiek worden de leerlingen getest op de vorderingen die zij maken aan de hand van de gestelde leerdoelen. In het lesplan zijn een aantal bijzondere vaardigheden opgenomen. Deze vaardigheden maken niet altijd deel uit van zwemexameneisen. Door middel van deze vaardigheden wordt getracht een aantal situaties na te bootsen waarin een kind verzeild kan raken tijdens het beoefenen van een watersport. Wij willen leerlingen wijzen op de gevaren waaraan ze bloot worden gesteld bij het redden van drenkelingen. Via een informatiefolder

zal worden gevraagd om tijdens de schoolzwemles materiaal van huis mee te nemen. Het zal dan gaan om het meenemen van laarzen, (regen)kleding, etc. Inhoudsopgave: 1. Organisatie 2. Deelname aan het schoolzwemmen 3. Lesplan 4. Zwemexamens 5. Zwem- en jaarrooster 6. Toezicht - en gedragsregels 7. Gang van zaken bij calamiteiten en incidenten 8. Vervoer 1.ORGANISATIE Voor de veiligheid van uw en onze leerlingen is het goed vooraf goede afspraken te maken. Onderdeel van deze afspraken zijn vastgelegd in de organisatiestructuur rond het schoolzwemmen.. De volgende onderdelen betreffende de organisatie zullen worden besproken: Duur van de zwemlessen Indeling van de niveaugroepen Team lesgevende Niveau-inventarisatie Overdrachtsprotocol Ouderbijdrage. Duur van de zwemlessen De scholen die zijn ingedeeld in uurslessen komen 1x per 2 weken zwemmen. De weken zijn verdeeld in een A-week en een B-week. De reeks A en B-weken wordt regelmatig onderbroken door vakanties. Na een vakantie wordt weer gestart met de andere week dan waar mee geëindigd werd. Een en ander is in de bijlage terug te vinden in de les en vakantieplanning.voor de scholen die een halfuur lessen per week geldt deze regeling niet. Indeling van de niveaugroepen. Om de leerlingen op een verantwoorde wijze les te geven zijn 4 lesniveaus geformeerd. In tabel 1 zijn de niveaus als volgt ingedeeld. Tabel 1 Lesgroepen Waterdiepte Niveaugroep 1 Beginners Ondiep bassin 0,80 cm Niveaugroep 2 Half gevorderden Ondiep bassin 0,80 cm Niveaugroep 3 Opleiding voor diploma A en B variabel (0,80-3,50 mtr) Niveaugroep 4 Opleiding voor het diploma C variabel (0,80-3,50 mtr)

Team lesgevende Voor het geven van zwemlessen zijn altijd 3 zwemonderwijzers aanwezig. Afhankelijk van de groepsgrootte worden de leerlingen van de niveaugroepen 1 en 2 gecombineerd (in het ondiepe bassin). De niveaugroepen 3 en 4 hebben doorgaans 2 lesgevende beschikbaar. Voorts streven wij ernaar dat de leerlingen altijd dezelfde zwemonderwijzer krijgen. Niveau-inventarisatie Aan het begin van ieder schooljaar wordt nauwgezet aandacht besteed aan de zwemvaardigheid van de leerlingen. Het kan daarom voorkomen dat leerlingen die al in het bezit zijn van een of meer zwemdiploma s te weinig zwemvaardigheid hebben om op het niveau dat bij deze zwemdiploma s behoort, te worden ingedeeld. In voorkomende gevallen zal de leerling in een niveau worden geplaatst die op dat moment het beste aansluit bij de vaardigheid die de leerling op dat moment heeft. Vanuit deze situatie zal de betreffende leerling zo snel als mogelijk weer op het oude zwemniveau worden gebracht welke past bij de eerder behaalde zwemdiploma s. Overdrachtsformulier Telkens als een groep komt zwemmen, moet het aantal leerlingen bekend zijn bij de leerkracht. Voordat de leerlingen het water in gaan en na afloop van de les worden de leerlingen geteld. Tevens moet het aantal leerlingen worden genoteerd op het overdrachtsformulier. Deze gegevens zijn van belang om te weten of hetzelfde aantal leerlingen het bad verlaat zoals ze ook zijn gekomen. Deze gegevens zijn ook van belang voor het innen van de ouderbijdrage. Met deze ouderbijdrage wordt een deel van de kosten gedekt, die de Koekoek maakt voor het schoolzwemmen. De deelnemende scholen ontvangen maandelijks een factuur op basis van het leerlingenaantal. Iedere school dient zelf een regeling met de ouders te treffen voor het innen van de ouderbijdrage. Ouderbijdrage De ouderbijdrage voor het schooljaar 2015/2016 is vastgesteld op een tarief van 1,15 per half uur. 2. DEELNAME AAN HET SCHOOLZWEMMEN. Zoals al eerder is gezegd heeft het schoolzwemmen twee doelstellingen. Ten eerste richt het schoolzwemmen zich op het vergroten van de conditie, zwemveiligheid, zwemvaardigheid en plezier. Schoolzwemmen moet dan ook worden gezien als een natte gymnastiekles. Ten tweede is het schoolzwemmen het ideale vangnet om kinderen in de gelegenheid te stellen zwemmen te leren die daarvoor nog in de gelegenheid zijn geweest. Om deze doelstelling te halen zal er in de ± 40 lesuren, verdeeld over twee schooljaren, intensief en geconcentreerd gewerkt moeten worden. Dit vraagt veel van de leerlingen. Daarom is gekozen voor de groepen 5 en 6. Algemene regels bij het schoolzwemmen

Zwemmen met hoofdluis of neten. Wanneer een leerling luizen of neten heeft mag hij niet deelnemen aan het schoolzwemmen totdat de luizen en neten verdwenen zijn. Zwemmen in het chloorwater vermindert de werking van shampoos, lotions of andere vloeibare middelen die luizen of neten moeten doen verdwijnen. Tevens is het zo dat de kleding in de kleedkamers openlijk achtergelaten wordt waardoor de luizen zich naar andere kledingstukken kunnen verplaatsen. Zwemmen met een besmettelijke ziekte. Zwemmen met een besmettelijke ziekte is niet toegestaan. Kinderen met bijvoorbeeld krentenbaard of waterpokken vallen onder deze groep. Wanneer de huid dicht is mag er weer gezwommen worden. Wanneer er nog korstjes of open wondjes zijn mag er niet gezwommen worden. Waterwratjes zijn niet besmettelijk. Hier zijn zalfjes voor te krijgen bij een apotheek. 3.LESPLAN Voor de te bereiken doelstellingen is een lesplan opgesteld. Dit lesplan wordt jaarlijks door de lesgevende geëvalueerd. Waar nodig zullen aanpassingen worden aangebracht. Zonodig zullen nieuwe elementen aan dit lesplan worden toegevoegd. De leerdoelen die in het lesplan zijn opgenomen zijn gebaseerd op de exameneisen voor de zwemdiploma s A, B en C. DE DIPLOMA S A en B Leerlingen die nog niet in het bezit zijn van een van deze zwemdiploma s zullen, als ze voldoen aan de gestelde eindtermen, een uitnodiging krijgen om proef te zwemmen. Als dit ook voldoende is ontvangt de leerling een uitnodiging om aan het zwemexamen mee te doen. Deze zwemexamens worden doorgaans gehouden op de woensdagmiddag, tezamen met de leerlingen van de particuliere zwemlessen. Voor deelname aan het zwemexamen zijn kosten verschuldigd. Leerlingen die na 2 jaar schoolzwemmen, door specifieke omstandigheden geen A diploma hebben kunnen halen, kunnen tijdens het schoolzwemmen blijven komen om alsnog in bezit te komen van het felbegeerde A diploma. Voor deze leerlingen geldt ook het tarief van 1,15 per halfuur. ZWEMDIPLOMA C In bijna alle thema s, die wij tijdens het schoolzwemmen behandelen zit ook de oefenstof van het C diploma verweven. Periodiek worden de leerlingen getest op de vorderingen die zij maken aan de hand van de gestelde leerdoelen. In het lesplan zijn een aantal bijzondere vaardigheden opgenomen. Deze vaardigheden maken niet altijd deel uit van zwemexameneisen. Door middel van deze vaardigheden wordt getracht een aantal situaties na te bootsen waarin een kind verzeild kan raken tijdens het beoefenen van een watersport. Wij willen leerlingen wijzen op de gevaren waaraan ze bloot worden gesteld bij het redden van drenkelingen. Via een informatiefolder zal worden

gevraagd om tijdens de schoolzwemles materiaal van huis mee te nemen. Het zal dan gaan om het meenemen van laarzen, (regen)kleding, etc. De periode van 2 jaar schoolzwemmen kan worden afgesloten met het zwemexamen voor diploma C. Dit zal doorgaans gelden voor groep 6 en bij een aantal scholen gaat dit om groep 5. De kinderen die voldoen aan de eindtermen voor het C diploma worden uitgenodigd om deel te nemen aan het zwemexamen. Dit zwemexamen zal aan het einde van het schooljaar en buiten de schooltijden om plaats vinden. Deelname aan het zwemexamen is vrijwillig. Voor deelname aan het zwemexamen zijn kosten verschuldigd. Meer informatie hierover ontvangt een aantal weken voor het zwemexamen. 4. ZWEMEXAMENS Zwem- en Sportcentrum de Koekoek is een door Nationaal Platform Zwembaden gecertificeerde opleidingsinstelling. Alle examens die in ons zwembad worden gehouden staan onder toezicht van de Nationaal Platform Zwembaden. De zwemexamens worden doorgaans gehouden op woensdagmiddag van 16.15 tot 18.00 uur ( tijd onder voorbehoud). Voor deelname aan dit examen is examengeld verschuldigd. 5. ZWEM -EN JAARROOSTER. In het reeds ontvangen zwemrooster zijn de zwemtijden opgenomen. Het les -en vakantierooster is op weeknummers ingedeeld. Hierin zijn de dagen opgenomen waarop het schoolzwemmen komt te vervallen, vanwege schoolvakanties, feestdagen etc. Bij het samenstellen van dit rooster is gebruik gemaakt van de vakantieregeling zoals die is vastgesteld door het gemeentebestuur van de Gemeente Epe. Iedere school kan van deze regeling afwijken. Hierdoor kan het voorkomen dat, met name de scholen die 1x per twee weken komen, een aantal lessen moeten missen. Indien u niet in de gelegenheid bent om met uw school te komen zwemmen, dient u dat zo vroeg mogelijk aan ons door te geven. U kunt dan een mail sturen aan de receptie van Zwem- en Sportcentrum de Koekoek naar info@dekoekoek.nl Als uw school gebruik maakt van het busvervoer dient u zelf de busonderneming op de hoogte stellen van uw afwezigheid. U kunt dan bellen met Vitax b.v. 0578-696633 Bij het niet tijdig (uiterlijk een week van te voren) afmelden voor de deelname aan het schoolzwemmen, zijn wij genoodzaakt u deze les toch in rekening te brengen.

6. TOEZICHTS- EN GEDRAGSREGELS. Naast al het bovenstaande vormen de toezicht- en gedragsregels een essentieel onderdeel van het protocol schoolzwemmen. Het gaat hier direct om de veiligheid van uw, en ook onze leerlingen. Daarom is het goed om te weten welke taken door de schoolbegeleidingen worden uitgevoerd en welke taken worden uitgevoerd door de zwembadmedewerkers. Toezichtstaak van de schoolbegeleiding. Tijdens het busvervoer. Laat de leerlingen altijd aan de veilige kant in- en uitstappen. Tijdens het vervoer moeten de leerlingen op de stoelen blijven zitten en aan de aanwijzingen van de chauffeur dienen te worden opgevolgd. Let op dat kinderen niet aan de bediening van nooddeuren en noodluiken komen. Zie er op toe dat uw groep de bus netjes achter laat. Aankomst bij en verblijf in het zwembad. Laat vertrekkende groepen eerst het zwembad verlaten. Tel de leerlingen bij de receptiebalie in de entreehal, op het moment dat de entreegang naar het zwembad wordt betreden. Maak gebruik van twee kleedkamers die zijn toegewezen. Zie TV scherm boven de ingang. Laat de kinderen zich rustig omkleden. Laat de kleding ophangen aan de kledinghaakjes. De kinderen blijven onder uw toezicht in de kleedkamer, totdat u wordt gevraagd zich te melden in het zwembad. Als kinderen tijdens het verblijf in de kleedkamer gebruik moeten maken van het toilet let dan op dat zij zich weer bij u melden. Voordat u zich meldt bij de zwemonderwijzers laat u de kinderen eerst douchen. Voordat de kinderen het zwembad betreden moet u zich eerst op de hoogte stellen van de aanwezigheid van de zwembadmedewerkers in het zwembad. Indien de zwemonderwijzers niet in het zwembad aanwezig zijn mogen uw leerlingen het zwembad niet betreden. Na het douchen worden de leerlingen overgedragen aan de zwemonderwijzers. Hierbij vermeldt u het aantal leerlingen dat deelneemt aan de zwemlessen. Ook is dit het moment om relevante informatie over leerlingen uit te wisselen. Tussentijdse nieuwe leerlingen moeten worden gemeld bij de zwemonderwijzers. Tijdens het verblijf van de leerlingen in het zwembad moet de klassenbegeleiding in het zwembad aanwezig zijn. Kinderen die tijdens de zwemles gebruik moeten maken van het toilet moeten dit bij u melden. Dit als ze naar het toilet gaan en terugkomen.

Na het beëindigen van de zwemles worden de leerlingen geteld door de zwemonderwijzers en aan u overgedragen. Nadat de overdracht van de leerlingen heeft plaatsgevonden laat u uw leerlingen gebruik maken van de douche. Zodra u van mening bent dat al uw leerlingen in de doucheruimte zijn doet u samen met de zwemonderwijzers een laatste controle in het zwembad opdat u er zeker van bent dat alle leerlingen uit het zwembad zijn. Na het verlaten van de kleedkamers worden alle leerlingen geteld zodat er geen leerlingen in de kleed- of toiletaccommodatie achter blijven. Leerlingen die niet deelnemen aan de zwemlessen vallen onder de hoede van de klassenbegeleiding. Bij voorkeur blijven deze leerlingen op school. Als u op de hoogte bent van lichaamsafwijkingen of gezondheidsklachten van uw leerlingen moet u dit melden bij de zwemonderwijzers. De zwemonderwijzer. Aan de hand van het leerlingenvolgsysteem controleert de zwemonderwijzer of de leerlingen in de juiste groep zijn ingedeeld. De zwemles wordt zodanig ingedeeld dat het risico van ongevallen onder normale omstandigheden is uitgesloten. Als leerlingen zorgen voor een verstoring van de goede gang van zaken tijdens de zwemles moet de hulp worden ingeroepen van de groepsleiding. Tijdens momenten van vrij spel blijft bij ieder zwembassin een zwemonderwijzer aanwezig voor het houden van toezicht. De zwembadmedewerker ziet er op toe dat ongeoefende leerlingen niet in het diepe bad kunnen komen. Gedragsregels (voor de klassenbegeleider en de zwemonderwijzer) Om het risico van ongevallen tot het minimum te beperken en om hygiënische redenen zullen door de kinderen een aantal gedragsregels in acht moeten worden genomen.het toezicht op deze gedragsregels is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de groepsleiding en de zwemonderwijzers. Deze regels zijn als volgt: De kleding moet opgehangen worden aan de kledinghaakjes. De leerlingen maken, indien nodig, voor het douchen gebruik van het toilet. Voor het zwemmen maakt iedereen gebruik van de douche. Zwemmen wordt gedaan in de daarvoor geëigende zwemkleding. Bij onvoldoende geoefendheid is zwemmen in het diepe bassin uit eigen beweging niet toegestaan. Rondom zwembad mag niet worden hardgelopen. Alleen in waterdiepte van 2.00 mtr. mag van de bassinkant worden gedoken. Zowel tijdens het vervoer in de bus alsmede tijdens het verblijf in het zwembad is het eten van snoep en kauwgum niet toegestaan.

Na de les wordt gebruikt spelmateriaal opgeruimd door de leerlingen. Het gebruik van elkaars handdoek en kammen is ten zeerste af te raden. Hiermee wordt overdracht van hoofdluis voorkomen. Om dezelfde reden moeten handdoeken na gebruik worden opgerold en worden uitgeslagen. Indien zich een bijna-verdrinkingsongeval voordoet is het van groot belang dat het slachtoffer te allen tijde onder medische zorg wordt geplaatst. LAAT HET SLACHTOFFER NOOIT ALLEEN.REGEL MEDISCHE HULP. 7. GANG VAN ZAKENBIJ CALAMITEITEN EN INCIDENTEN Bij calamiteiten en incidenten dient de leerkracht en de kinderen de aanwijzingen van het personeel op te volgen. 8. VERVOER De meeste scholen maken gebruik van vervoer naar en van het zwembad. De keuze van de vervoersonderneming komt tot stand door contractafspraken tussen Sportcentrum de Koekoek en de vervoersonderneming. Indien er opmerkingen of klachten zijn over het vervoer dient u contact op te nemen met het Zwembad. Ook dit schooljaar wordt het vervoer verzorgd door de vervoersonderneming VITAX uit Heerde. VITAX is te bereiken op telefoonnummer 0578-696633 VIA DIT NUMMER DIENT U DOOR TE GEVEN ALS EEN GROEP VAN UW SCHOOL NIET GAAT ZWEMMEN. Wij zijn ons bewust van de vele regels waarop toegezien moet worden tijdens het schoolzwemmen. Wij, groepsleiders en zwembadmedewerkers, hebben de taak ondanks de uitvoering van deze regels dat het plezier van de kinderen tijdens de zwemlessen niet wordt bedorven. Anderzijds moeten de ouders van onze leerlingen de wetenschap hebben dat hun kinderen bij ons in goede handen zijn. Zij moeten er van overtuigd zijn dat het schoolzwemmen in onze gemeente Epe op een serieuze en degelijke wijze wordt aangepakt. Laten wij met zijn allen, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, ervoor zorgen dat het een groot goed is dat wij in de gemeente Epe kunnen zeggen dat nagenoeg 100% van de basisschoolverlaters beschikt over een of meerdere zwemdiploma s. EEN RESULTAAT WAAR WIJ TROTS OP MOGEN ZIJN

Protocol Veiligheid Schoolzwemmen 2015-2016

Protocol Veiligheid Schoolzwemmen 2015-2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Het zwembad 3. De school 4. Aansprakelijkheid 5. Ouders en andere begeleiders 6. Bijzondere situaties 7. Toelichting 8. Evaluatie en Ondertekening A. Toelichting op het Protocol Veiligheid Schoolzwemmen A. sub 1. Voorbeeld van nadere concretisering taken 1. Inleiding Nederland wordt (nationaal en internationaal) geschetst als waterland. Binnen de Nederlandse samenleving vormt de zwemvaardigheid een groot goed. Het is daarom belangrijk dat kinderen in een vroeg stadium zwemvaardigheid opdoen en zwemdiploma s halen. De eerste vaardigheden worden dan ook reeds tijdens de schoolperiode opgedaan. Speciaal daarvoor is in Nederland het schoolzwemmen geïntroduceerd. Door het gericht bewegen in het water wordt onder andere een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het kind in het algemeen en aan de lichamelijke ontwikkeling in het bijzonder. Daarnaast draagt het schoolzwemmen bij aan de verbetering, vergroting en het onderhouden van de zelfredzaamheid van kinderen in het water met als doel een bredere toerusting en grotere veiligheid. Kortom spelen het veiligheidsaspect, het gezondheidsaspect en het recreatieaspect een belangrijke rol bij het schoolzwemmen. Net als bij andere schoolse activiteiten is het van belang dat tijdens het schoolzwemmen toezicht op de kinderen wordt gehouden en dat de samenwerkende partijen zoals scholen, zwembadexploitanten en gemeenten daarover duidelijke afspraken maken. In dat kader is het belangrijk dat de samenwerkende partijen afspraken maken over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het zwemonderwijs en dat deze afspraken en de regelgeving omtrent het schoolzwemmen voor alle betrokken partijen inzichtelijk worden gemaakt. Met de inhoud van het onderhavige Protocol Veiligheid Schoolzwemmen wordt beoogd de onderlinge taken en verantwoordelijkheden te verduidelijken met als doel de veiligheid voor de leerlingen zoveel mogelijk te waarborgen. Dit protocol bevordert daarnaast dat de

verschillende verantwoordelijkheden ook genomen (kunnen) worden, de veiligheid wordt bevorderd en daarmee de mogelijkheid voor aansprakelijkheid wordt teruggebracht. 2. Partijen 1. Partijen: 1.. hierna de school te noemen; en 2. Zwem- en Sportcentrum de Koekoek hierna het zwembad te noemen; Verklaren het onderhavige protocol van toepassing op het schoolzwemmen van de school in de Zwem- en Sportcentrum de Koekoek te Vaassen. Het protocol treedt in werking per 24 augustus 2015 2. Het zwembad 1. Het zwembad beschikt over een Werkplan Schoolzwemmen en het zwembad zal het zwemonderwijs uitvoeren conform dat plan. Het Werkplan Schoolzwemmen dient in ieder geval de volgende aspecten te beschrijven: - het doel en de inhoud van het zwemonderwijs; - de duur en de frequentie van de lessen; - de gehanteerde niveaugroepen; - de maximale groepsgrootte; - het aantal zweminstructeurs per groep; - de bevoegdheidseisen die voor de zweminstructeurs gelden; - de afspraken en procedures met betrekking tot veiligheid, hygiëne en toezicht; - de wijze waarop de vorderingen van de leerlingen worden geregistreerd; - de in het zwembad geldende gedragsregels/interne huisregels; - gang van zaken bij calamiteiten en incidenten. 2. Het zwembad heeft als taak te waken over de gezondheid en de veiligheid van al het publiek (zowel zwemmend als niet-zwemmend) in de accommodatie. Het zwembad is verantwoordelijk voor: - een deugdelijke bouw conform de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen; - een deugdelijke zweminrichting (de baden); - voorzieningen en hulpmiddelen die voldoen aan geldende normen en bepalingen ten aanzien van veiligheid en hygiëne; - de kwaliteit en veiligheid van het zwemonderwijs; - een inrichting die voldoet aan de preventie-eisen ter voorkoming van besmetting met legionella.

3. De organisatorische begeleiding van de leerlingen berust tot het moment van aanvang van de zwemles bij de groepsleerkracht. Daarna nemen de zwemonderwijzers de organisatie over. De groepsleerkracht zal echter altijd de eindverantwoordelijkheid blijven behouden. 3. De school 1. De school draagt er zorg voor dat de inhoud van het protocol en het Werkplan Schoolzwemmen bekend zijn bij de groepsleerkrachten en andere bij het schoolzwemmen betrokken personen. 2. De school is verantwoordelijk voor het ordelijk verloop van: - de aankomst en het vertrek van de leerlingen zowel bij de school als de zwemaccommodatie; (graag stilte in de hal van het zwembad. Dit i.v.m. de werkzaamheden die in de receptie worden uitgevoerd). - aanwezigheid van de groepsleerkracht en voldoende begeleiding bij het schoolzwemmen; - het gaan van de leerlingen van en naar de kleedkamers en het omkleden zelf; - het overdragen van de leerlingen aan de zwemonderwijzers; - het douchen voor en na het zwemmen. 3. De school informeert het zwembad bij de aanvang van het schoolzwemseizoen alsmede lopende het seizoen bij tussentijdse wijzigingen, over: - het aantal deelnemende leerlingen en de namen van deze leerlingen; - eventuele bijzonderheden (medische aandoeningen en andere zorgaspecten). 4. Een groepsleerkracht is te allen tijde bevoegd de zwemlessen te onderbreken wanneer dat naar zijn/haar oordeel voor de veiligheid noodzakelijk is. 5. De organisatorische begeleiding van de leerlingen berust tot het moment van aanvang van de zwemles bij de groepsleerkracht. Daarna nemen de zwemonderwijzers de organisatie over. De groepsleerkracht zal echter altijd de eindverantwoordelijkheid blijven behouden. 6. De Koekoek draagt de zorg voor het leerlingenvervoer van de school naar het zwembad en andersom. Als opdrachtgever van het busvervoer houdt de Koekoek toezicht op de naleving van afspraken met de busondernemer. Daarbij zijn onder andere van belang: - het rijden volgens een vooraf aangegeven rijrooster en afspraken m.b.t. het ophaal- en afleveradres; - het rijden met gediplomeerde buschauffeurs; - het verzorgen van voldoende zitplaatsen die vooraf zijn vastgesteld.

5. Aansprakelijkheidsverzekering De school en het zwembad dragen zorg voor het afsluiten van een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering die voldoet aan de daaraan te stellen vereisten en die afdoende dekking biedt voor ongevallen rondom het schoolzwemmen. 6. Ouders en andere begeleiders 1. De school dient, naast een groepsleerkracht, te zorgen voor voldoende begeleiding (bijvoorbeeld ouders) naar de schoolzwemles (per groep minimaal 1). 2. De handelingen van de begeleiders vallen onder de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht van de school. 3. Begeleiders treden, behoudens calamiteiten, niet in contact met de zwemonderwijzers. 7. Bijzondere situaties 1. De school en het zwembad maken specifieke afspraken over de deelname aan het schoolzwemmen van leerlingen met specifieke aandoeningen (te denken valt daarbij aan epilepsie). 2. Leerlingen die (tijdelijk) niet aan het schoolzwemmen kunnen meedoen, blijven ofwel onder toezicht op school achter dan wel staan onder toezicht van de groepsleerkracht in het zwembad. 3. Het vrij zwemmen is een onderdeel van het zwemonderwijs. Tijdens dit vrij zwemmen houden groepsleerkrachten en zweminstructeurs gezamenlijk toezicht op de in gebruik zijnde bassins. 8. Toelichting De inhoud van het onderhavige Protocol vormt één geheel met de hierna volgende toelichting daarop. Met de ondertekening van dit protocol geven partijen aan dat zij tevens hebben kennisgenomen van de toelichting daarop.

9. Evaluatie en Ondertekening Het protocol loopt steeds gedurende een vol schooljaar en dient telkens opnieuw te worden bekrachtigd. Het Protocol Veiligheid Schoolzwemmen wordt door de school, in samenspraak met en op initiatief van het zwembad waar het schoolzwemmen plaatsvindt, jaarlijks geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Het nieuwe (bijgestelde) Protocol Veiligheid Schoolzwemmen wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan partners die verantwoording dragen en betrokken zijn bij het protocol. Bedacht moet worden dat daarbij tevens de medezeggenschapsraad van de school als ook - afhankelijk van de inhoud van het medezeggenschapsreglement - de ouderraad daarbij betrokken moeten worden. Aldus overeengekomen te...d.d.... School: Zwembad: Stichting Sportcentrum de Koekoek Naam: Naam: D.Brinkman Datum: Datum: 17 augustus 2015 Plaats: Plaats: Vaassen i.o.v. Bijlage: - Toelichting - Werkplan n.b: Alle bijlagen zijn onlosmakelijk verbonden aan het protocol Veilig Schoolzwemmen

A. Toelichting op het Protocol Veiligheid Schoolzwemmen Met het enkele bestaan van dit protocol wordt de veiligheid van het schoolzwemmen niet gegarandeerd. De regels die in onderhavig protocol zijn vastgelegd zullen moeten worden nageleefd en een jaarlijkse evaluatie van de afspraken is daarbij van belang. Op lokaal niveau zal een nadere invulling van het protocol op onderdelen noodzakelijk zijn. Verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. De school is en blijft primair verantwoordelijk voor het zwemonderwijs dat in schoolverband wordt aangeboden. Waar het zwemonderwijs deel uitmaakt van het schoolcurriculum, zullen inhoud en doelstellingen ook in het schoolplan moeten zijn geëxpliciteerd. Het feit dat de school voor het zwemonderricht gebruik maakt van de accommodatie en deskundigheid van derden (de zwembadexploitant) doet aan die verantwoordelijkheid van de school (jegens de ouders) niet af. Wel heeft de zwembadexploitant, mede op grond van het Besluit veiligheid en hygiëne zwemaccommodaties, een eigen verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid betreft zowel de hygiëne en veiligheid van de accommodatie en de gebruikte hulpmiddelen, als ook het toezicht op de feitelijke gang van zaken in en om de zwembassins. De school en het zwembad kunnen onder omstandigheden ieder aansprakelijk zijn voor een ongeval. Die aansprakelijkheid is er overigens pas als het ongeval veroorzaakt is door het tekort schieten in de zorgplicht die beide partijen hebben en er sprake is van een aan de school dan wel het zwembad toe te rekenen onrechtmatige daad of sprake is van wanprestatie. Voor het zwembad kan die onrechtmatigheid bestaan in het niet naleven van wettelijke voorschriften of het tekort schieten in de instructie- of toezichttaken. Voor de school geldt een bijzondere zorgplicht ten aanzien van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen die aan haar zorg zijn toevertrouwd en onder haar toezicht staan. Het enkele feit dat het ongeval heeft plaatsgevonden impliceert echter nog niet dat de school haar zorgplicht heeft geschonden. Deze bijzondere zorgplicht impliceert bovendien niet dat steeds op elk kind direct toezicht wordt gehouden, zodanig dat elke onregelmatigheid direct wordt opgemerkt en direct kan worden ingegrepen. Steeds zal aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval dienen te worden beoordeeld of het zwembad, de school of beiden aansprakelijk zijn voor het ongeval. De aansprakelijkheidsverzekering van de school en het zwembad bieden in beginsel dekking voor dergelijke claims. Omdat het schoolbestuur de eindverantwoordelijkheid draagt moet de leerkracht de les dan ook zo goed mogelijk volgen zodat hij/zij onmiddellijk kan ingrijpen wanneer het ordelijk verloop of de veiligheid van de leerlingen dit vereist. Aanwezigheid van de leerkracht op de perrons van het zwembad is daarbij noodzakelijk. De zwemlessen worden overgedragen aan bevoegde zwemonderwijskrachten. De zwemleerkrachten hebben geen onderwijsbevoegdheid (vandaar de noodzakelijke aanwezigheid van de leerkracht) maar zijn wel verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de groepslessen. De verantwoordelijkheden van de school respectievelijk van het zwembad kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Onderdeel School Zwembad Vervoer van en naar het zwembad * * Veiligheid accommodatie - * Omkleden * - Douchen * * Zwemmen * * Nadouchen * * Omkleden * - Vervoer naar school * * Toezicht op naleving afspraken * * Werkingsgebied Dit protocol beoogt het schoolzwemmen te regelen. Onder schoolzwemmen wordt verstaan het zwemonderwijs in schoolverband, zoals opgenomen in het schoolplan. Meer op recreatie gerichte, incidentele zwemactiviteiten in schoolverband vallen daar niet onder. Partijen Het protocol geldt voor alle scholen die door het bevoegde gezag in stand worden gehouden (voor zover natuurlijk betrokken bij het schoolzwemmen). Het verdient aanbeveling de uitvoering van de protocollen op schoolniveau - dus per school - te laten plaats vinden. Partijen dienen er voor te zorgen dat het betrokken personeel alsook de betrokken ouders met het protocol en de daarop gebaseerde nadere afspraken bekend zijn. Totstandkoming Protocol en rol medezeggenschapsraad Op 1 januari 2007 is de nieuwe Wet medezeggenschap op scholen (WMS) in werking getreden. Ingevolge deze wet zijn er een aantal veranderingen in de medezeggenschaps- /inspraakstructuur op scholen opgetreden. Het is van belang dat aan deze regelgeving bij de totstandkoming van het Protocol aandacht wordt besteed. Het instellen van een medezeggenschapsraad is verplicht en wanneer het schoolbestuur meerdere scholen bestuurd moet er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht dan wel adviesrecht (art. 10 Wet Medezeggenschap op Scholen e.v.). In de medezeggenschapsraad zitten ouders en personeel van de school. Ten aanzien van nader bepaalde aangelegenheden hebben de oudergeleding en de personeelsgeleding aparte instemmings-/adviesrechten. De oude WMO kende rechten toe aan de ouderraad. De ouderraad wordt in de nieuwe WMS niet meer genoemd. Hier is bewust voor gekozen. Er is aldus geen wettelijk beschermd recht meer voor de ouderraad. Of en zo ja op welke wijze zij thans nog kunnen participeren hangt af van de welwillendheid van de medezeggenschapsraad. Art. 24 sub i Wet Medezeggenschap Scholen bepaalt in dit verband dat in het medezeggenschapsreglement, welk reglement door het bevoegd gezag met instemming van 2/3 deel van de medezeggenschapsraad wordt vastgesteld, vastgelegd moet worden in welke gevallen en op welke wijze de medezeggenschapsraad alle bij de school betrokkenen betrekt bij de werkzaamheden van de medezeggenschapsraad. Het is overgelaten aan de school om andere organisatievormen die een rol binnen de school kunnen spelen te regelen. De keuze voor het laten fungeren van de ouderraad als klankbord voor de oudergeleding in de

medezeggenschapsraad is vrij; indien hiervoor gekozen wordt moet dit conform art. 24 sub i Wet Medezeggenschap Scholen wel worden vastgelegd. De vaststelling van onderhavig Protocol met betrekking tot schoolzwemmen zal onder het bereik van artikel 10 sub c Wet Medezeggenschap Scholen vallen (namelijk het vaststellen dan wel wijzigen van een mogelijk schoolreglement). Dit betekent dat het schoolbestuur de instemming van de medezeggenschapsraad nodig heeft voor de totstandkoming van het Protocol. Of en in hoeverre de ouderraad hier iets mee van doen heeft hangt af van het medezeggenschapsreglement en de houding van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad dienaangaande. NB: men doet er verstandig aan de medezeggenschapsraad alsook de ouderraad niet te passeren. Door genoemde partijen bij de besluitvorming omtrent het Protocol te betrekken wordt een breed draagvlak gecreëerd en zullen praktische problemen sneller kunnen worden ondervangen. Daarbij geldt tevens dat de oudergeleding van de medezeggenschapsraad wordt gekozen uit en door ouders. Om de draagkracht van de achterban niet te verliezen zal de (oudergeleding van de) medezeggenschapsraad er verstandig aan doen om een ouderraad als deze is ingesteld - niet te passeren en te voorzien in participatiemogelijkheden voor deze ouderraad. Evaluatie Er dient op twee niveaus sprake te zijn van evaluatie. De onder het hoofdstuk Evaluatie en Ondertekening opgenomen evaluatie vindt plaats op het niveau van de ondertekenaars (bestuur- dan wel directie). Het verdient aanbeveling een vaste maand af te spreken waarin deze evaluatie jaarlijks plaats zal vinden. Daarnaast ligt het op de weg van met name de contactpersonen om regelmatig gezamenlijk de praktijk van het schoolzwemmen te bezien. De effectiviteit van afspraken staat of valt met (de controle op) de naleving daarvan. Zwembad/School Van een professionele zwembadexploitant mag worden verwacht dat deze over een Werkplan schoolzwemmen en een specifiek Veiligheidsplan beschikt, waarnaar dienovereenkomstig gehandeld wordt. Het verdient overigens aanbeveling dat het Werkplan schoolzwemmen in samenwerking met de school ontwikkeld wordt. Op lokaal niveau kan worden gekozen de attracties tijdens onderdelen van het schoolzwemmen te benutten dan wel in werking te hebben. Over het algemeen geldt echter dat die attracties de overzichtelijkheid van het zwemmen niet ten goede komen, en dus in ieder geval de noodzaak van specifieke toezicht meebrengen. Overwogen kan worden een draaiboek te maken waarin de gehele gang van zaken rond het schoolzwemmen stap voor stap wordt beschreven. Voorbeelden van dergelijke draaiboeken zijn bij besturenorganisaties bekend.

Een belangrijk moment is het aan de directe zorg van de zweminstructeurs overdragen van de leerlingen en - na het zwemmen - het weer overnemen van die directe zorg. Het verdient aanbeveling daarbij te werken met presentielijsten, aan de hand waarvan tevens kan worden gecontroleerd of alle leerlingen het water hebben verlaten. Het verdient aanbeveling dat zowel de school als het zwembad een contactpersoon aanstellen. Daarmee kan worden voorkomen dat iedereen, en dus niemand zich verantwoordelijk voelt. De contactpersoon heeft specifiek het verzamelen en verspreiden van informatie binnen de eigen organisatie, alsmede het informeren van de andere partij tot taak. Zo kan in specifieke gevallen een medische verklaring verlangd worden, of dat een ouder/verzorger van de desbetreffende leerling bij het zwemonderricht aanwezig is en eventueel zich bij de leerling in het water bevindt. De praktijk heeft geleerd dat voldoende toezichthouders slechts dan voldoende toezicht oplevert, als duidelijke afspraken worden gemaakt over wie welk deel van een zwembassin voor zijn/haar rekening neemt. Iedereen houdt toezicht op alles blijkt niet altijd te werken. Een andere afspraak zou kunnen zijn dat leerlingen met een zeer beperkte zwemvaardigheid, ook tijdens het vrij zwemmen in een apart bassin/afgescheiden gedeelte verblijven. Overigens zal, wil die afspraak zinvol zijn, alle betrokken toezichthouders duidelijk moeten zijn welke leerlingen dat zijn. Vanzelfsprekend dient het zwembad te zorgen voor een gezonde en veilige accommodatie (zie artikel 3 lid 3 protocol). Dit betekent dat in ieder geval ook duidelijk zichtbare diepte aanduidingen en goede afscheidingen tussen diep en ondiep water aanwezig moet zijn. Voorts moet natuurlijk worden voldaan aan de eisen die gesteld door de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en het besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.

A. sub 1 Voorbeeld van nadere concretisering taken Zweminstructeurs - Het op een methodische en pedagogisch verantwoorde wijze omgaan met de oefenstof, aangepast aan het vaardigheidsniveau van de leerlingen; - Het indelen van leerlingen in groepen naar vaardigheidsniveau, en het actualiseren van die groepsindelingen bij vorderingen (of juist terugval); - Instructie van nieuwe leerlingen; - Het op een toetsingsformulier bijhouden van de vorderingen van de leerlingen die voor een zwemdiploma oefenen; - Het bieden van eerste hulp en opvang bij ongevallen; - Toezicht op naleving van de geldende regels in het zwembad (niet hardlopen op de tegels; niet onder de duikplank zwemmen; etc); - Toezicht op de gang van zaken in de zwembassins, met name ook tijdens het vrije deel; - Na afloop van elke zwemactiviteit controleren of alle leerlingen de bassins verlaten hebben; - Het opwachten van de leerlingen bij de doucheruimte en begeleiding van de leerlingen naar de bassins. Na de zwemlessen het overdragen van het toezicht over de kinderen aan het schoolpersoneel bij de doucheruimte. Schoolpersoneel - Het voorzien van de zweminstructeur van de nodige actuele relevante informatie over de leerlingen, met name die zaken die de zwemvaardigheid van de leerlingen (kunnen) beïnvloeden; - Het ordelijk doen verlopen van het verblijf in de zwemaccommodatie, waaronder het gaan van en naar de kleedkamers en toiletten. De groepsleerkracht draagt de leerlingen over aan de directe zorg van de zweminstructeur bij de doucheruimte, en neemt deze weer op zich na het nadouchen; - Het lopen langs de zwembassins om toe te zien op het verloop van de lessen en de veiligheid van de leerlingen; - Het desgevraagd ondersteunen van de instructeur bij het zwemonderricht; - Het instrueren van ouders en andere vrijwilligers. Deze dienen een duidelijke taak te krijgen, bijvoorbeeld bestaande uit onderstaande punten. Ouders en andere begeleiders - Helpen bij aan- en uitkleden; - Toezicht op het vervoer van en naar het zwembad; - Het mee toezicht houden op de gang van zaken in de bassins; - Het begeleiden van leerlingen van en naar de toiletten en EHBO-ruimte tijdens de zwemles. De school is vanzelfsprekend verantwoordelijk voor de ouders/begeleiders die zij inschakelt. Te overwegen valt om in dat kader van de ouders/begeleiders te verlangen dat zij een positieve verklaring omtrent het gedrag afgeven.

Ouders en vrijwilligers volgen de instructies op van zweminstructeur en groepsleerkracht. Voorlichting en overdracht van informatie De begeleidende leerkrachten dragen er zorg voor dat de leerlingen - met name voordat zij de eerste zwemles krijgen worden voorgelicht over de situatie ter plaatse en de gang van zaken in het zwembad. De leerkrachten zien toe op de naleving van deze instructie. Voor de toepassing is het noodzakelijk dat de leerkrachten ter zake op de hoogte zijn. Aan het begin van elk cursusjaar en bij de entree van nieuwe leerlingen maken de begeleidende leerkrachten de zweminstructeurs bekend met specifieke fysieke en/of psychische hoedanigheden van leerlingen die van invloed kunnen zijn op het zwemmen. Deze gegevens zijn van strikt vertrouwelijke aard. Voordat het kind dan ook de zwemlessen gaat volgen dient aan ouders/verzorgers vanuit de school te worden gevraagd naar eventueel deze specifieke hoedanigheden van het kind onder de uitdrukkelijke vermelding dat deze informatie vertrouwelijk zal worden behandeld. Kinderen met een medische indicatie dienen van de schoolarts nadrukkelijk toestemming te hebben voor deelname aan het schoolzwemmen. De leerkracht stelt de zweminstructeur op de hoogte van de gegevens die voor het zwemmen relevant zijn, voor zover hij hiervan op de hoogte is. De medische gegevens vallen onder het beroepsgeheim van de schoolarts. Deze kan de informatie slechts doorgeven indien de ouders hiervoor toestemming verlenen. De informatie kan ook rechtstreeks aan de ouders worden gevraagd. Aan de ouders moet het belang van dergelijke informatie worden duidelijk gemaakt. Naast de directeur van de school neemt ook de leerkracht maatregelen ter bescherming van deze gegevens. Informatieoverdracht tussen zwemonderwijzers en groepsleerkrachten is van groot belang. De beschikbare tijd daarvoor is gering. Kort voor en na de les dient de essentiële informatieoverdracht plaats te vinden, o.a. over kundigheid van de leerlingen. De school zorgt, eventueel in samenwerking met het zwembad, dat de leerlingen en hun ouders informatie krijgen over de opleidingsweg en de algemene gang van zaken van het schoolzwemmen en het zwembad. Dit informatiepakket dient voor dat de lessen gaan beginnen uitgedeeld te zijn.