TAALLEESONDERWIJS - Vos en Haas tegen de zomerdip



Vergelijkbare documenten
VOS EN HAAS WERKBLADEN

Vakantiewerkboek. Vos en Haas. van:

van VAKANTIEWERKSCHRIFT

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Het derde dikke boek. Waar is het ijs? Het spel van Jak De bosbaas. Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Tot kijk. Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing

Lieke. redt de dieren

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Uitleg racelezen. Veel succes en plezier met oefenen!

KIND TOCH! Een bad op straat

Adam en Eva eten van de boom

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Stan. Geschreven door. Eline Willemse. Illustraties van. Dick Rink

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Hond. in s he van t Wolf. hui. Sylvia Vanden Heede. Met illustraties van Marije Tolman

Lucy heeft een ballon

Pannenkoeken met stroop

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

voorlezen Foeksia de miniheks Avonturen in het heksenbos

Poekie is verdrietig. Want zijn papa en mama gaan scheiden. Geschreven door. Mariska van der Made. Illustraties van. Dick Rink

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Lezer Game. Gemaakt door Drika Pepping-Poot

7.5 Script en plaatjes post-test

HEIDI WALLEGHEM Met illustraties van Geert Vervaeke. Mijn eerste groeiboek: ik lees het zelf! In de zoo

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 1 en 2

Trek je muts over je oren

nooit Zeer ruw en onvoorzichtig zijn Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen Als een olifant door een porseleinkast gaan

Monique Picavet Twee hondjes in het gras

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

De boekenbeer Module dans groep 1-2

Brandweerman. 1 Brandweerman, brandweerman. Red die kat, als je kan. Zet je ladder neer en draag snel die kat omlaag.

Ria Massy. De taart van Tamid

Auditieve oefeningen bij het thema:

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:

H E T R I J M T TED VAN LIESHOUT V E E L V E R S J E S & L I E D J E S LEOPOLD / AMSTERDAM

Muis heeft tikkertje gespeeld met Draak. Het is al donker als ze naar huis wil. Muis moet nog een heel eind door het bos.

De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Prent 1 : Klaslokaal. De kinderen zingen rond de kerstboom.

Liefde in het kippenhok

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 1 verhaal 1 groep 3. Thema 1 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

Kerstmusical voor /door kleine kinderen (onderbouw, groep 1,2,3) Niet religieus, met 4 liedjes. Speelduur ongeveer 30 minuten. Kerstfeest met Rudolf

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

Een boef in het bos. Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Miauw! Miauw!

Lente. Zomer. Winter. Herfst. Winter

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Thom de dino vriend. Lize Ippel

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

TAALLEESONDERWIJS - Bestrijden van de zomerdip

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

Het onze Vader. Naam:

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

De allerliefste oppas

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Copyright Beertje Anders

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

reeks 1 leesboek 1 Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 1

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

joep is op jet Nicolle van den Hurk Zwijsen

Doelen van de lessen. Januari C.D. 4

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Marloes. een handdoek. 2.1 Met Ron naar school. naam: Kijk en vul in: groep: 1 De rat van Ron is nog wild. tam. Wie - wat waar

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Deel 2. Begrijpend lezen Smoetie zoekt haar weg

Auditieve oefeningen herfst. Hakken en plakken

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

z ó leuk is lezen! taart van juf jet Anneke Scholtens en Pauline Oud Zwijsen

win-ter sneeuw-bal schaat-sen sneeuw-man ha-gel re-gen-jas re-gen-bui slee-en sneeu-wen don-ker ijs-beer re-gen-laars win-ter-jas hand-schoen ski-en

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Transcriptie:

TAALLEESONDERWIJS - Vos en Haas tegen de zomerdip Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer bevat alle informatie en handreikingen die in het kader van de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs worden ontwikkeld om het onderwijs in de basisvaardigheden te verbeteren. De kwaliteits Vos en Haas tegen de zomerdip maakt deel uit van de serie De Zomerdip. De zomerdip Uit onderzoek blijkt dat de technische leesvaardigheid van de leerlingen die van groep 3 naar groep 4 gaan, in de zomervakantie terugloopt. Daardoor hebben de leerlingen bij de start in groep 4 niet meer het niveau van het eind van groep 3. We noemen dit de zomerdip. Met name voor de zwakke lezers is het daarom belangrijk ook in de zomervakantie dagelijks te oefenen, en dat is heel goed mogelijk aan de hand van het boek Vos en Haas. In deze kwaliteits laten wij zien hoe ouders en leerlingen tijdens de zomervakantie het leesniveau op peil kunnen houden. Deze kwaliteits bevat: Informatie voor de school; Informatie voor de ouders; Werkbladen 1 t/m 42. KWALITEITSKAART Foto: AR-Producties 1

INfORmATIE VOOR DE ScHOOL De zomerdip Technisch lezen vraagt dagelijks instructie en oefening. In groep 3 wordt er veel tijd aan besteed. Uit onderzoek blijkt dat de technische leesvaardigheid van de leerlingen in de zomervakantie terugloopt doordat niet dagelijks meer geoefend wordt. Het gevolg is dat de leerlingen bij de start in groep 4 niet meer het niveau hebben van het eind van groep 3. We noemen dit de zomerdip. Dit verschijnsel is in onderzoek aangetoond en zult u ook in uw eigen praktijk herkennen. Vooral voor de zwakke leerlingen is dit een probleem, ze kunnen de aansluiting met het onderwijs in groep 4 minder goed maken. Met name voor de zwakke lezers is het dan ook van groot belang in de zomervakantie dagelijks te oefenen. Vos en Haas Het boek Vos en Haas is een groeiboek. Het boek begint met eenvoudige woorden en korte zinnen en wordt geleidelijk moeilijker, van AVI-M3 tot AVI-M4. Dit boek is geschikt om de leesstof van groep 3 in de vakantie te herhalen. De school leent het boek in de zomervakantie uit aan de leerlingen om samen met hun ouders te lezen. Bij het boek zijn werkbladen gemaakt, die u kunt downloaden van de website www.taalpilots.nl. Bij het boek horen 42 werkbladen, voor elke dag is er een werkblad. De ouders volgen de aanwijzingen op het werkblad. Werkwijze Het is de bedoeling dat ouders en kind iedere dag 15 tot 20 minuten samen lezen, op een vast moment en een rustige plaats. Elk leesmoment verloopt precies hetzelfde en het werkblad wijst de weg. Stap 1 De ouder begint het leesmoment met het voorlezen van een klein stukje uit de tekst, dat op het werkblad staat. Daarna lezen de ouder en het kind samen hetzelfde stukje nog een keer, maar nu allebei, tegelijkertijd, hardop. Stap 2 Na het lezen van het korte stukje, staan er oefenrijtjes op het werkblad. De ouder leest eerst alle woorden voor, horizontaal van links naar rechts. Daarna leest de ouder met het kind de woorden samen hardop. Tenslotte leest het kind de rijtjes nog een keer hardop. Stap 3 Nu komt het boek erbij. Het kind leest enkele bladzijden. Stap 4 Het leesmoment wordt afgesloten met een korte schrijf- of tekenopdracht. U kunt het schrijven en tekenen naar eigen inzicht afwisselen. Stap 5 Onderaan het blad vult de ouder in hoe lang er is gelezen en hoe het ging. Voor welke kinderen is Vos en Haas bedoeld? In de eerste plaats voor alle kinderen waarvan u aan het eind van groep 3 denkt dat het goed is dat ze in de vakantie blijven oefenen om een goede start te kunnen maken in groep 4. U kunt in ieder geval denken aan de kinderen die op de eindtoets op een te laag niveau (D/E, IV/V) gescoord hebben. Voor kinderen die AVI-M3 extra (zie www.estafette-lezen) nog niet op beheersings- of instructieniveau kunnen lezen, is Vos en Haas te moeilijk. 2

Vooruitgang We willen natuurlijk graag weten wat het effect is van het oefenen in de vakantie. Om dit zichtbaar te maken kunt het volgende doen: Neem voor de zomervakantie de AVI E3 en DMT-toets ( 1,2,3) af en doe hetzelfde direct na de zomervakantie (met een andere versie). Na de zomer kunt u niet gebruik maken van een normtabel, maar u kijkt of het kind vooruit gegaan is ten opzichte van de toets voor de vakantie. U kunt ook gebruik maken van de AVI-M3 extra toets om de vooruitgang vast te stellen. Vos en Haas Vos en Haas is geschreven door Sylvia Vanden Heede, met tekeningen van Thé Tjong-King. Uitgeverij Lannoo, Tielt, België, ISBN 978 90 209 3197 6 Literatuur over de zomerdip Luyten, H., K. Schildkamp & P. Verachtert (2009). Vooruitgang in technisch lezen gedurende het schooljaar en de zomervakantie. Pedagogische Studiën, jrg. 36, nr 3, p. 196-213 Blok, H. (2011). Ouders als didactische partners. Samenwerken aan leren lezen. JSW, januari 2011. INfORmATIE VOOR OuDERS Lezen in de zomervakantie, is dat nodig? Dit jaar heeft uw kind leren lezen. Volgend jaar, in groep 4 gaat het leren lezen verder. De woorden en zinnen worden moeilijker. Het is bekend, dat veel kinderen na zomervakantie minder goed lezen. Dat komt doordat ze niet meer dagelijks oefenen. Bij de start in groep 4 blijkt vaak dat wat de kinderen geleerd hebben in groep 3 een beetje is weggezakt. Om ervoor te zorgen dat uw kind in groep 4 de lessen makkelijk kan volgen, is het belangrijk in de zomervakantie te blijven oefenen. Vos en haas Uw kind krijgt van de school het leesboek Vos en Haas mee om in de vakantie te lezen. Samen met uw kind leest u iedere dag een paar bladzijden uit het boek. Bij het boek horen 42 werkbladen. Elke dag werkt u aan een blad. U volgt de aanwijzingen op het werkblad. Daar staat ook op welke bladzijden u samen met uw kind leest. Tijd en plaats Het is de bedoeling dat u iedere dag 15 tot 20 minuten samen leest. We raden u aan hiervoor een vast moment te kiezen. Een rustige plek, waar u niet gestoord wordt, is belangrijk. Het is handig naast elkaar te zitten, zodat u allebei het boek goed kunt zien. Het leesmoment Elk leesmoment verloopt precies hetzelfde en het werkblad wijst u de weg. Stap 1 U begint het leesmoment met het voorlezen van een klein stukje uit de tekst, dat op het werkblad staat. Daarna leest u hetzelfde stukje nog een keer, maar nu allebei, tegelijkertijd, hardop. Lees langzaam. Als uw kind niet alles hardop meeleest, is dat niet erg. 3

Stap 2 Na het lezen van het korte stukje, staan er oefenrijtjes op het werkblad. U leest eerst alle woorden voor, van links naar rechts. Daarna leest u met uw kind de woorden samen hardop. Tenslotte laat u uw kind de rijtjes nog een keer hardop lezen. Stap 3 Nu pakt u het boek erbij. Uw kind leest enkele bladzijden. Stap 4 U sluit het leesmoment af met een korte schrijf- of tekenopdracht. Stap 5 U vult onderaan het blad in hoe lang u heeft gelezen en hoe het ging. Samen lezen Lees bij het voorlezen of samen lezen niet te snel, maar hou rekening met het tempo van uw kind. Als uw kind tijdens het lezen een woord niet kan lezen, zegt u het woord voor. Als uw kind een fout leest, zegt u het goede woord. In het boek Vos en Haas staan soms woorden die niet vaak voorkomen. Als uw kind die woorden niet kent, legt u het woord uit. Op de werkbladen staat de betekenis van deze woorden. Geef uw kind tijdens het lezen veel complimentjes. Het boek Vos en Haas is een groeiboek. Het boek begint met eenvoudige woorden en korte zinnen en wordt geleidelijk moeilijker, van AVI-M3 tot AVI-M4. Als u merkt dat uw kind moeite heeft de tekst te lezen, kunt u besluiten het leesboek samen hardop te lezen of om de beurt een stukje te lezen. U kunt zelfs besluiten stukken voor te lezen. Het leesmoment mag geen stressmoment worden. Het gaat erom samen op een plezierige en ontspannen manier met lezen bezig te zijn. Tot slot Aan het einde van groep 3 is het leesniveau van uw kind vastgesteld. In het begin van groep 4 doet de school dat opnieuw. Lever na de vakantie het boek en de werkbladen in bij de leerkracht van groep 4. Met de leerkracht bespreekt u de vooruitgang van uw kind. Mariët Förrer, CPS Joop Stoeldraijer, Edux Onderwijsadvies 4

VOS EN HAAS WERKBLADEN Blad 1 Hoofdstuk Vos en Haas, pagina 7-8 dit is wat vos eet: een hap kaas en een kom pap en een pot room en een moot vis en ook nog een noot en een peer met heel veel sap ram room boom boot noot nat noot net zet zoom room roos kan kom om op mop map vis vos mos mop mok mik Laat nu uw kind bladzijde 7 en 8 van Vos en Haas hardop lezen. Ik eet vandaag een moot = een stuk de mop = de grap 5

Blad 2 Hoofdstuk Soep, pagina 9-10-11-12 ik ben gek op soep van kool. ik zet de pan op het vuur. ik pel een ui. ik hak de kool. nu het zout nog. sip sap soep roep roe doe moet moer voer ver vet zet kaas kous kou hou hout heet zet zout zou jou ja jas Laat nu uw kind bladzijde 9, 10, 11 en 12 hardop lezen. Schrijf drie woorden op die rijmen op SOEP. een dut = een kort slaapje puik = heel goed voer = eten 6

Blad 3 Hoofdstuk Het ij van uil, pagina 13-14-15-16 er zit een gat in de boom. dat gat is het huis van uil. uil is de buur van vos en haas. pijn zijn mijn mij moe koe jas ja jij bij bijt boot ei zeil zei zo zij zijn mol tol teil zeil zei ei Laat nu uw kind bladzijde 13, 14, 15 en 16 hardop lezen. Een ei kan snel kapot gaan. Welke dingen kunnen nog meer makkelijk breken? de buur = de buurman, die naast je woont wek mij niet = maak me niet wakker teer = snel kapot, kan makkelijk breken 7

Blad 4 Hoofdstuk Wat is er met het ei?, deel 1, pagina 17-18-19-20 o haas, kom gauw! huilt uil. mijn ei is ziek! het rolt zo raar heen en weer en het zegt piep! o, o, wat moet ik doen? het gaat vast mis! meet moet moe toe oen aan zo zon zoen zoef oef af duw ruw rauw gauw au saus dak das pas paus saus sas Laat nu uw kind bladzijde 17, 18, 19 en 20 hardop lezen. Welke dieren leggen eieren? Schrijf of teken er een paar. gaaf = mooi 8

Blad 5 Hoofdstuk Wat is er met het ei?, deel 2, pagina 21-22-23 een dier! een dier! gilt uil. een dier met een dop op zijn kop! dat dier at mijn ei ik zal het ik zal het! rilt gilt gil bil bal balt lip ligt zegt zeg zaag zaagt roept roe moe me mept nept Laat nu uw kind bladzijde 21, 22 en 23 hardop lezen. Uil vindt Piep heel lief. Wie vind jij heel lief? dons = zachte veertjes 9

Blad 6 Hoofdstuk De kou komt, deel 1, pagina 24-25-26 pats! er valt een noot op de kop van haas. en pok! nog een noot, net naast haar oor. haas voelt eens. daar zit een buil! dat gaat te ver. haas is woest. ze rent naar de boom van uil en ze belt aan. naast naar raar roer roest woest woest moest moet maar naar naast Laat nu uw kind bladzijde 24, 25 en 26 hardop lezen. Wat kun je aantrekken als je het koud hebt? kil = koud woest = heel boos 10

Blad 7 Hoofdstuk De kou komt, deel 2, pagina 27-28-29-30 nu is het herfst vos, zegt ze. wat? her, f, s, t. herfst dus. maar wat is herfst? herfst, dat is als de kou komt. elk jaar is het één keer herfst. nog een poos en het bos is kaal. o, haas! wat weet jij veel! het hert herfst verf ver vers kers kerst verst ver her herfst Laat nu uw kind bladzijde 27, 28, 29 en 30 hardop lezen. Schrijf een paar woorden op die horen bij de herfst. uil sust = uil stelt gerust wekken = wakker maken keilen = gooien je bent een kei = je bent heel goed 11

Blad 8 Hoofdstuk Kou in een kom, deel 1, pagina 31-32-33-34 vos praat en praat. hij hoort haas niet eens. soms is kou leuk, zegt ze nog één keer zacht. en dan is ze stil. zeurt zeur zeer beer beuk beukt neus keus kus lus leus leuk Laat nu uw kind bladzijde 31, 32, 33 en 34 hardop lezen. Welk ijs vind jij lekker? Kun je het tekenen? De wind raast = de wind waait heel hard 12

Blad 9 Hoofdstuk Haast, deel 1, pagina 35-36-37-38 vos zet zijn hoed af en veegt het zweet van zijn kop. dan gaapt hij. hij is zo moe. het is al laat. de zon gaat weg. en het is kil in het bos. kom ik stap maar weer eens op zegt vos. hij moet nog een heel eind maar hij holt niet. en hij rent niet vos heeft geen haast. heeft heet meet moet zoet zoeft puft put hut heet heeft beeft zwart zwaar waar weer zweer zweet Laat nu uw kind bladzijde 35, 35, 37 en 38 hardop lezen. Haas kan heel hard rennen. Ken jij nog meer snelle dieren? maak voort = schiet op traag = langzaam van hot naar her = van de ene naar de andere plaats kil = koud de nacht valt = het wordt nacht 13

Blad 10 Hoofdstuk Haast, deel 2, pagina 39-40-41-42 kijk daar! uit de mist doemt een schim op! een spook! het is lang en dun en het ziet er heel eng uit. help! gilt vos. hij slaat met een stok. dan rent hij hard weg. eng breng beng bang bas das bas bang zang zing ding dit lap lach lacht lucht kucht kuch schiet scheet meet maat mat schat Laat nu uw kind bladzijde 39, 40, 41 en 42 hardop lezen. Ben jij ergens bang voor? Waarvoor? klam = koud en nat schim = spook traag = langzaam 14

Blad 11 Hoofdstuk Sneeuw, deel 1, pagina 43-44-45 er ligt sneeuw in de tuin en sneeuw op het hek. sneeuw op het gras en sneeuw op het pad. vos zet een stap en nog een stap. de sneeuw zegt krak. maar je hoort het haast niet. vos kijkt om. waar hij liep, is een spoor. net een snoer. leuk is dat. snel snee sneeuw eeuw geeuw geef los lees leeuw eeuw sneeuw meeuw bon bonk bonkt blonk dronk drop bonk klank klas plas plank plan Laat nu uw kind bladzijde 43, 44 en 45 hardop lezen. Teken wat jij doet als er sneeuw ligt. Schrijf er een paar woorden bij. er schik in hebben = er plezier in hebben, het leuk vinden 15

Blad 12 Hoofdstuk Sneeuw, deel 2, pagina 46-49 ik maak een pop van sneeuw doe je mee, vos? daar heeft vos wel zin in uil rolt een bal. en vos rolt een bal. die van uil is twee keer zo groot als die van vos. dat hoort zo. de bal van uil is het lijf. de bal van vos is de kop. hoed veld brood wind hard hond schep schaap schuilt schok schip school Laat nu uw kind bladzijde 46-49 hardop lezen. Teken een sneeuwpop en versier hem. paf = verbaasd 16

Blad 13 Hoofdstuk Griep, pagina 50-53 vos staat naast het bed. haas slaapt. vos tikt zacht op haar neus. ze kreunt. dan kijkt ze met een half oog. "kom eruit, haas," zegt vos. "ik heb vers brood. de thee is klaar en de pap ook." "geen trek..." zucht haas. trek trekt trekken rekken rok rokken half kalf zalf elf helft zelf Laat nu uw kind bladzijde 50-53 hardop lezen. Laat iemand opschrijven welke ziektes jij hebt gehad. 17

Blad 14 Hoofdstuk Griep, deel 2, pagina 54-56 ik word niet ziek. ik heb thuis een fles. daar zit een drank in. als ik pijn heb in mijn kop of last van mijn buik of kramp in mijn poot of jeuk in mijn nek... dan drink ik van de fles. en ik voel niets meer! niets! geen zier! slokje drankje pijntje griepje vosje haasje stinkt drinkt zinkt blinkt drank stank Laat nu uw kind bladzijde 54-56 hardop lezen. Wat vind jij lekker om te drinken? geen zier = helemaal niks 18

Blad 15 Hoofdstuk De sneeuwpop, pagina 57-59 uil is weg en vos zit thuis. en haas? haas snurkt als een houtzaag. ze heeft een blos. ze droomt vaak iets leuks. vos wou dat hij zelf ook sliep. maar dat kan niet. hij is niet eens moe. af en toe staat vos op. hij loopt wat heen en weer. koppig lastig zuinig aardig jarig gierig steengoed houtzaag sneeuwpop kastdeur zakdoek neusgat Laat nu uw kind bladzijde 57-59 hardop lezen. Wat is jouw plan voor morgen? blos = rode wangens 19

Blad 16 Hoofdstuk De sneeuwpop, deel 2, pagina 60-62 het kost een hoop werk. want de pop moet uit elkaar. eerst tilt uil de kop van het lijf. hij brengt de kop naar vos. dan komt de rest. maar het lijf is te groot en te zwaar. dus rolt uil de bal naar het huis. vos helpt een handje. breng zing zong zang lang ding handje krantje kindje lintje landje lontje Laat nu uw kind bladzijde 60-62 hardop lezen. Wat zit er allemaal aan je hoofd? een neus en een... fier = trots 20

Blad 17 Hoofdstuk De sneeuwpop, deel 3, pagina 63-65 het is al laat. uil is al lang weer naar huis. de maan kijkt door het raam naar binnen. daar zit vos. hij huilt nog steeds. er is geen sneeuwpop meer. er ligt alleen een plas. en in die plas drijft een hoed. lippen pakken ballen pannen kippen vossen waard baard zwaard taart maart Laat nu uw kind bladzijde 63-65 hardop lezen. Schrijf drie woorden op die rijmen op pop. trek = zins 21

Blad 18 Hoofdstuk Vos geeft een feest, pagina 66-67 dan krijgt vos plots een idee. "ik geef een feest!" zegt hij. "een feest? voor wie dan wel?" vraagt haas. "voor jou!" lacht vos. "omdat jij eerst griep had. en nu niet meer. dat is wel een feestje waard." feestje beestje kastje kistje nestje vestje kou nou mouw mouwen vrouw vrouwen Laat nu uw kind bladzijde 66-67 hardop lezen. Wie mogen er op jouw feestje komen? bitter koud = erg koud 22

Blad 19 Hoofdstuk Vos geeft een feest, deel 2, pagina 68-70 het is erg druk als je een feest geeft. het huis moet aan kant: de vloer schoon. de tafel gedekt. vos doet flink zijn best. hij fluit erbij. hij zet de stoelen klaar en wast de borden af. stoelen borden kasten en strikken linten au gauw blauw pauw rauw knauw Laat nu uw kind bladzijde 68-70 hardop lezen. Wat zet je op tafel als je de tafel dekt? aan kant = opgeruimd 23

Blad 20 Hoofdstuk Vos geeft een feest, deel 3, pagina 71-73 haas zit op de uitkijk bij het raam. "daar zijn ze!" roept ze plots. "maar hee, is dat piep wel? kom toch eens, vos. wat ziet hij er raar uit. niet meer zo piep. al zijn dons is weg." "heel vreemd," vindt vos ook. prijst krijst lijst prijzen krijsen lijsten veren wegen knopen ogen steken gele Laat nu uw kind bladzijde 71-73 hardop lezen. Wat kun je op je kop zetten? hij wikt en weegt = hij denkt na 24

Blad 21 Hoofdstuk Vos geeft een feest, deel 4, pagina 74-76 "daar zijn ze!"roept ze plots. "maar hee, is dat piep wel? kom toch eens, vos. wat ziet hij er raar uit. niet meer zo piep. al zijn dons is weg." "heel vreemd," vindt vos ook. gevecht gebeld gezegd gedaan gekuch gezucht ka ko ku ki koe kou Laat nu uw kind bladzijde 74-76 hardop lezen. Schrijfopdracht Een kip zegt: Een koe zegt: Een hond zegt: Een haan zegt: dwaas = gek 25

Blad 22 Hoofdstuk De hik, pagina 77-79 als alles op is, zucht vos een keer. hij ziet wat groen om zijn neus. ik voel me niet zo goed," kreunt hij. "was er iets mis met de taart?" schrikt uil. "de taart was prima," zegt haas scherp. "vos is een slokop. daar komt het door. het is zijn eigen schuld. sputtert spettert spattert kliedert kladdert kloddert netjes hapjes grapjes taartjes feestjes graantjes Laat nu uw kind bladzijde 77-79 hardop lezen. Schrijfopdracht Wat kun je roepen om iemand te laten schrikken? slokop = vreetzak 26

Blad 23 Hoofdstuk De hik, deel 2, pagina 80-82 "wie kent er een mop?" vraagt haas. "piep!" zegt uil vlug. "zo is het toch? jij kent een mop. hoe ging die, piep?" "tok, tok, tok!" kakelt piep. "o ja, nu weet ik het weer!" schatert uil. hij rolt over de grond van de pret. juichen lachen achter zuchten zacht nacht schateren schatert schaterde schrikt schrikken schrok Laat nu uw kind bladzijde 80-82 hardop lezen. Wie denk jij dat er voor de deur staat? angst = bang 27

Blad 24 Hoofdstuk De hik, deel 3, pagina 83-85 "iemand moet opendoen," fluistert haas. "dat is waar," fluistert vos terug. hij kijkt naar uil en uil kijkt naar piep en piep zegt: "tok!" "ik ga al," zucht uil. meneer genoeg bezoek mevrouw bedankt gebouw brievenbus oorbellen opendoen goede middag goede avond goede morgen Laat nu uw kind bladzijde 83-85 hardop lezen. Schrijfopdracht Schrijf je naam op je visiteje. nuf = aanstelster mof = handenwarmer 28

Blad 25 Hoofdstuk De hik, deel 4, pagina 86-88 de dame stapt over de drempel ze kijkt eens rond. "Ik stoor toch niet? Het lijkt wel of het hier feest is." "ja," zegt haas. "het is een feest voor m..." geluk gelukkig ongelukkig deftig deftiger deftigst erbij eraf erna ervoor ertussen ernaast Laat nu uw kind bladzijde 86-88 hardop lezen. Wat vind jij het mooiste feest? vereerd = heel blij mee 29

Blad 26 Hoofdstuk Een nieuwe buurvrouw, pagina 89-91 Pluim huilt nog een poos. Dan veegt ze haar ogen droog. Ze snuit haar neus in haar staart. "Dat lucht op," zucht ze. "Niets is zo goed als een potje huilen. Ik voel me al een stuk beter. Misschien dat ik toch maar blijf. Het kan hier vast rustig zijn, zo af en toe." huilen snuiten fluisteren pluim kruimel kruimeltje staart hoorn eekhoorn warm tranen streek Laat nu uw kind bladzijde 89-91 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Een vogel woont in een... Een vos in een... En een kip in een... de drukte ontvluchten = weggaan van de drukte 30

Blad 27 Hoofdstuk Een nieuwe buurvrouw, deel 2, pagina 92-94 Het is een poos stil. Vos zegt niets meer en uil zegt niets meer. Alleen Piep doet heel zacht: "Tok." Haas krabt zich achter het oor. Wat een raar verhaal! Eerst had Pluim een huis. En toen niet meer. Of wel? eerlijk lelijk heerlijk eigenlijk feestelijk duidelijk mijlenver gevoerd gebeurd verhuizen gedaan zuchtend Laat nu uw kind bladzijde 92-94 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Waar kun je allemaal in wonen? zo doof als een pot = die hoort niks mijlenver = heel ver weg 31

Blad 28 Hoofdstuk Een nieuwe buurvrouw, deel 3, pagina 95-97 Met zijn vieren stappen ze door de sneeuw. Haas voorop. En dan Pluim. Vos loopt rechts van Pluim en Uil loopt links van Pluim. Piep staat voor het raam en zwaait. winterslaap wintertrui winterjas uitzicht gedicht gezicht lawaai gezwaai vlaai groei bloei gloei Laat nu uw kind bladzijde 95-97 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Schrijf vijf woorden op die te maken hebben met het weer. pal = recht voor 32

Blad 29 Hoofdstuk Een nieuwe buurvrouw, deel 4, pagina 98-100 "We zijn er!" zegt Haas eindelijk. Ze staat stil aan de rand van het bos. En ja, daar is een heel mooie, heel rechte, heel hoge boom. "Die bedoel ik," zegt Haas. Pluim en Vos en Uil kijken omhoog. De top van de boom wiegt zacht in de wind. daarboven eronder daarbeneden erboven ernaast erachter geeuw geeuwt leeuw leeuwen meeuw meeuwen Laat nu uw kind bladzijde 98-100 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Schrijf vijf woorden op die rijmen op knus. zalig = heerlijk 33

Blad 30 Hoofdstuk Een nieuwe buurvrouw, deel 4, pagina 101-102 " Lekker slapen, de hele winter lang. Ik heb nog heel wat in te halen. Maken jullie me wakker als de lente komt? Vos en Uil knikken. Haas zegt niets. bouwen vouwen trouwen mouwen sjouwen douwen gauw blauw buurvrouw buurman welterusten sneeuwvlok Laat nu uw kind bladzijde 101-102 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Wat kun je zeggen als je weggaat? lenig = beweeglijk, goed kunnen bewegen 34

Blad 31 Hoofdstuk Wat een humeur, pagina 103-105 Elke dag scheurt Vos een blaadje van de kalender. Het zijn er heel wat. Nog maar even en dan is het voorjaar. Soms dooit het al. En soms kan de kachel een poosje uit. "Pom pom pom, " zingt Vos opgewekt. kalender opgewekt snorharen spiegelbeeld afknippen sneeuwklokje zoemen zoenen bloesems bloemen kachel treurig Laat nu uw kind bladzijde 103-105 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Wat kun je allemaal met je haar doen? spiegelbeeld = wat je ziet in de spiegel 35

Blad 32 Hoofdstuk Wat een humeur, deel 2, pagina 106-108 Vos lacht wat en Uil lacht wat. "Kom, ik stap maar weer eens op," zegt Uil dan. "Ik ga ook verder," zegt Vos. "Waar moet je heen? vraagt Uil. "O, nergens heen. Ik maak zomaar een ommetje." "Wat toevallig! Ik ook!" roept Uil uit. zenuw schaduw ruw zenuwachtig prachtig ommetje boeket strop stropdas zonnedak zonnebril zonnetje Laat nu uw kind bladzijde 106-108 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Welke woorden kun je maken van het woord stropdas? toevallig = zonder opzet, niet zo bedoeld 36

Blad 33 Hoofdstuk Wat een humeur, deel 3, pagina 109-111 Pluim heeft een erg slecht humeur. Ze kan het niet helpen. Dat krijgt ze altijd na haar winterslaap. Het gaat pas over als ze een nootje eet. "Plu-huim!" roepen Vos en Uil nu tegelijk. "Ik kom al!" snauwt Pluim. Mopperend klimt ze Wat ziet ze eruit! mopperen snauwen schrikken opgelucht omhoog omlaag prachtig prachtige lach lachen lachje zacht Laat nu uw kind bladzijde 109-111 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Van welk eten word jij vrolijk? slecht humeur = slechte bui, niet vrolijk 37

Blad 34 Hoofdstuk Wat een humeur, deel 1, pagina 112-113-114 Ik heb bloemen meegebracht, zegt Uil. En ik ook! zegt Vos. Vos en Uil geven de sneeuwklokjes aan Pluim. Ze zijn zo prachtig en het zijn er zoveel. Maar Pluim is er niet blij mee. Ze laat ze zomaar vallen. Zomaar op de grond. bloem bloemen men mens mensen wensen moeten moet met meten weten vergeten Laat nu uw kind bladzijde 112, 113 en 114 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Pluim is net wakker uit haar winterslaap en heeft heel veel honger. Ken je nog een dier dat een winterslaap houdt? Teken het dier en zet de naam erbij. kniezen = brommen radeloos = niet meer weten hoe het moet 38

Blad 35 Hoofdstuk Wat een humeur, deel 2, pagina 115-116-117-118 Haas!, Haas! Er is wat met Pluim! hijgt hij. Hij klemt de sneeuwklokjes tegen zijn borst. En hij doet Haas het hele verhaal. Toktoktok kakelt Piep bezorgd. Maar Haas lacht alleen wat. Ze zet de schoffel tegen het hek. Pluim heeft een ochtendhumeur, zegt ze dan. sneeuwbal sneeuw sneeuwklokje klokje klok klokhuis humeur ochtendhumeur vanochtend vanmiddag middagpauze pauze bes bessen bessensap sap appelsap appelflap Laat nu uw kind bladzijde 115, 116, 117 en 118 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Wat is er in de stad wel en in het bos niet? schoffel = hiermee kun je de aarde van je tuin losmaken (kijk wat haas doet op het plaatje) klef = kleverig, plakkerig vroeg uit de veren = vroeg uit bed een nuf = een akelig meisje, een aansteller 39

Blad 36 Hoofdstuk Eerlijk delen, deel 1, pagina 119-120-121 Het is bijna zomer. Vos spit in de tuin. Hij heeft een rode zakdoek op zijn kop. Dat is tegen de zon. Af en toe stopt Vos met spitten. Dan leunt hij op zijn spade en hijgt. Spitten is een heel karwei. Vos pakt zijn zakdoek en veegt het zweet van zijn gezicht. spit spitten zitten pitten appelpitten appel wasbak bak bakken pakken pannen pan lippen lip lap lappen stappen stap Laat nu uw kind bladzijde 119, 120 en 121 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Welk eten is plakkerig en kleverig? spade = schep uitblazen = uitrusten vinnig = kattig hij nipt aan zijn sap = hij neemt een klein slokje bits = onvriendelijk 40

Blad 37 Hoofdstuk Eerlijk delen, deel 2, pagina 122-123-124 Het kookboek van Haas ligt bovenop de kast. Vos klimt op een stoel. Zo kan hij er net bij. Achterin het boek staat een lijst van lekkere dingen: Aardbeien met slagroom Amandeltaart Appelflappen Banaan met nootjes Bietjespuree Citroenpudding appel aardappel aarde aardbei aardbeien aardbeienjam appel appelflap appelflappen appelmoes moes moestuin vind kind kinderen kinderspel spel spelletje Laat nu uw kind bladzijde 122, 123 en 124 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Wat heb je nodig om koekjes te bakken? bijt haas hem toe = snauwt haas hem toe bedremmeld = sip brij = pap 41

Blad 38 Hoofdstuk Eerlijk delen, deel 3, pagina 125-126-127 Vos is klaar met kneden. De klomp deeg ligt op het aanrecht. Het is een dikke, bleke, kleffe bol. Verdeel in stukjes zo groot als een noot, leest Vos. Hij krabt zich op zijn kop. Een sliert deeg blijkt plakken aan zijn oor. dikke dik dak dan dun dunne moedig moed goed goede goedkoop goedkope dikke dik dikzak zak zwak zwakke kleffe klef lef lof dof doffe hete heet heel hal half halve Laat nu uw kind bladzijde 125, 126 en 127 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Hoe kan het dat er geen vier koekjes op de bakplaat liggen, maar drie? okkernoot = walnoot 42

Blad 39 Hoofdstuk Eerlijk delen, deel 4, pagina 128-129-130-131 Opeens komt Haas de keuken in. Ik heb de hele tuin gespit! roept ze trots. En nu rammel ik van de honger. Zijn de koekjes klaar? Vos verslikt zich van schrik. gewoon woon waan baan baas verbaasd moedig moed goed goede goedkoop goedkope dikke dik dikzak zak zwak zwakke kleffe klef lef lof dof doffe leeft beleeft belooft beloof geloof gelooft Laat nu uw kind bladzijde 128, 129, 130 en 131 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Schrijf drie woorden op die te maken hebben met klusjes die je in huis kunt doen en drie woorden die te maken hebben met klusjes die je buiten kunt doen. verrukkelijk = heerlijk 43

Blad 40 Hoofdstuk Zonder Piep, deel 1, pagina 132-133-134 Het is allemaal de schuld van Pluim! raast Uil. Zijn ogen zijn rood van het huilen. Hij slaat driftig met zijn vleugels. De veertjes vliegen in het rond. Stil toch Uil! sust Vos. Vertel eerst eens wat er gebeurd is. Je bent helemaal overstuur. Natuurlijk ben ik overstuur, roept Uil. Piep gaat weg! al alle allemaal helemaal hele heel zonnen zon zonnepet pet put uitgeput Laat nu uw kind bladzijde 132, 133 en 134 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Waar zou jij wel eens naar toe willen? overstuur = van streek grienend = huilend vastsjorren = vastmaken 44

Blad 41 Hoofdstuk Zonder Piep, deel 2, pagina 135-136-137 Het is heel erg als je iemand mist. Er is niets aan te doen. Vos en Haas proberen het wel. Maar het lukt niet. Uil denkt alleen nog maar aan Piep. Misschien slijt het vanzelf, zucht Vos. Misschien, zucht Haas ook. verdrietig proberen misschien zenuwachtig verrassing kartonnen tegelijk teleurgesteld lekkers prullenmand grijns niemand Laat nu uw kind bladzijde 135, 136 en 137 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Schrijfopdracht Welke woorden kun je maken met de letters van het woord verrassing? Misschien slijt het = misschien gaat het over 45

Blad 42 Hoofdstuk Zonder Piep, pagina 138-139-140 Haas is een kei. Ze heeft gelijk. Er zit nog iets in de doos. Uil woelt door het stro. Hij voelt iets! Het is rond en glad. De ogen van Uil worden groot van verbazing. Een ei! roept hij uit. Piep heeft mij een ei gestuurd! verbazing blijdschap eindelijk dadelijk dromerig verlegen afgeknipt woelt gelijk langzaam mijmeren dikkerd Laat nu uw kind bladzijde 138, 139 en 140 hardop lezen. u kunt ook samen tegelijk hardop lezen of om de beurt een stukje hardop lezen. Wie vond jij het leukste dier uit het verhaal? Uil woelt door het stro = uil gaat met zijn vleugels door het stro de koekoek = een vogel een pompon = een balletje van wol 46

47

colofon De serie De Zomerdip bestaat uit de volgende kwaliteitsen: Bestrijden van de zomerdip. Twaalf tips voor het tegengaan van stilstand of achteruitgang van het taalleesniveau tijdens de zomermaanden. Vos en Haas tegen de zomerdip. Werkbladen bij het boek Vos en Haas van Sylvia vanden Heede, met een toelichting bij de werkwijze. Mijn vakantieverhaal. Pakket voor het door leerlingen laten maken van een eigen vakantieboek. Met handleidingen voor leerkrachten en ouders. De kwaliteits Vos en Haas tegen de zomerdip is ontwikkeld door Mariët Förrer (CPS) en Joop Stoeldraijer (Edux). De kwaliteits is een uitgave van Projectbureau Kwaliteit. Voor vragen rond de kwaliteitsen Taalpilots kunt u contact opnemen met Gea Spaans, PO-Raad /Projectbureau Kwaliteit, e-mail info@schoolaanzet.nl. De kwaliteitsen De zomerdip zijn te vinden op www.taalpilots.nl/implementatiekoffer/ouders/morgenaandeslag Mei 2011 Buiten het downloaden zijn alle rechten op dit product voorbehouden aan: Postbus 85246-3508 AE Utrecht e-mail: info@schoolaanzet.nl www.schoolaanzet.nl 48