Tekstsoort Inhoud tekst Tekstdoel Schrijfdoel Informeren: gegevens verstrekken door opsomming van de feiten, bijvoorbeeld bij een. gang van zaken.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO)

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo. 1

Examenvoorbereiding 2018 Nederlands (HAVO)

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Een staatsexamen Nederlands overleven

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 10: Leesvaardigheid

Waarom een samenvatting maken?

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

Een betoog is een tekst waarmee je als schrijver de lezer wilt overtuigen van jouw standpunt.

STAPPENPLANNEN HAVO-VWO

4 Levende Talen Magazine

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Nederlands bovenbouw havo/vwo

Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2

6,3. Samenvatting door een scholier 1419 woorden 14 februari keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting van Topniveau blok 4. 3.

NEDERLANDS VWO (4F) CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

Samenvatting Nederlands Module 2

Nederlands HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

NEDERLANDS VWO. Syllabus centraal examen 2012

Examen VMBO-GL en TL 2006

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

Stercollectie Nederlands hv123

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari keer beoordeeld. Nederlands. 93: Stijlfiguren

Nederlands VWO. Syllabus centraal examen 2010

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABI NEDERLANDS 2017 HAVO EN VWO

Inhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase

leesvaardigheid Nederlands H5

6,4. Samenvatting door Dana 4815 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Nederlands. Tentamen 2 Nederlands

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Samenvatting Nederlands top niveau (op niveau)

Docenten Handleiding

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Nederlands HAVO. Syllabus centraal examen 2009

NEDERLANDS (3F) HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019

NEDERLANDS (3F) HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020

NEDERLANDS (3F) HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Samenvatting Nederlands Top niveau

NEDERLANDS (3F) HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juni 2015

NEDERLANDS (3F) HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juli 2017

NEDERLANDS VWO (4F) SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019

NEDERLANDS VWO (4F) SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020

NEDERLANDS VWO (4F) SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

NEDERLANDS VWO (4F) SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juni 2015

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11

Nederlands CSE KB. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren

Nederlands CSE GL en TL

BEGRIJPEND LEZEN 2 NEDERLANDS TEKSTEN BEGRIJPEN

Tekst lezen en leesstrategieën toepassen

Leesvaardig (herhaal de stof van leesvaardig blok 1 t/m 4)

Je kunt het tekstdoel beter bepalen als je eerst de hoofdgedachte van de tekst vaststelt.

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Nederlands CSE GL en TL. Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage.

VORMGEVER RPC / SIGNSPECIALIST

Examen VMBO-GL en TL 2005

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?

On O d n e d r e ha h n a del e en Zakelijk Nederlands

Tekst lezen en signaalwoorden herkennen

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Johannes 8:12 Jezus is de sleutel tot echt leven

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Examen VWO Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Lezen - Argumenten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Bij het verkennend lezen van een boek of artikel ga je als volgt te werk:

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Samenvatting Nederlands Over lezen

GiP Opdracht Kantoortechnieken

Transcriptie:

Samenvatting door Sandra 3156 woorden 7 mei 2018 4 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting CE-stof Tekstbegrip Nederlands vwo 1. Tekstsoorten tabel Tekstsoort Inhoud tekst Tekstdoel Schrijfdoel Bij uiteenzettende teksten De uiteenzetting heeft als Informeren: gegevens verstrekken door opsomming van de feiten, bijvoorbeeld bij een Uiteenzettend wordt iets uitgelegd, doel de lezer te informeren nieuwsbericht. Uiteenzetten: beschreven, verklaard of over een stand van zaken of (systematisch) uitleggen hoe een meegedeeld. gang van zaken. onderwerp in elkaar zit, zoals de tekst in een schoolboek. Beschouwend Betogend De beschouwing heeft als doel de lezer over een kwestie te laten nadenken, Beschouwen: Een onderwerp ter Bij beschouwende teksten of een beschouwing kan ook de discussie stellen door het van tekstgedeelten worden argumenten voor en tegen verschillende kanten te belichten, interpretaties, verklaringen een of meer standpunten met uitleg en argumentatie. (Ook en opinies ter overweging behandelen, maar is er niet deels objectief, minder subjectief aangeboden. op gericht de lezer voor een dan een betoog) van die standpunten te winnen. Overtuigen: Een pleidooi houden, je mening overbrengen, Bij betogende teksten of Het betoog heeft als doel de door middel van argumenten, tekstgedeelten wordt een lezer van het standpunt te bijvoorbeeld bij een recensie. beargumenteerd standpunt overtuigen. Activeren: het publiek ingenomen. aansporen tot handelen, bijvoorbeeld bij een advertentie. 2. Wat is het verschil tussen uiteenzetten en beschouwen? Een uiteenzetting is echt objectief, met controleerbare feiten, het tekstdoel is om de lezer iets uitgebreid uit te leggen. Een beschouwing laat verschillende kanten (meningen, dus subjectief) van een onderwerp zien, zodat de https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 1 van 12

lezer er zelf over na zal denken. Naast een hoofddoel kan een tekst ook meerdere nevendoelen hebben: een tekst met in hoofdzaak informerende tekst kan bijv. in enkele alinea s een mini-betoogje houden. 3. Tekstopbouw Een tekst bestaat uit alinea s, om hem een overzichtelijke, mooie opbouw te geven. In een afgeronde alinea wordt maar één (deel)onderwerp aangesneden, waar een hoofdmededeling en uitwerking daarvan wordt gedaan in de alinea. Die hoofdmededeling noemen we de kernzin. Elke tekst heeft een onderwerp, die je kunt bepalen door goed naar de kernzinnen van de alinea s te kijken, bij de hele tekst vooral op de titel, de inleiding en het slot. In een tekst moet je meestal een hoofdgedachte bepalen, de uitspraak/mening van de schrijver over het onderwerp. De hoofdgedachte is nauw verwant aan het onderwerp, maar niet hetzelfde. Deze vind je bij de titel, de inleiding, het slot en de kernzinnen. In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan. Met een standpunt geef je je mening over die stelling. Voorbeeld: Stelling: Standpunt: De regering heeft een goed milieubeleid. Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert. Standpunten herken je aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat, dus. En om een standpunt hard te maken zal een schrijver komen met een aantal argumenten (= de argumentatie) om je te overtuigen. Voorbeelden: Argumenten: Ook afgelopen jaar is er weinig gedaan tegen de opwarming van de aarde. Sommige planten en dieren kunnen zich aan de opwarming niet snel genoeg aanpassen en zullen met uitsterven bedreigd worden. Standpunt en mening vallen nogal eens samen. De stelling is dan zo geformuleerd dat het standpunt (mening van de schrijver) gelijk duidelijk is. We onderscheiden drie soorten standpunten: positief, negatief en twijfel. Positief: Als Alain Clark Nederland gaat vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival (wat de Telegraaf meldde) gaat Nederland hoge ogen gooien. Negatief: De bijdrage van Nederland aan het Eurovisie Songfestival wordt weer niks want Alain Clark gaat Nederlands volgens De Telegraaf ons land vertegenwoordigen. Twijfel: Ik weet nog niet of het wat wordt met de bijdrage van Nederland als Alain Clark ons land (wat de Telegraaf meldde) gaat vertegenwoordigen. Feitelijke (objectieve) en waarderende (subjectieve) argumenten https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 2 van 12

Argumenten zijn feitelijk (objectief) en niet-feitelijk (subjectief) Een feitelijk argument is waar of onwaar en hoeft niet onderbouwd te worden. Voorbeeld Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop is bij mij om de hoek. Over een waarderend argument kan je van mening verschillen en daarom moet zo n argument ondersteund worden. Voorbeeld Ik ga morgen naar de film kijken in Luxor, want die bioscoop vind ik veel prettiger. Soms herken je argumenten aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat en immers geven aan dat er een argument volgt. Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging. Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijg, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging). 4. Opbouw redeneringen Een standpunt is jouw mening. Een argument is waarom je iets vindt. Twee hoofdtypen redeneringen 1.Standpunt want argument (redengevend/oorzakelijk verband) 2.Argument dus standpunt(=conclusie) (concluderend verband) In langere, uitgebreide redeneringen worden de twee types vaak aan elkaar geregen. Je krijgt dan: 3.Standpunt want argumenten dus conclusie. Feitelijke argumenten zijn controleerbaar. Waarderende argumenten zijn niet controleerbaar. 5. Wat zegt de schrijver van de tekst over het onderwerp? De hoofgedachte is altijd één complete zin. Je vindt de hoofdgedachte meestal in de inleiding of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten goed! Let op: de hoofdgedachte is nooit een vraag! 6. De inleiding Een goede schrijver/spreker zorgt ervoor dat zijn inleiding meer dan een functie heeft. Een inleiding kan vijf verschillende functies hebben: 1. De belangstelling van de lezer/spreker wekken https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 3 van 12

2. 3. 4. 5. Het onderwerp introduceren/de hoofdgedachte naar voren brengen Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen De lezer/spreker welwillend stemmen 7. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Hoe schrijf je een pakkende inleiding? Begin met een of meer directe vragen; vragen waarop een niet direct een voor de hand liggend op te geven is Begin met een uitspraak in de vorm van een stelling, gevolgd door een vraag Begin met een retorische vraag; een vraag waar je geen antwoord op verwacht, een mededeling in vraagvorm Een openingszin, hier kan je stijlmiddelen bij gebruiken zoals overdrijving, ironie en sarcasme Een korte anekdote Stel het probleem meteen aan de orde Noem de aanleiding tot het schrijven van je tekst 8. Het slot De drie functies van het slot: 1. 2. 3. Korte samenvatting Conclusie Aanbeveling 1. Wat is het verschil tussen een conclusie en een samenvatting? Een samenvatting geeft kort de inhoud weer van de voorgaande alinea s. In de conclusie wordt er op basis van voorgaande alinea s een volgende denkstap gezet, want dan wordt er iets geconcludeerd. 10. Enkelvoudige, onder- en nevenschikkende argumentaties schema https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 4 van 12

Soort argumentatie Toelichting Voorbeeld Enkelvoudige argumentatie Gebruik je bij een standpunt slechts één argument, dan heb je te maken met enkelvoudige argumentatie. Roken moet verboden worden, omdat het slecht voor je gezondheid is. Oftewel: Het is slecht voor je gezondheid dus moet roken verboden worden. Nevenschikkende argumentatie Er is sprake van meervoudige Roken moet verboden want 1. Het is argumentatie als er bij een standpunt slecht voor je gezondheid. 2. Roken is twee of meerdere argumenten worden verslavend. 3. Je brengt ook nietrokers schakers toe. gebruikt en die argumenten moeten los van elkaar staan. Onderschikkende argumentatie Bij onderschikkende argumentatie wordt gebruik gemaakt van argumenten die elkaar ondersteunen. Een truc hierbij is dat je tussen de argumenten steeds het woordje want ertussen kan zetten. Roken moet verboden worden, want het is verslavend, want in sigaretten zit nicotine en dat is een verslavende stof. Bij een nevenschikkende argumentatie worden twee argumenten gebruikt om een standpunt te ondersteunen. De argumenten werken alleen in combinatie van elkaar. Los van elkaar hebben ze geen kracht. Roken moet verboden worden. 1. Dat Nevenschikkende argumentatie kost veel geld. 2. Je hebt maar weinig Let hierbij op dat alleen de eerste met afhankelijke argumenten zakgeld. argumentatie niet goed is, alleen met het tweede argument krijgt het eerste argument kracht. Een truc hierbij is dat er nooit want tussen de argumenten kan staan, dan klopt het namelijk niet. Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten Een nevenschikkende en onderschikkende argumentatie = mengvorm Daarbij zijn de argumenten zelfstandig. Ze staan los van elkaar en zijn daarom dus onafhankelijk. Voorheen noemde we dit de meervoudige argumentatie. Dit is een combinatie van beide argumentatiestructuren. 11. Argumentatieschema s Het geheel van argumenten en standpunt noemen we een argumentatieschema. https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 5 van 12

Soort argumentatieschema Toelichting Voorbeeld Gevolg Oorzaak en gevolg Het zou mij niets verbazen als we straks Bij dit type redenering wordt ervan uit gegaan allemaal ziek zijn, dat een feit of een gebeurtenis zal leiden tot Oorzaak een ander feit of gebeurtenis. De kip was namelijk nog helemaal niet gaar, want het was niet lang genoeg gebakken. Overeenkomst Overeenkomst: lolbroek Henk Van dit type argumentatieschema is sprake als Als Henk meegaat, dan hebben we vast lol! er een vergelijking wordt gemaakt tussen twee Vergelijking: de vorige keer gevallen en er een overeenkomst wordt De vorige keer dat hij meeging, deed ik het geconstateerd. ook in m n broek van het lachen. Standpunt Je kan absoluut op mij rekenen. Voorbeelden In dit geval wordt een standpunt ondersteund Voorbeelden door argumenten die voorbeelden zijn. Zo ben ik gister je verjaardag niet vergeten en ik heb al een maand een cadeau voor je klaarliggen. Voordelen Als je 5 vwo overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in 6 vwo met goede cijfers Voor- en nadelen te slagen. Bij dit type argumentatieschema wordt er een Nadeel - Voordeel afweging gemaakt. De voordelen worden Daar staat tegenover dat je het weliswaar vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan zwaar krijgt als je overgaat naar 6 vwo, wordt er een oordeel uitgesproken. maar dat je toch een kans hebt dat je meteen slaagt. Oordeel Als ik jou was zou ik het proberen in 6 vwo. Een onderdeel Kenmerk of eigenschap Marianne is eigenlijk nog een groot kind, Als alle onderdelen van een groep hetzelfde Kenmerk kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van Want het liefst speelt zij nog met haar de groep dat kenmerk ook. De gedachten bij Barbie. het argumentatieschema wordt meestal niet Wat wordt er niet expliciet vermeld: Als expliciet vermeld. je met een Barbie speelt ben je nog een kind. Autoriteit Daarbij wordt een standpunt ondersteund door Uit onderzoek van de universiteit van Autoriteit een uitspraak van een deskundige of uit een gezaghebbende bron. Nijmegen blijkt dat toegevoegde suikers heel erg slecht zijn, dus je kunt beter minderen met het eten van suiker. 12. Drogredenen Soms wordt er in een tekst of discussie gebruik gemaakt van argumenten die strikt genomen fout zijn, de gebruiker hiervan weet meestal dat zijn beredenering fout is, maar hij gebruikt het om de luisteraar of lezer te manipuleren (=te beïnvloeden). Hij wil de lezer/luisteraar overhalen tot zijn standpunt, desnoods met minder juiste redeneringen. Een https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 6 van 12

drogreden is ook wel het onjuist gebruik maken van een argumentatieschema of het overtreden van een discussieregel. https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 7 van 12

Drogredenen Toelichtingen Voorbeelden Op-de-man-spelen/persoonlijke aanval Wat weet jij nou van liefde, je hebt zelf nooit een relatie Er wordt op de man gespeeld en er wordt geen enkel argument gehad! gegeven. Je wordt dus persoonlijk aangevallen. Wat weet een dronkenlap zoals jij van politiek? Het meelopers motief Ik ga ook pas om drie uur naar huis, want iedereen doet Een speciaal autoriteitsargument: het argument dat iedereen er dat ook. zo over denkt. Je haalt dan niet één ander aan als gezaghebbend Waarom zou ik geen afval op straat gooien? Iedereen maar probeert je tegenstander over te halen met iedereen. doet het toch! Ik ben een keer onterecht aangehouden door de politie. De generalisering Op basis van een of enkele waarnemingen wordt er een conclusie Alle politieagenten zijn gek. gevormd voor een hele grote groep. Zie je wat dat blonde meisje geantwoord heeft? Zie je wel, alle blonde vrouwen zijn dom. Het dreigement De stelling wordt verdedigd door de ander bij voorbaat te intimideren. Als je nu niet doet wat ik zeg, ram ik je in elkaar. Het ontduiken van bewijslast Iedereen met een beetje gezond verstand zal zeggen Er wordt geen enkel argument gegeven maar je vraagt aan Geef me één goede reden waarom ik tegen abortus zou degene die er niet mee eens is om een tegenargument te geven of zijn. iets te bewijzen. Bewijs maar dat jij dit zelf geschreven hebt, zei de leraar. De cirkelredenering Ik vind het slecht dat we onder de 18 geen alcohol Bij een cirkelredenering zijn standpunt en argument inhoudelijk mogen kopen. Dat is gewoon niet oké. gelijk. Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek. Woorden in de mond leggen. Daarbij verdraai je de uitspraak van Jij vindt deze broek niet mooi? Je vindt me zeker te dik! Vertekenen van het standpunt iemand anders. Je beweert dat iemand iets heeft gezegd terwijl dat niet het geval is. Ward gaat niet naar het popfestival. Hij houdt niet van popmuziek en gezelligheid. Onjuiste oorzaak-gevolg relatie Sinds er meer Polen in Nederland zijn is er minder werk. Een onjuist beroep op causaliteit. Er wordt een oorzakelijk Dus dat moet wel door de Polen komen. verband gelegd tussen twee zaken die allebei wel waar zijn, maar Sinds er meer kikkers in de vijver zitten, is het water waar eigenlijk geen verband tussen is. schoner. Dat moet dus wel aan de kikkers liggen! Beroep op verkeerde autoriteit Mijn dochter is hoogbegaafd, dat heeft grootmoeder Het argument beroept zich op een autoriteit. Soms op een vastgesteld. uitkomst van een onderzoek, waarvan vervolgens wordt gezegd Die nieuwe film schijnt goed te zijn, want koning Willem dat hij hetzelfde standpunt heeft. Alexander vindt het ook een goede film. Ik mag thuis overal eten, dus mag ik dat in de klas op school ook. Valse vergelijking: appels en peren worden Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee zaken die van Dit tweede proefwerk van Nederlands zal wel weer vergeleken elkaar verschillen. makkelijk worden, dat was het de volgende keer namelijk ook. Hellend vlak: het wordt erger Als we nog meer immigranten toelaten, is straks heel Een hellend vlak inroepen betekent dat men beweert dat een Afrika bij ons op de stoep. bepaalde actie een reeks opeenvolgende gebeurtenissen die Als we homo s laten trouwen, laten we dieren later vast uiteindelijk tot een (meestal ongewenst) einde zullen leiden. ook trouwen. Vals dilemma We moeten nu of alle boeken in de klas laten lezen of Bij het valse dilemma wordt er gedaan of er slechts twee geen boekverslagen meer laten inleveren, anders blijven mogelijkheden zijn. Mogelijkheid A en mogelijkheid B. Ben je het ze alles van internet halen. niet eens met mogelijkheid A, dan ben je het automatisch eens Als je geen dieren eet vindt je dat anderen dat ook niet met mogelijkheid B. mogen eten. Het bespelen van het publiek Jij ook argument Beroep op traditie Stok achter de deur Het overdrijven van voor- en nadelen Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap Hierbij formuleert iemand zijn standpunten zo dat het moeilijk wordt ertegenin te gaan. Op deze manier probeert iemand een afwijkende mening te voorkomen. Bij het jij ook-argument zul je zien dat er een ander geval tegenover wordt geplaatst. Hierdoor wil de opponent het laten lijken of de twee gevallen elkaar opheffen. Het beroep op traditie is iets wat veel door de conservatieve tak van de politiek wordt gebruikt. Het beroep op traditie wordt relatief vaak gebruikt omdat veel mensen niet houden van verandering. Hierbij wordt de mening niet ondersteund door een argument, maar door erop te wijzen dat de nare gevolgen voor de luisteraar het niet waard zijn. Je overdrijft de voor- of nadelen voor een bepaalde maatregel. Ik heb overduidelijk gelijk, alleen domme en achterlijke mensen zullen het niet met mij eens zijn. Ja ik weet dat ik vandaag te laat was, maar jij bent ook weleens te laat! Natuurlijk moeten leerlingen met pen en papier blijven werken, dit is altijd zo geweest. Ik wil dat jullie nu stil zijn anders gaan we vanavond geen friet meer eten! Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van illegale wiet niet verdwijnen. Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden een saaie leraar zijn. genoemd. https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 8 van 12

13. Inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen De relatie van oorzaak gevolg De relatie doel middel De relatie van standpunt-argument-subargument De relatie van algemene uitspraak-toelichting Conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur De standpunten en soorten argumenten herkennen en onderscheiden 14. Tekstverbanden en signaalwoorden https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 9 van 12

Tekstverband Chronologisch verband Opsommend verband Signaalwoorden Nadat Eerst Daarna Wanneer Vroeger Later Voordat En Ook Ten eerste Ten tweede Ten slotte Vervolgens Tegenstellend verband Vergelijkend verband Toelichtend verband Redengevend verband Voorwaardelijk verband Maar Echter Hoewel Toch Daarentegen Staat tegenover Zoals Zo Evenals In vergelijking met Soortgelijk (e) Bijvoorbeeld Zo Zoals Een voorbeeld (hier)van Ter illustratie Want Omdat Daarom Vanwege Immers Namelijk Wanneer Mits Tenzij In het geval dat Als Doel-middel verband Oorzakelijk verband Om te Daarmee Waarmee Opdat Door middel van Door Doordat Waardoor Te danken aan Zodoende Samenvattend verband Concluderend verband Samengevat Kortom Met andere woorden Vandaar dat Hieruit volgt Dus Daarom Concluderend Kortom Al met al https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 10 van 12

15. Stappenplan tekst verklaren 1. Oriëntatiefase Stap 1: Bekijk de titel/tussenkopjes/afbeelding/bron Stap 2: Bedenk kort voor jezelf wat het onderwerp is en wat je hiervan al weet. Stap 3: Lees de eerste en de laatste alinea Stap 4: Bedenk voor jezelf hoe de tekst ongeveer in elkaar zal zitten 2. Intensief lezen Stap 5: Lees alleen de vragen door Stap 6: Lees elke alinea intensief. Houd je hierbij steeds aan het volgende rijtje: 1. 2. 3. 3. Lees de alinea Omcirkel de signaalwoorden die je tegenkomt in deze alinea Onderstreep de kernzin in deze alinea (vaak in de eerste of de laatste zin van de alinea). De opbouw van een alinea: kernzin + uitleg kernzin. Vragen beantwoorden Stap 7: Lees opnieuw de vraag. Stap 8: Bekijk bij welk stukje tekst de vraag hoort en lees dit nog een keer. Stap 9: Bedenk voor jezelf wat het antwoord is. Beantwoord de vraag. 16. Tips tijdens het eindexamen Probeer de tekststructuur goed te begrijpen. Vaak is een tekst zo opgebouwd en noteer dit voor jezelf. Alinea s waar mensen aan het woord zijn, zijn vaak belangrijk. De personen worden vaak uitgebreid voorgesteld en dat is niet voor niets! Als je een alinea niet begrijpt, stel jezelf dan de vragen: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Hoe? Als je bij een vraag een zin moet citeren, citeer dan ook alleen een zin. Niets meer, niets minder! https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 11 van 12

Neem na elke tekst even een kleine pauze om jezelf weer op te laten voor de volgende tekst 17. Tips ter voorbereiding op het eindexamen Bekijk het beoordelingsmodel van de voorgaande jaren om te kijken waar je precies punten voor kunt krijgen bij het beantwoorden van een vraag. Oefen altijd examens uit de voorgaande jaren om een idee te krijgen wat voor type vragen er gesteld worden en hoeveel tijd je ongeveer nodig hebt voor een examen. Neem kleurtjes of markeerstiften mee om de tekst je eigen te maken. Bedenk voor jezelf een systeem, bijvoorbeeld: groen voor signaalwoorden, geel voor kernzinnen. Maak eventueel aantekeningen in de kantlijn. 18. Formuleringen door CITO 1. Bij strekking gaat het erom dat je algemeen vertelt wat de schrijver bedoelt met het geselecteerde tekstelement. 2. Bij opvatting wordt er eigenlijk bedoeld wat het concrete standpunt is van de schrijver. https://www.scholieren.com/verslag/117784 Pagina 12 van 12