Evaluatie van de instaptoets Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017

Vergelijkbare documenten
Evaluatie van de instaptoets Nationale Actie Help slachtoffers aardbeving Nepal

DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN

Eindrapportage Giro555-Actie Help slachtoffers hongersnood. Deel 1: Financiële rapportage. Mei 2018

Leidraad voor provinciale besluitvorming in het kader van noodhulp

Eindrapport Gezamenlijk Actieplan Integriteit: maart december 2018 Marleen van Amersfoort, programmamanager. Bron:

Noodhulp in de Hoorn van. Jeroen Jurriens, Disaster Management Unit ICCO & Kerk in Actie

Beter voorbereid op toekomstige rampen

Korte informatie HVK examenkandidaten

Eindrapportage Giro555-Actie Nederland helpt Nepal. Deel 1: Financiële rapportage. April 2018

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

Nationale actie Help slachtoffers hongersnood

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Vlaams Fonds voor Tropisch Bos

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

Meting december 2013 DONATEURSVERTROUWEN WEER IN DE LIFT

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Examen Financieel Echtscheidingsadviseur Ondernemer

Nationale actie Help slachtoffers hongersnood

Overzicht hulpwerkzaamheden SHO

De behandelingsduur van een nieuwe aanvraag om kinderopvangtoeslag 2014

Datum 19 september 2014 Betreft Noodhulp: herziening Nederlandse humanitaire hulp en de inzet van het Relief fund.

Tweede tussenrapportage Giro555-Actie Nederland helpt Nepal. Deel 1: Financiële rapportage. Publicatiedatum: april 2016

Hulp in de Hoorn van Afrika

Instituut Broers. Plan van Aanpak. Zubin Mathoera & Tomas Berends. Zubin Mathoera Tomas Berends Maarten van Mensvoort Tim van Berkel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam. Datum: 12 april Rapportnummer: 2012/061

87,6 Mensen met behoefte aan humanitaire. Dollar hadden de VN en partners in 2016 nodig om mensen in nood te helpen

SHO Samenwerkende Hulporganisaties

ICCO & Kerk in Actie. Nederland, FSAN).

UNICEF Nederland. Totaal te besteden met Giro555*: *Totaal te besteden is inclusief eventuele rentebaten en apparaatskostenvergoeding.

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Aanvragen van een machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 24 oktober 2013 (startgesprek) 18 november 2013 (onderzoek)

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk gegrond.

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Rapport. Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB)

Accountantsverslag 2012

REG03.V1 Status : GELDIG 27 mrt 06 Pagina : 1 van 10. Reglement voor het gebruik van het accreditatiemerk CCKL CCKL

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

Evaluatierapport Module 2 Energie en Materialen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO Rehoboth

Rapport. Rapport over een klachtover het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/162

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 13 januari 2006 Rapportnummer: 2006/005

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Factsheet. Compensatieregeling Voogdij en 18+

Beoordeling. I Bevindingen. h2>klacht

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Unieke Herculescode:... Titel Hercules Investeringsproject:... Promotor-coördinator: Onthaalinstelling: Hercules 1 Hercules 2

Inspectierapport Gastouderbureau de Bengel (GOB) Stationsstraat AL MARKELO Registratienummer

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024

Eindrapport van het GDP-API inspectiebezoek aan Alliance Healthcare Nederland B.V. te Veghel, op 28 juli Utrecht, 2017

Instructie indienen einddeclaratie

ONDERZOEK & ONTWIKKELING

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 8 januari 2016 (definitief)

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING

Q&A Onderzoek prestatie-indicatoren. 1. Algemeen. 1-1 In het protocol staat dat onjuistheden groter dan 2% (per indicator) worden vastgesteld?

Meerderheid Nederland niet van plan om geld te geven Nederlander twijfelt of geld voor noodhulp Hoorn van Afrika goed terecht komt

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 8 maart Rapportnummer: 2011/082

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement werkwijze Expertgroep toetsen. Paragraaf 1 Algemeen

Een onderzoek naar de beslissing op een verzoek om ambtshalve vermindering van opgelegde belastingaanslagen.

32605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Geen reactie op aanvragen voor een tweede oprit Gemeente Almere Dienst Stedelijke Ontwikkeling Dienst Stadsbeheer

NAI REGLEMENT VOOR HET BENOEMEN VAN EEN BINDEND ADVISEUR IN AD HOC PROCEDURES

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Hoe groot was de appetite voor risk appetite?

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Noodfonds Zwolle en omgeving. Jaarverslag 2013 publieksversie Stichting Noodfonds Zwolle en omgeving

Projectoproep Kankerplan Actie 21/22 : Innovatieve benaderingen in de psychosociale steun

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (E.L.A van Emden, voorzitter en mevrouw mr. S.N. Poyraz, secretaris)

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Hoedster van de EU financiën

Rapport. Datum: 25 januari 2001 Rapportnummer: 2001/024

Energiemanagementprogramma FUHLER SERVICES BV

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) uit Rijswijk

PROJECT PLAN VOOR DE IMPLEMENTATIE VAN EEN STANDAARD SITE VOOR DE VERENIGING O3D

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Daklift: Wel of geen vergunning? Gemeente Amsterdam Stadsdeel West

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

Rapport. Datum: 3 februari 2011 Rapportnummer: 2011/005

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Transcriptie:

Evaluatie van de instaptoets Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017 In opdracht van Giro555 10 juli 2018

Evaluatie van de instaptoets van de National Actie Help slachtoffers hongersnood 2017 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Introductie... 4 2.1. Achtergrond... 4 2.2. Doel en scope van de evaluatie... 4 3. Methodologie... 5 3.1. Analyse ingevulde instaptoetsformulieren... 5 3.2. Analyse bewijsvoering en vergelijking met instaptoets... 6 3.1. 50% check en Risk Register... 6 4. Resultaten... 7 4.1. Resultaten bewijsvoering en vergelijking met instaptoets... 7 CARE Nederland Jemen... 7 CARE Nederland Somalië... 8 Cordaid Zuid-Soedan... 11 Cordaid Somalië... 12 Cordaid Oeganda... 13 ICCO/Kerk in Actie Zuid-Soedan... 15 ICCO/Kerk in Actie Nigeria... 16 ICCO/Kerk in Actie Somalië... 17 ICCO/Kerk in Actie Ethiopië... 18 Nederlandse Rode Kruis Zuid-Soedan... 20 Nederlands Rode Kruis Jemen... 21 Nederlands Rode Kruis Nigeria... 22 Nederlands Rode Kruis Somalië... 23 Nederlands Rode Kruis Kenia... 24 Nederlands Rode Kruis Oeganda... 25 Oxfam Novib Zuid-Soedan... 27 Oxfam Novib Jemen... 28 Oxfam Novib Nigeria... 29 Oxfam Novib Somalië... 30 Oxfam Novib Niger... 31 1

Plan Nederland Zuid-Soedan... 33 Plan Nederland Nigeria... 34 Plan Nederland Ethiopië... 35 Save the Children Zuid-Soedan... 37 Save the Children Somalië... 38 Stichting Vluchteling Zuid-Soedan... 40 Stichting Vluchteling Jemen... 41 Stichting Vluchteling Somalië... 42 Terre des Hommes Kenia... 44 Terre des Hommes Zuid-Soedan... 45 UNICEF Nederland Jemen... 48 UNICEF Nederland Nigeria... 48 UNICEF Nederland Kenia... 49 World Vision Somalië... 51 4.2. Observaties... 53 5. Conclusies... 53 5.1. Is instaptoetsmethode werkbaar?... 53 5.2. Klopt informatie verstrekt door deelnemers?... 54 5.3. Was deelname van elke deelnemer gerechtvaardigd?... 54 5.4. Heeft instaptoets meerwaarde t.o.v. verdeelsleutel?... 54 6. Aanbevelingen... 55 6.1. Doorgaan met instaptoets?... 55 6.2. Welke verbeteringen in proces doorvoeren?... 55 2

1. Samenvatting Giro555 of de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) is een samenwerkingsverband van elf Nederlandse hulporganisaties dat bij uitzonderlijke rampen een gezamenlijke fondsenwervingscampagne opzet in de vorm van een Nationale Actie. De Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017 werd gestart op 6 maart 2017 nadat begin 2017 steeds meer alarmerende berichten uit delen van Afrika en Jemen kwamen over honger als gevolg van droogte en conflict. Giro555 maakt sinds de Nationale Actie voor de aardbeving in Nepal in 2015 gebruik van een instaptoets om te bepalen of de algemene competentie van de leden ook bij een specifieke ramp geldig is. De instaptoets bevat vragen over de ervaring, aanwezigheid, opschaal- en absorptiecapaciteit van de Giro555-leden in het getroffen gebied. Op basis van de instaptoets werden elf leden toegelaten tot de Actie, namelijk CARE Nederland, Cordaid, ICCO/Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan Nederland, Save the Children, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes Nederland, UNICEF Nederland en World Vision. Dit document vormt de evaluatie van de instaptoets voor de Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017. Een evaluatie van de instaptoets is een vereiste van het Giro555-actiereglement en heeft als doel de tijdigheid, juistheid, kwaliteit, compleetheid en resultaten van de ingevulde instaptoets van de leden te beoordelen op basis van een vergelijking van de informatie in de instaptoets met oorspronkelijke documenten. De evaluatie werd uitgevoerd door een externe evaluator en vond plaats van februari tot juni 2018. Er werd nagegaan of de informatie verstrekt door de Giro555-leden in de instaptoets klopte, en of de algemene bewijsvoering toeliet de deelname van de leden te rechtvaardigen. Daarnaast werd het proces van de instaptoets beoordeeld. De resultaten van de vergelijking tussen instaptoets en aangeleverde documenten laten zien dat het merendeel van gegevens overeenkwam. In sommige gevallen was de bron van de ingevulde gegevens onbekend of kon de ondersteunende informatie niet teruggevonden worden. In een enkel geval kwamen de gegevens niet overeen maar er werden geen signalen gevonden dat dit met opzet gebeurde om de kans op deelname te vergroten. Op basis van de aangeleverde documentatie en toelichting van Giro555-deelnemers kan geconcludeerd worden dat de competentie van de deelnemers om humanitaire hulp te verlenen in de getroffen gebieden voldoende was en dat de toelating van alle deelnemers tot deze actie gerechtvaardigd was. Evaluatie van het proces van de instaptoets laat zien dat de methode is geschikt om een eerste indruk van de capaciteiten van de Giro555-deelnemers te krijgen om te bepalen of zij kunnen deelnemen aan een Nationale Actie in een getroffen gebied. Het gehele proces van de instaptoets en met name de evaluatie is in haar huidige vorm een uitvoerig en tijdrovend proces dat niet volledig in verhouding staat tot het doel van de toets. Om de methode werkbaar te houden moet een betere balans gevonden worden tussen het uiteindelijke doel van de instaptoets, namelijk om snel een beslissing te kunnen nemen welke Giro555-deelnemers efficiënt hulp kunnen bieden aan een getroffen bevolking en de bijhorende bureaucratie om de benodigde gegevens aan te leveren en te controleren. Belangrijkste aanbevelingen die voortkomen uit deze evaluatie zijn: Verduidelijk de vragen in het instaptoetsformulier door instructies en definities toe te voegen en ruimte te laten voor uitleg van de organisatie zodat er minder ruimte voor verschillende interpretatie is en gegevens beter vergeleken kunnen worden. Voer de evaluatie van de instaptoets ruim voor het einde van de bestedingsperiode uit zodat zowel personeel als ondersteunende documenten eenvoudiger beschikbaar zijn. Verduidelijk de verwachtingen omtrent de aan te leveren documenten ter bevestiging van de ingevulde gegevens in de instaptoets zodat de deelnemers al ten tijde van het invullen van de toets de gegevens kunnen opslaan of delen met het SHO-bureau. 3

2. Introductie 2.1. Achtergrond Giro555 of de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) is een samenwerkingsverband van elf Nederlandse hulporganisaties dat bij uitzonderlijke rampen een gezamenlijke fondsenwervingscampagne opzet in de vorm van een Nationale Actie. Het samenwerkingsverband bestaat sinds 1984 en de meeste recente aanpassingen in de institutionele structuur van Giro555 komen voort uit adviezen van de Commissie Meurs uit 2013 en 2014. Een van de voorgestelde verbeteringen was het invoeren van een instaptoets om de algemene competentie van de leden bij een specifieke ramp te toetsen. Op basis van dit proces wordt beslist welke Giro555-deelnemers tot de nationale actie worden toegelaten en welk bedrag iedere deelnemer ontvangt. De instaptoets bestaat uit twee delen. In deel een, in te dienen bij het bestuur binnen 30 uur na afkondiging van de actie, dient de Giro555-deelnemer informatie te verstrekken over hun trackrecord, aanwezigheid in het rampgebied en de opschaalcapaciteit. In deel twee van de instaptoets, in te sturen binnen twee weken na afkondiging van een actie, wordt de deelnemer verzocht bestaande beperkingen in de absorptiecapaciteit aan te geven en een risico-inschatting te maken. De Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017 werd gestart op 6 maart 2017 nadat begin 2017 steeds meer alarmerende berichten uit delen van Afrika en Jemen kwamen over honger als gevolg van droogte en conflict. Het was de tweede keer dat de instaptoetsprocedure werd gebruikt. Op basis van de instaptoets werden elf leden toegelaten tot de Actie, namelijk CARE Nederland, Cordaid, ICCO/Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan Nederland, Save the Children, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes Nederland, UNICEF Nederland en World Vision. De bestedingstermijn van een jaar voor de actieopbrengst van ruim 35 miljoen euro kwam op 28 februari 2018 ten einde. 2.2. Doel en scope van de evaluatie Het actiereglement bepaalt in punt 6.11 dat Achteraf wordt door een externe consultant geëvalueerd of de deelnemer aan het begin van de actie een juiste schatting heeft gemaakt in de instaptoets. Doel: Het evalueren van de verstrekte informatie in de instaptoets en toelating van deelnemende organisaties tot de Nationale Actie Help slachtoffers hongersnood 2017. Doelstellingen: 1) Om verantwoording af te leggen aan het Nederlandse publiek en donoren over de toekenning van fondsen aan Giro555-deelnemers; 2) Om het SHO-bestuur te adviseren over de geldigheid van de ingeschatte competentie van de deelnemers voor de specifieke context van deze actie en de besteding van de fondsen; 3) Om het SHO-bestuur van aanbevelingen te voorzien voor verbetering van het proces van de instaptoets. Opzet: Het beoordelen van de tijdigheid, juistheid, kwaliteit, compleetheid en resultaten van de ingevulde instaptoets en vaststelling bestedingscriteria achteraf, en het formuleren van aanbevelingen voor verbetering. 4

Beperkingen: Het feit dat het de tweede keer was dat de instapprocedure in een Giro555-Nationale Actie werd gebruikt leidde tot een aantal uitdagingen en beperkingen voor de instaptoets en de evaluatie zelf: Voor de instaptoets en de Risk Registers zijn geen duidelijke instructies en definities voorhanden waardoor er grote verschillen waren in de interpretatie van de vragen en de kwaliteit van de gegeven informatie in die documenten. In eerste instantie werd gekozen voor een actie voor de vier zwaarst getroffen landen, op basis van een geschatte opbrengst van 10 miljoen. Na twee weken werd duidelijk dat de opbrengst richting 35 miljoen euro ging en mochten ook omringende landen toegevoegd worden. Sommige organisaties pasten hun plannen en daarmee de informatie in de instaptoets aan en dit leidde tot verschillende versies en soms onvolledige informatie in de instaptoets die de evaluator tot haar beschikking had. De evaluatie van de tweede instaptoets vond gelijktijdig plaats met de evaluatie van de eerste instaptoets (voor de Nepal actie) waardoor het niet mogelijk was om geleerde lessen van de eerste evaluatie toe te passen. Voor de evaluatie van de instaptoets bestonden geen richtlijnen of format voor de Giro555- deelnemers over welk materiaal aangeleverd moest worden. Hierdoor bestonden er grote verschillen tussen de elf deelnemers in de compleetheid en bruikbaarheid van aangeleverde documenten en moest er herhaaldelijk gecommuniceerd worden met de deelnemers over aanvullende informatie. In het startgesprek volgende afspraken gemaakt tussen de coördinator van het SHO-bureau en de externe evaluator: Er werden geen aanbevelingen over de verdeelsleutel verwacht. Verstrekte gegevens in de tweede tabel van deel twee van de instaptoets worden niet geëvalueerd omdat na de actie van Nepal besloten werd dat deze tabel geen toegevoegde waarde had en niet ingevuld hoefde te worden. Deze evaluatie heeft niet als doel de hulpverlening van de deelnemers aan de nationale actie te evalueren en zal dus geen uitspraken doen over de kwaliteit van de programma s en activiteiten. 3. Methodologie 3.1. Analyse ingevulde instaptoetsformulieren De methodologie van de evaluatie was gebaseerd op deskresearch met aanvullende communicatie met de SHO-bureau coördinator en de noodhulpcoördinatoren van de Giro555-deelnemers. Het beoordelen van de compleetheid van de ingevulde instaptoetsformulieren gebeurde in de volgende fasen: 1. Noodhulpcoördinatoren werden door de SHO-bureau coördinator om informatie gevraagd die zou toelaten de instaptoets te evalueren. 2. Eerste snelle beoordeling van de compleetheid van de geleverde informatie door de evaluator. 3. Noodhulpcoördinatoren kregen een week tijd om de ontbrekende informatie te leveren. 4. Tweede diepgaande beoordeling van de geleverde informatie door de evaluator. 5. Noodhulpcoördinatoren werden rechtstreeks door de evaluator benaderd met specifieke vragen voor aanvullende informatie. Bij elke Giro555-deelnemer zijn door de consultant volgende documenten opgevraagd: 5

Bewijs van registratie in de landen waar de organisatie de actieopbrengst zou besteden Budgetten voor humanitaire hulp en ontwikkelingshulp in de getroffen gebieden 2012-2017 Jaarverslag van de organisatie voor de getroffen gebieden 2016 Strategisch plan voor de getroffen gebieden 2017 Situatierapporten en projectvoorstellen als reactie op de ramp van de organisatie zelf 3.2. Analyse bewijsvoering en vergelijking met instaptoets De bewijsvoering diende ertoe voor elke deelnemer van de Nationale Actie twee evaluatievragen te beantwoorden: 1. Klopt achteraf gezien de informatie die door elke deelnemer ingevuld is in de instaptoets? 2. Gegeven de deelnamecriteria voor deze actie en de verstrekte gegevens in de instaptoets, was de deelname van elke deelnemer gerechtvaardigd? De vergelijking met de aangeleverde documentatie diende ertoe de juistheid, kwaliteit en compleetheid van de gegevens in de instaptoets te beoordelen. Ook werden de webpagina s van de Giro555-deelnemers geraadpleegd. E-mailcorrespondentie werd toegelaten in de bewijsvoering en waar nodig werden de noodhulpcoördinatoren om mondelinge toelichting gevraagd. Kleurtabellen werden gebruikt om de analyse te onderbouwen en visualiseren. De tabellen zijn beschikbaar in Annex 1. In de resultaten is ervoor gekozen om de eerste vraag voor iedere organisatie per land te beschrijven. De tweede evaluatievraag wordt als geheel besproken daar de beslissing over toelating tot de Actie per organisatie genomen is. 3.1. 50% check en Risk Register Voor de beoordeling werd ook gekeken of de deelnemer voldaan had aan de bestedingsnorm van 50% na zes maanden. Aangezien alle deelnemers de bestedingsnorm haalden wordt dit niet verder in de resultaten besproken. Verder werden ook de conclusies uit het zogenaamde Risk Register (risico-inschatting of risico-plan) uit deel twee vergeleken met de tussentijdse reportage van november 2017. Ook werd gekeken naar de toegevoegde waarde en de kwaliteit van de analyse in het Risk Register en de relevantie van deel twee in het algemeen. 6

4. Resultaten 4.1. Resultaten bewijsvoering en vergelijking met instaptoets CARE Nederland Jemen Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door CARE Nederland ingevuld is in de instaptoets voor Jemen? De informatie in de instaptoets kon deels worden gecontroleerd op juistheid en compleetheid. De aangeleverde documentatie kon niet alle vragen in de instaptoets volledig bevestigen en er werden ook een aantal kleine onjuistheden genoteerd. Uit de aangeleverde documentatie blijkt duidelijk dat CARE sinds de jaren 1990 aanwezig is in Jemen. Actieve betrokkenheid van CARE Nederland blijkt uit het jaarverslag 2015/2016 dat Jemen aanwijst als een van de focuslanden voor interventies. CARE Nederland is ook bij de Dutch Relief Alliance de lead voor Jemen, en de aangeleverde documentatie laat zien dat CARE in Jemen bovendien actief is op programmagebieden zoals vredesopbouw en meerdere lopende projecten had in 2016/2017. De registratie van CARE kon worden vastgesteld op basis van de aangeleverde Principal Cooperation Agreement tussen CARE en de Jemenitische overheid voor 2017. Volgens de gegevens in de instaptoets werkt CARE Nederland als directe uitvoerder, via een netwerk/alliantie en via lokale partners. De verstrekte informatie bevestigt de uitvoering via het CAREnetwerk en de informatie op de CARE International website voor Jemen laat ook zien dat CARE samenwerkt met lokale partners. Volgens de voor deze evaluatie gebruikte definitie is het echter niet gerechtvaardigd om CARE Nederland als directe uitvoerder aan te merken. 1 In de instaptoets zijn de vakjes voor activiteit in de volgende sectoren aangekruist: water en sanitaire voorzieningen, voedselzekerheid en voeding, levensonderhoud, onderwijs en onderdak/nfi. De aangeleverde documenten over Jemen laten duidelijk activiteiten zien op het gebied van voedsel, water en sanitaire voorzieningen en in mindere mate ook op het gebied van onderdak/nfi. Activiteiten in de onderwijssector konden niet worden bevestigd op basis van de aangeleverde informatie, hoewel de CARE International website wel summier refereert aan onderwijsprogramma s voor meisjes. Op basis van de grootte en aard van de lopende humanitaire hulp ten tijde van de Nationale Actie kan redelijkerwijs verondersteld worden dat CARE zonder problemen kon opschalen in Jemen. CARE had bestaande operaties en kantoren in de provincies die in de instaptoets genoemd worden als doelgebieden. De informatie over de tijdsspanne waarin het opschalen zou kunnen plaatsvinden en het personeel dat daarvoor beschikbaar was kon niet bevestigd worden. Verschillende sitreps laten zien dat CARE een groot portfolio aan humanitaire hulpprojecten had in Jemen ten tijde van de Nationale Actie. De gegevens voor het hoogste jaarbudget die werden aangeleverd kwamen niet overeen met de informatie in de instaptoets. Ook kon niet teruggehaald worden waarop het bedrag in de instaptoets (33 miljoen euro) op gebaseerd was. Dit is een veelvoorkomende situatie bij het controleren van de informatie. Vanwege personeelsverloop en de korte termijn waarop het eerste deel van de instaptoets ingeleverd moet worden, zijn sommige 1 Hoewel CARE NL eindverantwoordelijk is voor de projecten gefinancierd door Nederlandse gelden, houdt deze evaluatie vast aan de definitie van directe uitvoerder als boots on the ground en dit was in Jemen het landenkantoor. Dit voorbeeld wijst op de noodzaak voor duidelijke afspraken binnen Giro555 over wat een directe uitvoerder is. 7

antwoorden geschat en is het lastig om achteraf te bepalen waarop de schatting gebaseerd is geweest. Het aantal medewerkers van CARE Jemen werd aangetoond door middel van een organogram van oktober 2017. De personeelsaantallen komen niet overeen (160 in de instaptoets, 233 in het organogram). Dit verschil werd door CARE verklaard door de snelle opschaling van de operatie in Jemen tussen het moment van de Nationale Actie en de datum van het organogram. Deel twee van de instaptoets geeft aan dat CARE 1,6 miljoen euro als limiet heeft qua absorptiecapaciteit, verdeeld over twee regio s. Aangezien verschillende sitreps van een geschat jaarbudget van bijna 22 miljoen euro uitgaan, is het redelijk om te veronderstellen dat CARE geen problemen zou ondervinden om de financiering die via Giro555 binnen zou komen te kunnen absorberen. Ondanks de geïdentificeerde hoge risico s en potentiele hoge impact die de situatie in Jemen met zich meebrengt voor de humanitaire hulp ter plekke, besluit CARE op basis van het Risk Register dat het adequate en sterke mitigatiemaatregelen in plaats heeft. Het grootste overgebleven risico zou schuilen in het voortduren of verergeren van politieke onrust in bepaalde gebieden en onvoldoende toegang tot contant geld. Uit de tussentijdse reportage van november 2017 blijkt dat het voortdurende conflict in Jemen de toegang tot sommige gebieden bemoeilijkt. Er wordt echter niet aangegeven dat dit ernstige gevolgen voor de projectactiviteiten heeft gehad. CARE Nederland Somalië Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door CARE Nederland ingevuld is in de instaptoets voor Somalië? Evaluatie van de door CARE aangeleverde documenten liet toe een groot deel van de ingevulde gegevens in de instaptoets op juistheid en compleetheid te verifiëren. Uit de verschillende jaarverslagen en sitreps blijkt duidelijk dat CARE zeer actief in Somalië was ten tijde van de Nationale Actie. CARE werkt sinds 1981 in Somalië en het land is aangemerkt als een van de twintig focuslanden voor CARE Nederland. De registratie van CARE Somalië werd aangetoond met het registratiebewijs afgegeven door het Ministry of Interior and Federal Affairs op 24 maart 2017. In de instaptoets is aangegeven dat CARE direct uitvoerend is, via een netwerk/ alliantie uitvoert, en ook via lokale partners. Het kon worden vastgesteld dat CARE via een lokale partner implementeert, daar deze bij naam genoemd werd in aangeleverde documentatie. Volgens de voor deze evaluatie gebruikte definitie is het echter niet gerechtvaardigd om CARE Nederland als directe uitvoerder aan te merken. Evenals in Jemen, is CARE Nederland niet zelf aanwezig in Somalië maar heeft een contract afgesloten met het nationale CARE landenkantoor om het door Giro555 gefinancierde programma uit te voeren. 2 In de instaptoets zijn de vakjes voor de volgende sectoren aangekruist: water en sanitaire voorzieningen, voedselzekerheid en voeding, levensonderhoud, onderwijs en bescherming. De aangeleverde documenten over Somalië bevestigen capaciteit in al deze sectoren. Een aangeleverd projectvoorstel voor de besteding van de SH-gelden noemt ook significante ervaring met verstrekking van NFI, terwijl dit niet in de instaptoets vermeld is. 2 Hoewel CARE NL eindverantwoordelijk is voor de projecten gefinancierd door Nederlandse gelden, houdt deze evaluatie vast aan de definitie van directe uitvoerder als boots on the ground. Dit voorbeeld wijst op de noodzaak voor duidelijke afspraken binnen Giro555 over wat een directe uitvoerder is. 8

De opschaalcapaciteit kan niet bevestigd worden. De sitrep en andere aangeleverde informatie over Somalië bevatten te weinig informatie over de bestaande organisatiestructuur, locaties en grootte van de operatie ter plekke. In de instaptoets worden dezelfde sectoren genoemd voor de mogelijkheid tot opschalen als voor de bestaande sectordekking. Gebieden waarvoor wordt aangegeven dat er opgeschaald kan worden zijn Sanaag, Sool en Bari district. De tussenrapportage maakt melding van activiteiten in Baidoa en Elbarde district waarmee de opschaalcapaciteit in de gebieden zoals vermeld in de instaptoets achteraf niet bevestigd wordt. De tijdsspanne en het beschikbare aantal medewerkers kon niet gecontroleerd worden. Lopende humanitaire hulp blijkt uit verschillende sitreps waarin bestaande humanitaire projecten beschreven worden die al voor of tijdens de Nationale Actie liepen. Het hoogste jaarbudget was 35 miljoen euro volgens instaptoets, terwijl de aangeleverde informatie als hoogste budget 23.9 miljoen euro laat zien. CARE Nederland gaf in e-mailcorrespondentie aan dat de 35 miljoen toentertijd gebaseerd was op een schatting en dat het ten tijde van deze evaluatie niet meer terug te halen viel waar de schatting precies op gebaseerd was. De grootte van het team van 231 personeelsleden kon worden bevestigd aangezien de aantallen in het aangeleverde projectvoorstel zo goed als overeenkomen met de genoemde aantallen in de instaptoets. Volgens deel twee van de instaptoets was de maximale absorptiecapaciteit in de eerste zes maanden 6 miljoen euro. Aangeleverde sitreps laten een geschat jaarbudget van bijna 29 miljoen euro zien en het is dan ook het aannemelijk dat CARE in de context van Giro555 geen problemen zou ondervinden om extra geld te absorberen. Het door CARE ingevulde risk register bevat 29 risicofactoren verdeelt over verschillende categorieën. In het document ontbreken echter de kolommen die de sterkte van de mitigatiemaatregelen en het overblijvende risico omschrijven. De belangrijkste risico s die beschreven staan in het risk register zijn de onveilige situatie in Somalië en daarmee mogelijk beperkte toegang tot mensen in nood, fraude en corruptie en de beschikbaarheid van hulpgoederen. Volgens de tussenrapportage werd de toegang tot bepaalde gebieden inderdaad bemoeilijkt of vertraagd, maar kon CARE evenwel hulp bieden door via lokale partners te implementeren. Rechtvaardiging deelname CARE Nederland Evaluatievraag 2. Gegeven de deelnamecriteria voor deze actie en de verstrekte gegevens in de instaptoets, was de deelname van CARE Nederland gerechtvaardigd? Op basis van de deelnamecriteria, namelijk trackrecord, aanwezigheid en absorptiecapaciteit was de deelname van CARE Nederland aan deze actie gerechtvaardigd. De organisatie was aanwezig in Jemen en Somalië ten tijde van de hongersnood en was al actief in humanitaire hulpverlening met financiering van andere donoren in de sectoren die door de Giro555-deelnemers en bestuur waren aangemerkt als doelsectoren. De sectoren waar opschaling mogelijk was komen volledig overeen met de prioriteiten gesteld door Giro555. In Jemen had CARE activiteiten in meerdere gebieden, maar gaf bepaalde geografische prioriteiten aan voor de besteding van Giro555-fondsen. Hoewel de aangegeven hoogste jaarbudgetten in de instaptoets niet overeenkwamen met de voor de evaluatie aangeleverde gegevens, waren de bedragen dusdanig hoog dat er geen twijfel bestaat over de absorptiecapaciteit van de landenprogramma s omdat de financiering via Giro555 slechts een klein deel van het totale jaarbudget uit zou maken. Hoewel het uitvoeren van projecten in Jemen en Somalië als complex bestempeld mag worden, en toegang tot getroffen gebieden en bevolkingen soms belemmerd werd door onveiligheid, slaagde 9

CARE erin de risico s voldoende te beheersen zodat er geen grote gevolgen waren voor tijdige hulpverlening. 10

Cordaid Zuid-Soedan Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door Cordaid ingevuld is in de instaptoets voor Zuid-Soedan? De evaluatie liet toe een groot deel van de informatie ingevuld door Cordaid in de instaptoets op juistheid en compleetheid te verifiëren. Er werd zeer gedetailleerde informatie aangeleverd over de activiteiten van het Caritas Internationalis netwerk. Informatie over de budgetten ontbrak echter en ook voor de absorptiecapaciteit waren geen documenten, zoals appeal of projectdocumenten, aangeleverd om de informatie te kunnen bevestigen. Uit het jaarverslag van 2016 blijkt duidelijk dat Cordaid een actieve aanwezigheid in Zuid-Soedan heeft. Zuid-Soedan is een van de acht landen waar Cordaid zich op focust, niet alleen met humanitaire hulp maar ook met ontwikkelingsprojecten. Cordaid heeft een veldkantoor in Juba. De registratie van Cordaid kon gecontroleerd worden door het aangeleverde Certificate of Registration afgegeven door de Zuid-Soedanese Relief and Rehabilitation Commission. De registratie van lokale partner Unido bij de Zuid-Soedanese overheid staat expliciet vermeld op hun website. Volgens de gegevens in de instaptoets is Cordaid direct implementerend, en ook uitvoerend via een netwerk/ alliantie en via lokale partners. Dit kon bevestigd worden uit de aangeleverde en op internet beschikbare informatie. Zo maakt het jaarverslag van 2016 melding van 35 lokale partners waarmee Cordaid projecten uitvoert. Een deel van deze partners vallen onder het Caritas netwerk, zoals Caritas Wau, en een deel zijn lokale organisaties die geen onderdeel van Caritas zijn, zoals Unido. Directe implementatie wordt bevestigd in de aangeleverde lijst met projecten, waaruit duidelijk blijkt welke projecten door het Cordaid landenkantoor worden uitgevoerd. In de instaptoets zijn alle acht sectoren aangekruist voor Cordaid in Zuid-Soedan. Uit de zeer gedetailleerde inventarisatie die werd aangeleverd kon duidelijk opgemaakt worden dat het Caritas netwerk meerdere lopende projecten had in alle acht sectoren ten tijde van de nationale actie. Op basis van de aangeleverde lijst met bestaande projecten van Cordaid, het Caritas Internationalis netwerk en lokale partners kan geconcludeerd worden dat de mogelijkheid om snel op te schalen in Zuid-Soedan aanwezig was vanwege het uitgebreide netwerk en ervaring van Cordaid en partners. Over de tijdsspanne en het beschikbare personeel om op te schalen kon geen informatie worden teruggevonden. Ook over de regionale opschaalcapaciteit of de inzet van noodhulpteams was geen informatie beschikbaar omdat geen informatie werd aangeleverd over de geplande of uiteindelijke manier van opschalen. De tussenrapportage maakt melding van activiteiten in Unity State, Western Bahr e Gazal en Upper Nile waarmee de opschaalcapaciteit in de gebieden zoals vermeld in de instaptoets achteraf bevestigd wordt. De sectoren waarin Cordaid uiteindelijk actief was waren voedsel, water en sanitaire voorzieningen en levensonderhoud. Het jaarverslag van 2016 en verschillende nieuwsberichten op de Cordaid website over de humanitaire situatie in Zuid-Soedan en Cordaid s response in de periode voorafgaand aan de nationale actie bevestigen dat Cordaid al humanitaire hulp verleende in het gebied. Het hoogste jaarbudget en het aantal medewerkers van Cordaid in Zuid-Soedan kon niet gecontroleerd worden vanwege een gebrek aan aangeleverde informatie. In deel twee van de instaptoets geeft Cordaid aan maximaal 2,6 miljoen euro te kunnen absorberen voor de response in Zuid-Soedan over een periode van een jaar. Gezien de omvang van de programma s voor alle Caritas Internationalis organisaties in Zuid-Soedan van ruim 25 miljoen euro, die blijkt uit het Regional Mapping & Analysis document van Caritas Internationalis van mei 2017, is het aannemelijk dat Cordaid geen problemen zou ondervinden om de Giro555-financiering te besteden in Zuid-Soedan. 11

In deel twee van de instaptoets concludeert Cordaid een gemiddeld overblijvend risico voor Zuid- Soedan, welke voornamelijk betrekking heeft op onveiligheid, gebrek aan gezagshandhaving en het regenseizoen. De tussentijdse reportage van november 2017 laat zien dat de eerste risico s daadwerkelijk een belemmering vormen voor de hulpverlening, vooral in Unity en Upper Nile waar gevechten leidden tot vertraging van hulp en instabiele markten. Zowel in het risk register als in de tussenrapportage worden geen duidelijke maatregelen omschreven die Cordaid gepland of uitgevoerd heeft om deze risico s te kunnen beheersen wanneer ze daadwerkelijk voor komen. Cordaid Somalië Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door Cordaid ingevuld is in de instaptoets voor Somalië? De evaluatie van de instaptoets kon delen van de informatie door Cordaid ingevuld in de instaptoets nagaan. Er werd kwalitatief goede informatie aangeleverd voor een deel van het Caritas Internationalis netwerk. Informatie ontbrak echter deels voor de netwerkpartner die de uiteindelijke uitvoering deed. De aangeleverde informatie liet zien dat Cordaid niet zelf in Somalië actief aanwezig was maar organisaties uit haar netwerk wel. Trócaire, de implementerende organisatie voor Cordaid in Somalië voor deze actie, werkt volgens hun website sinds 1992 in Gedo regio in Zuid Somalië. De aangeleverde documentatie voor Somalië bevat ook gegevens over Catholic Relief Services (CRS) en Caritas Somalië die beide actief zijn in Somalië. De registratie van Trócaire in Somalië kon worden bevestigd voor een deel van de periode waarin de Giro555 financiering werd gebruikt: het registratie certificaat van het Ministry of Interior, Federal Affairs and Reconciliation was geldig vanaf november 2017. Daar de registratie ieder jaar vernieuwd moet worden en Trócaire ook duidelijk voor november 2017 actief was in Somalië is het aannemelijk dat de registratie ook voor de eerste periode in orde was. Volgens de gegevens in de instaptoets is Cordaid direct implementerend, uitvoerend via een netwerk/ alliantie en via lokale partners. Deze informatie kwam deels overeen met de aangeleverde en op internet beschikbare informatie. Directe implementatie van Cordaid in Somalië kon niet bevestigd worden en lijkt ook onwaarschijnlijk gezien het feit dat geen documentatie laat zien dat Cordaid een kantoor heeft in Somalië. 3 Volgens de gegevens in de instaptoets heeft Cordaid (via haar netwerk) dekking in zeven van de acht Giro555-sectoren. Door middel van de aangeleverde documenten en op internet gevonden jaarverslagen van Trócaire, CRS en Caritas Somalië kon dit bevestigd worden. De opschaalcapaciteit zoals weergegeven in de instaptoets kon niet volledig gecontroleerd worden. De aangegeven locaties waar opgeschaald kan worden komen overeen met de door CRS aangeleverde gegevens. Uit de CRS gegevens blijkt ook dat zij in meer dan de aangegeven sectoren werkten dan waar Cordaid in aangaf te kunnen opschalen. Uit e-mailcorrespondentie blijkt dat Trócaire een financieringstekort had maar wel de mogelijkheid en wens had om op te schalen. De tijdsspanne en het aantal beschikbare personeel kon niet gecontroleerd worden. 3. Ook dit voorbeeld wijst op de noodzaak voor duidelijke afspraken binnen Giro555 over wat een directe uitvoerder is. 12

Humanitaire hulpverlening ten tijde van de nationale actie kon bevestigd worden op basis van de aangeleverd informatie voor de organisaties uit het Caritas netwerk. Het aangegeven hoogste jaarbudget van 10 miljoen euro kan niet nagerekend worden op basis van de beschikbare documentatie. De laatste twee jaarverslagen van Trócaire laten het budget per land zien en daaruit blijkt dat voor Somalië deze voor de Ierse fiscale jaren 2015 en 2016 respectievelijk 4 en 4.4 miljoen euro bedroeg. CRS gaf een bedrag van 8,1 miljoen euro aan voor het Amerikaanse fiscale jaar 2014. Voor Caritas Somalië en Cordaid waren deze gegevens niet beschikbaar maar er kan hoe dan ook gesteld worden dat het werkelijke totaalbudget hoger zal hebben geleden dan het genoemde bedrag wanneer de hoogste jaarbudget van ieder Caritas Internationalis lid in Somalië bij elkaar opgeteld wordt. Voor het aantal medewerkers komen de aangegeven getallen redelijk overeen met de gegevens van CRS, maar laat het personeel van de andere partners, waaronder de uiteindelijke uitvoerende partner Trócaire buiten beschouwing. De aantallen zijn dus niet volledig; het werkelijke aantal zal hoger liggen dan wat er aangegeven is in de instaptoets. De absorptiecapaciteit in deel twee is 1 miljoen euro. Het Regional Mapping & Analysis document van Caritas Internationalis van mei 2017 laat zien dat de omvang van de programma s voor alle Caritas Internationalis organisaties in Somalië ruim 10 miljoen euro was. Het is dan ook aannemelijk dat Trócaire zonder problemen de extra financiering van Giro555 zou kunnen absorberen. De conclusie van het risk register is dat de residuele risico s middelmatig zijn voor toegang tot de getroffen bevolking en het moeten opschorten van de operaties vanwege conflict. Uit de tussenrapportage blijkt inderdaad dat deze twee risico s deels waar werden en dat tot vertraging van projectactiviteiten heeft geleid. Cordaid Oeganda Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door Cordaid ingevuld is in de instaptoets voor Oeganda? De evaluatie van de instaptoets kon deels de informatie door Cordaid ingevuld in de instaptoets controleren omdat de aangeleverde informatie voor Oeganda niet volledig was. Het jaarverslag van 2016 bevestigt de actieve aanwezigheid van Cordaid in Oeganda. Cordaid was zelf echter niet geregistreerd in Oeganda ten tijde van de Nationale Actie. De registratie werd in februari 2018 afgerond. Hoewel geconcludeerd mag worden dat de opgegeven informatie in de instaptoets niet klopt, had Cordaid wel in het risk register aangegeven dat zij nog niet geregistreerd was. In overleg met de Giro555-commissie instaptoets werd besloten om de financiering toe te kennen omdat Cordaid via lokale partner Caritas Oeganda, die wel geregistreerd was, zou implementeren. Volgens de instaptoets opereert Cordaid in Oeganda via haar netwerk en via lokale partners. De aanwezigheid van leden van het Caritas Internationalis netwerk kon bevestigd worden, evenals de aanwezigheid en samenwerking met lokale partner Caritas Oeganda. De aangekruiste sectoren in de instaptoets zijn gezondheid, water en sanitaire voorzieningen, voedselzekerheid en voeding, levensonderhoud, onderwijs en rampenmanagement. Activiteiten konden op basis van de aangeleverde en op internet gevonden informatie volledig geverifieerd worden. Gezondheid en rampenmanagement konden voor Cordaid bevestigd worden. Andere Caritas partners waren ten tijde van de nationale actie actief in dezelfde en de overige sectoren. 13

De opschaalcapaciteit kon deels en indirect bevestigd worden met het Regional Mapping & Analysis document van Caritas Internationalis van mei 2017 waaruit blijkt dat er vijf Caritas Internationalis organisaties aanwezig zijn in Oeganda. Uit andere bronnen blijkt ook dat het niet genoemde Catholic Relief Services in Oeganda werkt. Het is hiermee redelijk aannemelijk dat het mogelijk zou zijn om via netwerkpartners op te schalen. Uit verschillende onlinebronnen en het eerdergenoemde Mapping & Analysis document kon opgemaakt worden dat het Caritas netwerk ten tijde van de Giro555 actie humanitaire hulp in Oeganda verleende. Het hoogste jaarbudget en het aantal medewerkers van Cordaid en haar internationale netwerk kon echter niet gecontroleerd worden. Cordaid gaf in de instaptoets aan maximaal 1 miljoen euro te kunnen absorberen. Het Regional Mapping & Analysis document van Caritas Internationalis van mei 2017 laat zien dat de omvang van de programma s voor alle Caritas Internationalis organisaties in Oeganda 4.7 miljoen euro was. Het is dan ook aannemelijk dat Cordaid in samenwerking met haar lokale en netwerkpartners zonder problemen de extra financiering van Giro555 zou kunnen absorberen. De conclusie van het risk register liet zien dat na het nemen van mitigerende maatregelen het risico laag was. De tussenrapportage meldt dat onder andere vanwege strenge regelgeving de aanleg van de watervoorziening grote vertraging op liep. De uitwerking van de mitigerende maatregelen werd wellicht overschat tijdens de risicoanalyse daar de gevolgen van strenge regelgeving in het risk register als laag werd ingeschat en er ook geen additionele maatregelen voor gepland waren. Rechtvaardiging deelname Cordaid Evaluatievraag 2. Gegeven de deelnamecriteria voor deze actie en de verstrekte gegevens in de instaptoets, was de deelname van Cordaid gerechtvaardigd? Op basis van de deelnamecriteria, namelijk trackrecord, aanwezigheid en absorptiecapaciteit is de deelname van Cordaid aan deze actie gerechtvaardigd. Cordaid en/of andere organisaties uit het Caritas Internationalis netwerk waren aanwezig in Zuid-Soedan, Somalië en Oeganda ten tijde van hongersnood en waren in alle gevallen al actief in humanitaire hulpverlening met fondsen van andere donoren in de sectoren die door de Giro555-deelnemers en bestuur waren aangemerkt als doelsectoren. De absorptiecapaciteit die bleek uit de aangeleverde documenten was in alle landen ruim voldoende om extra Giro555 financiering te kunnen besteden. Opvallend is echter dat Cordaid meer financiering ontving (5.29 miljoen euro) dan zij zelf in de instaptoets had aangegeven te kunnen absorberen (4.6 miljoen euro). Hoewel ook achteraf op basis van de werkelijke besteding geconstateerd kan worden dat de absorptiecapaciteit voldoende was is dit verschil een punt van aandacht voor de adviesgroep die de instaptoetsen beoordeeld. 14

ICCO/Kerk in Actie Zuid-Soedan Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door ICCO/Kerk in Actie ingevuld is in de instaptoets voor Zuid-Soedan? Evaluatie van de door ICCO aangeleverde documenten liet toe een groot deel van de ingevulde gegevens in de instaptoets op juistheid en compleetheid te verifiëren. De aanwezigheid van acht genoemde ACT-leden voor de response in Zuid-Soedan kon grotendeels worden nagegaan door de jaarverslagen en overzichtskaarten op hun websites en liet toe de toegang van ICCO tot Zuid-Soedan te bevestigen. Het ACT-appeal van 23 maart 2017 vermeld de actieve aanwezigheid van zeven leden en strookt dus niet helemaal met de aangeleverde gegevens. De actieve aanwezigheid van ICCO kon echter voldoende vastgesteld worden. Niet vermeld in de aangeleverde tabel is dat ICCO zelf ook een kantoor in Zuid-Soedan heeft. Het ICCO-jaarverslag van 2016 vermeld dat de organisatie een ngo-registratie heeft in Zuid-Soedan. Het aangeleverde Certificate of Registration gedateerd 30 oktober 2017 bevestigt deze registratie. Van de andere ACT Alliance leden kan alleen worden verondersteld dat zij correct zouden geregistreerd zijn. De operationele werkwijze werd voldoende aangetoond door de beschikbare informatie, namelijk door het ACT-netwerk en via lokale partners. Achteraf kan uit de tussenrapportage ook worden afgeleid dat ICCO directe implementatie deed, hoewel dit niet was aangegeven in de instaptoets. Dat het netwerk rond ICCO werkzaam was in alle sectoren, kon worden afgeleid van openbare informatie van de ngo s op hun websites. Hoewel niet elke organisatie in alle sectoren werkte, werd voldoende aangetoond dat het netwerk in zijn geheel alle sectoren dekte. De opschaalcapaciteit kon deels gecontroleerd worden in het ACT Appeal van maart 2017 waarin per organisatie wordt aangegeven in welke sectoren en gebieden zij werken. Deze informatie komt overeen met de aangegeven opschaalcapaciteit in de instaptoets, hoewel het duidelijk wordt dat ICCO zelf al geprioriteerd heeft op basis van de deelnamecriteria. Het is onduidelijk waar de tijdsspanne voor opschaling, namelijk 14 dagen, vandaan komt. Ook het aantal beschikbare personeelsleden in de instaptoets (132) kwam niet geheel overeen met de aangeleverde Dutch Relief Alliance Mapping van januari 2017 laat een getal van 164 zien. Hoewel uit het jaarverslag van ICCO van 2016 blijkt dat zij toen al met fondsen van de Dutch Relief Alliance humanitaire hulp verleende was het lastig om de lopende hulp voor alle ACT leden volledig te bevestigen anders dan via gearchiveerde nieuwsberichten ten tijde van de nationale actie. De optelsom die is gemaakt in de aangeleverde tabel voor het hoogste jaarbudget komt met een totaalbedrag van 33.7 miljoen euro behoorlijk goed overeen met de 34.8 miljoen die is aangegeven in de instaptoets. De getallen per organisatie zijn niet gecontroleerd aangezien er geen documenten zijn aangeleverd per organisatie die het jaarbudget toonden. De gegevens rond personeelsleden konden niet worden gecontroleerd. Deel twee van de instaptoets vermeldt dat er gezien de verwachtte fondsen van Giro555 geen maximale absorptiecapaciteit is en dat 2.5 miljoen euro zeker geabsorbeerd kan worden. Dit bedrag kon niet gecontroleerd worden maar gezien het bedrag dat genoemd wordt in het appeal van 9,1 miljoen euro lijkt er geen beperking te zijn qua absorptiecapaciteit in de context van Giro555. Op basis van het Risk Register, besluit ICCO dat het hoogste geïdentificeerde risico van beperkte toegang tot bepaalde gebieden geen belemmering hoeft te vormen omdat de organisatie wel toegang tot andere gebieden heeft. Gezien de grote behoeft, die ook duidelijk wordt uit de tussenrapportage, is dit een terechte aanname gebleken hoewel de tussenrapportage de toegang vanwege slechte infrastructuur nog steeds als grootste obstakel benoemd. 15

ICCO/Kerk in Actie Nigeria Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door ICCO/Kerk in Actie ingevuld is in de instaptoets voor Nigeria? De informatie in de instaptoets kon grotendeels worden geverifieerd met behulp van de door ICCO aangeleverde documentatie. De aanwezigheid van drie genoemde ACT-leden voor de response in Nigeria kon grotendeels worden nagegaan door de jaarverslagen en overzichtskaarten op hun websites. De uiteindelijke uitvoerende partner Christian Aid is sinds 2003 aanwezig in Nigeria. De registratie van Christian Aid werd aangetoond door middel van de aangeleverde Cooperation Agreement met de Nigeriaanse overheid. De operationele werkwijze werd voldoende aangetoond door de beschikbare informatie, namelijk door het ACT-netwerk en via lokale partners. Dat het netwerk rond ICCO werkzaam was in alle sectoren, kon worden afgeleid van openbare informatie van de ngo s op hun websites. Hoewel niet elke organisatie in alle sectoren werkte, werd voldoende aangetoond dat het netwerk in zijn geheel alle sectoren dekte. Vooral Christian Aid is actief in een groot deel van de genoemde sectoren, hoewel vanwege andere benaming van sectoren niet volledig duidelijk werd of de dekking volledig was. De opschaalcapaciteit kon deels gecontroleerd worden in het ACT Appeal van november 2016 waarin Christian Aid laat zien al in de genoemde sectoren (en meer) en gebieden werkt. Deze informatie komt overeen met de aangegeven opschaalcapaciteit in de instaptoets. Het is onduidelijk waar de tijdsspanne voor opschaling, namelijk 14 dagen, vandaan komt. Ook het aantal beschikbare personeelsleden, namelijk 50 kon niet worden bevestigd in de evaluatie. Wel maakte het appeal duidelijk dat Christian Aid al een humanitair team in Nigeria had. Lopende humanitaire hulp kon bevestigd worden voor Christian Aid en de twee genoemde lokale partners. De optelsom die is gemaakt in de aangeleverde tabel voor het hoogste jaarbudget is met een totaalbedrag van 10.9 miljoen euro meer dan de 7.5 miljoen die is aangegeven in de instaptoets. Het verschil wordt echter verklaard doordat het bedrag in de instaptoets overeenkomt met het budget van Christian Aid. Ten tijde van de nationale actie waren blijkbaar de andere gegevens niet beschikbaar. Dit heeft echter geen invloed op de rechtvaardiging van de toekenning van de fondsen omdat het beschikbare bedrag sowieso lager lag dan het ingevulde jaarbudget. De getallen per organisatie zijn niet gecontroleerd aangezien er geen documenten zijn aangeleverd per organisatie die het jaarbudget toonden. De gegevens rond personeelsleden werden in de tabel alleen voor Christian Aid genoemd en kwam overeen met de aangeleverde DRA Mapping van januari 2017. Het getal kon niet in externe documenten gecontroleerd worden. Deel twee van de instaptoets vermeldt dat er gezien de verwachtte fondsen van Giro555 geen maximale absorptiecapaciteit is en dat 1.5 miljoen euro zeker geabsorbeerd kan worden. Dit bedrag kon niet gecontroleerd worden maar gezien het bedrag dat genoemd wordt in het appeal van november 2016 van 2.1 miljoen euro dat op dat moment 0% gefinancierd was, lijkt er weinig beperking te zijn qua absorptiecapaciteit in de context van Giro555. Op basis van het Risk Register, besluit ICCO dat het hoogste geïdentificeerde risico van beperkte toegang tot bepaalde gebieden geen belemmering hoeft te vormen omdat de organisatie wel toegang tot andere gebieden heeft. De tussenrapportage noemt ook de toegang vanwege veiligheidsincidenten als grootste obstakel. Dit heeft echter geen vertraging in uitvoering opgeleverd. 16

ICCO/Kerk in Actie Somalië Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door ICCO/Kerk in Actie ingevuld is in de instaptoets voor Somalië? De evaluatie van de instaptoets kon grote delen van de informatie door ICCO ingevuld in de instaptoets nagaan. De aanwezigheid van vijf genoemde ACT-leden voor de response in Somalië kon bevestigd worden nagegaan door de jaarverslagen en overzichtskaarten op hun websites. De meesten zijn sinds de jaren 90 actief in Somalië. De evaluator had de registratie van ACT Alliance lid Diakonie Katastrofenhilfe (DKH) tot haar beschikking. DKH was de uiteindelijke uitvoerende partner van ICCO in Somalië en daarmee is registratie voldoende aangetoond. De operationele werkwijze die volgens de instaptoets via het netwerk liep werd voldoende aangetoond door de beschikbare informatie. Echter blijkt uit de beschikbare informatie van sommige van de ACT leden dat zij ook via lokale partners opereren terwijl dit niet werd aangekruist. Dit bleek met de interpretatie van de vraag te maken hebben namelijk dat ICCO zelf niet via lokale partners in Somalië werkt. Dat het netwerk rond ICCO werkzaam was in alle sectoren, kon worden afgeleid uit de beschrijving van ieder ACT lid in het Drought Emergency Response Appeal van maart 2017. Hoewel niet elke organisatie in alle sectoren werkte, werd voldoende aangetoond dat het netwerk in zijn geheel alle sectoren dekte. De opschaalcapaciteit kon deels gecontroleerd worden in hetzelfde appeal. De informatie voor de sectoren en gebieden komt geheel overeen met de aangegeven opschaalcapaciteit in de instaptoets. Het is onduidelijk waar de tijdsspanne voor opschaling, namelijk 14 dagen, vandaan komt. Lopende humanitaire hulp kon bevestigd worden voor alle ACT leden uit het appeal document. De optelsom die is gemaakt in de aangeleverde tabel voor het hoogste jaarbudget is met een totaalbedrag van 13.1 miljoen euro meer dan de 10.2 miljoen die is aangegeven in de instaptoets. Dit verschil wordt verklaard doordat ICCO ten tijde van de instaptoets een schatting heeft gemaakt op basis van de grote ACT leden, en bij de aanleveren van de informatie voor de evaluatie meer gedetailleerde informatie gaf. Dit verschil heeft geen invloed op de rechtvaardiging van de toekenning van de fondsen omdat het beschikbare bedrag sowieso lager lag dan het ingevulde jaarbudget. De getallen per organisatie zijn niet gecontroleerd aangezien er geen documenten zijn aangeleverd per organisatie die het jaarbudget per land voor alle jaren van 2012 tot 1016 toonden Het aantal personeelsleden dat in de instaptoets werd aangegeven (52) kwam niet overeen met de aangeleverde DRA Mapping (26). Er waren geen andere externe documenten beschikbaar om deze aantallen te bevestigen. Deel twee van de instaptoets vermeldt dat er gezien de verwachtte fondsen van Giro555 geen maximale absorptiecapaciteit is en dat 1.5 miljoen euro zeker geabsorbeerd kan worden. Gezien het bedrag dat genoemd wordt in het appeal van maart 2017 van 5,1 miljoen euro lijkt er geen beperking te zijn qua absorptiecapaciteit in de context van Giro555. De conclusie van het risk register zoals weergegeven in deel twee van de instaptoets geeft aan dat de veiligheidssituatie geen belemmeringen voor programma s op zou moeten leveren. De gegevens in het risk register laten echter wel zien dat er twee hoge residuele risico s geïdentificeerd zijn. Deze risico s worden verder niet benoemd als waar geworden in de tussenrapportage. 17

ICCO/Kerk in Actie Ethiopië Evaluatievraag 1: Klopt achteraf gezien de informatie die door ICCO/Kerk in Actie ingevuld is in de instaptoets voor Ethiopië? De evaluatie van de instaptoets kon bijna de volledige informatie door ICCO ingevuld in de instaptoets nagaan. De aanwezigheid van 11 genoemde ACT-leden voor de response in Ethiopië kon deels worden nagegaan door de jaarverslagen en overzichtskaarten op hun websites. Niet alle genoemde ACT leden in de tabel zijn daadwerkelijk aanwezig in Ethiopië. Niet vermeld in de aangeleverde tabel is dat ICCO zelf ook een kantoor in Ethiopië heeft. Ondanks enige verwarring over de aanwezigheid van ACT-leden kon de actieve aanwezigheid van ICCO in Ethiopië wel bevestigd worden. De registratie van ICCO kon bevestigd worden door middel van het aangeleverde Certificate of Registration and License afgegeven door de Charities and Societies Agency van de Ethiopische overheid. Het ICCO jaarverslag van 2016 vermeld dat de organisatie een NGO registratie heeft in Ethiopië. De evaluator had echter niet de eigenlijke overeenkomsten met de overheid van ICCO of andere ACT-Alliance leden ter beschikking. Er kan enkel worden verondersteld dat zij correct zouden geregistreerd zijn. De operationele werkwijze werd wel voldoende aangetoond door de beschikbare informatie, namelijk door het ACTnetwerk en via lokale partners. Dat het netwerk rond ICCO werkzaam was in alle sectoren, kon worden afgeleid van openbare informatie van de organisaties op hun websites en uit de Drought Emergency response Appeals van 2016 en 2017. Hoewel niet elke organisatie in alle sectoren werkte, werd voldoende aangetoond dat het netwerk in zijn geheel alle sectoren dekte. De opschaalcapaciteit kon grotendeels vastgesteld in de ACT appeals van 2016 en 2017 waarin per organisatie wordt aangegeven in welke sectoren en gebieden zij werken, hoewel ook hier niet voor ieder van de 11 genoemde ACT leden informatie beschikbaar was. Deze informatie komt overeen met de aangegeven opschaalcapaciteit in de instaptoets, hoewel het duidelijk wordt dat ICCO zelf al geprioriteerd heeft op basis van de deelname criteria, want de leden en hun lokale partners bestrijken meer gebieden en sectoren dan aangegeven in de instaptoets. Het is onduidelijk waar de tijdsspanne voor opschaling, namelijk 14 dagen, vandaan komt. Ook het aantal beschikbare personeelsleden, namelijk 118, kon niet worden bevestigd in de evaluatie. De lopende humanitaire hulpverlening kon opgemaakt worden uit de twee appeals die laten zien welke activiteiten al uitgevoerd worden ten tijde van het appeal en hun einddata. De optelsom die is gemaakt in de aangeleverde tabel voor het hoogste jaarbudget komt met een totaalbedrag van 28.2 miljoen euro redelijk overeen met de 31.3 miljoen die is berekend op basis van de afzonderlijke budgetten van de ACT leden in de instaptoets en komt ook in de buurt van 32.3 miljoen van het ACT appeal van 2016 hoewel hiervan niet met zekerheid valt vast te stellen of dit bedrag ook daadwerkelijk bereikt werd. De getallen per organisatie zijn niet gecontroleerd aangezien er geen documenten zijn aangeleverd per organisatie die het jaarbudget toonden. Het aantal personeelsleden dat werd aangegeven in de instaptoets kwam overeen met de gegevens in de DRA Mapping. Er waren echter geen andere externe documenten beschikbaar die de aantallen bevestigden. Deel twee van de instaptoets vermeldt dat er gezien de verwachtte fondsen van Giro555 geen maximale absorptiecapaciteit is en dat 2.5 miljoen euro zeker geabsorbeerd kan worden. Dit bedrag kon niet gecontroleerd worden maar gezien het bedrag dat genoemd wordt in het appeal van 5 miljoen euro lijkt er geen beperking te zijn qua absorptiecapaciteit in de context van Giro555. Op basis van het Risk Register, concludeert ICCO dat het hoogste geïdentificeerde risico van beperkte toegang tot bepaalde gebieden geen belemmering hoeft te vormen omdat de organisatie goede contacten met de lokale overheden en bevolking heeft. De noodtoestand die werd aangeduid als 18