Openbaar. 4.3 Verschildrukmeting Met referentievat en differentiaalmanometer en vastlegging/registratie van d.m.v. datalogging.

Vergelijkbare documenten
Openbaar. Brabant, Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen Limburg, Overijssel

1. DOELSTELLING Instructie voor werkzaamheden aan stalen gasleidingen, waarbij ten gevolg van deze werkzaamheden vonkvorming optreedt.

Drukverhoging LD gasnet van 30 naar 100 mbar. TOEPASSINGSGEBIED: Enexis TECHNISCHE INSTRUCTIE / AANDACHTPUNTEN

Openbaar. Technische instructie/handleiding. Aanleg PE-hoofdleidingen in gasnetten

G-23 HD- en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op dichtheid 1 juli 2014

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie (1.0)

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

Brabant Drenthe Flevoland Friesland Groningen Limburg Overijssel

G-07 Binneninstallaties en meteropstellingen G25 beproeven op dichtheid

Openbaar. 1 DOELSTELLING Beschrijving van de inspectie en het herstel aan vetgevulde eindsluitingen voor COQ-installaties

Brabant, Drenthe, Groningen, Limburg, Overijssel

Het overzetten van PE aansluitleidingen onder gasdruk

G-20 LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

G-36 De omgeving veiligstellen en lokaliseren van gaslekken versie

G-06 Gasmeters G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen

TECHNISCHE AFBAKENING

1 DOELSTELLING Uitvoering en Kwaliteitscontrole van lasverbindingen in stalen gasleidingen en gasinstallaties.

Sleufloze technieken voor het renoveren van Gasleidingen: Kous methode. TOEPASSINGSGEBIED: Enexis TECHNISCHE INSTRUCTIE / HANDLEIDING

TECHNISCHE AFBAKENING

3 TERMEN EN DEFINITIES Voor termen en definities wordt verwezen naar richtlijn Gzz-0001.R: Definities en begrippen Gas

Noord- Brabant, Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen, Limburg, Overijssel

Openbaar. Versiebeheer Versie Auteur Datum Omschrijving 0.1 T. Hoeijmakers / H. 24 okt 2012 Definitieve versie notitie

VIAG De wijzigingen t.o.v. 15 april (versie 1.0)

G-21 HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

2. TECHNISCHE AFBAKENING

Sleufloze technieken voor het vervangen van gasleidingen: Slip-lining (Buis in buis relinen) TOEPASSINGSGEBIED: Enexis

Montagehandleiding. Watertool Mesafsluiter. Geschikt voor PE waterleidingen DN 90 DN 200. Kleiss/Mesafsluiter/ Pagina 1 van 5

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Openbaar Technische instructie/handleiding

Gascat Brise Puls Gascat Brise Plus gasdrukregelaar Gebruiksaanwijzing

Gebruik en functies van de 6 wegklep voor filtersets FS350- FS400- FS450- FS500- FS650

Openbaar. IVALS Werkzaamheden achter de meter in meterkast klant

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

Druktest protocol. Bouwproject Bouwfase: (Opdrachtnemer vertegenwoordiger) Opdrachtnemer Vertegenwoordiger: Bedrijf en onderhoud

Beschrijving van het foutloos bedienen en schakelen van de MS-schakelinstallatie fabrikaat ABB type Safering.

TECHNISCHE AFBAKENING

AANPASSINGEN / TOEVOEGINGEN VOOR HANDBOEK HOGE DRUK 7 E DRUK, JULI 2008

Bestemd voor alle medewerkers met een BEI aanwijzing.

GLT-PLUS INDEX. leidingen: 4 UITKOMST: 5 RAPPORTAGE 6 REFERENTIES NAAM & HANDTEKENING. WIJZIGING: Nieuwe instructie CMS update 2014

GASTEC QA. Keuringseis 194. voor het GASTEC QA product certificaat aangaande apparatuur voor het tijdelijk afsluiten van gasleidingen

Lekkage transportleidingen Werkproces. Oasen 2012

Vloerverwarmingsverdeler I.6.2. Vloerverwarmingsverdeler

GASTEC QA Keuringseis 191 Maximum debiet beveiligingskleppen

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren

Technische Instructie

B-20 Leidingen t.b.v. transport van biogas veilig in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

Openbaar. Schakelhandelingen Eaton Holec NVC00 Documentnr. Datum/versie : 28 mei 2009/1 Blad : 1 van 7

Deze instructie beschrijft de beproevingsmethoden die door Enexis gestandaardiseerd zijn t.b.v. LS- en OVL- kabelverbindingen.

Saneren watermeteropstelling Werkproces. Oasen 2012

Inbedrijfstelling van de installatie

Verwijderen aansluiting elektrisch t/m 3 x 80 A

CONCEPT WATERWERKBLAD PERSPROEF DATUM: JUNI 2016

: Straat : Postcode / plaats : Nederland. Order nummer : Project naam : Adres : Installatie instructies Flexxobag (mestzak)

OPLEIDINGENSTRUCTUUR SANITAIR INSTALLATEUR

HDPE KABELBESCHERMBUIS

Openbaar. Paragraaf Normen Relatie 4.1 Tracé en ligging van NEN 7244 serie. - Enexiskader tweezijdige ligging van

WATERWERKBLAD PERSPROEF DATUM: JAN 2018

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Handboek van een vacuümunit type VHU-40-HE Type: VHU-3000-HE Gewicht: 145 kg

Technische Instructie

Implementatie NTA 8828 Aannemers

KVBG/ /2002

Installatiehandleiding

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Gasaansluitingen. Douwe Koops, adviseur Componenten AsM Enexis

Leidingreparatie en -onderhoud

GASTEC QA Keuringseis 172

Reparatie aansluitleiding Werkproces. Oasen 2012

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Openbaar. NEN 7244 serie NEN en NPR

Voorbeeld: Berekening drukverlies in drinkwaterinstallatie

PSI Fire Safe afdichtingen

Aan- en afsluiten van gas en elektriciteit

Handleiding voor. Belgische versie 2

Handleiding voor. 1 Openen van het bestand Drukverliezen Voorbeeld van dimensioneren Belgische versie 1. Pag 1

OPSLAGTANKS dubbelwandige in HDPE

3 TERMEN EN DEFINITIES. Voor termen en definities wordt verwezen naar de richtlijn Gzz-0001.R: Definities en begrippen gas.

Proefstand (testservice)

GASTOOL DIGITEQ-PRO. kleiss & co b.v.

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

HOOG RENDEMENT AUTOMATISCHE ZWEMBAD REINIGER

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

Leidingsysteemcalculatie

TECHNISCHE STEEKKAART

Afwijkende tekst Cursief geschreven tekst in afwijkende kleur geeft wijzigingen t.o.v. de voorgaande versie weer.

Brandschot ; canalures staaldak profiel type 106.

Vraag en antwoord VIAG (21 maart 2017) Vraag en antwoord VIAG pagina 1 van 11

FIKTECH. Ontstoffingstechniek & Productieoptimalisatie. Gebruiksinstructies FikVacWet vacuüm zuig/pers pomp

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Kalibreren van meetapparatuur

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

installatietechniek CSPE KB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Openbaar. TOEPASSINGSGEBIED Deze instructie is van toepassing voor alle Magnefix MD4 en MDN-installaties in de 10kV en 3kV netten van Enexis.

Vocht. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting van vocht binnen de VKL.

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder

Bezwijken van buisverbindingen en appendages.

Opdracht. Buizen koppelen

Transcriptie:

Blad : 1 van 6 TOEPASSINGSGEBIED: Noord-Brabant, Drenthe, Flevoland, Friesland, Groningen Limburg, Overijssel 1 DOELSTELLING Aanvullende technische bepalingen bij beproeven van gasleidingen op sterkte en dichtheid. De instructie is onlosmakelijk verbonden met de VIAG, de VWI G-23 en de norm NEN 7244. 2 TECHNISCHE AFBAKENING Deze instructie is van toepassing op de van hoofdleidingen, aansluitleidingen en binneninstallaties. 3 TERMEN EN DEFINITIES Gzz-0001.R Termen en definities. 4 WERKWIJZE OF ACTIVITEITEN 4.2 Algemeen Leidingen moeten voor in bedrijfname op sterkte en dichtheid worden gecontroleerd. Van deze beproevingen moet een rapportage worden gemaakt. 4.3 Overdrukmeting Vastlegging / registratie d.m.v. datalogging. 4.3 Verschildrukmeting Met referentievat en differentiaalmanometer en vastlegging/registratie van d.m.v. datalogging. 4.4 Visuele inspectiemethode De dichtheid van het af te persen leidingdeel wordt beoordeeld door gebruik te maken van een lekzoekvloeistof. De visuele controle wordt gedurende vijf minuten na het aanbrengen van de lekzoekvloeistof uitgevoerd. Ná het afzepen wordt de lekzoekvloeistof op leiding en hulpstuk(ken) verwijderd met schoon water. 4.5 Beproevingsrapportage 1 Van elke sterkte -en dichtheidsbeproeving moet rapportage worden aangeleverd. 2. Dit rapport moet bestaan uit: A Een rapport (pdf) gemaakt met data uit de meetapparatuur/datalogger; B Een grafiek in Pdf formaat; C Een rapport bovengronds gaslekzoeken Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau

Blad : 2 van 6 3 Dit rapport moet worden getekend door/namens de aannemer en voor ontvangst/gezien door/namens de opdrachtgever. 4 Na oplevering moeten de beproevingsrapporten, in digitale vorm, worden bewaard tot de eerstvolgende controle van het betreffende leidingdeel op lekkage. NB Voor aansluitingen met een inhoud 80 liter en <DN100 is geen grafiek vereist. NB Voor aansluitingen met een inhoud 80 liter en <DN100 is geen handmatig ondertekend rapport vereist. Hierbij is de oplevering/overdracht procesmatig ingeregeld. NB Voor het beproeven van binneninstallaties kan worden volstaan met een dichtheidsbeproeving op een handmatig geschreven beproevingsrapport. 4.6 Meetinstrumenten De meet/datalogger moet minimaal voldoen aan de volgende criteria van de VWI G-22 en G-23 aangevuld met: a) Interval/meetfrequentie; minimaal 1x per 5 minuten, tenzij anders is vermeld. b) Uitlezing van data in een niet manipuleerbaar formaat (bijv. Pdf). ENEXIS behoudt zich het recht voor de meet -en registratie apparatuur te (laten) inspecteren en/of herijken in overleg met de eigenaar op ieder willekeurig moment dat de door aangewezen persoon dat wenselijk acht. 4.7 Voorwaarden aan installatie en medium 4.7.1 Beproeven met water 1. De pompinstallatie die de beproevingsdruk levert moet de vereiste druk kunnen leveren en zijn voorzien van een voor de druk en medium geschikte manometer. 2. Bij een grond- en/of watertemperatuur beneden de 4 Celsius mag er geen beproeving plaats vinden. 3. Er mag zich geen lucht in de leiding bevinden. 4. Na het vullen is er een beperkte hoeveelheid water nodig om de leiding op de beproevingsdruk te brengen. 5. Het voor de beproevingen te gebruiken water moet voldoen aan onderstaande voorwaarden: Schoon zijn, een ph-waarde hebben die groter is dan 6,5 en kleiner dan 10 en een chloridegehalte hebben kleiner dan 0,5 kg/m3. (Leidingwater voldoet hier aan). Watertemperatuur van minimaal 4 Celsius 6. De beproeving mag beginnen als de temperatuur van buis, medium en grond hetzelfde zijn. Dit is in de regel het geval na een conditionering periode van 24 uur. 7. Om te komen tot een veilige en betrouwbare beproeving van een HD gasleiding met water is het noodzakelijk dat de leiding zo goed mogelijk gevuld wordt met water. Luchtinsluiting tijdens het vullen en beproeven moet voorkomen worden. De controle op bovenstaande kan plaats vinden door de vulhoeveelheid te vergelijken met de theoretische inhoud van het te beproeven leidingdeel. Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau

Blad : 3 van 6 4.7.2 Het vullen met water en leegmaken van leidingen Per beproeving nieuwe foampigs gebruiken. 4.7.3 Het vullen van een leiding 1 De te beproeven leiding aan beide uiteinden voorzien van een voorlasflens (bij een stalen leiding) of een voorlaskraag met overschuifflens (bij een PE leiding). In plaats daarvan kan ook een Multijoint-koppeling met flens of eindkap met een 2 draadgat worden toegepast. 2 In 2 stuks stalen blindflenzen met dezelfde nominale diameter als de te beproeven leiding een gat ter grootte van de buitendiameter van een dikwandige lassok 2 aanbrengen. Dit gat moet in de blindflens aangebracht worden binnen de inwendige diameter van het pakkingvlak. 3 Lassokken in de gaten aanbrengen en aan de buitenzijde aflassen d.m.v. een hoeklas. 4 De te beproeven leiding moet over de gehele lengte dezelfde nominale diameter hebben, anders sectioneren. 5 Er mogen zich geen T-stukken (schema s) in de te testen sectie bevinden. T-stukken later inbouwen, of de te testen leiding sectioneren. 6 De te beproeven leiding op één uiteinde voorzien van een blindplaat met 2 lassok! 7 Bij het ander uiteinde van de leiding achter elkaar 2 stuks zachte foampigs (met dichte achterkant en overmaat) inbrengen. Indien mogelijk, beide foampigs koppelen. 8 Vanaf DN200 foampigs kiezen met 1 overmaat. 9 Op dit leidinguiteinde de blindflens en pakkingring monteren en de lassok 2 voorzien van een persgarnituur. Het persgarnituur moet samengesteld zijn uit 2 componenten. In het persgarnituur dient een kogelkraan en een aansluiting voor de (motor)pomp opgenomen te zijn. Tevens dienen er aansluitmogelijkheden voor persapparatuur aangebracht te zijn. 10 Met een pomp voorzien van een watermeter(volume), het water onafgebroken in de leiding pompen. (vooraf de stand van de watermeter aflezen). De foampigs zullen zich door de waterdruk verplaatsen in de leiding. Hierdoor zal de lucht voor de foampigs via de 2 lassok aan het andere uiteinde uit de leiding verdwijnen. 11 Achter de foampigs zal de leiding zich volledig vullen met water. Punt van aandacht: - Zorg dat tijdens het vulproces de pomp geen lucht kan aanzuigen! - De hoeveelheid vulwater meten. 12 Op een gegeven moment zullen de foampigs aankomen bij het andere uiteinde. Dit is als volgt te controleren: - Er zal kleine hoeveelheid water stromen uit de lassok aan het andere uiteinde. - Met een staafje is via de 2 lassok te controleren of de foampigs voor deze lassok zitten. 13 De motorpomp stoppen en de kogelkraan in het persgarnituur dicht zetten. 14 Monteren van een massieve stalen plug in de lassok aan het uiteinde waar de foampigs nu zitten. 15 Controle van de gevulde leiding op de aanwezigheid van lucht, door de vulhoeveelheid, te vergelijken met de theoretische inhoud van de leiding. Bij afwijkingen moet de leiding opnieuw gevuld worden. 16 Leiding op druk brengen en sterktebeproeving uitvoeren. Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau

Blad : 4 van 6 4.7.4 Het verwijderen van water uit leidingen 1 Na de beproeving kunnen de foampigs d.m.v. olie en vochtvrije lucht uit een compressor enige malen op neer gestuurd worden om het water uit de leiding te verwijderen. 2 Hiervoor dient de lucht aan één zijde ingeblazen te worden en aan de andere zijde kan d.m.v. een Storz koppeling met aangekoppelde slang het water afgevoerd worden uit de werkput (slang aan het uiteinde stevig vastzetten). 3 De plaats en wijze van lozing moet in overleg met de waterbeheerders vooraf worden bepaald. 4 Het doorblazen van de foampigs moet zo vaak herhaald worden, dat de leiding geen water meer bevat. 5 De luchtafgifte van de compressor moet afgestemd worden op de het leidingvolume, leidingtracering en kunstwerken (zinkers enz.). Vooral bij leidingdiameters groter gelijk DN200 is voldoende luchtopbrengst van de compressor (min. 5 m3/min) essentieel. 6 Voor aanvang van de laatste run de achterste foampig vervangen door een nieuwe droge zachte foampig. Voor de plaatsing in de leiding het gewicht van de foampig bepalen en op de achterzijde van de foampig noteren. 7 Na de run wordt het gewicht van de achterste foampig gemeten. De leiding is goed gekeurd, als de gewichtsvermeerdering ten gevolge van het opgenomen water minder is dan 25%. 5 OPMERKINGEN 5.1 Beproeven afsluiterschema s Als er een leiding beproefd moet worden, waarin afsluiterschema(s) aangebracht worden, kan men voor de volgende werkwijze kiezen: - Eerst de complete leiding leggen excl. de schema s; - De sterktebeproeving uitvoeren met water; - Leiding leeg maken en drogen; - Daarna de vooraf aangemaakte en geteste schema(s) aanbrengen in de leiding; - Aansluitend de leiding op dichtheid beproeven met lucht. Met deze werkwijze lopen medewerkers minder veiligheidsrisico bij de sterktebeproeving! 5.2 Beproeven LD gashoofdleidingen bij methode gas meenemen Bij saneringswerkzaamheden volgens de methode gas meenemen, waarbij per werkdag de oude hoofdleiding wordt verwijderd en de nieuwe gasleiding weer in bedrijf genomen, gelden aanvullende afspraken: 1 Bij het uitvoeren van de sterkteproef hoeft geen gebruik gemaakt worden van een registrerende manometer. 2 Voor het registreren van de sterktebeproeving kan worden volstaan met een handmatig geschreven beproevingsrapport. 3 Het nieuw aangelegde leidingdeel kan/mag, naast de reguliere wijze, op sterkte worden beproefd met behulp van een tijdelijk aangebrachte Afsluitbal type T1 van fa. Kleiss en Co (zie fig. 1) of daaraan aantoonbaar gelijkwaardig afsluitbal. Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau

Blad : 5 van 6 Deze methode is alleen toegestaan met in acht neming van de aanvullende voorwaarde zoals in 5.2.1 is beschreven. 5.2.1 Voorwaarde voor beproeven met de Afsluitbal De afsluitbal kan ingezet worden om nieuwe leidingen te beproeven op sterkte. Hierbij kunnen ook de overgangsverbindingen op sterkte beproefd worden. Figuur 1: schematische weergave sterkteproef met afsluitbal. Volg onderstaande stappen: 1: Controleer: - of het een geschikte afsluitbal betreft; - of het diameterbereik van de afsluitbal overeenkomt met de af te sluiten leiding; - de oppompdruk. De afsluitbal moet opgepompt worden op 2,5 bar; - de keuringsdatum (jaarlijks) wanneer de afsluitbal voor het laatst gekeurd is. Bij de T1 staat in de koppeling van de afsluitbal het jaartal van de laatste keuring ingeslagen; - de conditie van de afsluitbal. 2: Zuig de blaas vacuüm. 3: De slang van de afsluitbal voorbuigen. De afsluitbal mag niet voorzien worden van siliconenspray! Dit wordt normaal alleen gedaan in combinatie met het P3 systeem. 4: Plaats de afsluitbal door het zadel in de leiding. Zorg ervoor dat de voorkant van de afsluitbal richting de beproeving gepositioneerd staat. Op deze manier kan de testdruk afgelezen worden op de manometer van de voordrukmeting. 5: Pomp de afsluitbal op tot 2,5 bar. Zorg er hierbij voor dat afsluitbal voldoende slanglengte heeft om zich goed centrisch te positioneren in de leiding. 6: Controleer dat het leidinggedeelte tussen de blazen drukloos (atmosferisch) is en blijft. 7: Na de beproeving de druk in de leiding aflaten. De kraan van de manometer van de afsluitbal langzaam openen. Vervolgens de afsluitbal vacuüm zuigen en verwijderen uit de leiding. 8: Controleer de afsluitbal en berg deze schoon en droog op. Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau

Blad : 6 van 6 5.3 Dichtheidsbeproeving binneninstallatie Bij het vervangen van de gasmeteropstelling dienen 2 dichtheidsbeproeving op de binnen installatie te worden uitgevoerd. Deze metingen worden vooraf en na de uitvoering van de vervangingswerkzaamheden uitgevoerd. Hiervoor zijn twee redenen: Er wordt uitgesloten dat een lekkage in de binneninstallatie door werkzaamheden van worden veroorzaakt; In geval van een lekkage heeft de klant de mogelijkheid om tijdens de werkzaamheden een installateur te waarschuwen en het lek te herstellen. Indien bij de tweede meting, na de uitvoering van de werkzaamheden, het drukverlies is toegenomen dan dient dit drukverlies toegeschreven te worden aan de werkzaamheden en moet minimaal de toename verholpen worden. 6 BIJLAGEN/REFERENTIES Gdb-0020F Opleverrapport Gasdistributieleidingen en Hoge druk aansluitleidingen. Geb-0007.F Beproeving huishoudelijke binnenleiding op gasdichtheid. Dit document is door aangeduid met vertrouwelijkheidsniveau