kwaliteitsvol waarderingstraject Basisnormen

Vergelijkbare documenten
Waarderen en herbestemmen van roerend religieus erfgoed een stappenplan

Subsidiedossier Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld herziene versie juli 2010

Zorg voor kloostererfgoed. Wat doet het CRKC voor de kloosters?

Architectuurarchieven waarderen

In de bres voor het Brabants trekpaard.

[ew32] 4 SUG s. Serious Game vs. Urban Game vs. Serious Urban Game. Nieuwe tendensen binnen digitale participatie

Samenwerkingstraject Op handen gedragen Erfgoed van processies

Dienstverlening roerend religieus erfgoed

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

Agenda. Wat is een collectie? Onderverdeling collecties Wat is een collectieplan? Wat is een collectieplan niet Overlopen van de verschillende stappen

Ontwikkelingen in het

Dialoogmuseum Parkabdij. toekomstvisie op de geïntegreerde erfgoedwerking van CRKC. Adviesforum CRKC 22 september 2016 Interdiocesaan Centrum, Brussel

Parochiekerkenplan: klus of kans? Ervaringen uit enkele pilootprojecten

Casestudy Op de museale weegschaal. Op bezoek bij een verzamelaarsechtpaar

Onderzoek naar archieven en collecties in de beeldende kunsten

Een digitale kerkinventaris als instrument voor de waardering van religieus erfgoed

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

Een workshop rond het maken van beschrijvingen op collectieniveau

Agrarisch en ruraal erfgoed, of het DNA van boer en plattelander

Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Verslag Netwerkbijeenkomst Collectiewaardering 31 maart 2015, Museum Speelklok, Utrecht

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Toelichting kwaliteitslabel

Veiligheidszorg religieus erfgoed. ADVIESFORUM Dinsdag 22 september 2015

Synergieën zoeken. VLAAMSE ERFGOEDBIBLIOTHEEK vzw. A. Netwerk van erfgoedbibliotheken I. ORGANISATIE. II. PROJECTEN III.

Regionale infosessie Erfgoeddag 2016 Rituelen

Waarderen in Vlaanderen

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Fair Value Business Valuation. Specialist in Ondernemingswaardering

1 Doe jij ook mee?! Team in beweging - Nu beslissen Steunpunt Diversiteit & Leren

Subsidiedossier Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld 2 de herziene versie juni 2012

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

Criteria voor goed museaal handelen

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

vijf misverstanden om komaf mee te maken in een toekomstig cultureel-erfgoedbeleid

STEL U KANDIDAAT ALS COMMISSIELID OF EXPERT CULTUREEL ERFGOED

Het varend erfgoed decreet en de VIOE-inventaris. Maarten Van Dijck

Startnota Gebruikersoverleg Functiegebouw Rijk

Gedragsregels voor de MfN-registermediator

Voorbeeldvragen KIOSK Projectsubsidies voor cultureel-erfgoedwerking op landelijk of internationaal niveau

Toelichting. De projectbegeleider van het Projectbureau Herbestemming Kerken begeleidt dit traject.

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE

Reglement Nominaties voor de lijsten en het register van de UNESCO-Conventie voor het borgen van het immaterieel cultureel erfgoed (2003)

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

GEBRUIKERS- HANDLEIDING KIOSK

DURF2020 ACHTERGRONDINFO

VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS

Functiefamilie ET Thematische experten

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Inventarisatie van het religieus erfgoed van de Ieperse kerken

Een projectvoorstel schrijven

STAGEVOORSTELLEN - ERFGOED ZUIDWEST

Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish

Een projectvoorstel schrijven

Samenwerken over sectoren heen

Handleiding bij projectvoorstel Anders Organiseren

project: Problemen in de wijk

In dialoog met je ondernemers: Waarom en hoe? Regionale overlegtafel economie VVSG

Oproep Mensgericht ondernemen

Welzijnsoverleg Regio Gent - Memorandum. Ontwerp voorstel. Regionaal overleg Ouderen adviesraden Regio Gent 14 februari 2012

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

De projectbegeleider van het Projectbureau Herbestemming Kerken begeleidt dit traject.

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker

Gezamenlijke forumvergadering 07/06/2018 Den Bell (auditorium)

Reglement met betrekking tot de toekenning van subsidies voor projecten voor duurzame mobiliteit.

Advies over het reglement subsidies pilootprojecten waarderen

CULTUUR. Provincieraadsbesluit van 22 mei 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement kunstuitleen collectie provincie Antwerpen

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Bewaren van digitale informatie: hoe kom je tot een goede beslissing?

Werkvorm I - Werkconferentie opstellen profielschets

Cultureel-erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas

Publicatie erfgoedstandaarden. 17 februari 2010

Tradities verbonden aan de kerk Kansen en uitdagingen van immaterieel cultureel erfgoed

ontvangstdatum Of mailen naar:

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Commons Naamsvermelding NietCommercieel GeenAfgeleideWerken 2.5 Netherlands License. Bekijk de licentie. (voornaam of voorletters) Peter

Ondersteunende richtlijnen voor het indienen van een project

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Handleiding projectdossier Ouderen in Actie

Stuurgroep Nieuw Hydepark

Gezocht én gevonden: vrijwilligers met een hart voor religieus erfgoed Lothar Casteleyn, Coördinator Erfgoedbeleid

Dirk Meulemans Stafmedewerker Management en Organisatie. de positie van projectverantwoordelijke in een gemiddeld bestuur Hoe zou ik dat nu aanpakken?

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Informatiemoment Grote lijnen van een nieuw CULTUREEL- ERFGOEDDECREET TOELICHTING KVS

Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw - Kerkenbeleidsplannen - Werking

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

Functiebeschrijving bibliothecaris nr 520/01

Beurzen voor het doorgeven van vakmanschap in een meesterleerling-traject

WISKUNDE B-DAG november uur

10/12/2015. Uit evaluaties en klachten: nog nood aan tips voor communicatie en voor mogelijke interventies nog heel wat misverstanden.

Transcriptie:

kwaliteitsvol waarderingstraject Basisnormen FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw Maart 2017

Colofon Auteur Subwerkgroep waardering: Leen Beyers, Tom Cobbaert, David Coppoolse, Eline De Lepeleire, Joline Depaepe, Ellen Janssens, Godfried Kwanten, Wim Lowet, Veerle Meul, Anne Milkers, Nanny Schrijvers, Veronique Verspeurt, Bert Woestenborghs Eindredactie Anne-Cathérine Olbrechts Verantwoordelijke uitgever Marc Jacobs, FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw, Priemstraat 51, 1000 Brussel Wettelijk Depot D/2017/11.524/4 Datum van publicatie Brussel, maart 2017 De Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 2.0 België Licentie is van toepassing op dit werk. Ga naar http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/2.0/be/ om deze licentie te bekijken. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 2

INLEIDING Anno 2017 beschouwen we erfgoedwaarden niet als objectieve waarheden die in steen gebeiteld zijn, maar als sociale constructies, door mensen toegeschreven aan het erfgoed. Waarden variëren dus naargelang de persoon en de tijd. Een logisch gevolg hiervan is dat het proces van waarderen allesbehalve een eenzame activiteit van een expert is, maar participatief moet zijn. In ieder geval moeten de standpunten van alle betrokkenen die om dit erfgoed geven worden meegenomen. Het is belangrijk dat dit zo rationeel mogelijk gebeurt, door het proces in kleine stukjes te breken en stap voor stap uit te voeren. Doordat er meerdere mensen bij betrokken zijn, er een vaste methode is en beslissingen op een transparante manier worden genomen, kan voorkomen worden dat een waardering overkomt als een willekeurig oordeel of een afweging waarop slechts één individu invloed heeft gehad. Om dezelfde reden is het belangrijk dat de argumentatie waarom iets wel of niet belangrijk wordt bevonden voor een bepaald doel, wordt vastgelegd. Een waardenstelling biedt een sterke en beredeneerde argumentatie om uit te leggen waarom het erfgoed belangrijk is en behouden moet blijven, of waarom bepaalde elementen net mogen verdwijnen. Erfgoedorganisaties zijn steeds meer gedwongen om hun collectievorming te verantwoorden. Het erfgoed dat zij beheren is niet vanzelfsprekend waardevol meer. Daarom is waardering een sterk instrument om de betekenis en het belang van het erfgoed en de nood aan professionele erfgoedzorg aan het publiek en politici te communiceren. Een waardenstelling belicht de rijkdom en diversiteit van het erfgoed, terwijl het een scala aan belanghebbenden erkent. Daarmee draagt een waarderingsproces bij aan een draagvlak voor het erfgoed, wat bijvoorbeeld kan resulteren in een sterkere vrijwilligerswerking en een groter engagement van belanghebbenden en erfgoedgemeenschappen. Bij de aanvraag van een subsidie of fondsenwerving is een waardenstelling een onmisbare troef. Rond de erfgoedwaarden kunnen promotie-, ontsluitings- en toeristische strategieën ontwikkeld worden. Het expliciteren van waarden faciliteert ook de transmissie van het belang van het erfgoed over generaties en culturen heen. De pluraliteit van de huidige waarderingsaanpak zorgt ervoor dat erfgoedwerking beter kan aansluiten op de hedendaagse maatschappij. In Vlaanderen hebben we nog maar weinig ervaring met dergelijke waarderingstrajecten. Sinds 2012 buigt een interprovinciale werkgroep waardering zich over de problematiek. Intussen hebben we al heel wat bereikt. In 2014-2016 werkte het CRKC samen met de provincie Antwerpen en de provincie Oost-Vlaanderen een handleiding uit voor het waarderen van religieus erfgoed (www. stappenplanreligieuserfgoed.be). In 2015-2016 werd een handleiding uitgewerkt voor het waarderen van agrarisch erfgoed, een samenwerking van het CAG met de provincie West-Vlaanderen. Er werden eveneens studiedagen op touw gezet door FARO en de provincie West-Vlaanderen, en er werd een bevraging georganiseerd van de sector in verband met de wenselijkheid en haalbaarheid van een sectorbrede (cultureel-erfgoed)waarderingsmethodiek. Daarom startte FARO in 2016 een sectorbrede werkgroep die werkte aan een set basisnormen om waarderingstrajecten op een onderbouwde manier te kunnen uitvoeren. De basisnormen gaan over de essentie van een waardering, los van alle mogelijke methodologieën en handleidingen. Ze zijn van toepassing in alle deelsectoren en zijn opgebouwd rond 6 aspecten die niet mogen ontbreken in een waarderingstraject. Een stelling beschrijft in een of enkele grijs gemarkeerde regels wat elk aspect inhoudt. Daarna volgt een toelichting, die afgesloten wordt met de minimumvereisten per aspect. De grijs gemarkeerde regels kunnen eveneens gelezen worden als een opbouw van de basisnormen. Bij de basisnormen hoort een verklarende woordenlijst waarin veel voorkomende termen worden gedefinieerd. De in de woordenlijst opgenomen termen worden in deze tekst onderlijnd. Naast de basisnormen is er ook een toolbox in de maak. In de toolbox kiest de gebruiker vanuit het soort erfgoed en de vraagstelling welke methode/handleiding hij zal toepassen. Deze toolbox wordt opgebouwd vanuit de basisnormen en is klaar tegen september 2017. (In een latere fase zullen een aantal organisaties de toolbox en de basisnormen uittesten en verder verfijnen.) Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 3

1. Waarderen doe je met voorkennis Er is altijd een aanleiding en een vraagstelling voor het opstellen van een waarderingstraject en beide leg je best op voorhand vast. Het uitvoeren van een waardering mag geen doel op zich zijn. Er moet altijd een reden of aanleiding zijn voor het opstellen van een waarderingstraject. Het doorlopen van dit traject is immers enkel zinvol als de waardering als een onderlegger gaat dienen voor het latere beheer van het erfgoed. Vaak moet je knopen doorhakken over het erfgoed, is een keuze of aanpassing noodzakelijk of doen zich kansen of bedreigingen voor. De aanleiding leidt tot het formuleren van een of meer concrete vraagstellingen. Het waarderingstraject dient om hierop een antwoord te formuleren. Bijvoorbeeld: de aanleiding van het waarderingstraject is een nieuwe presentatie, of een tentoonstelling. Of nog: de aanleiding voor de waardering is plaatstekort in het museum. De vraagstelling kan dan luiden: Welke objecten verhuizen naar het depot? Als je weet waarom je wil waarderen, dan heb je een gericht einddoel. Op die manier behoud je het overzicht over het gehele proces. Daarnaast zijn de aanleiding en vraagstelling vanzelfsprekend gelinkt aan de gekozen methode en het waarderingsrapport. Hou gedurende het hele traject de aanleiding en de vraagstelling voor ogen. Dat helpt je ook bij het bewaken van de consistentie van het traject. Beantwoord de vragen waarom je waardeert en wat precies de aanleiding is. In functie van de vraagstelling van de waardering is het noodzakelijk dat er voldoende kennis is over het erfgoed dat je gaat waarderen en over de belanghebbenden. Als dat niet zo is, moet je de benodigde kennis kunnen verzamelen tijdens je waarderingstraject. Breng aan het begin van een waarderingstraject de reeds beschikbare kennis over het betrokken erfgoed samen. Kennis over erfgoed bevindt zich in registratiedatabanken, documenten, de hoofden van medewerkers en gebruikers, bij de klankbordgroep (al dan niet professioneel) (zie verder) en in wetenschappelijke en historische bronnen. Beoordeel vervolgens de beschikbare kennis op mogelijke lacunes, in functie van de aanleiding en vraagstelling van de waardering. Misschien wordt maar een deel van het erfgoed gewaardeerd en bestaat net daarover (on)voldoende kennis. Soms volstaat een meer globale vorm van inzicht: om bij het maken van een collectiebeleidsplan/borgingsplan te bepalen wat tot de kerncollectie behoort, zijn de bestaande deelcollectiebeschrijvingen misschien goed genoeg. Maar in andere gevallen zal je de kennis moeten aanscherpen om tot een bevredigende waardering te kunnen komen. Zo is voor de voorbereiding van een selectie- en afstotingsoperatie al snel meer gedetailleerde kennis op objectniveau nodig. Welke kennis heb je zeker nodig? Speciaal statuut: ga na of het erfgoed of onderdelen ervan beschermd zijn of een speciaal statuut genieten (bv. topstuk) en waarom; kennis van de erfgoedgehelen (collectie-anatomie, indeling in collectie-onderdelen, beschrijvingen van de afzonderlijke ensembles, erfgoedplaatsen, deelcollecties, archiefbestanden); kennis van de erfgoedelementen: registratiegegevens (formele elementen en meer inhoudelijke); kennis over de achtergrond: herkomst, verwerving, (kunst)historische gegevens; kennis over het huidige gebruik en de diverse functies: heel belangrijk en essentieel bij de waardering van immaterieel erfgoed (maar ook religieus erfgoed en zelfs museale collecties!); kennis over de context in de zin van perspectief ( positionering ). Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 4

Als het huidige kennisniveau niet volstaat voor je vraagstelling, neem je in het plan van aanpak voor het waarderingstraject best remediërende acties op: de registratiegraad of -diepte verbeteren, (kunst)historisch onderzoek verrichten, gebruikers en belanghebbenden interviewen, instellingen met vergelijkbaar erfgoed raadplegen. Als je waardeert op deelcollectieniveau, moet je het erfgoed registreren of beschrijven op deelcollectieniveau. Waardeer je daarentegen objecten, dan moet je het erfgoed registreren en beschrijven op objectniveau. Je hebt dus de kennis nodig op het niveau dat je waardeert. Als de erfgoedkennis desondanks onvoldoende blijft, zal het waarderingsresultaat min of meer voorlopig zijn. Dat moet je dan ook aangeven in je eindrapportage. In de loop van het waarderingstraject heb je voldoende kennis verzameld om de waardering van de betrokken erfgoedonderdelen te staven. De kennis die nodig is om de waardering te staven, is beschreven in duurzaam toegankelijke registratiedatabanken en in de documentatie van het traject. Blijvende lacunes in de erfgoedkennis heb je gedocumenteerd en de waardering is in het licht van die lacunes gerelativeerd in het waarderingsrapport. 2. Waarderen is een project Bij de aanvang van een waarderingstraject moet steeds helder worden afgebakend en gemotiveerd wat je gaat waarderen en wat niet. Het te waarderen erfgoed baken je af bij de start van het waarderingstraject en bewaak je scherp gedurende het waarderingsproces. Het motiveren van deze afbakening vormt een uitgangspunt voor het traject. De afbakening hangt nauw samen met de aanleiding en vraagstelling van het waarderingstraject en biedt een inzicht in de middelen en tijd die nodig zullen zijn om het traject te kunnen doorlopen. Wat je waardeert moet worden geduid in een context. In een waarderingstraject onderscheiden we vier fasen: definitiefase: onderzoek van het potentieel van een waarderingstraject naar een welbepaalde aanleiding, uitwerking van de vraagstelling(en) en een eerste projectvoorstel; vastleggen van de context; voorbereidingsfase: selectie van de waarderingsmethodiek (tool, context, criteria) in functie van het traject; definitieve samenstelling van het kernteam en de klankbordgroep, finalisering van de projectplanning; realisatiefase: uitvoering van de waardering waarbij de trajectbegeleider de consistentie van het traject bewaakt; nazorgfase: verslaggeving, brede communicatie en terugkoppeling naar de aanleiding. De afbakening is goed gemotiveerd. Het projectplan gaat uit van de vier projectfases. De context van de waardering is goed omschreven. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 5

3. Waarderen doe je niet alleen Minimumvereiste: Waarderen doe je met een trajectbegeleider, een kernteam, een klankbordgroep en belanghebbenden. Beslissingen moeten gedragen worden door alle betrokken partijen (zowel intern als extern). Trajectbegeleider De rol van de trajectbegeleider is de coördinatie van het waarderingstraject volgens het projectplan en, indien nodig, de bijsturing van het plan tijdens het proces. De trajectbegeleider is in de eerste plaats een projectleider. Hij (of zij) hoeft niet noodzakelijk tot de initiërende organisatie te behoren, maar kan ook extern zijn. Hij neemt een neutrale positie in en streeft naar consensus binnen het kernteam. Expertise inzake waarderingsmethodieken is noodzakelijk. Indien niet bij aanvang van het traject aanwezig, is het de taak van de trajectbegeleider om zich die expertise eigen te maken of in het kernteam iemand op te nemen die de methodiek inbrengt en bewaakt. De trajectbegeleider werkt met een duidelijk mandaat van de eigenaar/beheerder van het erfgoed. Hij werkt met een projectplan met een welomlijnde vraagstelling, budget en timing. Hij waakt erover dat de resultaten van het traject duurzaam verankerd worden in de organisatie en het veld. De trajectbegeleider werkt een projectplan uit, zorgt voor de voortgangsbewaking en formuleert de projectverantwoording. Hij krijgt hiervoor het akkoord/engagement van de instelling/erfgoedbeheerder. Bij deze drie onderdelen waakt hij over de timing, het budget, de kwaliteit, de organisatie en de communicatie. Kernteam De eindverantwoordelijkheid voor een kwalitatieve uitwerking van het waarderingstraject ligt bij het kernteam dat bij de voorbereiding van het traject moet worden samengesteld. Het kernteam is samengesteld uit de trajectbegeleider en vertegenwoordigers van de drie waardenclusters: de (kunst)historische, sociaal-maatschappelijke en/of gebruikswaarde van het te waarderen erfgoed. De leden van het kernteam kunnen uitzonderlijk meerdere van deze waarden vertegenwoordigen, maar bij voorkeur zijn er aparte vertegenwoordigers voor de historische, de sociaal-maatschappelijke en de gebruikswaarden. Belangrijk is dat het kernteam uit meer dan een persoon bestaat om goed te kunnen waken over de consistentie bij het uitvoeren van de waardering. De eigenaar van het te waarderen erfgoed kan deel uitmaken van het kernteam, maar dit is geen vereiste. Indien de eigenaar gekend is, maar geen deel wenst uit te maken van het kernteam, heeft hij wel minimaal het mandaat gegeven aan het kernteam om de waardering uit te voeren en volgt hij vanuit die functie het waarderingstraject ook mee op. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 6

Het kernteam zit op regelmatige basis samen en heeft als prioritaire doelen: trekken en opvolgen van het projectplan; samenstellen en coördineren van de klankbordgroep; streven naar een consensus bij het uitvoeren van de waardering; waken over consistentie bij het uitvoeren van de waardering; zorgen voor terugkoppeling naar de erfgoedgemeenschap (klankbordgroep en belanghebbenden). Het kernteam bestaat uit meer dan een persoon en vertegenwoordigt zowel de belanghebbenden van de historische, de sociaal-maatschappelijke als de gebruikswaarden. Klankbordgroep De klankbordgroep bestaat uit personen buiten het kernteam die bij het waarderingsproces worden betrokken omdat zij hieraan een invulling kunnen geven die de leden van het kernteam niet kunnen bieden. Elk waarderingstraject is gebaat bij het betrekken van een klankbordgroep. De erfgoedgemeenschap is breed vertegenwoordigd in de klankbordgroep. Door het betrekken van de klankbordgroep wordt de waardering inhoudelijk onderbouwd en krijgt ze een voldoende breed draagvlak. Een gedegen communicatie naar de klankbordgroep is noodzakelijk. De coördinatie ervan berust in elk geval bij het kernteam dat ook de eindbeslissing neemt over de uiteindelijke waardering. Minstens een, maar bij voorkeur meerdere personen die omwille van een specifieke expertise (historisch) of omwille van een bijzondere band met het erfgoed (sociaal-maatschappelijk) geconsulteerd moeten worden. De klankbordgroep is betrokken en vertegenwoordigd bij de eindbeslissing (minimum 1 persoon). Belanghebbenden De belanghebbenden zijn personen of groepen die een bijzondere waarde hechten aan het erfgoed, er een actuele band mee hebben of er een bepaald belang bij hebben. De belanghebbenden nemen daarom actief deel aan het waarderingsproces, hun inzicht in het erfgoed is noodzakelijk bij de waardering. Maak bij voorkeur eerst een zo uitgebreid mogelijke lijst van belanghebbenden en beschrijf hoe zij dit erfgoed gebruiken. De lokale vertegenwoordiger van de lokale beheerder/gebruiker heeft hier meestal de beste kijk op. De trajectbegeleider beschikt over de technieken en methoden om de belanghebbenden en het gebruik en beheer beter in kaart te brengen. In de eerste plaats zijn er de interne belanghebbenden: de eigen mensen van de organisatie. Daarnaast zijn er externe belanghebbenden. Je kan onmogelijk alle belanghebbenden betrekken, zeker niet als de lijst heel uitgebreid is. Verdeel ze in drie groepen: belanghebbenden die onmisbaar zijn bij de waardering, omdat ze bv. de werking van het erfgoed bepalen of beslissingen moeten nemen, worden best opgenomen in het kernteam; belanghebbenden die inhoudelijk belangrijk zijn voor de waardering worden doorgaans betrokken bij de klankbordgroep; Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 7

belanghebbenden die eerder zijdelings betrokken zijn moeten geïnformeerd worden over de waardering en de uitkomsten. Bestudeer wie de belanghebbenden kunnen zijn en hoe belangrijk hun bijdrage zou kunnen zijn bij het begin van de waardering: belanghebbenden die een concrete bijdrage kunnen leveren aan het waarderingsproces zijn betrokken via het kernteam of de klankbordgroep; andere belanghebbenden worden goed geïnformeerd over het waarderingsproject. 4. Waarderen doe je met een brede blik De waarde van erfgoed beoordeel je aan de hand van criteria. Die leg je vast vóór het waarderingsproces. Indien je aan de criteria een verschillend gewicht wil toekennen, link je dit best aan de vraagstelling van het waarderingsproject. De argumenten die in rekening worden gebracht bij de keuze van de criteria en de weging formuleer je ondubbelzinnig. Criteria voor waardering zijn gebonden aan de methode die je kiest en aan het erfgoed dat je waardeert. Criteria worden ingedeeld in clusters, meer bepaald: de gebruikswaarde, (kunst)historische waarde en sociaalmaatschappelijke waarde. Vertrek van de clusters en vul de criteria in aan de hand van de methode die je kiest. leg de waarderingscriteria vast, zorg dat alle waardenclusters aan bod komen en zorg dat iedereen de definities begrijpt en kent; bepaal het gewicht van de criteria in het licht van je vraagstelling. 5. Waarderen is een middel voor een beargumenteerd cultureelerfgoedbeheer en -beleid Het resultaat van de waardering verwerk je in een waarderingsrapport met de waardenstelling(en). Het dient als uitgangspunt voor het toekomstige collectie- en borgingsbeleid. Stel het waarderingsrapport met de waardenstelling(en) op vanuit de vraagstelling. Het rapport vormt ook een uitgangspunt bij het nemen van bepaalde beslissingen in de toekomst. Het is geen documentair verslag van het traject. Enkele voorbeelden: Waarderen helpt bij het registreren en omgekeerd. Het rapport kan een uitgangspunt zijn voor het opstellen van een collectieplan (eventueel collectieprofiel) of een borgingsplan. Het rapport laat toe de verzameling/instelling duidelijk te beschrijven als antwoord op gestelde vragen. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 8

In het rapport moet ten minste vermeld worden: de waardenstelling, de aard en de omvang van het erfgoed; het verband tussen de evaluatie van het erfgoed en de aanvankelijke vraagstelling; een advies ter voorbereiding van beslissingen over het erfgoed. 6. Waarderen is een transparant en verantwoord proces De opzet en het verloop van het waarderingstraject moeten afdoende worden gedocumenteerd. Een waarderingstraject documenteren heeft verschillende functies. Allereerst bevat de documentatie het nodige kader waarbinnen de resultaten van het waarderingstraject betekenis krijgen. We denken hierbij aan de doelstellingen en de context van het traject of de tools die daarvoor worden gekozen. Daarnaast dient documentatie om de transparantie van het waarderingstraject te waarborgen en verantwoording af te leggen over de gemaakte keuzes. Tot slot heeft documentatie een controle- en geheugenfunctie. Door goede documentatie worden het beslissingsproces en het verloop van het traject vastgelegd. De methode van documentatie wordt vastgelegd in het projectplan, alsmede de verantwoordelijke(n) voor de aanmaak en bewaring van de documentatie. De documentatie bevat minstens: het projectplan, het voortraject en alle aanpassingen aan het projectplan, verslagen van de overlegmomenten en alle relevante communicatie; een verslag na afloop van het traject, met een evaluatie van het traject; een overzicht van de resultaten (onder andere het waarderingsrapport). De documentatie is op lange termijn vindbaar, toegankelijk en bruikbaar. Een open en consistente communicatie is cruciaal binnen elke stap van het waarderingstraject. 1. Communiceer in de eerste plaats met de belanghebbenden. 2. Zorg voor een open en consistent communicatietraject. Een open en consistente communicatie is tijdens een waarderingstraject cruciaal, zeker als het gaat om herbestemming of afstoting. Spreek af wie de communicatie op zich zal nemen. Maak een overzicht van alle communicatiemomenten. Er is een aanspreekpunt voor het waarderingstraject. Er is communicatie over het waarderingsproject bij aanvang en op het einde van de waardering, en zo nodig ook tussentijds. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 9

VERKLARENDE WOORDENLIJST Erfgoedelementen: erfgoedobjecten en/of gebruiken en tradities. Kortom, roerend en/of immaterieel erfgoed. Context: het perspectief van waaruit is gewaardeerd. Waarmee werd het erfgoed vergeleken? Heeft het een hoge, gemiddelde of lage waarde op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau? Binnen de eigen organisatie of een bepaalde groep of gemeenschap? Andere termen: referentiekader, vergelijkingskader. (Kunst)historische waarde: historische waarde: erfgoed heeft een historische waarde wanneer het een relatie heeft met belangrijke historische personen, gebeurtenissen, plaatsen, perioden, thema s en gemeenschappen, of getuigt van een bepaalde historische periode, proces, ontwikkeling, thema, tijdsbeeld of levensstijl. kunsthistorische waarde: erfgoed heeft een kunsthistorische waarde als het bovenop de historische waarde ook getuigt van kunstzinnigheid, creativiteit, technisch vernuft, oorspronkelijkheid in idee, vorm of functie, of als het een goed voorbeeld is van het werk van een bepaalde kunstenaar, ontwerper of architect. Ook de mate waarin het erfgoed een goed voorbeeld is van een bepaalde stijl, ontwerp of stroming speelt een rol. Sociaalmaatschappelijke waarde: de actuele, sociale, religieuze, politieke, maatschappelijke of spirituele betekenis die het erfgoed voor een groep of gemeenschap heeft. Wanneer de betekenis niet langer actueel is, gaat het om (sociaal-)historische waarde. Gebruikswaarde: waarde die betrekking heeft op het feitelijke, actuele gebruik van het erfgoed. Kwaliteitsvol waarderingstraject. Basisnormen 10