Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.



Vergelijkbare documenten
= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

Woordenschat blok 05 gr4 Les1 Bedroefd: een ander woord voor verdrietig. De angst: als je angst voelt, ben je bang. De bangerik: iemand die snel

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Heilig Jaar van Barmhartigheid

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

De kerk is een groot gebouw. Er komen mensen samen die in god geloven. Er wordt gebeden en gezongen.

Dounia praat en overwint

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

De bruiloft van Simson

Voorkom. Pesten. DMS-educatief

Samenvatting Mensen ABC

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Copyright Beertje Anders

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie SAMEN ZORGEN DAT HET BETER GAAT!

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Werkboek Het is mijn leven

Lucy heeft een ballon

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Miauw! Miauw!

Help, ik kan niet slapen! Slaapproblemen bij jongeren

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Slaapproblemen? Gezonde slaap

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

Verhaal- en kleurboek voor kinderen. Instituut voor Islamitische Studies en Publicaties

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Adam en Eva eten van de boom

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Lesbrief. Introductie

Pannenkoeken met stroop

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

Dat kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek.

BETREK JE KIND Een kind heeft het recht om te weten

Muis heeft tikkertje gespeeld met Draak. Het is al donker als ze naar huis wil. Muis moet nog een heel eind door het bos.

Zwanger zijn en bevallen

VRIENDSCHAP EN RELATIES

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Wist u datjes van groep 7

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Hoe gaat het in groep 1/2 b

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Extra materiaal nummer 8.1 Groep 5&6

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Jezus maakt mensen gelukkig

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Leesboekje familie en vrienden

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Dit zijn Yara en haar moeder Suzan

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Ria Massy. De taart van Tamid

ZWAAR VERLIEFD. Chantal van Gastel. in makkelijke taal

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Appeltje en Eitje Een postpakket uit Spanje

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

6555 BW Wat kun je doen als je te snel boos bent.indd 12

KNF Zwolle. Afdeling KNF Zwolle. Alles over het EEG-Onderzoek

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Transcriptie:

Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens heel even bang. Je kan ook schrikken van vuurwerk of van bliksem. Gemeen: Jaloers: Koppig: Opgewekt: Als je expres iets doet wat niet leuk of aardig is, dan ben je gemeen. Als je bijvoorbeeld de gum van iemand anders expres kapot maakt, dan ben je gemeen. Iemand pesten is ook gemeen. Als iemand een mooie nieuwe fiets heeft gekregen, en jij zou die ook wel willen hebben, dan ben je jaloers. Je wilt dan graag wat de ander ook heeft en je bent dan even niet zo blij. Iemand die koppig is luistert niet goed en doet zijn eigen zin. De juf zegt bijvoorbeeld Niet doen, maar hij doet het toch. Als je blij en vrolijk bent, dan noem je dit ook wel opgewekt. Bedroefd: Als je heel verdrietig bent, dan noem je dit ook wel bedroefd. Je bent dan niet blij. Eerlijk: Eerlijk zijn betekent de waarheid spreken. Als de juf vraagt wie het heeft gedaan, dan ben je eerlijk als je zegt dat jij het hebt gedaan.

Les 2: Denken: Denken doe je in je hoofd voor je jezelf. Je denkt bijvoorbeeld na over het antwoord van de som. De gedachte: Dromen: Een gedachte is iets waar je aan kan denken. Je denkt bijvoorbeeld aan de vakantie of aan buiten spelen. Dromen is aan iets denken wat je graag zou willen. Je droomt bijvoorbeeld dat je een prinses bent. Als je slaapt kun je ook dromen. Zuchten: Geloven: De spijt: Jammer: Zuchten doe je als je hardop uitademt. Als je ergens moe van bent, laat je soms wel eens een diepe zucht. Als je in iets gelooft, dan denk je dat het waar is. Je kunt geloven in Allah of in God. Of je kunt Geloven dat je een hoog cijfer hebt gehaald. Als je spijt van iets hebt, dan vind je het jammer dat je iets hebt gedaan en zeg je sorry. Je kunt spijt hebben van iemand een duw geven. Als je iets jammer vindt, dan doet het je een beetje verdriet. Je vindt het misschien wel jammer dat de vakantie voorbij is. Je bent dan een beetje bedroefd. Les 3: Lui: Als je lui bent, betekent het dat je geen zin hebt om iets te doen. Je hebt geen zin om te werken. Moe: Moe ben je als je iets hebt gedaan. Bijvoorbeeld heel hard gesport of de hele dag hard gewerkt. Je hebt dan slaap nodig.

Bezig: Bewegen: Levend: De traan: Bezig betekent het als je iets aan het doen bent. Nu ben je bezig met de tekst lezen. Je bent het nu aan het doen. Bewegen doe je als je aan het sporten bent of aan het lopen, je bent dan dingen aan het doen met je lichaam. Iets dat leeft, is niet dood. Het beweegt. Als je verdrietig bent, moet je soms huilen. Het water dat uit je ogen komt, noem je een traan. De ziekte: Het hart: Het bloed: Als iemand een ziekte heeft, dan is er iets niet goed aan zijn lichaam. Griep is ook een ziekte. Het hart zit in je lichaam. Als je je hand op je borst doet, voel je je hart kloppen. Je hart pompt bloed door je lichaam en zorgt ervoor dat je blijft leven. Als je hart niet zou kloppen, zou je dood zijn. bloed is een rode vloeistof in het lichaam van mensen en dieren. Als je valt, komt er soms bloed uit je lichaam, je hebt dan een wondje. Les 4: Gewoon: Elkaar: Een ander woordje voor gewoon is normaal. Iets valt dan niet op. Als je samen bent, kun je dingen met elkaar doen. Je kunt met elkaar spelen, je bent dan iets samen aan het doen. Of je geeft elkaar een hand, je houdt dan elkaars hand vast. Ruzie: Als je lelijke dingen tegen iemand zegt, of als je iemand gaat duwen, dan maak je ruzie. Je bent dan niet aardig.

Eng: Gelijk: Opstaan: Redden: Voorbij: Als je iets eng vindt, dan ben je er bang voor. Gelijk is een ander woordje voor meteen. Je moet gelijk gaan zitten betekent dus: Je moet NU gaan zitten. Gelijk kan ook betekenen dat je het goed hebt. Je hebt gelijk, betekent dan, je hebt het goed. Als je op een stoel zit en je gaat weer staan, dan ben Je aan het opstaan. Als je s- morgens wakker wordt en je komt je bed uit, sta je ook op. Als iemand in gevaar is en je helpt diegene, dan red je iemand. Als iemand in het water is gevallen en diegene wordt uit het water gehaald, dan is hij gered. Als iets voorbij is, dan betekent het dat het afgelopen is. De film is afgelopen, hij is voorbij. Les 5: Koken: Als je aan het koken bent, dan betekent dit dat je eten aan het maken bent. Het voedsel: Gebruiken: Opeten: Voedsel is een ander woordje voor het eten. Als je bezig bent met de lijm, dan gebruik je de lijm. Je bent er op dat moment mee bezig. Als je aan tafel zit en je eet het voedsel dat op je bord Ligt op, dan ben je het aan het opeten. Trek: Tong: Als je trekt hebt, dan betekent het dat je iets wilt eten. Je hebt bijvoorbeeld trek in chips. Je tong zit in je mond, je kunt je tong bewegen. Je kunt je tong uitsteken en je kunt proeven met je tong.

Dorst: Als je dorst hebt, dan heb je heel veel zin om iets te drinken. Les 6: Het spel: Bestaan: De kleuter: De zus: De broer: De vriend: De vriendin: De oom: De tante: De neef: De nicht: een spelletje is iets leuks wat je met elkaar kunt doen. Zoals tikkertje, verstoppertje of mens erger je niet. Er bestaan nog meer spelletjes. Dit betekent dat er nog zeer van zijn. Een kleuter is een kind van 4 of 5 jaar. Een zus is altijd een meisje. Zij is, net als jij, een kind van je vader en moeder. Een broer is altijd een jongen. Hij is, net als jij, een kind van je vader en moeder. Een vriend is altijd een jongen. Het is iemand waarmee je gezellig kan spelen en leuke dingen kan doen. een vriendin is altijd een meisje. Het is iemand waarmee je gezellig kan spelen en leuke dingen kan doen. De oom is de broer van jouw vader of moeder. De tante is de zus van jouw vader of moeder. De neef is de zoon van je oom of tante. De nicht is de dochter van je oom of tante. De grootvader: De grootvader is een ander woordje voor je opa. Je opa is de vader van jouw vader of moeder. De grootmoeder: De grootmoeder is een ander woordje voor je oma. Je oma is de moeder van jouw vader of moeder. Iedereen: Met iedereen worden alle mensen die er op dat moment zijn bedoeld. Iedereen doet mee met knutselen. Dit betekent dat alle kinderen in de klas mee doen.