EXPEDITIE BATTLEGROUP

Vergelijkbare documenten
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ISAF III Deployment Task Force

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Netcentrisch Werken. leo kooijman. 18 november 2008 Kenniskring Crisisbeheersing

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III.

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld 21 juni 2016

Medic Special Forces: de hogere kunst van het pleisterplakken

visie verbindingsdienst 2020 we deliver information dominance

IN HET HART VAN DE INFORMATIEVOORZIENING

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

Datum juni 2016 Betreft Antwoorden op aanvullende schriftelijke vragen inzake de inzet van de Nederlandse F-16 s boven Syrië

Taskforce Viper. Periode: maart 2006-december 2007 (5 rotaties) Operatiegebied Taskforce Viper.

Partieel bevel nr. 04 bij operatiebevel nr nota (FGO MINUSMA)

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

DOMEIN EN TAAKVELD VAN DE VERBINDINGSDIENST

historie - traditie A.E. Stoppels en M.J. Vreke

Militaire gezondheidszorg

intercom jaargang

BMS BIJ DE ARTILLERIE

1 De coördinatie van de inzet

Een air traffic controller te Kandahar, een unieke ervaring


Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

techniek Drs R.J.M. (Rob) Groen, Software Architect, DMO/JIVC/C4I&I/SATS/SO

Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid. Meneer de Voorzitter,

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,

Informatiemanager. Doel. Context

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

FUNCTIEBESCHRIJVING: LOCATIEMANAGER. Algemeen. Datum voorlopige vaststelling: Organisatie: Stichting Magentazorg

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven


DCMO LRC. Innovatieve ontwikkeling Long Range Communication SATS. Maj Ab de Vos Operationeel Architect Inzet Land

DE OPERATIONELE WAARDE VAN HET BMS

De concerncontroller als navigator van een wendbare gemeentelijke organisatie Mario Halfhide en Roy Mierop

Succes moet je organiseren

VOV Symposium. C2 en C2OST binnen 13Ltbrig INTERN GEBRUIK DEFENSIE. Bgen Gijs van Keulen / Maj Ewoud Lindeboom Commandant en G6 13 Ltbrig

Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR

CYBER OPERATIONS DS/DOBBP. Kol ir. Hans Folmer Commandant Taskforce Cyber

DE MINISTER VAN DEFENSIE, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

operationeel Majoor Dennis van de Braak, stafofficier Interoperabiliteit

Elektor Live Software Defined Radio. Pascal Schiks & Martin Dudok van Heel

2014D Lijst van vragen

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

11 Luchtmobiele Brigade Air Assault 7 december

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Militaire Inlichtingenen

EFP CONGRES 'THE FUTURE OF FORENSIC CARE, SOLUTIONS WORTH SHARING' MANAGEMENT IN PROGRESS WOUTER TEN HAVE 7 JUNI mei 2012

Studiedag gezondheid en welzijn in Ops Inzet van civiele medische capaciteiten in operaties

Incidentele inzet Europese buitengrenzen

Joint Doctrine Publicatie 5. Commandovoering

Versie Vragen en Antwoorden Project Databank L&O GBO-SO

Managementinformatiesysteem

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen

2016D Lijst van vragen

Productopbouw. BrainCap levert cybersecurityoplossingen in 3 stappen.

Network Enabled Capabilities bij het grondoptreden

De rol van WMS in internationale Supply Chains

Eagle One: Gebruik van geoinformatie bij crisismanagement.

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 1 oktober 2014 Betreft Inzet van tolken bij Defensie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

operationeel Ritmeester Gerwin Ravenhorst

Het Informatiebeleid Veiligheid Verbinding in veiligheid

Wekelijks overzicht van de buitenlandse operaties (26 00u00 juni 02 24u00 juli 2014)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelezen het verzoek van het Korps commandotroepen van 30 augustus 2011;

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bouwen op Baghlan, Uruzgan en Kunduz: opties voor een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie Resolute Support in Afghanistan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toezichtsrapport. CTIVD nr. 44

Volgens goed gebruik worden de activiteiten en aandachtspunten binnen de vereniging ingericht op een planmatige aanpak vertaald in dit jaarplan.

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag S Reactie op verzoek 08-DEF-B-183

Video Conferencing anno 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden Arnhem en Ede (Raven)

Crisiscommunicatie en Leiderschap Otto van Wiggen Brigade-generaal bd

Het regelen van ondersteuning op open source software voor overheidsorganisaties. Afstudeerpresentatie Daniël Vijge 12 november 2007

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU

Defensie en Nationale Veiligheid

Op 14 maart 2017 publiceerde het DNB Expertisecentrum Operationele en IT Risico's een memo 'Toelichting Toetsingskader Informatiebeveiliging 2017'.

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht

m.b.v. digitale certificaten en PKI Versie: mei 2002 Beknopte Dienstbeschrijving beveiligen van

Ank Bijleveld-Schouten

VULNERABILITY ANALYTICS & MANAGEMENT PORTAL

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

6. Project management

IT diensten op maat...

5. Beschrijving per organisatie en

Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland

CYBER SECURITY MONITORING

Advies en ondersteuning in techniek, logistiek en opleiding. Sleutel woorden zijn betrouwbaar en toewijding

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Transcriptie:

29_30_31_32_33 9/9/08 5:37 PM Pagina 29 EXPEDITIE BATTLEGROUP Kapitein Sacha Stindt, S6 45 (NLD) BG RIOG In de zomer van dit jaar ben ik in mijn functie als hoofd sectie S6 van 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland uitgezonden naar de Afghaanse provincie Uruzgan. Daar was ik verantwoordelijk voor de ondersteuning van de commandovoering van de commandant van de battlegroup, lkol C.A. de Rijke. In dit artikel wil ik mijn praktijkervaringen delen en op basis daarvan mijn verwachtingen voor de toekomst. Mijn dank gaat daarbij uit naar mijn voorgangers. Hun inspanningen vormden de uitgangssituatie op basis waarvan ik mijn ervaringen op heb gedaan en die ik in dit artikel heb verwerkt. Door per functie van het militair optreden in te gaan op de rol die de ondersteuning ervan speelde in onze commandovoering hoop ik een zo compleet mogelijk beeld te geven van mijn ervaringen. Door daarna de door mij geconstateerde tekortkomingen van de beschikbare middelen de revue te laten passeren en vervolgens het geheel te relativeren naar de toekomst hoop ik tevens extra inzicht te verschaffen. Ik richt mij hierbij tot alle lezers van dit blad. Daarnaast richt ik mij in het bijzonder tot mijn collega s van het Wapen van de Verbindingsdienst en van het Regiment Verbindingstroepen. Dit omdat ik aan het eind van dit artikel hoop bijgedragen te hebben aan onze bewustwording dat het hedendaagse en toekomstige expeditionaire optreden een richting opgaat die we allemaal mijns inziens nauwlettender dienen te volgen om de randvoorwaarden voor onze commandovoeringsondersteuning nu en in de toekomst zeker te stellen. MANOEUVRE De manoeuvre van onze operaties kenmerkte zich vooral door het behouden van het momentum en het initiatief, een hoog operationeel tempo, openlijkheid en transparantie. Het optreden uitte zich onder andere vaak door het synchroon uitvoeren van onverwachte patrouilles te voet in meerdere bewoonde gebieden, waarbij in samenwerking met de Afghan national army (ANA) en via de teams van het operation mentoring and liaison team (OMLT), bezoeken gebracht werden aan op basis van inlichtingen gekozen woningen van de lokale bevolking. Het effect van dit optreden was onder andere dat leiders van de insurgents (INS) gedwongen werden continue te verplaatsen, waardoor hun commandovoering vertraagd werd. De commandovoeringsondersteuning op groepsniveau werd hierbij conform de handboeken gerealiseerd door de helft van de infanteriegroep uit te rusten met een persoonlijke radio (de Selenia Communications Personal Role Radio H4855) voor onbeveiligde communicatie op de korte afstand en binnen zichtafstand teneinde middels het radionetwerk situational awareness (SA) te verschaffen. Om de effectiviteit verder te vergroten was het bij ons wenselijk om eenieder die deelnam aan het voetoptreden direct dezelfde SA te verschaffen door ze in het radionetwerk op te nemen en daarmee de commandovoering te versnellen. Hiermee werden ook de steunende en ondersteunde eenheden bedoeld, zoals de teams van het provincial reconstruction team (PRT) of het psychological operations support element (PSE), die tijdens de woningbezoeken contacten onderhielden met de lokale bevolking en op de hoogte diende te blijven van de situatie. De verschillende groepen en teams werden tactisch aangestuurd door de pelotonscommandanten, die het bevel voerden ondersteund door de standaard combat net radio (CNR), de Thomson-CSF FM9000-serie. Deze radio werd ook gebruikt om het contact met het hogere niveau tot stand te brengen. Dit was meestal onze operations room (OPS) van de staf en soms het compagniescommando of de voorwaartse commandopost van de battlegroup. De CNR beperkte directe ondersteuning van de bevelvoering van pelotons en compagnieën tot zichtafstand binnen acht kilometer bij optreden te voet en binnen dertig kilometer bij bereden optreden. Binnen deze beperkingen werd het effect bereikt dat iedereen binnen ontvangstbereik van de juiste operationele informatie kon worden voorzien en voldoende SA had. Het bleek bij ons wenselijk om het bevel effectiever te kunnen voeren buiten de beperkingen van de CNR om. Hiervoor werden radio s gebruikt die enerzijds eigenlijk bestemd waren voor dataverkeer en anderzijds voor luchtsteuncoördinatie en voor ondersteuning van de commandovoering van het regional command south (RC(S)) met de task force Uruzgan (TFU). Deze radio s bleken tot op zekere hoogte ook geschikt om de manoeuvre te ondersteunen. De radio die voor dataverkeer bestemd was, de Harris HF7000-serie, bleek prima te configureren te zijn met een op spraak gebaseerd radionet zoals bij de CNR. Hoewel deze radio niet de beperking van de CNR had, was hij wel beperkt door een tragere en vervormde kwaliteit van spraak. Daarnaast vereiste de radio meestal bij de bedienaar een bepaalde mate van kennis over het gebruik van radioantennes. Het was wenselijk om deze kennis bij de pelotons beschikbaar te hebben. Gebruikers, zoals de pelotonscommandanten zelf, konden volstaan met het gebruiken van de microfoon en een strikte radiotelefonieprocedure. De andere radio, de Harris AN/PRC117F, was op papier onder andere gepland als commandovoeringsondersteunende radio voor ons intern. Door operationeel noodzakelijke behoeften en prioriteiten elders binnen de TFU waren de radio s in deze rol bij aanvang van onze missie niet als zodanig meer beschikbaar. Situationeel hebben we deze radio in die rol wel kunnen inzetten. Primair werd er met deze radio gecommuniceerd met tactische satellieten van andere landen en op die wijze de bevelvoering van de manoeuvre ondersteund. Deze radio had daarbij niet de beperkingen van de eerder genoemde radio s. Het gebruik werd wel beperkt door de kwaliteit van het ons toegewezen kanaal die vaak tot niet verstaanbare spraak leidde en gedeeld werd met de Britten. Dit werd veroorzaakt door de lage opstraalhoek naar de toegewezen satelliet in combinatie met de smalle bandbreedte van het kanaal en de daarbij behorende spraak- 29

29_30_31_32_33 9/9/08 5:37 PM Pagina 30 vervormende methode van vercijferen. Een andere beperking was het niet beschikbaar zijn van een betrouwbare voertuigantenne om de verbinding tijdens het rijden te onderhouden. Uiteindelijk werd informeel gebruik gemaakt van het RC(S) kanaal, die verkregen werd met een hogere opstraalhoek, meer bandbreedte had en daarbij een betere methode van vercijferen. De beperking werd daarbij dat op onverwachte momenten het gebruik tijdelijk verboden kon worden in verband met prioriteiten elders waarvoor het kanaal dan gebruikt moest worden. Het was dan ook wenselijk om een kanaal van dergelijke kwaliteit permanent toegewezen te krijgen om effectiever het bevel te kunnen voeren over de manoeuvre-operaties. Door flexibel om te gaan met onze beschikbare middelen zijn we in staat geweest om de bevelvoering van de manoeuvre te verbeteren. Dit door op informele wijze de diverse mogelijkheden van verschillende radio s uit te buiten. Hiervoor was de OPS uitgerust met drie verschillende radio s voor spraakverkeer. Elk met zijn eigen mogelijkheden en beperkingen. VUURKRACHT Bij deze functie van het militair optreden beperk ik me tot de vuursteun. Onze vuursteun omvatte het vermogen om indirect vuur van land- en luchtstrijdkrachten tot gelding te brengen en daarmee het militair vermogen van de INS (tijdelijk) uit te schakelen. De vereiste coördinatie hiervan werd ondersteund door dezelfde radio s die we bij de ondersteuning van manoeuvre-operaties terug zien. Omdat meestal onmiddellijk of op korte termijn de vuursteun van invloed moest zijn op onze operaties was het essentieel dat coördinatie ervan zo snel mogelijk verliep. Op de buitenposten is het ook voorgekomen dat middels het theatre independant tactical army and airforce network (TITAAN) deze coördinatie ondersteund werd. Mortiersteun werd door de mortiergroepen gecoördineerd met de waarnemersgroepen ondersteund door de CNR. Veldartilleriesteun werd door de waarnemers gecoördineerd met het vuursteuncoördinatiecentrum en het panzerhouwitserpeloton werd ook primair ondersteund door de CNR. Teneinde een dubbele verbinding tot stand te brengen werden ze daar waar nodig extra ondersteund met één van de eerder genoemde alternatieve radio s voor de manoeuvre-operaties. Het panzerhouwitserpeloton ondersteunde de interne commandovoering daarnaast nog met de CNR geconfigureerd voor dataverkeer ten behoeve van laptops met een specifieke applicatie voor de vuursteun, het advanced fire support information system (AFSIS). Close air support (CAS) was de luchtsteun die zich bij ons richtte tegen INS die zich in de nabijheid bevonden van onze eenheden en die een nauwkeurige coördinatie tussen de luchtacties, de manoeuvre en de grondgebonden vuursteun vereiste. Een air request message (AMR) werd op compagniesen pelotonsniveau ingediend door de forward air controller (FAC), bij de air liaison officer (ALO) van de TFU. Daarnaast werd gedeconflicteerd en gecoördineerd met het vuursteuncoördinatiecentrum op de OPS. Ondersteuning gebeurde hoofdzakelijk met de eerder genoemde radio voor luchtsteuncoördinatie, de Harris AN/PRC117F en daarnaast binnen de beperkingen middels de CNR en de Harris HF7000-serie. Vooral de eerste bleek geschikt om joint en combined (multinationaal) de coördinatie te ondersteunen met luchtstrijdkrachten en andere coalition forces (CF). Door bij elke operatie in de ondersteuning ervan te werken naar een snelle vuursteuncoördinatie kon deze het operationeel tempo en de snelheid van de bevelvoering van de manoeuvre bijhouden. BESCHERMING Operaties in het kader van bescherming kenmerkten zich vooral door het uitvoeren van konvooien en het leveren van force protection aan de operaties van de eerder genoemde neveneenheden, zoals het PRT, het PSE of het OMLT. De konvooien hadden regelmatig een combined karakter als we bijvoorbeeld eenheden van de Australische Reconstruction task force (RTF) beschermden of een konvooi uitvoerden richting Kandahar air field (KAF) waarbij we door de provincie van de task force Kandahar (TFK) moesten verplaatsen. De ondersteuning geschiedde middels de drie eerder genoemde radio s. Bij de konvooien werd het bevel gevoerd door het hogere niveau via de Harris AN/PRC117F radio en de Harris HF7000- serie. Om informatie te onthouden van de INS werden de radio s beveiligd. Alle gebruikte frequenties werden standaard vercijferd middels cryptografie. De CNR en de Harris HF7000 maakten gebruik van nationale cryptografische middelen. De Harris AN/PRC117F werd voorzien van cryptografische middelen bestemd voor CF. Daarmee waren de eerste twee alleen analoog interoperabel met radio s van andere nationaliteiten. De laatste had deze beperking niet en was de enige radio die we gebruikten om vercijferd met andere CF te kunnen communiceren. INLICHTINGEN EN MILITAIRE INFORMATIE Inlichtingen waren op afstand de grootste bron van informatiestromen. Ondersteuning ervan vereiste hoofdzakelijk een verbinding geschikt voor dataverkeer. Het TI- TAAN bleek hier uitermate geschikt voor. Voor tactische ondersteuning van het dataverkeer van en naar de compagnieën en pelotons werd als alternatief van de Harris HF7000-serie gebruik gemaakt. Deze bleek prima in staat om de gewenste teksten over te brengen en zelfs een enkele kleine foto kon overgezonden worden. Hierdoor konden voertuigen voorzien van deze radio tot diep in het gebied informatie uitwisselen. Surveillance verschafte op de korte en lange termijn informatie middels onder andere de unmanned aerial vehicle (UAV). Deze vliegtuigen konden via een directe verbinding met een ontvanger op de grond live videobeelden bij de FAC brengen. Deze vorm van imagery intelligence ondersteunde de bevelvoering van de commandant ter plaatse, met name op het moment dat deze op het punt stond woningen te bezoeken teneinde mogelijke directe dreigingen tijdig te onderkennen. De bedienaars van de UAV bevonden zich meestal op een basis. Om deze bedienaars aanwijzingen te geven over woningen of coördinaten die door de UAV onder waarneming gehouden diende te worden was het essentieel dat deze aanwijzingen zo snel mogelijk bij de bedienaars terecht kwamen. Dit werd dan ook ondersteund door de radio die per situatie het meeste geschikt was om een directe lijn met de FAC te onderhouden. Dit droeg bij aan de versnelling van de coördinatie en daarmee de bevelvoering van de commandant ter plaatste. Als alternatief werd er vanuit de locatie van de bedienaars via het TITAAN contact opgenomen met de OPS om via hen te coördineren. De UAV werd ook toegepast om de besluitvorming te ondersteunen. Systematisch werden beelden van doelgebieden in kaart gebracht en verzameld. Deze werden gebruikt om de databases op het TITAAN te vullen alwaar deze door de juiste gebruikers geraadpleegd kon worden. Verkenningen vonden onder andere bereden plaats in de buitenste gebieden voorbij de grens van de CNR. Beide radio s van Harris, de HF7000-serie en de AN/PRC117F hebben zich prima bewezen als commandovoeringsondersteunend middel tijdens de uitvoering. De beperking van de eerste Harris radio was met name het gebrek aan interoperabiliteit met andere nationaliteiten, dit was zeker wenselijk. De tweede kon tijdens verplaatsingen soms niet voldoende gebruikt worden door de beschikbare antenne en was niet uitgerust en geconfigureerd voor dataverkeer. Het was wenselijk om een betere voertuigantenne tot je beschikking te hebben en de mogelijkheid tot dataverkeer. Het TITAAN op de buitenposten uitbrengen versnelde de inlichtingencyclus van on- 30

29_30_31_32_33 9/9/08 5:37 PM Pagina 31 ze eenheden en van de collega s van het OM- LT aanzienlijk door het sneller beschikbaar worden van essentiële inlichtingen en militaire informatie. Het verbeterde dataverkeer tussen ons en het OMLT en via hen met de ANA. Op die wijze droeg het bij aan de snelheid waarmee we middels actuele en betrouwbare informatie in staat waren ons gebied van verantwoordelijkheid te overzien en de intenties van de INS te doorgronden. LOGISTIEK Na inlichtingen was de functionaliteit logistiek de grootste bron van informatiestromen. Veel rapportages dienden van zender naar ontvanger gestuurd te worden teneinde de SA van de besluitvormers te verbeteren, met name voor wat betreft het uitzicht op voortzettingsvermogen. Dit ging in de praktijk via de genoemde radio s en via het TITAAN. Hierbij was de procedure dat ook deze informatie via de manoeuvre ondersteunende middelen op de OPS terechtkwam. Coördinatie van medische evacuaties middels helikopters werd ondersteund door de genoemde radio s. Dit omdat alle drie in staat waren op een door het hogere niveau bepaalde analoge frequentie te zenden. Het was daarbij tevens van belang dat de informatie voor een verzoek tot medische evacuatie zo snel mogelijk bij de senior medical officer (SMO) van de TFU terechtkwam om de beslissing om de helikopter op te laten stijgen zo snel mogelijk te kunnen maken. Coördinatie bij acute behoefte van eenheden aan afvoer van materieel dat tijdens operaties uitvalt door diverse redenen werd hoofdzakelijk ondersteund vanuit de OPS om de lijnen zo kort mogelijk te houden. Dit werd ondersteund door elk beschikbaar middel dat voorhanden was. Door alle patrol bases van TITAAN te voorzien kon er via het netwerk snel gecoördineerd en beslist worden over te ondernemen acties bij logistieke zaken. COMMANDOVOERING Onze commandant voerde het commando natuurlijk ondersteund door zijn staf. Normaliter was deze aangevuld met een adviseur van de genie en regelmatig met liaisonfunctionarissen van het OMLT, het PRT, het PSE, het intelligence surveillance target acquisition and reconnaisance (ISTAR) detachement en het logistic support detachment (LSD). Gelet op het hedendaagse optreden heb ik bij de meeste functies van het militair optreden tevens de commandovoeringsondersteuning van joint en combined optreden ervaren. Daarbij constateerde ik dat ondersteuning van dat optreden niet altijd door de daarvoor vereiste interoperabiliteit van netwerken tot stand kwam. Zo ervoer ik onder andere oplossingen door procesmatige, personele en organisatorische keuzes bij de voorbereiding en uitvoering van de plannen. Dit uitte zich bijvoorbeeld door deconflictie te laten plaatsvinden via de OPS van de battlegroup, de TFU en de RTF. Deze waren joint en combined samengesteld op een vaste locatie met Nederlanders, Australiërs en personeel van de land- en luchtstrijdkrachten. Zo waren bij ons diverse oplossingen bedacht voor het ondersteunen van de zo kenmerkende integrale en internationale samenwerking van ons hedendaagse expeditionaire optreden. Door integrale afstemming, deconflictie, synchronisatie en coördinatie tussen bovengenoemde spelers werden niet alleen de overige functionaliteiten verbonden en geïntegreerd, maar door deze samenwerking met de liaisonfunctionarissen waren we in staat battlegroup-overschrijdende synergie in ons optreden te realiseren waarmee onze commandovoering een extra grote force multiplier vormde van ons militair vermogen en dat van onze hogere- en neveneenheden. Met name door de ondersteuning middels het TITAAN op alle locaties kon tot op het laagste niveau deze samenwerking en com- 31

29_30_31_32_33 9/9/08 5:37 PM Pagina 32 mandovoering verder uitgebuit worden, aangezien ook op die niveaus de commandovoering versneld kon worden dankzij de mate waarin informatievoorziening mogelijk was. In combinatie met onze consequente opdrachtgerichte commandovoeringstijl slaagden wij erin om de ondercommandanten op alle niveaus zoveel mogelijk ruimte te bieden om op eigen initiatief, met ruime eigen verantwoordelijkheden en naar eigen inzicht tot een optreden te laten komen. De resulterende eenheid van inspanning maakte het eerder genoemde hoge operationele tempo van onze manoeuvre mogelijk, maar gaf ons nog voldoende vrijheid van handelen om snel en adequaat te reageren op de kansen en bedreigingen van niet alleen de INS, maar ook van de overige partijen in Uruzgan. TEKORTKOMINGEN Als ik de relatie leg tussen mijn ervaringen in Uruzgan en de verwachting van Defensie van ons toekomstig expeditionair optreden constateer ik een aantal tekortkomingen. Hoewel platform-centric planning passé is ga ik desondanks wel zo concreet mogelijk de tekortkomingen per netwerk, zoals ik ze ervaren heb, proberen aan te geven. Het TITAAN was niet gekoppeld met de NAVO-systemen van RC(S) in verband met het ontbreken van een wederzijds geaccrediteerd koppelvlak. Om in de besluitvorming gebruik te maken van informatie van twee niveaus hoger kon dit alleen middels zeer schaarse NAVO-systemen van RC(S). Om coalitiebreed combined commandovoering te ondersteunen waren we in plaats van expeditionair zelfstandig, afhankelijk van een extern communicatie- en informatiesysteem. Daarnaast was het TITAAN per definitie niet ingericht voor joint optreden met andere krijgsmachtdelen dan de lucht- en landstrijdkrachten. Helaas was het netwerk alleen deployed statisch inzetbaar en leverde dus geen bijdrage aan de tactische mobiliteit. Het radionetwerk van onze CNR was alleen analoog interoperabel met radio s van andere krijgsmachtdelen en nationaliteiten (met uitzondering van de luchtstrijdkrachten). Zacht uitgedrukt was dit van negatieve invloed op onze information superiority in verband met de dreiging van afluisteren. De cryptografische digitale vercijfering was een nationaal product en bleek niet interoperabel als het aankwam op combined optreden. De beperking van het maximale bereik van dit radionetwerk was tevens in strijd met het toenemende belang van bereik. Als laatste was de mate waarin deze CNR de op alle niveaus toenemende informatiestromen aan kon onvoldoende. Daar de CNR software en applicaties van het aankomende battlefield management system (BMS) doorde ether gaat zenden vroeg ik mij af in hoeverre we wat dat betreft interoperabel zouden zijn met betrekking tot expeditionair optreden. Mijns inziens zou puur nationaal gebruik dan zeker ongewenste vertraging opleveren in de commandovoering van joint en combined operaties. De Harris HF7000-serie bood een wereldwijd radionetwerk voor commandovoeringondersteuning. Dit paste binnen het expeditionaire optreden voor wat betreft het toenemende belang van bereik. Helaas zagen we ook hier weer een nationaal product voor de cryptografische digitale vercijfering wat niet interoperabel was, zelfs niet met de CNR. Joint en combined optreden was vooral analoog mogelijk. De lage bandbreedte was niet geschikt voor de informatiestromen en de verouderde apparatuur leverde een vervormde kwaliteit spraak op die de gebruiker dwong langzaam te praten, wat de snelheid van de commandovoering niet ten goede kwam. De Harris AN/PRC117F was een radio die een wereldwijd radionetwerk kon bieden voor commandovoeringsondersteuning. Hij kon technisch redelijke hoeveelheden informatiestromen aan en maakte gebruik van coalitiebrede cryptografische vercijfering. Daarnaast ondersteunde het commandovoering van operaties binnen ons hele gebied van verantwoordelijkheid. Dit radionetwerk was mijns inziens een uitstekend voorbeeld van capaciteiten ondersteund door een netwerk binnen onze organisatie. Hoewel in Nederland niet alle randvoorwaarden waren geschapen om er mee te trainen en op te leiden werd deze radio met succes primair gebruikt voor luchtsteuncoördinatie, joint én combined. Hij was in deze functie in gebruik krijgsmachtbreed en voldeed op dat gebied dan ook aan het criterium maatwerk. Deze radio kende ook configuraties die mogelijk geschikt waren voor de ondersteuning van één of meer van de andere functies van ons optreden, dit was nog niet uitgebuit. De randvoorwaarden om goed gebruik te maken van deze radio waren de grootste tekortkoming. Toegewijde breedband kanalen op een satelliet globaal boven ons gebied van verantwoordelijkheid waren er niet. Helaas waren we bij deze radio ook niet zelfstandig, maar afhankelijk van de satellieten van andere landen en organisaties. Deze tekortkomingen kunnen tot gevolg hebben dat energie gestoken wordt in het oplossen ervan op andere wijze dan interoperabiliteit realiseren tussen netwerken terwijl dat juist tot efficiënter en effectiever optreden kan leiden. TOEKOMSTPERSPECTIEF In de nationale doctrine van Defensie is er sprake van dat sinds een aantal jaren belangrijke veranderingen en ontwikkelingen van invloed zijn op onder andere ons militaire landoptreden. Ook voor wat betreft de ondersteuning wordt aangegeven dat hierin het accent verschoven is naar landoperaties en expeditionair optreden, omdat de beslissende strijd op het land uitgevochten wordt. Randvoorwaardelijk voor dit expeditionaire optreden wordt onder andere gesteld dat hiervoor kwalitatief hoogwaardige eenheden nodig zijn en dat deze in beginsel joint en combined optreden. Voor beiden wordt ook gesteld dat de feitelijke samenwerking vooral op het tactische niveau plaatsvindt. Als een succesfactor wordt interoperabiliteit aangehaald, met name op het gebied van commandovoering en de ondersteuning daarvan op alle niveaus. In het kader van geïntegreerd optreden wordt tevens ingegaan op voor iedereen toegankelijke technische ondersteuning van toenemende informatiestromen, de ondersteuning van de coördinatie van de flexibele inzet van beschikbare capaciteiten bij joint en combined effect based operations (EBO) en de noodzaak van een netwerk ten behoeve van die coördinatie waar alle deelnemende eenheden deel van uit maken. Dit netwerk zou in combinatie met interoperabiliteit de besluitvormingscyclus moeten versnellen. Volgens mij in het verlengde daarvan de gehele commandovoeringscycli van alle niveaus, met name het tactische. De doctrine geeft aan dat het verbeteren van operationele informatievoorziening gepaard gaat met het opheffen van tekortkomingen. Concluderend zie ik een aantal tekortkomingen van onze huidige primaire commandovoerings-ondersteunende systemen met betrekking tot de mate waarin zij in staat zijn de commandovoering van joint en combined expeditionair optreden te ondersteunen. Gezien het feit dat de Nederlandse krijgsmacht al enkele jaren aansluiting wil op de internationale ontwikkelingen van door netwerken ondersteunde capaciteiten denk ik dat er bij onze strijdkrachten nog een hoop werk ligt. Uiteindelijk is het doel, aldus de doctrine, om maatwerk militaire bijdrages te leveren aan internationale operaties van onder andere hoge technologische kwaliteit. Minimaal dient daarbij geborgd te zijn dat op ons vakgebied de commandovoeringsondersteuning inpasbaar blijft in die van de belangrijkste bondgenoten. Het is ook aan ons om wat dat betreft te waken over wie dat de komende decennia naar verwachting zullen zijn en wat voor (tactische) netwerken het meest efficiënt en effectief bij hen inpasbaar zullen zijn. Wat dat betreft vestig ik al mijn hoop op verbindelaren op alle niveaus die de toekomst verkennen en de daar ontdekte en verwachte commandovoeringsondersteuning opnemen in integrale plannen. 32

29_30_31_32_33 9/9/08 5:37 PM Pagina 33 CONCLUSIE Per functie van het militair optreden heb ik geprobeerd weer te geven hoe de ondersteuning ervan met de beschikbare netwerken bij ons van invloed is geweest op de commandovoering over onze operaties. Daarnaast heb ik middels een opsomming van de tekortkomingen van deze netwerken proberen aan te geven in hoeverre zij mogelijk niet in staat zullen zijn het toekomstig expeditionair optreden te ondersteunen. Uiteindelijk heb ik getracht inzicht te verschaffen door het geheel in een toekomstig perspectief te plaatsen op basis van het verwachte optreden zoals Defensie dit in de nabije toekomst ziet. Ik hoop dat ik hierin geslaagd ben. Concreet gezien concludeer ik op basis van mijn ervaringen dat met de beschikbare radionetwerken en het TITAAN de commandovoering over onze nationale land- en luchtstrijdkrachten voldoende te ondersteunen was. Dit omdat we per functie van ons militaire optreden een snelheid van effectieve commandovoering konden bereiken, dat het operationeel tempo kon bijhouden en dat een essentiële bijdrage heeft geleverd aan het behalen van de beoogde en ook gemeten effecten. Daarbij hebben we de tekortkomingen van de beschikbare middelen geprobeerd op te heffen middels procesmatige, personele en organisatorische oplossingen. Kijk ik naar de ondersteuning van het hedendaagse optreden in relatie tot het toekomstige optreden dan voorzie ik een behoefte aan joint en combined interoperabele netwerken voor met name het tactische niveau en een weg daar naartoe die we mijns inziens nog niet voldoende aan het bewandelen zijn. In dit kader adviseer ik dan ook om bij de planning van toekomstige investeringen de focus te leggen op effectieve en efficiënte joint en combined interoperabele netwerken en de daarbij behorende randvoorwaarden teneinde de commandovoering van toekomstig expeditionair optreden met hoogwaardige technologische kwaliteit te ondersteunen. Om uiteindelijk in de toekomst middels network enabled capabilites expeditionair op te kunnen treden hoop ik duidelijk gemaakt te hebben dat we met ons Wapen nog een aantal rasse schreden moeten maken om de door Defensie reeds jaren geleden geconstateerde feiten in te halen. Ik moedig dan ook alle lezers en in het bijzonder mijn collega s van het Wapen van de Verbindingsdienst aan de huidige richting van de commandovoeringsondersteuning in relatie tot het toekomstige expeditionaire optreden maximaal ter discussie te stellen op bijvoorbeeld onze welbekende en befaamde regimentsdiners van het Regiment Verbindingstroepen. GEKNIPT VOOR U... UIT: VERBINDING JUNI 2008 ZORGEN BIJ FBI OVER VERVALSTE CISCO-ROUTERS Uit een uitgelekte en op internet geplaatste powerpoint-presentatie blijkt dat de FBI al een aantal maanden onderzoek doet naar vervalste Cisco-netwerkapparatuur. De nagemaakte routers zijn niet alleen slecht van kwaliteit, maar leveren tevens grote beveiligingsrisico s op. Begin dit jaar kwam Operation Cisco Raider tot een voorlopig hoogtepunt. Eind februari werd voor een bedrag van 3,5 miljoen dollar aan nagemaakte Cisco-netwerkapparatuur in beslag genomen. Ook werd een netwerk van illegaal opererende distributeurs opgerold, die de apparaatuur verkocht alsof het om reguliere Cisco-producten ging. Wat de situatie vooral zorgelijk maakt, is het feit dat uitgerekend een aantal Amerikaanse overheidsinstellingen deze nagemaakte netwerkapparatuur blijkt te hebben aangeschaft. En daarbij gaat het niet om de minste instellingen: leger, marine, luchtmacht, de luchtvaartautoriteiten en opmerkelijk genoeg de FBI zelf. ALLEEN GELD VERDIENEN? Op een website, die luistert naar de naam AboveTopSecret is nu een presentatie geplaatst die medewerkers van de zogeheten Cyber Division van de FBI hebben verzorgd. De FBI benadrukt overigens dat deze presentatie absoluut niet voor de openbaarheid is bedoeld. Een van de problemen waarmee de FBI en de betrokken Amerikaanse overheidsinstellingen zitten, is de vraag wat er nu precies aan de hand is. Gaat het om een criminele organisatie die zeg maar simpelweg geld wilde verdienen aan slecht en goedkoop nagemaakte apparatuur? Of is er meer aan de hand? Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft al sinds vorig jaar een programma lopen Trust in IC geheten dat tot doel heeft om te onderzoeken in hoeverre vervalste apparatuur ongemerkt van aangepaste chips kan worden voorzien, waardoor onbevoegden gebruik kunnen maken van geheime achterdeurtjes. Hierdoor zou het in principe mogelijk zijn ongemerkt informatie uit deze systemen af te tappen. GROTE RISICO S Dat het uitgerekend om populaire Ciscoproducten gaat, waaronder de 1000- en de 2000-series routers, een reeks switches en Gigabit-netwerk-interfacekaarten, kan een geraffineerde keuze zijn die wijst op een weldoordachte cyberaanval die op een geheel nieuwe manier is aangepakt. Tegelijkertijd benadrukt Cisco echter dat het om een vorm van counterfelting zou gaan die puur om economische redenen heeft plaatsgehad. Dit incident geeft aan welke risico s er kunnen kleven als een firma of organisatie die hightech-producten wil kopen, bij niet formeel geautoriseerde distributeurs of dealers aanklopt. Zeker voor organisaties die direct of zijdelings met openbare orde en veiligheid en bijvoorbeeld rampenbestrijding te maken hebben, kan het gebruik van dit soort vervalste apparatuur grote risico s opleveren. Nog afgezien van de kans dat het inderdaad op pogingen tot hacken gaat, blijkt dat de nu in beslag genomen apparatuur van een slechte kwaliteit is. Het is dus zeker niet uitgesloten dat juist als in tijden van crisis de systeem- en netwerkbelasting sterk toeneemt, deze apparatuur faalt. Met alle gevolgen van dien. 33