Laten we dus de herinnering herstellen. Autoriteit en collectieve constructies van het eigene



Vergelijkbare documenten
Hoe ontwikkel ik. Lezing van Ineke Strouken op 19 maart in Nieuwegein. Geachte dames en heren, Volkscultuur

Het belang van regionaal erfgoed

Uw brief van. 8 maart 2007

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 12 september 2006 OWB/AI-2006/12668

Speech Gerbrandy-debat

ONVERGETELIJK Kunst bespreken met mensen met dementie en hun dierbaren

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Vrijdag 1 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Officiële Opening Studio Alijn - Gent

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

Een eigenzinnig instituut in Nederland

Voorbeeldig onderwijs

Toespraak Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg bij de presentatie van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis, 19 november 2013

Dialogisch verstaan tussen mensen uit verschillende culturen

Gesprekken zonder einde

De laatste wens van Maarten Ouwehand

Voorbereidende les bij:

De Aankomst: Molukkers naar Nederland

Het Mobiel Erfgoed Plein

- Dossier 10.1: Globalisering en de behoefte aan versterking van de nationale identiteit

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Foundation for Dutch Heritage Overseas BELEIDSPLAN NEW HOLLAND FOUNDATION Hoofdstuk 1 Inleiding p. 2. Hoofdstuk 2 Huidige situatie p.

17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek: Nederlandse identiteit

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, ,

Reizende expositie Herstel, Groei en Vernieuwing

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

Doel van Bijbelstudie

Visual Storytelling Analyse van een Infographic. Het Frisia-Nederland conflict

NAGELE. programmaboekje

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Samen eenzaam. Frida den Hollander

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Ola Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,

Speech na afloop van de laatste plenaire Kamervergadering van 2015 Door de tijdelijke Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

Heilig Schrift. Tanach Bijbel Koran Docentenhandleiding OMG!

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

Informatie over de deelnemers

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015

Framing the Other. Opdrachtenblad

vaardigheden - 21st century skills

Woensdag 6 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Erfgoeddag 11e editie Armoe troef

Ander verleden, gedeelde vrijheid

ESSAY 1: Visie op de opgave - Remi Groenendijk //

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren,

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

Op zoek naar verhalen van bewoners

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

Diversiteit in de Provinciale Staten

Onderbouwing van de keuze van de vluchtelingengemeenschappen binnen het project

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- )

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Majesteit, Koninklijke Hoogheid, excellenties, dames en heren,

WIJ WENSEN U FIJNE FEESTDAGEN EN EEN JAAR VOL SCHOONHEID! Marina Laméris Roel van Norel

17 december 2018, 08:45 (CET) Opstelling De collectie als tijdmachine in Van der Steur gebouw

Projectsubsidies cultureel erfgoed eerste ronde 2015

Klee. en Cobra. Opnieuw beginnen

Portfolio 2014 / 2015 CKV Voor klas 3

Gelet op de aanvraag van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij van 15 juni 2005;

CKV Festival CKV festival 2012

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Kennis over Kinderarbeid

Sectormoment Architectuurcultuur. Dinsdag 11 december 2018

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

6/02/2015. Godsdienstles geven als het begeleiden van jongeren bij het omgaan met levensvragen

Mijn gelijk en ons geluk

INFORMATIE ROTTERDAM CULTUURDAG CKV1 donderdag 18 april 2013

Project Gouvernementsarts in Nederlands- Indie (werktitel)

Enquête & Toekomstvisie Voorjaar 2011

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Openingswoord van CdK Ank Bijleveld-Schouten bij de bijeenkomst over burgerinitiatieven in Overijssel op 2 oktober 2013.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

Werkconferentie woensdagmiddag 24 april Erfgoednota Leiden Startdocument voor hoofdthema Stad als beleving

Eindexamen filosofie vwo I

Welkom. Ontdek de ander.in jezelf. Ricardo Gya. Waar echt contact is, kan de energie vrij stromen

Erfgoed en Multiperspectiviteit

Dames en heren, Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal P van Uhm, ter gelegenheid van het symposium op 5 mei 2012 te Wageningen.

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Een instrument om onze samenleving echt te veranderen, zo noemt hij het vurig gewenste lidmaatschap.

Werkconferentie woensdagmiddag 24 april Erfgoednota Leiden Startdocument voor hoofdthema Stad van (internationale) kennis en collecties

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

Een wenkend perspectief voor nieuwkomers

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Cultuur in de Spiegel

Transcriptie:

Laten we dus de herinnering herstellen Autoriteit en collectieve constructies van het eigene

DE HERINNERING HERSTELLEN Woord vooraf De Ketelaar Dr. Maarten van Boven, Algemene Rijksarchivaris Toegankelijkheid en publieksgerichtheid staan centraal in het werk van het Nationaal Archief. Het Nationaal Archief wil op verschillende manieren een breed en gevarieerd publiek bereiken: liefhebbers van geschiedenis, onderzoekers naar het eigen verleden, wetenschappers, vakgenoten en ook mensen die algemeen cultureel geïnteresseerd zijn. Het instellen van een jaarlijkse lezing is een van de wijzen waarop deze ambitie wordt uitgevoerd. Op 3 oktober 2002 is door het Nationaal Archief de Ketelaar-lezing ingesteld. Op die dag nam prof. dr. Eric Ketelaar, na een dienstverband van meer dan 30 jaar, afscheid van de Rijksarchiefdienst. Als Algemene Rijksarchivaris in de jaren 1989-1997 en in diverse andere functies heeft Ketelaar zich altijd ingezet voor de modernisering, professionalisering en versterking van het Nederlandse archiefwezen. Daarbij heeft de rol van de archieven van, in en voor de maatschappij van oudsher zijn aandacht. De naar hem genoemde lezing beoogt bekendheid geven aan onderwerpen uit de sfeer van archieven in relatie met de maatschappij en de dialoog tussen archiefwezen en maatschappij te stimuleren. Bij de organisatie van de lezing wordt samengewerkt met de beroepsvereniging de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN). 2

KETELAAR-LEZING lezingen Op donderdag 12 oktober 2006 is de vierde Ketelaar-lezing uitgesproken door prof. dr. Susan Legêne. Haar betoog heeft de titel Laten we dus de herinnering herstellen Het Nationaal Archief is de plaats waar vele bronnen voor de Nederlandse geschiedenis te vinden zijn. De collectie omvat meer dan 90 kilometer archief, 300.000 kaarten en tekeningen, een miljoen foto s en negatieven. Het beeld van ons verleden is voor een groot deel bepaald door de informatie die in die oorspronkelijke bronnen te vinden is. Susan Legêne gaat in op de mogelijke vorm voor een nieuw nationaalhistorisch museum. Na het begrip immaterieel erfgoed passeren beelden de revue die voorstanders van dit museum in de Tweede Kamer hebben verwoord. Aan de hand van een analyse van de twee pijlers waarop het museum zou moeten rusten (collectie en actief en betrokken publiek) pleit Legêne voor een museum van de 21e eeuw, een eigentijds crossmediaconcept, gebouwd voor een virtuele gemeenschap, die zich niet aan landsgrenzen houdt en waar de hele erfgoedsector zich actief toe kan verhouden. Dat is iets anders dan de wens van Jan Marijnissen: laten we dus de herinnering herstellen. Ik wens U veel leesplezier. 3

DE HERINNERING HERSTELLEN Cultuur verbindt Voorzijde van een roepie uit 1886. Tropenmuseum 6280-1 4

KETELAAR-LEZING en verrijkt Bij de uitnodiging voor deze vierde Ketelaarlezing, waarvoor ik het Curatorium hartelijk dank, werd geopperd dat ik wellicht in zou kunnen gaan op het thema van immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed is een onderwerp dat door de Unecso op onze agenda is geplaatst. 1 Het heeft betrekking op culturele activiteiten en kennissystemen die binnen specifieke gemeenschappen van de ene generatie op de volgende worden overgeleverd. Dat gaat bijvoorbeeld over de manieren waarop Hindustaanse Nederlanders uitdrukking geven aan de cultuur van hun migratiegeschiedenis vanuit Uttar Pradesh en Bihar naar Suriname en vervolgens naar Nederland. De ervaring van die migratie brengt in het heden daadwerkelijke en denkbeeldige relaties met zich mee tussen mensen in Nederland, in India, in Suriname, maar ook in andere bestemmingslanden van toenmalige mede-contractanten. In de overlevering van deze vaak heel persoonlijke geschiedenissen spelen voorwerpen een rol, zoals het hiernaast afgebeelde sieraad van een nazaat van een contractarbeider in Nederland. In meer collectieve zin is dit immaterieel erfgoed overgeleverd in bijvoorbeeld taal, het Sarnami, of in specifiek Hindustaanse muziektradities zoals baithak gana. Of en hoe elementen van de cultuur van migratie worden overgedragen en welke culturele 5

DE HERINNERING HERSTELLEN Immaterieel erfgoed is iets wat zich niet makkelijk laat waarde dat vertegenwoordigt voor direct betrokkenen en voor derden, is een persoonlijke zaak. Ieder verhoudt zich immers vanuit verschillende achtergrond op eigen wijze tot al het immaterieel erfgoed om ons heen. We putten er bewust of onbewust uit, of we duwen het weg, veranderen het, verzinnen het zelf, kopen er een kaartje voor, voeren het op, of gaan ervoor op les om het te leren. Immaterieel erfgoed is iets wat zich niet makkelijk laat archiveren; het is verbonden aan personen en bindt groepen; het krijgt vooral vorm als een activiteit. 2 Het voorbeeld van de roepie als een vehikel voor overleveringen, en van taal en muziek als expressie van een Hindustaanse migratiecultuur kunnen we veralgemenen. Het brede talenpakket van de huidige Nederlandse samenleving of het brede palet van muziekculturen in Nederland behoort tot het intergenerationele domein van het immateriële erfgoed. Geachte aanwezigen, ik wilde op de specifieke inhouden daarvan nu niet dieper ingaan, maar focussen op de vraag welke plaats we aan immaterieel erfgoed moeten toekennen binnen de erfgoedsector. Voor mij geldt daarbij als uitgangspunt dat er geen één-op-één relatie bestaat tussen een corpus van immaterieel erfgoed en specifieke groepen, laat staan dat de nationale begrenzing van een land het 6

KETELAAR-LEZING archiveren immaterieel erfgoed van zijn bewoners bepaalt. Daarmee zeg ik niet dat de natie irrelevant zou zijn voor immaterieel erfgoed: binnen haar kaders krijgt het immateriële wel degelijk een onderscheidende vorm. Denk bijvoorbeeld aan de verschillen in de positie van het Berber in Nederland of in Frankrijk, waar vanuit een lange bewogen Frans/Mediterrane geschiedenis ongeveer 2 miljoen Berbersprekers wonen. 3 Ik zie immaterieel erfgoed echter in de eerste plaats als een factor die diversiteit bevordert door de grillige verbinding aan telkens andere groepen die in wisselwerking met elkaar een nationale gemeenschap vormen, en die tegelijkertijd samen eraan bijdragen dat die natiestaat niet is opgesloten binnen zijn eigen grenzen. Immaterieel erfgoed biedt mensen op talloze eigenzinnige manieren identificaties met het eigene: van de petites histoires verbonden aan de Victoriaanse roepie als herinneringsmunt van een familie wier voorouders uit India komen, tot de grand narratives van in dit Nederlands / Hindustaanse voorbeeld het Nederlandse kolonialisme ten tijde van het British Empire onder Koningin Victoria. Zo bezien, is de omgang met geschiedenis publiek, privé en in het onderwijs op zichzelf een aspect van de culturele dynamiek in de samenleving. Victoriaanse roepie uit 1886 Tropenmuseum 6280-1 7

DE HERINNERING HERSTELLEN Historische kennis om ons te herinneren waarom zoals wij ze nu aantreffen Er is alle reden om over die omgang met de geschiedenis na te denken, en wel in verband met de plannen voor een nationaal-historisch museum. Want waarom toch, geachte aanwezigen, wil een meerderheid in ons parlement zo n nationaal-historisch museum oprichten? Vlak voor het zomerreces, en kort voordat de regering Balkenende-II zou vallen, werd daarover in de Tweede Kamer gedebatteerd. Het was een opmerkelijk debat over het belang van historische kennis. Voor Verhagen van het CDA ging zo n historisch museum niet om een gevoel van nationalisme, maar vooral om kennis en feiten en om het daadwerkelijk aanvaarden van ( ) nationale verbondenheid. Marijnissen van de SP verklaarde dat historische kennis kan helpen om ons te herinneren waarom bepaalde dingen zijn geworden zoals wij ze nu aantreffen. (...) In een tijd waarin de veranderingen steeds sneller gaan, de samenleving individualiseert, er geen collectieve ambities meer lijken te bestaan, verdwijnt ook steeds meer de gedeelde oriëntatie en verschijnt onzekerheid over de identiteit. Hij sloot af met de oproep die de titel vormt van mijn lezing: Laten we dus de herinnering herstellen. Van der Vlies (SGP) sloot daarbij aan en hoopte op een gemeenschappelijk ervaren burgerschap Voor Leerdam, PvdA, ging het erom 8

KETELAAR-LEZING kan helpen bepaalde dingen zijn geworden, dat kennis van onze geschiedenis ons inlevingsvermogen zou vergroten. Het leert je relativeren en het kan de broodnodige nuance bieden in het overspannen debat over immigratie en integratie. Concreet wilde Verhagen een Museum voor de Nederlandse geschiedenis, Marijnissen een Huis van de geschiedenis en Leerdam een Centrum voor Democratie en Geschiedenis of een whatever. En zo sprak de meerderheid van de kamer zich uit voor een fysieke centrale instelling waar de wordingsgeschiedenis van het huidige democratische staatsbestel op museale wijze zal worden getoond. Alleen D 66 en GroenLinks gingen er niet in mee. Halsema van Groen-Links zei daarover: Wij betwijfelen of geschiedenis zich in een museum laat bevriezen tot een instrument ter versterking van onze nationale identiteit. ( ) wij moeten accepteren dat geschiedenis ons ook in het heden ontwricht. 4 In dit Kamerdebat werd individualisme tegenover collectiviteit geplaatst. Collectiviteit werd verbonden aan gemeenschapszin, aan nationale identiteit, en vervolgens aan een centraal museum. Slechts terloops ging het daarbij over wat een museum eigenlijk is. Minister Van der Hoeven achtte de wens van de Tweede Kamer heel goed te verenigen 9

DE HERINNERING HERSTELLEN De regering zet zich de culturele rijkdommen te behouden met de regeringsplannen voor een centrum voor democratie en geschiedenis. Verzoenend zei ze, u kunt het gerust een museum noemen, maar daar namen de motie-indieners geen genoegen mee; die wilden een echt museum. En zo kondigde Balkenende-III op 8 september 2006 een interactief en multimediaal historisch museum aan, dat zal worden gehuisvest in een spectaculair gebouw, ontworpen door een toonaangevende architect. In de troonrede heette het vervolgens: De regering zet zich er voor in de culturele rijkdommen waarover ons land beschikt, te behouden en toegankelijk te maken. Zo wordt het Rijksmuseum vernieuwd en is besloten een nationaal-historisch museum op te richten. Cultuur verbindt en verrijkt. Voilà de openingsstelling van mijn lezing. Houd hem vast want ik zal de achterliggende noties van gemeenschapszin en nationale identiteit straks proberen te verbinden aan het begrip immaterieel erfgoed als vorm van identificatie met het eigene. 10

KETELAAR-LEZING er voor in en toegankelijk te maken Verbindt een museum? Maar voor ik daar aan toe kom eerst de vraag naar het museum zelf. Hoe ziet de Tweede Kamer het verband tussen de potentieel verbindende, verrijkende of misschien ook wel ontwrichtende kracht van cultuur en een nieuw nationaal-historische museum? Dames en heren, vanuit de archiefsector weet u als de beste hoezeer de Nederlandse geschiedenis sinds de Napoleontische tijd is geïnstitutionaliseerd in een fijnmazig web van nationale, provinciale, stedelijke en particuliere archieven, bibliotheken, musea en monumenten. De nationale geschiedenis is ook neergeslagen in ieders dagelijkse leefomgeving van infrastructurele kunstwerken, architectuur, ruimtelijke ordening en de inrichting van het landschap. En ze krijgt telkens opnieuw vorm in de media, het onderwijs, de burgerlijke stand, het CBS en al die andere instellingen die ons leven mede organiseren. Hoe zetten we daar een nieuw nationaal-historische museum bij, en dan niet als een extra museum, maar als een samenbindende factor in een historisch gegroeid web? 11

DE HERINNERING HERSTELLEN In het kamerdebat van 27 juni 2006, lag die vraag uiteraard ook op tafel. Dittrich vreesde een museale Betuwelijn, maar Marijnissen verwees naar het National Museum of American History in Washington, als één van de voorbeelden van wat hem voor ogen stond. Dat is inderdaad een imposant museum over een bewogen geschiedenis. Het richt zich met een expliciet inclusieve boodschap tot de cultureel diverse bevolking van Amerika. Jullie streven is de moeite waard geweest zo luidt die boodschap, en jullie horen er allemaal bij. Dit werd bijvoorbeeld geïllustreerd in de tentoonstelling Field to Factory over de trek van de zwarte bevolking uit het Zuiden naar de steden in het Noorden. De clue was dat deze mensen, met hun achtergrond in het slavernijverleden, het immens zwaar hebben gehad, maar dat hun zwoegen uiteindelijk de Amerikaanse democratie heeft versterkt, toen de burgerrechtenbeweging een einde wist te maken aan de rassensegregatie. Een ander voorbeeld van bewust gezochte nationale inclusiviteit bestond uit een evocatieve opstelling over de detentiekampen voor Japanse Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Conclusie van die tentoonstelling was dat deze detentie louter op basis van de afkomst van de gevangenen, achteraf als ongrondwettig moet worden beschouwd. 12

KETELAAR-LEZING Het National Museum of American History, dat momenteel overigens De pijp van Albert Einstein collectie: Smithsonian, USA gesloten is wegens renovatie, bezit ruim 3 miljoen voorwerpen, waaronder een pijp van Albert Einstein. Alle tentoonstellingen zijn er gerangschikt rondom een zaal met een Amerikaanse vlag uit 1814, die de inspiratie had geboden voor het gedicht The Star-Spangled Banner, dat sinds 1931 het Amerikaanse volkslied is. Daarmee worden de 50 Verenigde Staten van Amerika op de Mall in Washington vlak bij het Capitool, symbolisch ingekaderd via de invented tradition van een reusachtige en inmiddels canonieke vlag. Of, in de woorden van museumdirecteur Brent Glass: At the National Museum of American History everyone can explore uniquely American ideals, freedom, democracy, opportunity and the belief in progress something we call the American Dream that have shaped our nation. 5 13

DE HERINNERING HERSTELLEN Welk vertrekpunt opdat dat museum ons niet eerder Dames en heren, een nationale droom, immateriëler kan het niet. Laten we aannemen dat dit is wat we ook in Nederland zoeken; een symbolisch Koninkrijksmuseum dat de twaalf provincies van Nederland, Aruba en de vijf eilandgebieden van de Nederlandse Antillen met elkaar verbindt in een betekenisvol transatlantisch nationaal verband. Een museum dat uitdraagt dat iedereen in elk van de samenstellende delen van ons Koninkrijk erbij hoort, ook en van oudsher de immigranten naar en de emigranten uit Nederland. Dat we samen zijn gekomen tot het huidige Koninkrijk der Nederlanden, in een geschiedenis vol lief en leed die we bovendien voorzover relevant ook actief willen delen met andere landen. Laten we aannemen dat dit het verhaal is dat moet worden verteld; als een nieuwe collectieve constructie van het eigene van de Nederlandse geschiedenis, die het bijzondere insluit en geen Nederlander buitensluit: welk vertrekpunt kiezen we dan om dat te bereiken, en er voor te zorgen dat dat centrale museum ons in het heden niet eerder zal ontwrichten dan verbinden? 14 Dit gaat in de eerste plaats over beeldvorming aangaande de opbouw van de huidige samenleving, met als kritische factor de plaats van

KETELAAR-LEZING kiezen we (...) zal ontwrichten dan verbinden migratiegeschiedenissen daarin. De laatste jaren benaderen steeds meer historici, politici, cultuurmakers en musea de naoorlogse Nederlandse samenleving als uitkomst van een lange traditie van over de grenzen heen kijken en nieuwe invloeden opnemen. Premier Balkenende zelf bracht het ons bij de laatste algemene beschouwingen nog in de herinnering met zijn verwijzing naar de VOC. Alsof we ons toch liever Andries Beeckman, Het kasteel van Batavia gezien van Kali Besar West. 1656; 144 x 209 cm. Tropenmuseum 118-167 15

DE HERINNERING HERSTELLEN herkennen in de typering van ons land in zijn gouden eeuw als een naar buitengericht Seaborn Empire (naar Boxer 1965), dan in Simon Schama s hollandocentrische beeld van een ietwat bekrompen Embarrassment of Richess (1987). Bij die geschiedopvatting tekenen zich twee beelden van migranten af, naast en misschien wel tegenover elkaar; beelden die ook vorm krijgen in onze musea. Het ene bouwt voort op het idee van Nederland als au fond een etnisch en cultureel homogene natie waarvan de recente geschiedenis gekenmerkt werd door een gestage ontwikkeling van democratie in een specifieke combinatie van verzuiling en klassenstrijd; Nederland als vaderland en moederland tegelijk, waar zij die buitengaats waren, na de afsluiting van het kolonialisme thuis kwamen, als repatrianten of erbij kwamen als Nieuwe Nederlanders. Dit beeld nationaal en multicultureel heeft als omtrek de grenzen van het grondgebied van Nederland. Het groeide mee met de naoorlogse wederopbouw en de ontwikkeling van de verzorgingsstaat en vormde in eerste instantie een weerspiegeling van het zwijgen over de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog en de dramatische afloop 16

KETELAAR-LEZING Jan Havicksz Steen, Adolf en Catharina Croeser aan de Oude Delft. 1655; 82,5 x 68,5 cm. Rijksmuseum SK-A-4981-00 17

DE HERINNERING HERSTELLEN van Nederlands koloniale aanwezigheid in Zuid-Oost Azië. Nu dat zwijgen gaandeweg wordt doorbroken, worden ook de vele verhalen die vastzitten aan deze gebeurtenissen daadwerkelijk opgenomen in het beeld van Nederland. In de meest letterlijke zin gebeurt dat in het Openlucht Museum in Arnhem. Met bijvoorbeeld de Molukse barak of of de gestileerde herinneringstuin op het Indische achtererf, worden daar steeds meer immigratiegeschiedenissen daadwerkelijk gesitueerd Molukse Barak in Openluchtmuseum Arnhem. 2006 18

KETELAAR-LEZING in het Nederlandse landschap. Andersom, maar vanuit eenzelfde gedachtegang, is bijvoorbeeld in het Tropenmuseum in Amsterdam in de semi-permanente tentoonstelling Oostwaarts juist voor het eerst de etnisch en cultureel diverse Nederlandse overzeese koloniale cultuur ten tonele gevoerd, als een noodzakelijke historische schakel tussen het huidige museum en de cultuurgeschiedenissen van andere volken die daar worden gepresenteerd. Zaanse buurt Openluchtmuseum Arnhem. 2006 19

DE HERINNERING HERSTELLEN Als cultuur verrijkt verbindt dan ook zo n museum? Naast dit beeld van Nederland als moeder- en vaderland in één (wat ook doorklinkt in de woorden van Marijnissen en Verhagen) bestaat het beeld van de Nederlandse samenleving als een open samenleving van boeren, burgers en buitenlui, waarin in de loop van de geschiedenis immigranten niet zozeer thuis kwamen, als wel waar zij aankwamen nadat zij om historisch specifieke redenen waren losgeraakt van de tijd, de samenleving, het gebied waarin hun identiteit als vervolgde of beknotte minderheid, koloniaal onderdaan of arbeidsmigrant werd gevormd. Dit beeld, van waaruit Leerdam en Halsema lijken te redeneren, is verbonden aan vragen met betrekking tot de sociale cohesie in de samenleving die niet vertrekken vanuit een vooronderstelde gezamenlijke geschiedenis, maar waarin het perspectief voortdurend wisselt. Omdat iedere migratiegeschiedenis een internationale achtergrond heeft, is de omtrek van dit beeld van Nederland niet gefixeerd. De begrenzing van het Nederlandse grondgebied is er misschien de kern van, maar de buitengrens is flexibel en niet persé geografisch bepaald. Ze is nu eens Europees, dan weer Fries, dan weer transatlantisch, 20

KETELAAR-LEZING en verbindt, Turks, Christendemocratisch of Oranje. Zijn meest expliciete museale vertaling krijgt dit beeld in Imagine IC, in Amsterdam Zuidoost, waar immigranten hun persoonlijke verhalen presenteren aan een breed publiek. Dit beeld beweegt op en neer tussen nationaal, multicultureel en cultureel divers. Het verbindt en het verdeelt, langs lijnen die tevoren niet vaststaan en waarbij pas door en in het debat de betekenis van geschiedenis voor de huidige samenleving vorm krijgt. Van dat proces zijn de discussies over de Armeense genocide een zeer recent voorbeeld. 6 Een nieuw translatlantisch Koninkrijksmuseum zal moeten kiezen vanuit welk beeld het vertrekt: nationaal, multicultureel, cultureel divers. 7 Het is de vraag aan wie de kamerleden die profilering willen overlaten. Aan de deskundigen zeggen ze zelf, want de politiek bemoeit zich niet met de inhoud. Maar de beslissing over de vorm: een nieuw nationaal museum gepositioneerd in een spectaculair gebouw nabij het Binnenhof in Den Haag, is op zich al een inhoudelijke beslissing. En de motivatie daarvoor burgerschapsvorming was ook bepaald politiek. Dames en heren, als cultuur verrijkt en verbindt, verbindt dan ook zo n museum? 21

DE HERINNERING HERSTELLEN Een politiek gemotiveerde (...) kan heel wel bijdragen aan Collecties en collectiviteit In de tweede helft van mijn betoog zal ik de pijlers ter discussie stellen waarop een nationaal-historisch museum zal moeten rusten: collecties, maar vooral ook een actief en betrokken publiek. Laat ik beginnen met de collecties en hun relatie tot collectiviteiten. In theorie kan het nieuwe museum straks, net als het National Museum of American History, beschikken over de 3 miljoen en heel veel meer voorwerpen, documenten, beelden en geluiden, getuigenissen en rekwisieten die bewaard worden in honderden musea, archieven, bibliotheken en andere collecties. Ieder item in deze collecties belichaamt een geschiedenis van gebeurtenissen en relaties, die geworteld is in een breed scala aan commitments aan de lokale, provinciale, nationale algemene zaak. Zo schonk nog maar onlangs een nazaat van een Indiase contractarbeider een Indiase roepie teneinde deze migratiegeschiedenis toe te voegen aan de publieke herinnering en wordt in Heerlen geld gezocht voor een regionaal mijnmuseum. Ik vermoed dat de politici de collecties van de erfgoedsector niet zo 22

KETELAAR-LEZING herschikking van collecties het vergeten ingrijpend willen opschudden dat al die gematerialiseerde vormen van actief burgerschap die in musea terecht zijn gekomen, er weer tussenuit rollen om ze dan opnieuw te ordenen in een centraal institutioneel kader nabij het Binnenhof. Een politiek gemotiveerde herschikking van collecties hoeft immers niet bepaald te resulteren in herstel van de nationale herinneringen, maar kan heel wel ook bijdragen aan het vergeten. Dat werd bijvoorbeeld de Franse President Chirac in juni 2006 verweten bij de opening van het nieuwe Musée du quai Branly. 8 Als archiefexperts weet u dat orde belangrijk is voor toegang tot het verleden. De Nederlandse orde wordt gekenmerkt door de hierboven genoemde fijnmazigheid, historisch gegroeid in een unieke relatie tussen overheid en particulier initiatief. Een overheid die dichter bij de burger wil staan en meer samenbindende factoren wil creëren voor het Nederlandse collectieve geheugen zou er volgens mij dan ook het beste aan doen om in de eerste plaats een verdere professionalisering en vitalisering van juist die decentrale orde te bevorderen. Zolang de samenhang van de eigen collecties niet wordt geschaad, zal ieder museum of archief echter ongetwijfeld bereid zijn om collectie 23

DE HERINNERING HERSTELLEN Het is de verteller die de geschiedenis doet leven, uit te lenen aan een nieuw nationaal-historisch museum. Hoe zullen die in Den Haag vergaderde voorwerpen dan met elkaar een verhaal gaan vertellen? In 1999, vrijwel aan het begin van de discussie over de herinrichting van het Rijksmuseum, vroeg het Historisch Nieuwsblad een aantal betrokkenen om in verschillende musea een favoriet collectiestuk te kiezen voor een nationaal geschiedverhaal. Adriaan van Dis kwam naar het Tropenmuseum, op zoek naar iets koloniaals. We hadden tevoren van alles voor hem geïdentificeerd in de depots en op zaal: het Kasteel van Batavia, het portret van Baron van Hoëvell, en nog veel meer. Maar nadat Van Dis het allemaal bekeken had, koos hij het voorwerp dat hem als eerste had geraakt toen hij uit de lift op de eerste etage was gestapt: de imposante zielenprauw van de Asmat van Nieuw Guinea. Hij koos die prauw niet om er een politiek verhaal van kolonialisme en dekolonisatie aan op te hangen, maar louter om zijn schoonheid, om het andere verhaal dat ermee werd verteld, over de vormgeving van relaties tussen de levenden en de doden. En hij koos het omdat hij ondertussen had bedacht dat de Nederlandse koloniale geschiedenis vast wel met andere middelen verteld zou worden. Hij wilde de prauw aan het beeld van onze geschiedenis toevoegen van- 24

KETELAAR-LEZING ook in een museum Fragment van de Asmat prauw (1962). Tropenmuseum 3164-1 wege de autonome scheppingskracht van de Papua s en de betekenis van het contact met hen voor de Nederlandse cultuur. 9 Dames en heren, dit voorbeeld geeft aan dat objecten op vele manieren worden geïnterpreteerd, en dat de keuze voor een centrale historische opstelling ongelimiteerd is. Het is de verteller die de geschiedenis doet leven, ook in een museum. Tegelijkertijd is de keuze beperkt. Want zoals u weet specialisaties hebben collecties gecreëerd, en niet 25

DE HERINNERING HERSTELLEN Museale instellingen zijn vaak historische archieven die andersom, en objecten laten zich niet zonder meer opnieuw rangschikken. 10 In feite zijn museale instellingen op zichzelf vaak historische archieven geworden die je niet ongestraft uit elkaar kunt trekken. 11 Ook dat kan ik toelichten met een voorbeeld uit het Tropenmuseum. Ons museum bewaart een kleine duizend Oosterse handschriften die in de loop van zo n 120 jaar zijn verzameld. Ze hebben de meest uiteenlopende vormen, zoals wichelboeken, lontarhandschriften, amuletten, brieven, brochures, vertaalde Bijbels, Korans uit vele windstreken en van alle tijden. Ze liggen als voorwerpen van materiële cultuur in het depot; sinds lang niet meer gelezen maar zorgvuldig bewaard. Hun ontoegankelijkheid bracht ons tot een inventarisatieproject, met het oog op mogelijke overdracht naar een van de handschriftencollecties in Leiden. Daar zouden ze immers mogelijk wel weer gelezen worden. Maar halverwege het werk zijn we van die overdrachtsoptie teruggekomen en ik zal uitleggen waarom. Neem het losbladige gebedenboekje uit Aceh met inventarisnummer 674-860. Qua inhoud is het er een uit velen, is mij verteld. Het handschrift wordt echter bijzonder door de informatie die er door de 26

KETELAAR-LEZING je niet ongestraft uit elkaar kan trekken Handschriften uit Aceh uit de Tropenmuseumcollectie: 674-860, 2454-4a, 674-855 27

DE HERINNERING HERSTELLEN Zonder twijfel zal de Acehin een nieuw nationaal-historisch verzamelaar die ons heel veel collectie heeft geschonken bij werd gegeven en die hij zelf noteerde op de documentatiekaart. Ze luidt: Afkomstig van de bende onder het gees-telijke verzetshoofd Teungkoe di Barat die door een maréchaussee patrouille onder den eersten luitenant Behrens werd neergelegd. (Col. nr. 674-860. Collectie Stammeshaus). Vergelijkbare unieke historische informatie vinden we bij heel veel meer zogeheten Oosterse handschriften, zoals een Acehs handschrift, Hikayat Prang Sabi genoemd, dat in 1924 tegen het einde van de vasten in beslag werd genomen als bewijsstuk in een rechtszaak tegen jongelingen die eruit hadden voorgelezen ter voorbereiding van een gliwang-aanval op het bivak in Laru. (Col. nr 2454-4a Mevr. I. Damsté-Muller 1955). Bezien als een corpus blijkt dat zeer veel islamitische documenten uit Aceh die het Tropenmuseum bezit Korans incluis zijn verworven in strijdsituaties tussen de koloniale overheid en de Acehse bevolking. Maar er zijn uitzonderingen, zoals de geloofsbelijdenis 674-855 van een Acehse moslim, gemaakt voor de koloniaal bestuursambtenaar. (Col. nr 674-855. Collectie Stammeshaus) 28

KETELAAR-LEZING oorlog aan de orde komen museum Wiens geschiedenissen zitten nu besloten in deze handschriftencollectie die tegelijkertijd object en archief is; wie zullen zich identificeren met de autoriteit die achter het verzamelen heeft gezeten, met de geloofswereld van de moslims, met de militairen? Zijn het de geschiedenissen van de hedendaagse bevolking van Aceh, van Indonesiërs in bredere zin, van nazaten van KNIL-militairen, nazaten van koloniale verzamelaars, bestuursambtenaren, rechters? Het antwoord zal natuurlijk zijn: van hen allemaal tegelijk, en vanuit heel veel mogelijke vraagstellingen en opvattingen. Zonder twijfel zal, net als het vertrek van Nederland uit Nieuw-Guinea, de Aceh-oorlog aan de orde komen in een nieuw nationaal-historisch museum. Maar hoe? Zal de prauw appelleren aan schoonheid en wijsheid en er bovendien voor zorgen dat de visie van Papua s op het achterliggende gefnuikte proces van natievorming wordt gehoord; zullen deze manuscripten moslims insluiten in een Nederlandse geschiedenis of eerder de herinnering van het publiek herstellen aan de enorme afstand die destijds bestond tussen het Nederlandse koloniale bestuur en de Indonesische bevolking? Of moeten we gaan zoeken naar heel andere voorwerpen om de door Marijnissen hiervoor gesigna- 29

DE HERINNERING HERSTELLEN Erfgoedinstellingen verkeren in een voortdurende worsteling leerde onzekerheid over onze Nederlandse identiteit weg te nemen? Nogmaals, dames en heren, de keuze voor objecten is ongelimiteerd en tegelijkertijd beperkt. De verhoudingen van het moment kleuren de interpretatie van objecten, ook met terugwerkende kracht. Erfgoedinstellingen verkeren in een voortdurende worsteling met de normativiteit van hun selectie-, presentatie- en ordeningsprincipes. Een nieuw museum zal dat opnieuw overkomen; voor zichzelf en in relatie tot wat er al is. Het is een wezenskenmerk van ons vak. Onze eerste taak is bewaren teneinde te ontsluiten en beschikbaar te stellen. Maar dat is nooit neutraal. Niet neutraal is wat er wordt bewaard noch hoe er wordt ontsloten, noch waar dat gebeurt. 12 Hoewel het onmogelijk is niet selectief te zijn, probeert de erfgoedsector toch telkens weer over de eigen schaduw van politieke opportuniteit en normatieve ordening heen te springen. Verplaatsen in plaats van vernieuwen is mogelijk het uitlenen van de Sarcofaag van Simpleveld, het meisje van Yde, de kolenwagon uit Heerlen, de Acehse geloofsbelijdenis, het stokske van Oldenbarnevelt, de zetel van de Koningin, aan een nieuw museum in Den Haag. Maar die centralisering is bepaald geen neutraal gebaar. 30

KETELAAR-LEZING met de normativiteit van hun selectie Museumbezoek als burgerschapsvorming En daarmee kom ik op mijn laatste thema. Want tegen deze achtergrond was de Tweede Kamer in juni 2006 opmerkelijk luchtig over de normatieve doelstelling van het nieuwe museum. Individualisme werd er tegenover collectiviteit gezet, nationale gemeenschapszin tegenover multiculturele dialoog en confrontatie, en aan het nieuwe museum werd een belangrijke rol toegekend in de bevordering van burgerschapsvaardigheden bij jongeren en nieuwe Nederlanders. Maar orde, waaronder ook verzamelorde, kan in veel betekenissen regime gaan betekenen. Sinds Foucault is steeds meer oog gekomen voor de burgerschapsvormende functie van de erfgoedinstellingen van een staat; oog ook voor de betekenis die musea en archieven hebben voor de autoriteit achter dat burgerschapsprogramma. 13 Ook hier biedt het vroegere Koloniaal Museum weer een aardig voorbeeld ter illustratie. De Aceh-oorlog was zo n beetje voorbij en het nieuwe museum werd gehuisvest in een spectaculair programmatische gebouw dat de ideeën van de overzeese ethische politiek voorzag van 31

DE HERINNERING HERSTELLEN De belangrijkste ver de overgang van aanbodgericht naar een Nederlands anker. 14 Zijn collecties werden in eerste instantie bijeen gebracht door de ondernemers, de weldoeners, de vechtjassen, de onderwijzers en de onderzoekers van het Nederlandse kolonialisme (m/v), die daarmee de dynamiek van de overzeese expansie wilden presenteren aan de achterban in Nederland. 15 Als een expliciet niet- Rijksmuseum bracht het Koloniaal Museum met zijn overzeese collecties de gekoloniseerde ander in beeld, als contrapunt voor ons koloniale zelf. De collecties gingen over hen die de Nederlanders niet waren maar tot wie zij zich wel actief verhielden, die ze wilden kennen en met wie ze on speaking terms wilden komen, hen die ze wilden ontwikkelen en opvoeden, en als ze lastig waren, beheersen en bedwingen. Na de dekolonisatie maakte het verzamel- en presentatiebeleid van dit verlichte museale kolonialisme van de ethische politiek gaandeweg plaats voor een nieuw vormend ideaal: het streven om door middel van tentoonstellingen onder het publiek draagvlak te creëren voor ontwikkelingssamenwerking in de Derde Wereld. En het huidige Tropenmuseum probeert op basis van transparantie over deze geschiedenis de bezoekers aan te spreken op de betekenis van wereldburgerschap in een Nederlandse context. 32

KETELAAR-LEZING andering: vraaggestuurd werken: de klant centraal Het Tropenmuseum is bepaald niet het enige museum dat zijn eigen vormingsidealen kritisch onder de loupe neemt, zijn collecties herijkt en met moderne technieken als een archief probeert te ontsluiten, en zijn presentaties vernieuwt. Deze discussie over de werking van erfgoed over de wisselwerking tussen hebben en zijn, tussen weten en handelen, tussen herkennen en in- of uitsluiten heeft binnen de erfgoedsector breed bijgedragen tot een kritische reflectie op de eigen praktijk van verzamelen, ordenen, aanbieden en tentoonstellen. Daarbij worden institutionele scheidslijnen ter discussie gesteld. Denk maar aan het relatief nieuwe concept van erfgoedhuizen en historische centra van lokale en regionale archieven en musea. Ook in de herinrichtingsdiscussies in vrijwel al onze grote musea, het Rijksmuseum voorop, werkt deze discussie over het machtsvertoog en vormingsideaal dat in musea besloten ligt, door. De belangrijkste verandering die zich bij deze heroriëntatie voltrekt, is de overgang van aanbodgericht naar vraaggestuurd presenteren: de klant centraal. Ze weerspiegelt een ingrijpende verandering in de relatie tussen het publiek, publieke instellingen en de overheid. 33

DE HERINNERING HERSTELLEN De digitale techniek biedt om zelfstandig hun weg te vinden Vaak wordt dit afgedaan als louter een marketingstrategie. Maar dat is een misvatting. Aanbodgericht werken is een op individualisering gerichte verandering die inspeelt op de mogelijkheden die de techniek biedt aan bewaarinstellingen om open kennisbronnen te worden. Individuele bezoekers hoeven niet meer afhankelijk te zijn van de inhoudelijke keuzes en de geregelde orde die de instellingen zelf maken, en dat willen ze vaak ook niet meer. De digitale techniek biedt ruim baan aan de gebruikers om zelfstandig hun weg te vinden. Op school worden de jongeren zo ook opgevoed. Van alle erfgoedinstellingen is de archiefsector daar het snelst op in gesprongen. De musea staan nog maar aan het begin van deze voor hun collectie- en presentatiebeleid ingrijpende ontwikkeling. Sturing op dat proces is mijns inziens belangrijker voor de bevordering van actief burgerschap dan welke centralisatie van geschiedenisverhalen dan ook. De erfgoedsector moet het zich ten zeerste aantrekken dat juist deze kritische reflectie op en veranderingen in de erfgoedpraktijk de Tweede Kamer niet helemaal lijkt te bevallen. In het kamerdebat van 27 juni 2006 deed Marijnissen deze ontwikkeling zelfs af als politiek 34

KETELAAR-LEZING ruim baan aan gebruikers irrelevant en destructief. Hij beëindigde zijn kamerrede met de oproep: Voorzitter. Er is geen tijd meer te verliezen. Laten we na alle negativisme en zelfrelativering van de laatste jaren van postmodernisme weer eens wat opbouwen! Dames en heren, cultuurpolitiek en anti-intellectualisme gaan niet samen. Ik sta hier niet om Marijnissen aan te vallen op zijn commitment voor de geschiedenis, want die waardeer ik oprecht. Maar ik denk dat hij in zijn dadendrang zijn pijlen verkeert richt, en daarmee ten onrechte de erfgoedsector in een defensieve positie drukt, en ik hoop hem daarvan te kunnen overtuigen. Want of er nu een museum voor de Nederlandse geschiedenis komt, een centrum voor geschiedenis en democratie, een huis van de geschiedenis of een whatever, om John Leerdam nog eens aan te halen: vraaggestuurd zal ook dat nieuwe instituut moeten zijn, en de Tweede Kamer tenzij zij zichzelf als de voornaamste doelgroep beschouwt zal zich erbij moeten neerleggen dat de bezoekers zelf uit zullen maken, hoe zij zich tot zo n nieuw nationaal-historisch museum zullen verhouden; of en hoe ze zich zullen laten stichten en of zij datgene wat getoond wordt, voor zichzelf 35

DE HERINNERING HERSTELLEN Cultuurpolitiek en antigaan niet samen zullen willen plaatsen in een handelingsperspectief als actieve burger van Nederland. Dat is geen postmodern negativisme en zelfrelativering, noch een onderschatting van de kneedbaarheid van de jongste schooljeugd. Het is gegeven van deze tijd. Wanneer de politiek aan de erfgoedsector vraagt mee te werken aan een museaal initiatief ter versterking van saamhorigheid, gemeenschapszin en nationale identiteit, dan zullen we tot een gedeeld inzicht moeten komen over de aard van de bindingen die de samenleving nu kenmerken; bindingen die zich niet alleen uiten in de mogelijkheid tot identificatie met de nationale geschiedenis, maar die ook uitdrukking vinden in de betekenis die bezoekers zelf toekennen aan hun bezoek aan een museum. In die context zou ik er dan ook voor willen pleiten om mee te gaan met het whatever van Leerdam en ons te richten op de activiteit die verbonden is met de omgang met geschiedenis. Laten we het nieuwe initiatief vatten in termen die horen bij de techniek van deze tijd, in plaats van ze in te kaderen in een vorm die dwingend teruggrijpt op instituties die vanuit de negentiende eeuw met de natiestaat zijn meegegroeid. 16 In eerste instantie zag ik veel in het idee van een Boulevard van de 36

KETELAAR-LEZING intellectualisme Jongeren discussiëren in de Urban Islam tentoonstelling van het Tropenmuseum, 2004 Foto: Irene de Groot 37

DE HERINNERING HERSTELLEN Laten we een vorm die ieders herinneringen democratie, als metafoor voor een museale route die misschien in Den Haag begint, maar waar de erfgoedsector door heel Nederland bij aan kan haken; een route die Brussel aan kan doen, maar ook Uttar Pradesh, Aceh en Almelo. Nu dat idee vervallen is zouden we het nationaal-historisch museum dat er voor in de plaats is gezet misschien kunnen stileren als een Museum van de Eenentwintigste eeuw. Een Nederland Modern dat niet zozeer nieuwe betekenis geeft aan oude objecten, maar dat door strikt eigentijds te verzamelen en presenteren, immateriële en materiële getuigenissen gaat opbouwen van wat geschiedenis betekent voor de huidige samenleving. Maar eigenlijk het liefst zou ik zo n nieuw initiatief willen benaderen als een eigentijds crossmedia-concept, gebouwd voor een gemeenschap die zich in gedachten niet aan landsgrenzen houdt, en waar de hele erfgoedsector zich actief toe kan verhouden, inclusief het eveneens geplande nieuwe Huis van de Culturele Dialoog. 17 Zo n concept kan de orde in het Huis van ons transatlantisch koninkrijk transparanter maken, daarin de huidige bewoners centraal stellen en hen via het onderwijs en het culturele aanbod de instrumenten aanreiken om zelf, in wisselende formaties, betekenis te geven aan collecties. 38

KETELAAR-LEZING zoeken stimuleert en waardeert En met die wens zal ik nu afsluiten. Zowel bij een Nederland Modern als in de meer virtuele variant daarvan die in mijn optiek vooral in het onderwijs zal landen, is het vertrekpunt de tijd waarin we nu leven, met zijn materiële en immateriële bronnen van cultuur en geschiedenis. Jan Marijnissen riep op om de de herinnering te herstellen iets wat volgens mij niet kan. Laten we liever een vorm zoeken die ieders herinneringen stimuleert en waardeert, en zo de creativiteit in de samenleving actiever zal aanspreken. Het zal het cultureel erfgoed ten goede komen. Ik dank u voor uw aandacht. 39

DE HERINNERING HERSTELLEN Noten 1 Unecso Conventie voor het beschermen van immaterieel erfgoed, aanvaard in 2003. De Conventie onderscheidt vijf belangrijke domeinen van immaterieel erfgoed: orale tradities en uitingen, waaronder taal als voertuig voor immaterieel cultureel erfgoed, podiumkunsten, sociale praktijken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen, kennis van en praktijken rond de natuur en het omniversum, traditioneel ambacht. 2 Het Hindustaanse voorbeeld is ontleend aan het Bidesia-project, een internationaal onderzoeks- en tentoonstellingsproject (2005-2007) over de cultuur van de Hindustaanse migratie in de Bhojpuri regio van India, Suriname en Nederland. Zie: Badri Narayan Tiwari, Bidesia: Migration, Change and Folk Culture. In: IIAS Newsletter 2003:30, p. 12 ; Chan Choenni, Bidesia Culture Dutch youth between Bakra and Bollywood. Allahabad (GBPSSI Bidesia Occasional Paper 1) 2006. 3 Kabylie Berbers uit Algerije en Marokkaanse Berbers. Frankrijk heeft een dubbele houding wat betreft de relaties met de herkomstlanden, enerzijds een Politique Arabe (uitgaande van nationaliteit), anderzijds een Politique Berbère (voortbouwend op de toekenning van een aparte status aan Berbers om ze te onderscheiden van de Arabische bevolking). Bovendien is men in Frankrijk beducht voor Communautarisme. Berbers ontplooien veel culturele activiteiten in Frankrijk. Onlangs werd nog het Maison de la culture Berbère opgericht in Parijs. (Met dank aan Mohamed Saadouni.) Zie ook: Etienne Balibar, We, the people of Europe? Reflections on transnational citizenship. Princeton and Oxford (Princeton University Press) 2004. 4 Alle citaten Handelingen Tweede Kamer 27-6-2006 TK95. 5 Welcome to the Smithonian s National Museum of American History s director s Welcome NMAH-website, 10-10-2006. 6 Deze twee visies komen beide naar voren in de recente op de 20ste eeuw gerichte reeks Cultuur en Migratie in Nederland, verschenen bij de SDU in vijf delen tussen 2003 en 2005 onder redactie van Maaike Meijer, Rosemarie Buikema, Isabel Hoving, Leo Lucassen, Jaap Vogel, Gloria Wekker, Wim Willems. 7 Diversiteitsdenken wordt in Engeland ook benoemd als conviviality, letterlijk het gezellig naast en door elkaar samenleven van de verschillende bevolkingsgroepen. Gilroy bepleit deze term in plaats van de zijns inziens per definitie politiek normatieve term multiculturalisme. (cf. Paul Gilroy, After Empire. Melancholia or Convivial Culture? Oxfordshire (Routledge) 2004. Zie ook: Berteke Waaldijk, Talen naar cultuur. Burgerschap en de letterenstudies. Utrecht (UU) 2005) Misschien was onze verzuiling met zijn souvereiniteit in eigen kring van deze conviviality wel de Nederlandse poldervariant. 8 Dit prestigieuze museum, gebouwd door Jean Nouvel, en gebaseerd op de etnografische collecties van het Musée de l Homme en het Musée des Arts d Afrique et d Océanie, opende op 20 juni 2006. De eerste recensies in binnenen buitenland legden sterk de nadruk op het verdoezelen van het koloniale verleden en de herkomstgeschiedenis van de voorwerpen. 40

KETELAAR-LEZING 9 De keus van objecten uit negen musea is na te lezen in Historisch Nieuwsblad nr. 2/1999. 10 Barbara Kirshenblatt-Gimblett, Destination Culture. Tourism, Museums, and Heritage. Berkeley LA, and London (University of California Press) 1998, pag. 2: Such fragments become ethnographic objects by virtue of the disciplines that know them, for disciplines make their objects and in the process make themselves 11 Dit is een aanvulling en reactie op het betoog van Peter Burke in de tweede Ketelaar-lezing over de betekenis van het woord archief. cf. Peter Burke, Palimpsest. Reflections on the Re-employment of Records. Den Haag (Nationaal Archief) 2004, pag. 22-26. 12 De archiefsector werkt daarbij onder een archiefwet die willekeur, slordig of selectief bewaren van overheidsarchieven hoopt in te dammen. De monumentensector weet zich gecontroleerd door talrijke, soms gekmakendgedetailleerde wet- en regelgeving. De roerend erfgoedsector komt nog steeds weg met als voornaamste leidraad voor handelen de museale conventies en tradities die in de loop van twee eeuwen door actief en verantwoord burgerschap zijn gevormd, ingekaderd door vrijwillig aanvaarde beroepscodes en gedragslijnen, door institutioneel geheugen en door richtlijnen van fondsen en financiers. Met kaderstelling voor het verwerven, bewaren, verzorgen, wegschenken of tonen van cultureel erfgoed bemoeit de politiek zich verbazingwekkend weinig. 13 Zie in de Nederlandse context bijvoorbeeld: Julia Noordegraaf, Strategies of Display. Museum Presentation in Nineteenth and Twentieth Century Visual Culture. Rotterdam (Boijmans van Beuningen en Nai Publishers) 2004; Rob van der Laarse (redactie), Bezeten van vroeger. Erfgoed, identiteit en musealisering. Amsterdam (Spinhuis) 2005. 14 Het gebouw van het Koloniaal Instituut aan de Mauritskade in Amsterdam werd ontworpen door de architecten (vader en zonen) Van Nieukerken. De plannen dateren van 1910, de inauguratie door Koningin Wilhelmina vond plaats op 9 oktober 1926. De Eerste Wereldoorlog had tot aanzienlijke vertraging geleid. Zie ook: Susan Legêne, Past and future behind a colonial facade: the Tropenmuseum in Amsterdam. In: Archiv für Völkerkunde 50, 1999: 265-274. 15 David van Duuren, 125 Jaar verzamelen. Tropenmuseum Amsterdam. Amsterdam (KIT Uitgeverij) 1990. Het Koloniaal Museum was in 1864 opgericht in Haarlem. 16 Deze argumentatie bouwt mede voort op Walter Benjamin, The work of Art in te Age of Mechanical Reproduction uit 1936; in Engelse vertaling opgenomen in de bundel Illuminations. London (Pimlico) 1999, pp. 211-244. 17 Adviesrapport Huis voor de Culturele Dialoog Uitgebracht aan: Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Amsterdam, 28 februari 2006. Auteurs: Han Bakker, Ila Kasem, Mira Kho, Adem Kumcu, Henk Pröpper (vz). Zie ook het Adviesrapport van de Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon, uitgebracht op 16 oktober 2006. 41

DE HERINNERING HERSTELLEN Biografie Susan Legêne Prof. dr. Susan Legêne is hoofd museale zaken van het Tropenmuseum in Amsterdam. Daarnaast is zij, namens het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, sinds 2004 bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, met als leeropdracht Nederlandse cultuurgeschiedenis, in het bijzonder de studie der voorwerpen. Haar inaugurele rede heeft als titel Nu of nooit, over de actualiteit van museale collecties. Zij studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 1998 promoveerde zij op De bagage van Blomhoff en Van Breugel. Japan, Java, Tripoli en Suriname in de negentiende-eeuwse Nederlandse cultuur van het imperialisme, een onderzoek naar de rol die visies op de wereld buiten Europa speelden in de vorming van Nederland als culturele natie. In het Koninklijk Instituut voor de Tropen, waar zij sinds 1985 werkzaam is, was zij onder meer verantwoordelijk voor de tentoonstelling Oostwaarts! Kunst, cultuur en kolonialisme (2003). Zij is betrokken bij het project Bidesia (vreemdeling), dat de migratiegeschiedenis van Hindustanen in India, Suriname en Nederland zichtbaar wil maken aan de hand van immaterieel cultuurgoed, gecombineerd met visuele en materiële bronnen. Susan Legêne is lid van de Nationale Unesco commissie en van de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon. 42

KETELAAR-LEZING 43

DE HERINNERING HERSTELLEN Eerder verschenen Gerard Rooijakkers Rituele depots. De droesem van het leven. Rooijakkers geeft een nieuwe kijk op de manier waarop met bronnen uit het verleden wordt omgegaan. Hij prikkelt zijn publiek tot een andere manier van denken. Zijn archiefdepots slechts rituele depots? Moeten we ordelijk vergeten in plaats van ordelijk bewaren? Hij belicht op erudiete wijze de manier waarop het verleden wordt ge(re)construeerd en de rol die archieven in dat proces hebben. Zijn verhaal gaat over selectie en archiefvorming, onthouden en vergeten, erfgoed en afval. (2003) ISBN 90-74920-16-0 Peter Burke Palimpsests. Reflections on the Re-employment of Records. Burke richt zich op het gebruiken van archieven. Hij wijst op de verschillende manieren waarop allerlei zaken in de maatschappij straatnamen, stenen, afbeeldingen voortdurend worden hergebruikt. Ook in de archieven is hergebruik te vinden. Het bekendste voorbeeld daarvan is de palimpsest, een vel perkament waarvan de oorspronkelijke tekst is afgekrabd om het opnieuw te kunnen gebruiken. Maar Burke kijkt over de 44

KETELAAR-LEZING traditionele grenzen heen. Vanuit een analyse van hergebruik komt hij tot een wijze raad aan iedereen die met archieven wil werken. (2004) ISBN 90-74920-18-7 Paul Scheffer Het verleden vergt onderhoud. In deze lezing houdt Paul Scheffer een pleidooi voor een betere omgang met het verleden. Hij analyseert de oorzaken van de toegenomen belangstelling voor geschiedenis en beantwoordt de vraag hoe we met dit verleden zouden moeten omgaan. Hij mengt zich in het debat over de canon van historische literaire teksten. Aan de hand van de omgang van Nederland met de islam in de afgelopen twee eeuwen illustreert hij de manier waarop geschiedenis betekenis zou kunnen hebben voor onze meningsvorming. Want de gebrekkige omgang met het verleden toont, volgens Scheffer, een algemener cultureel tekort, dat van grote betekenis is voor onze democratie. (2005) ISBN 13: 978-90-74920-19-3 45

DE HERINNERING HERSTELLEN 46

KETELAAR-LEZING 47

DE HERINNERING HERSTELLEN 48