Levensloopreglement TiU

Vergelijkbare documenten
LEVENSLOOPREGELING RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

KENMERK: CVB 2006/1657. LEVENSLOOPREGELING TU/e

Levensloopregeling Technische Universiteit Delft

LEVENSLOOPREGLEMENT Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld ( SVO Wolvega/Steenwijk)

Levensloopreglement Stichting OSG Hengelo

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

Levensloopreglement. NUOVO, Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht. Inleiding

PREAMBULE LEVENSLOOPREGLEMENT CVO

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Levensloopregeling HBO

CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Primair Onderwijs (PO)

Levensloopverzekering

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

Stichting Scholengroep Spinoza. LEVENSLOOPREGLEMENT (Goedgekeurd door de GMR ) Artikel 1 Definities. In deze regeling wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

Formulier 4: Melding opnemen levenslooptegoed (artikel 6a:9 CAR/UWO)

Artikel 1 Definities 1. Bronnen: door werkgever geselecteerde arbeidsvoorwaarden die de Deelnemer ten behoeve van het Levenslooptegoed kan inzetten.

Levensloopregeling zoals opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling t/m 30 september 2015

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

Voorbeeldreglement levensloop

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

PROVINCIAAL BLAD. Nr Levensloopregeling provincies. Hoofdstuk 1 Algemeen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Deel 3: overgangsrecht

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

SRA-Praktijkhandreiking

Overwegende dat de provincie Utrecht de afspraken voortvloeiende uit de CAO 2005/2007 overneemt;

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

De Levensloopregeling

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Werktijdenregeling Tilburg University

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/75

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR: 017

PROVINCIAAL BLAD. B. Artikel D.17 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het vierde lid wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent levensloop Levensloopregeling provincies

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/12

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Centraal Beheer Levensloop Totaalpakket. Reglement voor werkgevers

De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 47a van het Besluit algemene rechtspositie politie; Besluit

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Levensloopregeling provincies

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Zundertse Regelgeving

Circulaire Wijzigingen op de Levensloopregeling rijkspersoneel

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/51

De levensloopregeling: nieuwe spaarvorm voor werknemer?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Wet uniformering loonbegrip

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

De levensloopregeling, een lust of een last? Inleiding

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro

B&W- Aanbiedingsformulier

Ouderschapsverlof. 1 Officieel is de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof voor de werkgever per 1 januari

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

FAQ Vitaliteitspact. 2. Wanneer gaat het Vitaliteitspact in? Je kunt vanaf 1 januari 2019 gebruik maken van de regeling.

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN UNIVERSITEIT MAASTRICHT

Artikel 2 Doelstelling De spaarloonregeling heeft tot doel het geregeld sparen en het vormen van duurzaam bezit bij de deelnemers te bevorderen.

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.

VEEL GESTELDE VRAGEN/FAQ s GENERATIEPACT METAAL EN TECHNIEK

B&W. Agendapunt, dinsdag 9 december Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Geldend van t/m heden

: aan medewerkers die 72 maanden of minder voor het behalen van hun AOW leeftijd zijn

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CAR-UWO met als doel redactionele onvolkomenheden in de CAR-UWO te herstellen.

Wijziging CAR-LAR als gevolg van circulaire CVA/U en CVA/U per 1 april 2012

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Onbetaald verlof. Lees alles over de gevolgen voor uw pensioen als u met onbetaald verlof gaat

Verordening spaarloonregeling

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

REGLEMENT MINDER WERKEN EN VAN WERK NAAR WERK TRAJECT

Concept Regeling Generatiepact MGR

Transcriptie:

Levensloopreglement TiU Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Deelnemer: de werknemer van de TiU die deelneemt aan de levensloopregeling; b. levensloopvoorziening: de voorziening ingevolge het levensloopreglement als bedoeld in artikel 2; c. levensloopinstelling: de door de werknemer aan te wijzen bank of verzekeraar die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 19g van de Wet op de Loonbelasting 1964 en die de door de deelnemer opgebouwde tegoeden administreert en beheert; d. levenslooprekening: een bij de levensloopinstelling ten name van de deelnemer geopende geblokkeerde levenslooprekening, waarop de inleg wordt gestort; e. levensloopverzekering: een bij de levensloopinstelling ten name van de deelnemer afgesloten levensloopverzekering, waarop het ingehouden loon wordt gestort; f. Keuzemodel: 'Regeling keuzemodel arbeidsvoorwaarden TiU'; g. Faciliteitenregeling: 'Faciliteitenregeling TiU'; h. bronnen: de bronnen in geld, genoemd in het Keuzemodel en het bestedingssaldo, genoemd in de Faciliteitenregeling; i. levenslooploon: De ingevolge dit reglement opgebouwde voorziening in geld, vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen bij een levenslooprekening onderscheidenlijk de waarde van de polis bij een levensloopverzekering; j. levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal. Artikel 2 Doel Dit levensloopreglement heeft ten doel het treffen van een voorziening voor het sparen van geld, uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof binnen de in artikel 19g van de Wet op de Loonbelasting 1964 gestelde voorwaarden. Artikel 3 Deelname Iedere werknemer van Tilburg University heeft het recht deel te nemen aan de levensloopregeling, met dien verstande dat inleg in een levensloopvoorziening vanaf 1 januari 2012 slechts openstaat voor werknemers die op 31 december 2011 een saldo aan levenslloptegoed hebben van minstens 3.000 en dat nieuwe deelname. Vanaf 1 januari 2012 is niet mogelijk als gevolg van wijziging van wetgeving. 1. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het aanmeldingsformulier. Op dit aanmeldingsformulier geeft de deelnemer voor een kalenderjaar aan welk bedrag, afkomstig uit inhouding op zijn maandelijkse salaris en/of andere in artikel 1, onder h bedoelde bronnen, maandelijks dan wel één of twee maal in het betreffende jaar als inleg op de door de werknemer aangegeven levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. Als de werknemer één of twee maal per jaar loon wil laten inhouden dient hij te kiezen uit de maanden mei en/of december. De werkgever willigt het verzoek in uiterlijk met ingang van de aanvang van de tweede kalendermaand na de indiening ervan. 2. Over de inleg die op de levenslooprekening wordt gestort, is de werknemer premies voor de werknemersverzekeringen verschuldigd, die worden ingehouden op de salarisbetaling in de maand van inleg. 3. Een deelnemer kan de hoogte van de inleg tussentijds wijzigen. De gewijzigde hoogte van de inleg moet minstens twee maanden van tevoren door de deelnemer schriftelijk aan de werkgever worden opgegeven. De deelnemer kan de in het tweede lid bedoelde inleg tijdelijk doen stopzetten. Een verzoek om stopzetting dient schriftelijk te worden gedaan ten minste twee maanden voor de gewenste ingangsdatum. Hervatting is mogelijk. 1

Artikel 4 Voorwaarden deelname 1. De deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van dit reglement en de voorwaarden. 2. De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier bij welke levensloopinstelling de voorziening wordt aangehouden en dat hij uitsluitend spaart ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof. 3. Indien de deelnemer aanspraken ingevolge een levensloopregeling opbouwt of heeft opgebouwd bij één of meer andere, resp. vorige werkgevers, verklaart hij jaarlijks schriftelijk aan de werkgever wat de omvang daarvan op 1 januari van het betreffende kalenderjaar is. 4. Het is de werknemer niet toegestaan zonder tussenkomst van de werkgever rechtstreeks gelden op zijn levenslooprekening of levensloopverzekering te storten of te doen storten. 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kan de opgebouwde aanspraak ingevolge deze regeling niet worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden anders dan ten behoeve van de in artikel 61k Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 bedoelde verpanding bij een aangewezen buitenlandse aanbieder. Artikel 5 Minimale en maximale inleg 1. De inleg in een levensloopvoorziening bedraagt gemiddeld minimaal 15,= per maand. 2. De inleg in een levensloopvoorziening bedraagt per kalenderjaar: a. indien het levenslooptegoed aan het begin van het kalenderjaar minder bedraagt dan 2,1 maal het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, als bedoeld in kolom 6 van de loonstaat: ten hoogste 12% van het loon in het kalenderjaar; b. indien het levenslooptegoed aan het begin van het kalenderjaar gelijk is aan of meer bedraagt dan 2,1 maal het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, als bedoeld in kolom 6 van de loonstaat: nihil. 3. Voor deelnemers geboren tussen 1 januari 1950 en 1 januari 1955 geldt het in de vorige lid onder a genoemde percentage niet. 4. Voor de werknemer die vooruitlopend op zijn pensioen, in deeltijd gaat werken of een functie met een lager salaris accepteert, mag bij de bepaling van het maximum in lid 2 worden uitgegaan van zijn eerdere hogere loon, mits hij voor ten minste 50% van de voorafgaande arbeidsduur blijft werken en de loonsverlaging in verband met deeltijd of demotie plaats vindt binnen 10 jaar voorafgaand aan de pensionering bij het bereiken van 65 jaar. Aanvraagprocedure levensloopverlof 1. Vanaf één jaar na zijn indiensttreding kan de werknemer het door hem (eventueel bij een andere werkgever) opgebouwde levenslooptegoed gebruiken om levensloopverlof op te nemen voor de volledige dan wel een gedeelte van de voor hem geldende arbeidsduur. 2. De werknemer vraagt het verlof tenminste vier maanden tevoren aan onder vermelding van de gewenste opnameperiode en de gewenste omvang van het verlof. In afwijking daarvan wordt ouderschapsverlof tenminste 2 maanden tevoren aangevraagd. De termijn van 4 maanden geldt niet voor zorgverlof indien het moment van aanvang van het verlof niet in redelijkheid kon worden voorzien. 3. De werkgever verleent het aangevraagde verlof, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen aan opname in de weg staan. Daarvan kan sprake zijn indien toekenning van het verlof leidt tot ernstige problemen bij de bedrijfsvoering. 4. In het belang van een goede spreiding van de werkdruk kan de werkgever beperkingen stellen aan de periode waarin het levensloopverlof mag worden opgenomen. 5. Lid 3 en lid 4 zijn niet van toepassing als de werknemer het levensloopverlof wil opnemen om (deels) eerder te stoppen met werken voorafgaand aan pensioen of vervroegde uittreding. 2

6. Ingeval de werkgever niet instemt met de verlofaanvraag of de opnameperiode, deelt de werkgever dat -na overleg met de werknemer- schriftelijk en gemotiveerd binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee. Er wordt dan in onderling overleg naar een alternatief gezocht. 7. De werkgever stelt geen eisen aan de invulling van het verlof. Op het verrichten van arbeid voor een andere werkgever is het bepaalde in de 'Regeling nevenwerkzaamheden TiU' van toepassing. Artikel 7 Samenloop levensloopverlof en meerjarenspaarverlof Indien de werknemer ook beschikt over een spaartegoed vanuit het meerjarenspaarmodel (art. 5.5 CAO) kan hij de twee verlofsoorten na elkaar opnemen. Lid 3 tot en met 6 van artikel 6 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 8 Arbeidsvoorwaarden tijdens levensloopverlof 1. Gedurende volledig levensloopverlof worden de betaling van het salaris, de eventuele toelagen en de reiskostenvergoeding, stopgezet en stopt de opbouw van vakantiedagen, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering; het voorgaande geldt naar rato bij levensloopverlof voor een gedeelte van de voor de werknemer geldende arbeidsduur, met dien verstande dat de reiskostenvergoeding tijdens deeltijdverlof gebaseerd wordt op het resterende aantal werkdagen. 2. Tijdens een periode van volledig verlof is deelname aan het keuzemodel niet toegestaan. De werknemer heeft geen recht op reservering van het jaarbedrag van de 'Faciliteitenregeling', als hij gedurende het gehele kalenderjaar volledig levensloopverlof geniet. 3. Tijdens het (deeltijd)verlof worden eventuele andere vaste onbelaste onkostenvergoedingen slechts doorbetaald voor zover de werknemer de betreffende onkosten daadwerkelijk maakt, de onkosten een grotendeels zakelijk karakter hebben en onbelaste uitbetaling volgens de fiscale regelgeving is toegestaan. 4. Wanneer het levensloopverlof langer dan drie maanden duurt, wordt de periodiekdatum van de werknemer opgeschoven met het aantal volledige maanden dat het verlof langer duurt dan drie maanden. Bij levensloopverlof van drie maanden of korter blijft de oorspronkelijke periodiekdatum gehandhaafd. 5. Met toepassing van de daarvoor geldende wettelijke regelingen blijft de werknemer gedurende zijn verlofperiode verzekerd voor de werknemersverzekeringen 1. 1 2 Bij de totstandkoming van deze regeling geldt dat werknemers gedurende maximaal 18 maanden onbetaald verlof verzekerd blijven voor de werknemersverzekeringen: ZW, WIA, WW. 3

Artikel 9 Pensioenopbouw en premieverdeling tijdens levensloopverlof 1. Bij opname van levensloopverlof gelden voor de voortzetting van pensioenopbouw de in de Pensioenkamer op 8 maart 2006 geaccordeerde afspraken. In aanvulling daarop geldt conform de door CAO-partijen gemaakte afspraken ten aanzien van de premieverdeling, dat de werkgever tijdens levensloopverlof ten hoogste een maal per acht kalenderjaren over een periode van maximaal 9 maanden het voor het ouderdomspensioen geldende normale werkgeversdeel van de pensioenpremie betaalt. Bij een levensloopverlof langer dan negen maanden betaalt de werknemer zelf de volledige pensioenpremie voor de periode na die eerste 9 maanden. Tevens betaalt de werknemer zelf de volledige pensioenpremie bij elk volgend verlof binnen 8 jaar. 2. Voor de hoogte van de pensioenpremie (los van de verdeling) en de grootte van het pensioengevend inkomen gelden de afspraken die in de Pensioenkamer zijn gemaakt: o doorsneepremie gedurende maximaal één jaar levensloopverlof; - indien de opname uit het levensloop spaartegoed tenminste 70% bedraagt van het inkomen voorafgaand aan het verlof, wordt de pensioenopbouw gebaseerd op het pensioengevend inkomen o voorafgaand aan het verlof; indien de opname uit het levensloop spaartegoed minder dan 70% van het pensioengevend inkomen voorafgaand aan verlof bedraagt, wordt de pensioenopbouw gebaseerd op het feitelijk inkomen uit levensloop. 3. Bij besteding van het levensloopverlof voor langdurig zorgverlof betaalt de werkgever zowel het werkgevers- als het werknemersdeel van de pensioenpremie. Artikel 10 Ziekte tijdens levensloopverlof 1. Indien de werknemer tijdens opname van voltijds levensloopverlof ziek wordt, loopt het verlof gewoon door en blijft hij zijn opgenomen levenslooptegoed als inkomen genieten. Als de werknemer na afloop van de afgesproken verlofperiode nog steeds ziek is, geldt de dag na afloop van het verlof als eerste ziektedag voor de toepassing van de regels krachtens de CAO NU inzake de loonbetaling bij ziekte. 2. Indien de werknemer tijdens opname van deeltijds levensloopverlof ziek wordt, loopt het verlof gewoon door, blijft hij zijn opgenomen levenslooptegoed als inkomsten genieten en zijn de regels krachtens de CAO NU van toepassing op de doorbetaling van zijn deeltijdsalaris. Als de werknemer na afloop van de afgesproken verlofperiode nog steeds ziek is, behoudt hij gedurende de eerste zes maanden na afloop van zijn verlof 100% van de bezoldiging over het gedeelte van de voor hem geldende arbeidsduur waarvoor hij verlof heeft genoten. De reïntegratieactiviteiten worden vanaf de eerste feitelijke ziektedag gestart. Artikel 11 Terugkeer oude functie Voorzover het levensloopverlof niet wordt opgenomen direct voorafgaande aan het pensioen keert de werknemer na afloop van het verlof in principe terug in de functie die hij vóór het verlof vervulde, tenzij hierover andere afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Artikel 12 Reorganisatie tijdens levensloopverlof Indien er tijdens levensloopverlof bij de organisatie-eenheid van de werknemer een reorganisatie plaats vindt, wordt de werknemer op gelijke wijze behandeld als de andere bij de reorganisatie betrokken werknemers. De werkgever en de werknemer overleggen of de reorganisatie aanleiding geeft om de verlofafspraken aan te passen of het verlof tussentijds te beëindigen. 4

Artikel 13 Opname en uitbetaling levenslooptegoed 1. Tot en met 31 december 2011 mag tijdens het bestaan van de dienstbetrekking over het levenslooptegoed alleen worden beschikt ten behoeve van uitbetaling van geld gedurende een periode van levensloopverlof. Vanaf 1 januari 2012 is lid 5 van toepassing op de opname van het levenslooptegoed. 2. Voor het opnemen van het levenslooptegoed, als bedoeld in lid 1, doen de deelnemer en de werkgever een gezamenlijk schriftelijk verzoek aan de levensloopinstelling waar het levenslooptegoed wordt aangehouden middels het formulier 'Opname levenslooptegoed. 3. De levensloopinstelling zal het tegoed overboeken naar de werkgever, die het levenslooptegoed onder inhouding van de verschuldigde loonheffing en de verschuldigde pensioenpremies doorstort op de rekening van werknemer. De werkgever betaalt de verschuldigde bijdrage Zorgverzekeringswet. 4. Tijdens opname van levensloopverlof bedraagt het op te nemen levenslooptegoed tezamen met het mogelijk daarnaast van de werkgever genoten loon, niet meer dan het laatstgenoten loon van de deelnemer. 5. Deelnemers die op 31 december 2011 een saldo aan levenslooptegoed hebben van minstens 3.000 behouden de mogelijkheid om het levenslooptegoed in te zetten voor opname van levensloopverlof met inachtneming van deze regeling. Deelnemers die op 31 december 2011 een saldo aan levenslooptegoed hebben van minder dan 3.000, behouden tot en met 31 december 2013 de mogelijkheid om het levenslooptegoed in te zetten voor opname van levensloopverlof met inachtneming van deze regeling; na 31 december 2013 is opname van levensloopverlof voor die categorie niet langer mogelijk. Vanaf 2013 kunnen alle deelnemers hun levenslooptegoed omzetten in vitaliteitssparen met toepassing van de daarvoor geldende wettelijke regels. Artikel 14 Einde deelname 1. Indien de deelname eindigt wegens beëindiging van het dienstverband tussen de werkgever en de deelnemer, zal ter keuze van de deelnemer: a. de levenslooprekening of -verzekering worden aangehouden mits de voorwaarden van de instelling hierin voorzien, ofwel b. het levenslooptegoed worden ingebracht in de levensloopregeling van de nieuwe werkgever mits de voorwaarden van de nieuwe instelling hierin voorzien, ofwel c. het levenslooptegoed worden afgekocht, waardoor het gehele tegoed in één keer in de belastingheffing wordt betrokken als loon uit vroegere dienstbetrekking, mits de voorwaarden van de instelling hierin voorzien. 2. Indien de deelname eindigt wegens overlijden van de deelnemer en mits de voorwaarden van de levensloopinstelling hierin voorzien, zal ter keuze van de rechtverkrijgenden van de deelnemer: a. het levenslooptegoed nog in de aangifte van de overleden werknemer in aanmerking worden genomen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ofwel b. het levenslooptegoed in de aangifte van de rechtverkrijgenden in aanmerking worden genomen als loon uit vroegere dienstbetrekking van een ander. Artikel 15 Hardheidsclausule De werkgever zal ten gunste van de werknemer van het bepaalde in deze regeling afwijken, indien onverkorte toepassing van deze regeling naar het oordeel van de werkgever in bijzondere gevallen leidt tot onredelijke of onbillijke gevolgen voor de betrokken werknemer. 5

Artikel 16 Voorbehoud De bepalingen van deze regeling gelden slechts, voor zover ze niet in strijd zijn met wettelijke regels, waaronder begrepen de Overgangsregeling levensloopregeling. 2 Artikel 17 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en vervangt de daaraan voorafgaande regeling. Artikel 18 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als 'Levensloopreglement TiU'. 2 Deze bepaling is opgenomen omdat de kabinetsplannen om de levensloopregeling om te zetten naar vitaliteitssparen op het moment van aanpassing van deze regeling nog moeten worden geformaliseerd in wetgeving. 6