Klimaat en Energie in Gelderse Vallei en Eemland



Vergelijkbare documenten
Klimaat en Energie in Utrechtse Waarden Plan van Aanpak - concept -

Klimaat en Energie in Stad en Land Utrecht

Klimaat en Energie in Utrechtse Vecht en Weiden. Plan van Aanpak - concept -

Klimaat en Energie in Utrechtse Heuvelrug Plan van Aanpak - concept -

Klimaat en energie in het Kromme Rijngebied. Plan van Aanpak - concept -

Klimaat en Energie in De Venen Plan van Aanpak - concept -

Helmonds Energieconvenant

Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Samen Duurzaam DOEN! Stap 1 // Welkom en inleiding. Stap 2 // Voorstelronde aanwezigen. (5 minuten) (10 minuten)

Ruimte om te leven met water

Regio Stedendriehoek

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

1E SCHOOL. duurzaam gerenoveerd

Agendapunt 5 Opinienota

Windenergie in Almere

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Zon Op School. Initiatiefvoorstel 1 7 APR Initiatiefvoorstel aan de Raad GROENLINKS NIJIVIEGEN ~- INQEKDMEN. GEMEENTE NUMEQEN clas8.nr.: oy..

Betrokken partijen Zonnepark Cothen

Energielandschappen Soest

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Stichting Duurzaam Lopikerwaard

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Overijssel kleurt groen in 2020

Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering. MT 22 maart 2012 Arno Lammers

LarenEnergie. Een werkgroep van. Wakker Laorne

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

DUURZAAMHEID, KLIMAATVISIE EN REGIONALE ENERGIE STRATEGIE. Bijeenkomst gemeenteraad 5 februari 2019

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Zeker in Hollandse Delta.

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Workshop J De kracht van een klimaatfonds. 05 april 2011

Ontwerp Gezonde Systemen

GREEN DEAL DUURZAME ENERGIE

Betrokken partijen Zonnepark Overbetuwe

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Duurzaamheid, Energie en Milieu

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Provincie Flevoland. Postbus AB Lelystad. Ons kenmerk : / 8301 Uw kenmerk : -

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Ruimtelijke Visie Duurzame Energie Heumen

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Zeeland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

toekomst veenweide Inspiratieboek

Provincie Vlaams Brabant

Houtskoolschets Asten april 2017

Presentatie Guus Ydema, directeur AGEM KIVI 25 januari 2017

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

1. Hoe dringend vindt u het klimaatprobleem? Helemaal niet dringend, we 1% Er is helemaal geen klimaatprobleem. Weet niet / geen mening

CHECKLIST ONDERGRONDKANSEN: AANTREKKELIJK WONEN EN WERKEN IN APELDOORN

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

100% groene energie. uit eigen land

Paragraaf duurzaamheid

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

DUURZAAMHEIDSVISIE MEIERIJSTAD Beeldvormende avond. 6 september 2018

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Agenda Ledenvergadering

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Met vriendelijke groet, Vera Dam directeur Natuur en Milieufederatie Flevoland

Doe mee voor een mooi en duurzaam Overijssel. Beleidsplan Natuur en Milieu Overijssel

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

Stappenplan Zon op Huurwoning Amsterdam

Verkiezingsprogramma. Water Natuurlijk Rijn en IJssel

Werkatelier duurzame energieopwekking

Slim financieren duurzame energie Afwegingskader bij het kiezen van instrumenten

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

Bijlage 1 Route energieneutraal Denkrichting energieneutraal in Uitgangspunten energieneutraal in 2025

E-Transitie S3H Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen

Verklaring van Hoog & Droog

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Klimaatbestendige steden

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Bedreigingen. Broeikaseffect

Samenwerken met agrariërs geeft kansen voor groene energie. Ton van Korven Projectleider Bio-economie

Transcriptie:

Klimaat en Energie in Gelderse Vallei en Eemland - concept - 1

Colofon Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) in opdracht van de Provincie Utrecht Harmke van Dam Ieke Benschop Lot van Hooijdonk (Klimaat) (Energie) (projectleider) Februari 2011 2

Concept Plan van Aanpak februari 2011 Ook in 2040 willen we met elkaar prettig wonen, werken en recreëren in de provincie Utrecht. Daarom werkt de provincie aan duurzame ontwikkeling van onze regio. De provincie heeft in dat verband onder meer de ambitie om in 2040 klimaatneutraal en klimaatbestendig te zijn. In het landelijk gebied liggen onder andere kansen op het gebied van energiebesparing, groene energie en klimaat. Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU), gebiedscommissies en provincie Utrecht werken samen in het programma 'Klimaat en Energie in het landelijk gebied om deze kansen in kaart te brengen, te agenderen en te helpen realiseren. 1. INLEIDING Waarom klimaatadaptatie en duurzame energie in Gelderse Vallei en Eemland? Klimaatverandering is een feit. Ook in AVP-gebied Gelderse Vallei en Eemland. Het gebied krijgt met alle kanten van de medaille te maken. Enerzijds overstromingsgevaar en wateroverlast. Anderzijds extreme hitte in de steden en droogte in een groot deel van de vallei. Dat betekent nogal wat, voor een gebied met fijne steden als Amersfoort en sterk gedomineerd door de landbouw. Als we fijn wonen en goed boeren in het gebied mogelijk willen blijven maken, is het dus belangrijk om plannen te maken die inspelen op deze klimaateffecten. Dit aanpassen aan en voorbereiden op klimaatverandering noemen we adaptatie (hoofdstuk 2). Daarnaast hebben we een verantwoordelijkheid om onze bijdrage te leveren aan het zoveel mogelijk voorkomen van klimaatverandering (mitigatie). Bovendien zal energie uit fossiele bronnen steeds duurder worden. Goede redenen om vol in te zetten op besparing van energie en op zoek te gaan naar lokale, duurzame energiebronnen. Energieprojecten zijn bovendien goed voor de portemonnee èn de regionale economie (hoofdstuk 3). Klimaatverandering is een feit. Daarom heeft de Provincie Utrecht zichzelf de ambitie gesteld als grondgebied in 2040 klimaatneutraal en klimaatbestendig te zijn. Dat betekent dat ons leefgebied bestand is tegen toekomstige weersomstandigheden en dat de provincie per saldo geen broeikasgassen uitstoot. Om dit doel te realiseren moet er ook veel gebeuren in het landelijk gebied. Naar verwachting gaan Klimaat en Energie dan ook onderdeel uitmaken van het Utrechtse AVP-programma. De reconstructiecommissie vervult daarin een cruciale rol, geholpen door het programmabureau. Dertig jaar tot 2040 lijkt veel, maar is zo voorbij. Bedrijven, openbare ruimte, infrastructuur, natuur en de landbouw voorbereiden op de extremere weersomstandigheden die op ons af komen, vergt decennialang investeren. Dat geldt ook voor de weg naar een klimaatneutraal Gelderse Vallei en Eemland. Die vereist drastisch terugdringen van energieverbruik en opbouwen van lokale energieproductie. Een klimaatneutrale en klimaatbestendige toekomst begint dus hier en nu! 3

Daarom Programma Klimaat en Energie in Landelijk gebied De thema s klimaat en energie zijn nu nog geen AVP-doelen. Daarom komen klimaat- en energieprojecten niet expliciet aan de orde in de uitvoeringsprogramma s tot 2013. Als gezegd is dat in de toekomst waarschijnlijk wel zo. Dat betekent niet dat er niets gebeurt. In de provincie Utrecht zijn al vele initiatieven van gebieden, gemeenten, ondernemers, particulieren en vanuit het maatschappelijk middenveld. Daarnaast komen de thema s klimaat en energie er niet zozeer extra bij, maar kunnen ze vaak meeliften met AVP-projecten gericht op natuur, landschap, cultuurhistorie of de regionale economie. Ze sluiten eveneens logisch aan bij diverse reeds vastgestelde beleidssporen, zoals Utrecht 2040, waterplannen, Bodemvisie, Kadernota Ruimte, Programma Duurzame Landbouw en Milieu en noem maar op. Tot slot focussen we op klimaat- en energiemaatregelen die geknipt zijn voor de AVP-systematiek en haar schaalniveau. Dit programma is bedoeld om klimaat en energie op de agenda te zetten in de AVP-gebieden en denkrichtingen te schetsen voor wat de gebieden de komende AVP-periode van 2011 tot 2015 kunnen doen. De kunst is daarbij om maatregelen te vinden die meerdere doelen dienen: natuur en waterberging, landschap en energieproductie, landbouw en energiebesparing, etc. De Natuur en Milieufederatie Utrecht voert dit tweejarige programma uit in opdracht van de provincie Utrecht. Aanpak Programma Klimaat en Energie in Landelijk gebied Het programma is in elk AVP-gebied begonnen met een startbijeenkomst waar bestuurders, ambtenaren, politici, agrariërs, ondernemers en bewoners bestaande initiatieven uit het gebied uitwisselden en samen nieuwe ideeën ontwikkelden. In het gebied Gelderse Vallei en Eemland vond de startbijeenkomst plaats op 6 oktober 2010. De opbrengst ligt nu voor bij de reconstructiecommissie om te bespreken welke denkrichtingen AVP-gebied Gelderse Vallei en Eemland aanspreken en hoe het gebied met de thema s aan de slag wil gaan. In het overzicht hieronder worden de thema s toegelicht aan de hand van de volgende vragen: Wat speelt er? Dit is de beschrijving van het vraagstuk: de problematiek die om een oplossing vraagt, de kansen die er zijn, de wensen en ambities uit het gebied of wat er nu al op dit terrein gebeurt in Gelderse Vallei en Eemland. Waar willen we in het gebied Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Dit is het punt aan de horizon, waar het gebied zou moeten zijn wil het in 2040 klimaatbestendig en klimaatneutraal zijn. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? Hier staan ingrediënten voor de agenda voor de komende AVP-periode. Wie doet wat in 2011? Komend jaar moeten programmabureau en reconstructiecommissie naar verwachting een nieuw uitvoeringsprogramma opstellen. Om de klimaat- en energiethema s die in dit Plan van Aanpak worden gesignaleerd goed te verwerken, zijn er nog verschillende stappen te zetten. In dit plan is een voorstel opgenomen om die stappen toe te bedelen aan de verschillende gebiedspartners. 4

Startbijeenkomst Gelderse Vallei en Eemland 6 oktober 2010 Gerard van Santen, directeur SVGV (Samen Vernieuwen we de Gelderse Vallei) verwelkomde alle aanwezigen en riep op om in de Gelderse Vallei te komen tot een Green Deal. Edgar van Groningen van de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten gaf hoopvolle voorbeelden als energieneutrale dorpen en lokale energiecoöperaties. Klimaat Gerda Zijm (provincie Utrecht) schetste dat we afstevenen op meer overstromingen, wateroverlast, watertekorten en hogere temperaturen. Kwetsbaar voor overstroming zijn vooral de stedelijke gebieden, Binnenveld en het gebied langs de Eem; de Eempolder en Binnenveld zijn ook gevoelig voor wateroverlast, net als het gebied rond Leusden en bij Veenendaal. Watertekorten zijn te verwachten in grote delen van de vallei, terwijl de overlast van hitte het grootst is in de steden (Amersfoort en Veenendaal). Met name de zoetwatervoorziening wordt naar verwachting het probleem van de nabije toekomst. De case Groene Valleilint (toegelicht door Willemien van Asselt, Projectbureau SVGV) leent zich goed voor adaptatiemaatregelen. Via convenanten ontstaan in dit project kansen voor robuuste natuurzones, herstel kwelsituaties en oplossingen voor waterproblemen. De Schammerpolder (waterberging, buffer en functiecombinaties) is al echt met een klimaatbril tot stand gekomen. Goede regelingen (compensatie, maatwerkpakketten) zijn nodig om zo n samenwerking voor elkaar te krijgen. In de Eempolders (Matthijs van den Brink, Waterschap Vallei & Eem) kan de Eem een belangrijke rol spelen als klimaatbuffer, die water kan vasthouden in natte tijden en bufferen voor droge tijden. Dat is zowel voor de veiligheid als voor de natuur gunstig en voor de waterhuishouding in het hele gebied. Beken ontwikkelen als klimaatbuffer kan een oplossing vormen voor het hele Valleigebied en is bovendien goed voor de waterkwaliteit. Het voorbeeld van de Waterhouderij laat zien dat op een agrarisch bedrijf of landgoed heel efficiënt met water kan worden omgegaan. Tenslotte wint het waterschap actief energie uit slib van de afvalwaterzuivering: de Energiefabriek, een mooie combinatie van water met schone energie. Er blijken nog volop vragen te zijn wanneer een gebied klimaatbestendig is en hoe je dat het best organiseert. En er was een concrete aanbeveling: neem belemmeringen weg om maatwerkpakketten mogelijk te maken, een belangrijk instrument om boeren en landgoedeigenaren mee te krijgen. Energie Aan zonne-energie kleven nog verschillende nadelen: hoe slaan we energie op, het prijsverschil tussen energie die je aan het net levert en die je ervan afhaalt (door belasting en BTW), vergunningen, gebrekkig subsidiestelsel etc. Maar SVGV, gemeenten, agrariërs en Eric Brandt van de Zonne-energiespacialist willen dit onderwerp toch bij de kop pakken. Juist in de Gelderse Vallei is veel biomassa beschikbaar uit de landbouw, gemeentelijk gft- en snoeiafval en het landschap. Verschillende partijen zien de potentie en willen ermee aan de slag: Hans Veurink van Agrarische Natuurvereniging Vallei Horstee, de gemeente Amersfoort, de SVGV en ondersteuning vanuit het onderwijs. De ANV beziet de kansen voor een coöperatie, waarin ook burgers kunnen investeren. Energie uit biomassa als streekproduct met een label is het ideaal. Binnenkort heeft de Gelderse Vallei en Eemland drie regionale fondsen, voor Eemland, Binnenveld en de Gelderse Vallei. Deze fondsen vallen onder de paraplu van de SVGV, Nationaal Groenfonds is de kassier. De streekrekeningen die de lokale Rabobanken in samenwerking met het Groenfonds opzetten, gaan een deel van de rente uitkeren ten behoeve van het gebied. ETC Adviesgroep heeft haar eigen klimaatfonds dat gevuld wordt met compensatiegelden voor de vliegreizen van haar medewerkers. ETC is in gesprek met Gemeente Amersfoort en DHV om dit fonds op te schalen. Uit dit fonds kunnen klimaatprojecten gefinancierd worden. Deze deelsessie heeft een vervolg gekregen door een bezoek aan het Klimaatfonds Den Haag. Gijs Küneman van Centrum voor Landbouw en Milieu heeft met aanwezigen gekeken naar het ruimtelijke ordening- en vergunningbeleid dat nodig is om duurzame energie te realiseren. Gemeenten kunnen een rol spelen in bijeenbrengen van vraag en aanbod, afstemming met hun buren en vooral in toestemming en vergunning verlenen voor wind-, zonne- en biomassainstallaties. 5

2. KLIMAAT In dit hoofdstuk wordt de opgave beschreven om als gebied zo goed mogelijk in te spelen op de verwachte klimaatveranderingen; dat wil zeggen de kwetsbaarheid voor negatieve effecten verminderen en de weerstand en veerkracht vergroten. In dit programma gaat het vooral om wat de regionale gebiedspartners kunnen bereiken. Het landelijk belangrijke thema van waterveiligheid krijgt daarom in dit kader geen aparte aandacht. Eventuele regionale maatregelen nemen we mee bij de regionale watervoorziening. Uit de discussies tijdens de startbijeenkomsten van alle 7 AVP-gebieden kwamen onderstaande thema s bovendrijven als meest relevant voor de regionale aanpak. Uiteraard hangen ze onderling nauw samen en het is dan ook niet te voorkomen dat sommige punten bij meerdere thema s aangestipt worden. REGIONALE WATERVOORZIENING Wat speelt er? De regionale watervoorziening wordt naar verwachting de grootste opgave voor de toekomst. Klimaatverandering leidt tot gemiddeld nattere winters en meer extremen in de zomer (meer tropische dagen, langere perioden van droogte maar ook meer extreme regenbuien). Dit leidt enerzijds tot meer wateroverlast (m.n. grote delen van de Eempolder, Binnenveld, ten zuiden van Leusden en ten noord-westen van Veenendaal) en anderzijds meer watertekorten (vooral de hogere delen). Ook de waterkwaliteit is een belangrijk aandachtspunt, vooral in tijden van waterschaarste. De effecten in de flanken en de gevolgen voor de kwelgebieden zijn nog niet goed te voorspellen; de gebruikte modellen zijn niet geschikt voor hellende gebieden. De waterschappen lopen steeds meer tegen de grenzen aan van de capaciteit van hun pompen en gemalen. In Gelderse Vallei en Eemland kan van de 100.000 ha beheersgebied slechts 15.000 ha via de Nederrijn worden voorzien van extra water. De overige 85.000 ha ligt te hoog voor wateraanvoer en zal dus zelf water moeten vasthouden. Bovendien krijgt de Nederrijn in droge tijden slechts een klein deel van de beschikbare hoeveelheid Rijnwater; verreweg het meeste gaat naar de Waal en de IJssel. Overigens zal de kwetsbaarheid en de schade die men ondervindt vooral samenhangen met de functie en de periode in het jaar (bv wel of geen groeiseizoen, eisen waterkwaliteit, ed). Tenslotte zal ook het (landelijk te nemen) besluit over de lange termijn peilscenario s van het IJsselmeer nog van grote invloed zijn op de watervoorziening in het gebied. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Het doel is een zo groot mogelijke regionale zelfvoorzienendheid in het waterbeheer van Gelderse Vallei en Eemland. Dat betekent oplossingen op gebiedsniveau om wateroverlast, watertekorten en slechte waterkwaliteit tegen te gaan; onder meer door water vast te houden en te bergen in tijden van overschot, waarmee de watertekorten in droge tijden kunnen worden opgevangen, waterbesparing en efficiënter hergebruik: zowel op bedrijfsniveau als op regionaal niveau. Verder is in dit gebied ook een goede afstemming met de provincie Gelderland belangrijk. Op termijn zou de huidige watertoets opgeplust moeten worden tot een volwaardige klimaattoets 1. Dit vergt een wetswijziging, maar in de aanloop daarvan kunnen de gebiedspartijen al wel de principes toepassen. Belangrijk is dat de klimaattoets niet een toets achteraf is, maar vanaf het begintraject wordt meegenomen. Een waterkansenkaart helpt ook vooraf al na te denken waar de hoogste prioriteit en de beste kansen liggen voor ruimtevragende klimaatmaatregelen. 1 zie voor meer toelichting pag. 17 (klimaattoets) 6

Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? uitvoeren convenant voor Landgoed Den Treek en convenant Groene Agenda Leusden lopende, geplande en nieuwe projecten checken op klimaatbestendigheid (toepassen klimaatscan) en nagaan waar klimaatmaatregelen meegekoppeld kunnen worden, zeker als dit leidt tot win-win; een waterkansenkaart vormt de basis voor het prioriteren van gebieden en projecten input leveren en lobbyen voor ontwikkeling klimaattoets (met bijbehorende wetswijziging) inzetten Stimuleringsteam Klimaatadaptatie om ideeën en trends die klimaatverandering met zich mee gaan brengen bij de mensen tussen de oren te krijgen en ondersteuning te bieden bij het toepassen van de klimaatscan en uitwerken van maatregelen samen met gemeenten, waterschappen en waterleidingbedrijf stimuleren dat bedrijven, particulieren en instellingen hun waterbehoefte verminderen en maatregelen nemen om wateroverlast te voorkomen; zo mogelijk ook de overschotten van het ene bedrijf compenseren met de tekorten van anderen nagaan of concept waterhouderij voor boeren een alternatief kan bieden als zij in toekomst minder mogen beregenen verkennen welke maatregelen en acties nodig zijn in de periode na 2015 Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - quick scan op klimaatbestendigheid uitvoeren op lopende en geplande projecten; win-win maatregelen in uitvoeringsprogramma 2012 opnemen Provincie Utrecht i.s.m. waterschap en gemeenten: - ontwikkelen checklist als voorloper van klimaattoets en ondersteuning bieden bij toepassing in concrete projecten / gebiedsplannen (waterschap is daar al mee begonnen) - formeren Stimuleringsteam Klimaatadaptatie - bij rijk aandringen op ontwikkelen klimaattoets als gewenste opvolger van de watertoets en voorbereiden benodigde wetswijziging Waterschap Vallei & Eem, DLG en deskundigen - nagaan op welke wijze klimaatmaatregelen meegenomen kunnen worden in lopende plannen, waarmee de haalbaarheid van het hele plan vergroot kan worden (zie ook kansrijke functiecombinaties) - uitwerken waterkansenkaart en bespreken met provincie en gemeenten ivm strategische keuzes voor water en RO en quick wins NMU - Programmabureau en reconstructiecommissie assisteren bij het formuleren van klimaatmaatregelen in het uitvoeringsprogramma - zet zich ervoor in dat bovenstaande acties in gang worden gezet en dat de gebiedspartijen en belanghebbenden betrokken blijven - inspirerende ideeën, goede voorbeelden en ervaringen van elders: waar dat zinvol is koppeling leggen met projecten in Gelderse Vallei en Eemland - inbreng leveren in deelprogramma Regionale Watervoorziening van het Deltaprogramma en daarover terugkoppelen KLIMAATBESTENDIGE NATUUR Wat speelt er? Klimaatverandering kan sommige dier- en plantensoorten bedreigen en voor andere nieuwe kansen bieden. Vooral koudeminnende soorten krijgen het zwaar. Zeker voor de kwetsbare soorten zullen we ons best moeten doen deze te behouden dan wel de kans te geven zich naar 7

andere gebieden te verplaatsen. Het is nog onduidelijk of de kwel in de flanken door de klimaatverandering zal toenemen of juist afnemen. Bepalender zijn waarschijnlijk type begroeiing (naaldhout, loofhout, wel of geen ondergroei), beheer en gebruiksfuncties. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Voor het behoud van de biodiversiteit (die voor een deel wel uit andere soorten kan bestaan) is het vooral belangrijk dat er voldoende grote en onderling verbonden natuurgebieden zijn. De aanwezigheid van gradiënten vermindert de kwetsbaarheid. In noord-zuid richting vormen de Eem, het Valleikanaal en de vele beken belangrijke verbindingen. In oost-west richting is de hoop gevestigd op het ontwikkelen van het Groene Valleilint als belangrijke robuuste verbinding tussen Veluwe en Heuvelrug. Zeker ook voor de stadsnatuur vormt Gelderse Vallei en Eemland een belangrijke schakel. Bovendien kunnen de natuurgebieden tegelijkertijd zelf ook in belangrijke mate bijdragen aan het klimaatbestendig maken van het gebied door water vast te houden en/of te bergen, verkoeling te bieden, CO2 te binden en mogelijk ook energie op te wekken. Op dit moment hebben we te maken met grote bezuinigingen, waar de groengebieden de dupe van zijn. Gezien het grote belang ervan is het daarom extra belangrijk nieuwe financiële dragers te vinden. De verschillende functiecombinaties bieden daarvoor prima perspectieven. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? veiligstellen ecologische verbindingszones; voortzetten ingezette processen zoals natuurontwikkeling landgoed De Boom en aanpak verdroging (zie ook bij functiecombinaties) creëren van de juiste randvoorwaarden om de natuur in staat te stellen zich te ontwikkelen en de afzonderlijke soorten gelegenheid te bieden mee te veranderen dan wel uit te wijken naar locaties met betere omstandigheden de potentie van de natuurgebieden benutten om de klimaatbestendigheid van het gebied als geheel te vergroten; verkennen mogelijkheden voor klimaatbuffers in beken, TOP en N-2000 gebieden Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - ambitie uitspreken tot realisatie Groene Valleilint en op zoek naar financiering - kansen benutten door in projecten natuurdoelen mee te koppelen die helpen het gebied klimaatbestendiger te maken; zie functiecombinaties Provincie, natuurorganisaties, terreinbeheerders, waterschap en deskundigen - starten verkenning klimaatbuffers in beken - haalbaarheidsstudie uitvoeren hoe natuurgebieden en verbindingszones kunnen bijdragen aan vergroten van de klimaatbestendigheid van het hele gebied en hoe dat gerealiseerd kan worden NMU - zet zich ervoor in dat bovenstaande acties in gang worden gezet en dat bij natuurplannen ook klimaatbestendigheid als factor wordt meegenomen - verkent mogelijke functiecombinaties die Groene Valleilint kunnen financieren KANSRIJKE FUNCTIECOMBINATIES Wat speelt er? Gebiedsontwikkeling waar meerdere doelen gelijktijdig worden nagestreefd, leent zich vaak goed voor het meekoppelen van klimaatmaatregelen. Natuur, landbouw, waterberging, waterkwaliteit, recreatie, energie en stedelijke ontwikkelingen kunnen vaak samengaan. Ook het vinden van financiering wordt makkelijker als meerdere doelen tegelijk worden gediend. 8

Daarnaast blijken in de dagelijkse praktijk van gebiedsontwikkeling regelmatig ook tegenstrijdige wensen, regels en neveneffecten die om een creatieve oplossing of scherpe keuzes vragen. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? De voorkeur gaat uit naar gebiedsontwikkeling waar klimaatmaatregelen al vanaf het begin in het planproces wordt meegenomen. Maar ook bij lopende projecten zijn aanhaakmogelijkheden, door te zoeken naar de gelijkgerichte doelen. Daarvoor is het vinden van een gezamenlijk perspectief en het gelijktijdig realiseren van alle doelen belangrijk, hetgeen vervolgens helpt bij het vinden van de benodigde financiën en het verdelen van de baten en de lasten. Ondanks alle actuele bezuinigingen en het wegvallen van rijksmiddelen kan het gebied zich daarom duurzaam blijven ontwikkelen. Een paar voorbeelden van kansen om functies te combineren: diverse deelprojecten uit de Groene Agenda Leusden (oa Schammerpolder, Heiligenbergerbeek, Schoolsteegbosjes) en landgoed Den Treek: Groene Valleilint: gebiedsontwikkeling waar vele kernkwaliteiten gelijktijdig tot ontwikkeling komen: landbouw, landgoederen, natuur, wateropgave, waterkwaliteit, energie en variatie aan landschaptypen klimaatbuffers in beken en/of de Eem: vooral de beken zijn voor het hele gebied belangrijk, ook ivm de Kaderrichtlijn Water verplichtingen ontwikkelen en stimuleren van bedrijven die klimaatmaatregelen inpassen in de bedrijfsvoering en wellicht ook andere functies meekoppelen: denk aan een concept als de waterhouderij (waarbij heel gebied betrokken is en waterbehoefte van ene bedrijf wordt opgevangen met wateroverschot van ander bedrijf), maar ook op bedrijfsniveau is met klimaatadaptatie geld te verdienen; het waterschap is een pilot gestart voor een Energiefabriek op de rwzi van Amersfoort (combinatie van waterzuivering, energiewinning, brandstof-levering en grondstof terugwinning) Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? De belangrijkste actie is gericht op het zoeken naar voldoende financiële middelen door voor onderstaande veelbelovende projecten nieuwe economische dragers te vinden. Onderdeel van deze actie is het aantonen dat de baten en uitgespaarde kosten van deze projecten de investeringen rendabel maken en dat partijen die investeren ook profiteren van de baten: financiering vinden om Groene Valleilint als robuuste verbinding met interessante functiecombinaties te kunnen realiseren draagvlak zoeken en uitvoeren haalbaarheidsstudies voor bovengenoemde projecten knelpunten in de procedures en regelgeving opsporen en oplossen, om gebiedspartijen en individuele bedrijven te stimuleren mee te werken aan gebiedsplannen en projecten eerste stappen van uitvoering Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - ambitie uitspreken tot realisatie Groene Valleilint en op zoek naar financiering - actief op zoek naar nieuwe economische dragers - één of meer projecten selecteren om uit te werken, in samenwerking met ondernemers en andere belanghebbenden Provincie en waterschap - knelpunten die gebiedspartners weerhouden mee te werken aan gebiedsprojecten en beheersovereenkomsten verkennen en adresseren aan juiste afdeling/instantie - voor Groene Valleilint in beeld brengen van alle kosten en baten en creatief meedenken over aanvullende financieringsmogelijkheden cq verdeling van de lasten om uitvoering rond te krijgen - de mogelijkheden van groen-blauwe diensten opnieuw tegen het licht houden en indien nodig verbeteren 9

Ondernemers en andere belanghebbenden - inbrengen wensen en ideeën cq eigen initiatieven en meedenken over de realisatie van kansrijke functiecombinaties NMU - meedenkende rol bij kansrijke functiecombinaties en financieringsopties; goede voorbeelden en ervaringen verzamelen; nagaan of deze in dit gebied kansrijk zijn - verkent mogelijke functiecombinaties die groene Valleilint kunnen financieren TEGENGAAN NEGATIEVE EFFECTEN EXTREME HITTE Wat speelt er? In stedelijke gebieden kunnen de temperaturen extreem stijgen en in toenemende mate tot hittestress leiden, aangezien stenen de hitte lang vasthouden. De voorspelde temperatuurstijging kan op die locaties nog wel 10 graden verder oplopen. Dat betekent dus ook veel meer tropische dagen (boven 30 graden); vooral s nachts geeft dat problemen. Dit leidt tot onder meer toenemende gezondheidsklachten, verminderde luchtkwaliteit en extra energiegebruik (airco s). Uiteraard is het vooral belangrijk daar in de stad zelf maatregelen voor te nemen, maar ook het buitengebied kan oplossingen bieden. Dat geldt zeker voor het stadsrandgebied rond Amersfoort. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Het belang van Recreatie om de Stad (RodS) wordt alleen maar groter. Gelderse Vallei en Eemland kan een belangrijke bijdrage leveren om de hittestress in de steden te beperken. Dat vormt een extra argument om het ontwikkelen van groen door te zetten en RodS te verbreden tot Klimaat om de Stad. Het gevarieerde aanbod aan open en besloten landschappen biedt een belangrijke uitloopmogelijkheid voor de stedeling. Daarnaast helpen bv de Eem, het Valleikanaal en de beken als groen-blauwe longen ook direct het leefklimaat in de steden te verbeteren en bieden ze planten en dieren de kans hun leefgebied te vergroten. Op gemeentelijk niveau zijn in de kernen overigens meer maatregelen aan te bevelen: zoals groenvoorzieningen, waterpartijen, schaduwrijke plekken creëren, groene daken stimuleren en terugdringen aantal airco s. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? Het is belangrijk deze bijdrage van het buitengebied voor de stad ook in de plannen te benadrukken en als belangrijke baat in beeld te brengen. Door de link met leefbaarheid, volksgezondheid en energiebesparing in de stad te leggen wordt het vervolgens interessant om daar ook andere financieringsbronnen bij te zoeken. De baten liggen namelijk voor een groot deel buiten de begrenzing van het AVP-gebied. Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - doorzetten groenontwikkeling om de stad en stedelijke hitte meenemen als argument - in projecten rekening houden met de klimaateffecten voor de stedelijke gebieden en dit betrekken in het zoeken naar financiële middelen en draagvlak Provincie ism waterschap en betrokken gemeenten - (en in overleg met andere AVP-gebieden met grootstedelijke stadsranden) het concept Klimaat om de Stad invulling geven en financieringsbronnen verkennen NMU - de NMU voert de komende jaren een project over hittestress in de stad uit en gaat na waar de projecten elkaar kunnen versterken - op zoek naar nieuwe financieringsmogelijkheden om Klimaat om de Stad haalbaar te krijgen, zoals leefbaarheidsbudget, klimaatfonds, landschapsfonds etc 10

3. ENERGIE In dit hoofdstuk wordt de mitigatie-opgave beschreven, toegespitst op AVP-gebied Gelderse Vallei en Eemland. Onder mitigatie wordt verstaan het wegnemen van de oorzaak van de klimaatverandering. Oftewel zo min mogelijk broeikasgassen uitstoten. Een belangrijk broeikasgas is CO2, dat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen (olie, kolen, gas). Een ander belangrijk, en veel sterker broeikasgas is CH4, methaan. Dit broeikasgas wordt voornamelijk door de landbouw uitgestoten (vee en mest). Daarnaast stoot de landbouw ook lachgas uit (mest en bodem). De provincie en steeds meer gemeenten hebben de ambitie om klimaatneutraal te worden, dat wil zeggen dat er per saldo geen broeikasgassen worden uitgestoten. Met de huidige (groeiende!) energiebehoefte is dit een onmogelijke opgave. Vandaar dat het credo is: besparen, besparen, besparen. Dat op dit terrein heel veel mogelijk is, blijkt bijvoorbeeld uit energiebesparingscans in de landbouw die zijn uitgevoerd 2. Na besparen is energie duurzaam opwekken de volgende stap. Daarvoor moeten we alle zeilen bijzetten: windmolens plaatsen, zonneboilers en panelen installeren en warmte koude opslagsystemen en geothermie toepassen. In dit document gaan we vooral in op de kansen voor biomassa omdat er al belangstelling voor bestaat in het gebied, en biomassa bij uitstek regionaal georganiseerd moet worden. Hierbij is het belangrijk te kijken naar de juiste schaalgrootte en de leveringzekerheid van de aanvoer. BESPAREN Wat speelt er? Ondanks de hierboven beschreven urgentie van besparen, lijkt tot nu toe de besparingsopgave vaak onderbelicht te blijven. De door de provincie in 2010 ingehuurde Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin geeft aan dat we tot 2040 ruim 40% moeten besparen om de resterende energiebehoefte zelf volledig duurzaam te kunnen produceren. Anderen gaan uit van een veel grotere besparing het dubbele omdat zij het potentieel zelf te produceren energie lager inschatten. De landbouwsector laat grote kansen zien op gebied van energiebesparing. Uit de energiebesparingscans die bij landbouw bedrijven al zijn gedaan, blijkt veel laaghangend fruit te zijn. Om deze reden ondertekenden de Provincie Utrecht en LTO Noord begin 2011 een energieconvenant. Beide partijen willen de energiebesparingsdoelstelling van 20% in de landbouw al in 2015 realiseren. Gedeputeerde Staten willen met het programma duurzame landbouw en milieu, dat eind 2010 is vastgesteld, onder meer bereiken dat het aantal boeren dat bovenwettelijke milieumaatregelen treft, toeneemt. Milieu en economie gaan hierbij hand in hand. Daarnaast start de provincie een aantal innovatieve projecten op die de eerste stap zijn naar een duurzame en klimaatneutrale landbouw in 2040. Sluiten van kringlopen (duurzaam bodembeheer), gebruik van natuurlijke hulpbronnen (agrobiodiversiteit) en het stimuleren van duurzame energie zijn hierin belangrijke speerpunten. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Alle bedrijven (landbouw, recreatie) zijn in 2040 zelfvoorzienend op gebied van energie. Waar mogelijk zijn deze ondernemingen in het landelijk gebied zelfs energieleverend. Er is enerzijds gekeken naar het zo efficiënt mogelijk terugbrengen van het directe energieverbruik, maar ook 2 Ook in de gebouwde omgeving en het verkeer is grote winst te halen op het gebied van energiebesparing. Gezien de focus van dit programma op het landelijk gebied, laten we deze twee sectoren in dit plan buiten beschouwing. 11

zijn keuzes gemaakt in de bedrijfsvoering, hetgeen ertoe geleid heeft dat ook de uitstoot van andere broeikasgassen optimaal zijn gereduceerd. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? Alle bedrijven met een aanzienlijk energieverbruik hebben een energiebesparingscan laten uitvoeren en maatregelen genomen die binnen vijf jaar terugverdiend zijn. Dit is een verplichting volgens de Wet Milieubeheer 3 voor grote energieverbruikers. De kleinere bedrijven kunnen dit vrijwillig - doen in het kader van het hierboven beschreven convenant en het programma duurzame landbouw en milieu van de provincie. Met landbouwadviseurs wordt onder andere gekeken naar maatregelen die in de bedrijfsvoering te nemen zijn. Te denken valt aan een kleiner aandeel jongvee (minder methaanuitstoot), ander rantsoen, minder gebruik van kunstmest en ophogen van het organische stofgehalte van de bodem. Energiebesparing in de landbouw In 2010 hebben 200 veebedrijven een energiebesparingscan laten uitvoeren. Gemiddeld kan met makkelijk te nemen maatregelen als een frequentieregelaar op de vacuümpomp of een voorkoeler een een besparing van 1.000,- per jaar gerealiseerd worden. Ook wordt gekeken of zonnepanelen of zonneboiler interessant zouden kunnen zijn voor een deelnemer. Daarnaast is het grootste deel van de beperking van uitstoot van broeikasgassen te halen uit aanpassingen in de bedrijfsvoering. Hier gaat het bijvoorbeeld om het aandeel jongvee (minder methaanuitstoot), een ander rantsoen voor het vee en minder gebruik van kunstmest. Het ophogen van het organische stofgehalte van de bodem zorgt ervoor dat er meer CO2 vastgehouden wordt. Ook worden gronden vruchtbaarder en kunnen meer vocht vasthouden. Dit is in tijden van droogte en van hevige neerslag voordelig voor het gebied. Naast een mitigatie- dus ook een goede adaptatiemaatregel! Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - aansluiten bij de doelen van het energieconvenant en samen met de Provincie grote landbouwbedrijven houden aan hun verplichting (zie noot 2) om energie besparende maatregelen die binnen vijf jaar zijn terug verdiend, uit te voeren. Kleinere bedrijven hiertoe verleiden (o.a. voorlichting, aanbod scans) Gemeenten - Samen met provincie en reconstructiecommissie, stimuleren van landbouwbedrijven op bovengenoemde thema s (eventueel samen met adviesbureaus / bureau LaMi (Landbouw en Milieu) Provincie Utrecht - opdracht aan adviesbureaus / LaMi voor projecten richting landbouw over keuzes jongvee, rantsoen, kunstmest en organische stofgehalte - promoten financiële ondersteuning en constructies, zoals Garantiefonds NMU - NMU blijft het thema besparen agenderen en meedenken over slimme financieringsconstructies 3 Als een ondernemer meer dan 50.000 kwh aan stroom of 25.000 m3 gas verbruikt per jaar, kan het bevoegd gezag eisen om energiezuinige maatregelen te treffen die een bewezen terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder. Het gaat dan bijvoorbeeld om het aanbrengen van hoogfrequente verlichting, isolatie of het afdekken van koelmeubels. 12

BIOMASSA Wat speelt er? In alle AVP-gebieden liggen kansen voor het gebruik van biomassa. Zowel vanuit de veehouderij als vanuit landschapsbeheer. Landschaps- cq terreinbeheerders, landgoedeigenaren (houtige biomassa) en veehouders (mest) willen aan de slag met het opwekken van duurzame energie. Zij hopen aan de biomassa die zij produceren te kunnen verdienen in plaats van kosten te maken voor de afvoer. Hans Veurink van Agrarische Natuurvereniging Vallei Horstee zette uiteen dat er op dit moment biomassa het gebied uit gaat, terwijl anderzijds biomassa weer het gebied in wordt gehaald (vaak zelfs van erg ver weg). Dit moet veel efficiënter kunnen en dus minder energie voor transport kunnen kosten als we het lokaal organiseren. Vanuit de ANV is er interesse om te kijken naar kansen voor het opzetten van een coöperatie, waarvan ook burgers lid kunnen worden en kunnen investeren in duurzame energie uit biomassa. Gemeente Amersfoort heeft aangegeven ook ambities te hebben op het gebied van gebruik van biomassa en heeft een haalbaarheidsonderzoek laten doen. Hans Veurink ziet kansen voor samenwerking tussen Vallei Horstee, Gemeente Amersfoort, SVGV, met ondersteuning vanuit het onderwijs. Bijdrage van de gemeente zou kunnen zijn om bijvoorbeeld het GFT van haar eigen inwoners ook voor lokale opwekking van energie aan te wenden en hier langdurige contracten met lokale partijen voor af te sluiten. Verschillende onderzoeken zijn uitgevoerd. Het blijkt nog een hele zoektocht welke schaalgrootte optimaal is bij de verwerking van biomassa. In de afweging over de schaal komen energetische en financiële belangen niet altijd overeen. Grootschalige opwekking kan financieel rendabeler zijn omdat de aanschaf van de installatie eerder is terugverdiend, maar het vervoeren van de brandstof naar de installatie kost wel (extra) energie. Ook lopen ondernemers aan tegen de onbetrouwbare subsidieregelingen, voor investeringen die nodig zijn om een vergunning aan te kunnen vragen en soms ook tegen lastige vergunningprocedures van lagere overheden. Vrijwel zeker is dat energie uit biomassa niet rendabel is als de warmte die vrijkomt niet wordt benut. De AVP-gebieden lijken een geschikt schaalniveau om vraag (naar warmte en energie) en aanbod (van biomassa) bij elkaar te brengen. BIOMASSA LANDBOUW EN ENERGIEPRODUCTIE Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? In Gelderse Vallei en Eemland maken we optimaal gebruik van de biomassa die voorradig is. Bij mest is goed gekeken naar het duurzaamheidaspect van mestverwerking (bodemstructuur, kringloop). Een degelijke afweging is gemaakt welke mestinitiatieven (schaalniveau, conversiemethode) ondersteund zijn door de overheid. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? stimuleren duurzame mestverwerking (op basis van duurzaamheidcriteria) coördinerende rol: gemeentelijk GFT en biomassa uit groen onderhoud inzetten voor energieproductie ondersteunen van de ondernemers verenigd in ANV Vallei Horstee met hun bijdrage aan de energievraag in het gebied Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie 13

- ondersteuning van initiatieven voor duurzame energie opwekking door boeren om richting 2015 te kunnen opschalen Provincie - duurzaamheidaspecten meenemen in visie en beleid biomassa, inclusief biomassa in de landbouw Gemeenten - inventariseren warmtevragers waar biomassa-installaties aan te koppelen zijn (ten behoeve van realisatie in de jaren die volgen) NMU - organisatie bijeenkomst over duurzame energie uit mest (25 november 2010) - onderzoek van studenten van de universiteit Utrecht begeleiden naar duurzame aspecten van verschillende manieren om energie uit mest te winnen - bijdragen aan de Visie op Biomassa van de provincie BIOMASSA ENERGIE UIT LANDSCHAPSBEHEER Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? In Gelderse Vallei en Eemland benutten we alle biomassa die daarvoor beschikbaar is voor duurzame energie. Gemeentelijk GFT-afval, biomassa uit gemeentelijk groenonderhoud, en houtige biomassa uit landschapsbeheer is vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd. Hiertoe zijn biomassapleinen en/of houtverbrandingsinstallaties neergezet. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? organiseren van gegarandeerde afzet en verwerking van houtige biomassa van terreinbeheerders en gemeenten via een biomassaplein of houtverbrandingsinstallaties coördinerende rol: gemeentelijk GFT en biomassa uit groen onderhoud inzetten voor energieproductie inventariseren warmtevraag in het gebied Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie - ondersteuning en/of opschaling van initiatieven voor biomassaplein (houtige biomassa) Provincie - duurzame visie op biomassa, plus beleid Gemeenten - inventariseren warmtevragers waar biomassa-installaties aan te koppelen zijn - maken plannen voor gebruik eigen GFT en biomassa uit groenonderhoud NMU - leveren bijdrage aan de Visie op Biomassa van de provincie ZON Wat speelt er? Daken van agrariërs en instituties kunnen goed gebruikt worden voor het opwekken van duurzame energie, via PV-panelen en/of collectoren. Hiervoor bestaat groot enthousiasme bij agrariërs, installateurs, gemeenten en SVGV. De problemen zijn bekend: hoe slaan we energie op, het prijsverschil tussen energie die je aan het net levert en die je ervan afhaalt (door belasting en BTW), vergunningen, huidige subsidiestelsel etc. SVGV, gemeenten, agrariërs en leveranciers hebben belangstelling om werk te maken van zonne-energie. Er zijn verschillende organisatievormen denkbaar als lokale energiebedrijven en participatieve opwekking. Zo timmeren initiatieven als Boer zoekt Buur (www.boerzoektbuur.nl) en de Zonvogel 14

(www.zonvogel) aan de weg. Het eerste initiatief houdt in dat je als particulier investeert in de aanschaf van zonnepanelen, die je neerlegt op een daarvoor geschikt dak (bijvoorbeeld van een boer) en dat de opbrengst van jouw panelen van je energierekening thuis wordt afgetrokken (dit heet saldering). In Utrechtse Waarden zijn lokale partijen plannen aan het maken voor Solar Valley (coöperatieve opwekking middels zonnepanelen op daken van boeren). Urgenda heeft op de Dag van de Duurzaamheid een collectief inkoop initiatief gelanceerd. Bij gezamenlijke inkoop van PV-panelen met een vermogen van 10 MW, kan 30 a 35% korting op de inkoopprijs geboden worden (www.wijwillenzon.nl). Aanhaken bij dit soort initiatieven biedt veel kansen. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? Alle daken van boeren, recreatiebedrijven, overheden en bedrijven worden geëxploiteerd voor het opwekken van duurzame (zonne-)energie. Hiervan profiteren niet alleen de eigenaren van de daken, maar ook particulieren en bedrijven die hebben geïnvesteerd in de panelen. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? communiceren over (door provincie / gemeenten / bedrijfsleven) opgezette constructies (gezamenlijke inkoop, lease, coöperaties) enthousiasmeren van agrariërs, bedrijven, gemeente en gemeentelijke diensten Wie doet wat in 2011? Provincie - lobbiet in Den Haag voor een goed systeem om duurzame energie economisch rendabel te maken (bijv. Nederland krijgt nieuwe energie) - stimuleert, samen met gemeenten, initiatieven om zonne-energie van de grond te krijgen (o.a. aantrekkelijke financieringsconstructies). - provincie Utrecht zet in op het realiseren van Smart Grids 4. Reconstructiecommissie - Sluit aan bij initiatieven die partijen (particulieren, financiers, leveranciers, installateurs, lokale energie bedrijven) bij elkaar brengen Gemeenten - benutten eigen daken voor plaatsen zonneboilers en/of -panelen - brengen partijen bij elkaar (particulieren, financiers, leveranciers, installateurs, lokale energie bedrijven) en ondersteunt deze NMU - opwekken van zonne-energie meenemen bij het ontwikkelen en promoten van financiële constructies WIND Wat speelt er? Zonder windenergie lukt het niet om als provincie klimaatneutraal te worden. Ook in het gebied Gelderse Vallei en Eemland liggen kansen voor opwekking van windenergie. Vooral landbouwontwikkelingsgebieden en bedrijventerreinen lenen zich voor het plaatsen van windmolens. Draagvlak voor het plaatsen van windmolens kan vergroot worden wanneer inwoners uit het gebied ook financieel profiteren van de energie die wordt opgewekt. Het plaatsen van molens in participatief model leent zich hier goed voor. Lokale energie bedrijven zijn in opkomst, ook wind kan hier een rol in spelen. Waar willen we in Gelderse Vallei en Eemland heen (2040)? In 2040 is Gelderse Vallei en Eemland klimaatneutraal. De opwekking van wind heeft een rol gespeeld in het halen van deze doelstelling. Bij de realisatie van windmolens hebben lokale 4 Slimme netwerken zijn een voorwaarde voor grootschaliger opwekking van lokale duurzame energie 15

partijen, zoals gemeenten, bewoners en bedrijven de mogelijkheid financieel te participeren en zo hun eigen energie op te wekken en dus te besparen op hun energierekening thuis. Wat kan het gebied Gelderse Vallei en Eemland daarvoor doen tot 2015? ruimtelijke ordening beleid dat dit streven ondersteunt draagvlak en enthousiasme ontwikkelen voor windenergie; daarvoor verdient het opwekken via een participatief model de voorkeur. Dit wil zeggen dat bewoners en bedrijven mee investeren en mee-profiteren van de opbrengst via participatieve methode locaties zoeken voor windmolens Wie doet wat in 2011? Reconstructiecommissie en gemeenten - mede initiatief nemen / ondersteunen van Lokale Energie-initiatieven - positief signaal geven aan Provincie (voor de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie) Provincie - opnemen hoge ambities en locaties aanwijzen voor windmolens in de Provinciale Structuurvisie NMU - NMU speelt een rol in het creëren van draagvlak en bij elkaar brengen van de beoogde partijen 16

4. AAN DE PROVINCIE Een klimaatbestendig en klimaatneutraal Gelderse Vallei en Eemland heeft het AVP-gebied niet helemaal zelf in de hand. Klimaatverandering is bij uitstek een mondiaal vraagstuk, dat op alle niveaus maatregelen vergt: mondiaal, in EU-verband, op Rijksniveau én van de provincie. Uit de startbijeenkomsten zijn diverse aanbevelingen te destilleren aan het adres van de provincie. Die zijn in een afzonderlijke rapportage opgenomen, maar voor de volledigheid hieronder kort genoemd. Taakstelling formuleren Het is aan de provincie om de doelstelling klimaatbestendig en klimaatneutraal in 2040 te vertalen naar concrete en hanteerbare opgaven voor de gebieden voor de lange termijn (2040) en de kortere (volgende AVP-periode 2011-2015). Bij die taakstelling hoort van de kant van de provincie ook een visie op hoe de doelstellingen te realiseren. Wanneer is een gebied klimaatbestendig? Welke bronnen van duurzame energie krijgen prioriteit? Monitoring Bij een taakstelling hoort een monitoringsystematiek. Hebben de gekozen en genomen maatregelen effect? En wat valt er voor toekomstig beleid en project te leren van de effecten van eerdere interventies? Monitoring speelt een rol in de verantwoording maar op deze wijze ook in het lerend vermogen van de overheid. De provincie zou het monitoringsysteem moeten vaststellen. Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie De provincie stelt op dit moment een nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie op. Zowel klimaatadaptatie als duurzame energieproductie hebben een sterke ruimtelijke component. De provincie moet dan ook in de PRS laten zien op welke manier zij de ambitie klimaatbestendig en klimaatneutraal in 2040 ruimtelijk wil organiseren. Financiering: kosten en baten Adaptatie is vaak een kwestie van werk met werk maken: rekening houden met klimaatverandering in de dingen die we toch al doen. Soms vergt het grote investeringen maar gaan de kosten voor de baten uit of wegen de maatschappelijke baten op tegen de kosten. De NMU adviseert de provincie kennis op te bouwen over de werkelijke kosten en baten van maatregelen en projecten: ook op de langere termijn, de vermeden kosten én de maatschappelijke baten. Besluitvorming zou in de toekomst plaats moeten vinden op basis van dit inzicht om te voorkomen dat goedkoop duurkoop blijkt. Energiebesparing en productie zijn potentieel rendabel. Maar ook dat vergt soms goede constructies, voorfinanciering of garanties om te zorgen dat businesscases ook echt rond zijn. De provincie heeft hier de rol om danwel die garanties of financiering te bieden, danwel kennis van constructies, slimme functiecombinaties en andere mogelijkheden actief te verspreiden. Klimaattoets Klimaatadaptatie staat nog in de kinderschoenen. Dat verlangt van de provincie ter ondersteuning van de AVP-gebieden en de gemeenten een visie op wat klimaatbestendigheid is en hoe je het realiseert. Een soort klimaattoets op ruimtelijke plannen en ontwikkelingen is daarbij een nuttig instrument. De huidige watertoets zou daarvoor moeten worden opgeplust door klimaatbestendigheid als vast criterium toe te voegen en al vanaf het eerste stadium bij de planvorming en alternatievenuitwerking mee te nemen. Het is dus nadrukkelijk niet de bedoeling een extra toets te introduceren. Ook gaat het niet alleen om de wateropgave, maar óók om de ruimtelijke randvoorwaarden. De provincie kan de klimaatcriteria meenemen bij de regionale uitwerking van de Nationale adaptatiestrategie waar zij nu mee bezig is. Daarnaast kan de provincie voorrang geven aan projecten die aantoonbaar klimaatbestendig zijn. Voor het 17

aanpassen van de watertoets is overigens een wetswijziging nodig. Tot die tijd kan de provincie i.s.m. de waterschappen een Stimuleringsteam Klimaatadaptatie inzetten om de ideeën en trends die klimaatverandering met zich mee brengen bij de mensen tussen de oren te krijgen en gebiedspartijen te ondersteunen bij het toepassen van de klimaatscan en verkennen van maatregelen. Een waterkansenkaart helpt ook vooraf al na te denken waar de hoogste prioriteit en de beste kansen liggen voor ruimtevragende klimaatmaatregelen. Natuur klimaatbestendig De verantwoordelijkheid voor natuur is met het huidige kabinet nog meer bij de provincie komen te liggen. Op dit moment vindt een herijking plaats om de opgave voor de komende jaren te bepalen. Deze herijking is een goed moment om de klimaatbestendigheid van natuur in ogenschouw te nemen: wat heeft klimaatverandering voor ecologische gevolgen en wat betekent dat voor de natuur-agenda van de provincie? Maar ook: hoe kan de natuur bijdragen om de provincie of een regio klimaatbestendiger te maken? Klimaat om de Stad Klimaatverandering betekent voor stedelijke gebieden een nog sterkere opwarming doordat asfalt, stenen en metalen warmte vasthouden en uitstralen in tegenstelling tot groen en water. Op hete zomerdagen kunnen de temperatuurverschillen tussen stad en platteland hoog oplopen. Daarom is het van groot belang om te zorgen dat er buiten steden groen is waar stedelingen kunnen verpozen en dat de groene longen de stad inlopen. Van de provincie vraagt dit een visie op Klimaat om de Stad. Energiebesparing Energiebesparing is de eerste en grootste opgave met betrekking tot klimaatneutraliteit. De provincie zal daarom moeten onderzoeken op welke wijze zij maatregelen kan stimuleren. De NMU suggereert de inzet van de Wet Milieubeheer en inspecteurs die tevens voorlichting geven. Een tegemoetkoming in de kosten voor energiescans behoort ook tot de mogelijkheden. Biomassa Biomassa-initiatieven kunnen regionaal ontwikkeld worden. Waar wel behoefte aan is, is beleid vanuit de provincie wat wel mag en gestimuleerd wordt en wat niet. Windenergie De provincie heeft bij uitstek een rol in de realisatie van windenergie. Uit het rapport van Rifkin blijkt dat deze energiebron onontbeerlijk is om de ambitie klimaatbestendig en klimaatneutraal in 2040 te halen. De provincie moet daarom in de PRS plek inruimen voor windenergie en actief streven naar realisatie van windmolens. Bij voorkeur krijgen particulieren en bedrijven de mogelijkheid te participeren en zo ook financieel te profiteren van de windmolens in hun gebied. Regelgeving en instrumentarium Om voortgang te houden in de projecten is het belangrijk belemmeringen op te sporen en weg te nemen. Het is jammer als het draagvlak voor afsluiten van maatwerkpakketten, beheersovereenkomsten en projectuitvoering wegvalt door teveel bureaucratie, onduidelijke formulieren, te starre regels ed. De provincie kan daar een actieve rol in spelen door te beginnen met de eigen hobbels weg te nemen, gemeenten daarin te stimuleren en zo nodig landelijk te lobbyen voor aanpassing van wetten en instrumenten met ongewenste neveneffecten. Een voorbeeld hiervan is dat hout ingezet als biomassa vergunningplichtig is en hout dat afgevoerd wordt als afval niet. Een voorbeeld met betrekking tot klimaat is dat het verlies van mestrechten gebaseerd op agrarisch oppervlak - boeren weerhoudt om grond ter beschikking te stellen als natte ecologische verbindingszone. 18