Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië

Vergelijkbare documenten
Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië

Scholieren enthousiast maken voor de techniek

Les 1 woordenschat 2F

Sparen voor je hartenwens

Sociale leeromgeving. Wie zit er in jouw netwerk? Leeromgeving sociale leeromgeving

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

ADHD: je kunt t niet zien

Voorbereidende les. Basisonderwijs. Educatieteam

Thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

10 Gouden Tips voor Professioneel Relatiebeheer

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

De loopbaanchecklist

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Kinderen zonder papieren

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ich bön d r väör dich!

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

taal portfolio Taalportfolio 9+

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken

Scenario 1 Er liggen ongeopende letters op tafel. Ze liggen er al langer dan een week.

Thema Informatie vragen bij een instelling

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Wat was het afgelopen schooljaar het meest op jou van toepassing? Doe je deze zomer betaald vakantiewerk? Ik ging naar de middelbare school 53,9%

Webwinkel ongekend populair

GOUDEN TIPS voor Professioneel Relatiebeheer

Stappenplan voor je spreekbeurt in groep 3/4

Gewoon meedoen!

Persoonlijke competenties Sociale competenties Leer (school) competenties

Thema Op zoek naar werk

Thema Informatie vragen bij een instelling

Dit boekje is van:..

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de taalstage. Wat kun je?

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Beslis zelf over je toekomst!

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten

Stage animator. We krijgen ook hulp van de kern en de leden van de andere twee leeftijdsgroepen.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

VRAGENLIJST. Mantelzorger

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

De ijnmanager. Cartoons januari Luc Timmers

Vragenlijst multiproblematiek I

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Thema Op zoek naar werk

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

Leren (kan je ) leren!

Alvast bedankt voor het invullen!

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Lou en Lena in Ecuador

Werkboek Het is mijn leven

Juridische medewerker

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Voor cliënten

Jaarplan ASVZ 2016 Zorg pakken we samen aan

De ijnmanager. Cartoons september Luc Timmers

Aflevering 2: Solliciteren

Veel studenten werken tijdens de vakantie. Ellen, Mohammed, Eric en Lilly zoeken een job. Kan je ze helpen? Welke studentenjob vind jij interessant?

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Thema Op zoek naar werk

Wat kan ik voor u doen?

KansRijker Portfolio. Naam: Adres: Woonplaats: Telefoonnummer:

door: R-Newt jongerenwerk de Twern Werkboek Omgaan met Geld

Veelgestelde vragen Wet WIJ

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Kapsalon: een zompig succesverhaal

Naam:

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Oriëntatie op het bedrijf

Daphne. Wij hebben de g.k.ij. op bezoek gekregen. We hebben spelletjes gedaan. Dat moest bij. Met 1 arm of iets anders.

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Mijn huis, mijn thuis

1. Luister naar het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Welke informatie hoort u? Kruis aan: JA of NEE.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Transcriptie:

Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië Woorden van deze les de vrijwilliger uitzenden lokaal hulpbehoevend internationaal de omstandigheden relativeren het aanpassingsvermogen de handen uit de mouwen steken de lakens uitdelen Wat weet je al? Waar denk je aan bij dit woord? Teken het beeld dat je voor je ziet. 1. de lakens uitdelen 2. de handen uit de mouwen steken 3. lokaal Pagina 1 van 6

Wat betekent het woord? Wat betekent het vetgedrukte woord? Kruis het juiste antwoord aan. 1. Mijn broer is vrijwilliger bij een voetbalclub. Hij brengt in zijn vrije tijd kinderen naar uitwedstrijden met zijn auto. a. hij heeft daar een tweede baan in zijn vrije tijd b. hij werkt daar gratis in zijn vrije tijd c. hij loopt stage bij de voetbalclub d. hij heeft daar een heel drukke baan 2. Els heeft geen vaste baan, ze werkt voor Randstad. Die zenden haar uit naar steeds andere bedrijven. Uitzenden betekent: a. op pad sturen b. ontslaan c. laten proberen d. post bezorgen 3. Het lokale tv station brengt leuke programma s over mensen uit de omgeving. Er wel veel reclame van winkels uit de buurt. Lokaal betekent: a. onbekend b. uit de omgeving c. van een school d. klein, maar leuk 4. Er zijn in de wereld veel hulpbehoevende mensen: arme mensen, gehandicapten, kleine kinderen. Ik wil ze helpen en iets goeds doen voor de wereld. a. arme mensen in de derde wereld b. mensen die niet gelukkig zijn c. mensen zonder uitkering d. mensen die hulp nodig hebben Pagina 2 van 6

5. Onze school heeft internationale contacten. Er komen soms studenten uit andere landen meedoen met bepaalde lessen. Dan moeten we Engels praten in de les. a. met verschillende landen b. op bepaalde vakgebieden c. met andere scholen d. interessant of leerzaam 6. Ik wil de baas spreken. Wie deelt in dit bedrijf de lakens uit? a. Wie regelt hier alles? b. Wie doet de was? c. Wie kan mij een laken geven? d. Wie kan mij helpen? 7. Bij een stage steek ik mijn handen uit de mouwen. Als ik laat zien dat ik goed kan werken mag ik misschien blijven. a. moeten mijn handen zichtbaar zijn b. mag ik geen blote armen hebben c. werk ik hard d. doe ik alsof ik hard werk 8. Hoe zijn de omstandigheden bij jullie in Zuid-Afrika? Is het heet? Komt er water uit de kraan? Hebben jullie elektriciteit? a. Hoe is de situatie? b. Hoe is de gezondheid? c. Hoe is het op het werk? d. Hoe is het weer? 9. Mensen die veel mopperen zouden moeten leren relativeren. Andere mensen hebben het veel slechter. a. beseffen dat ze vervelend zijn b. begrijpen dat het ook anders kan zijn c. iets leren over de situatie van anderen d. weten dat je niet moet zeuren Pagina 3 van 6

10. Wie in het buitenland gaat werken moet aanpassingsvermogen hebben, want dingen gaan daar anders dan thuis. a. gevoel voor humor b. kunnen omgaan met andere gewoontes c. goed vasthouden aan je eigen gewoontes d. weten waar je aan begint Hoe onthoud je het woord? Vul het woordvierkant in Omschrijving van de betekenis: Voorbeeldzin uit de tekst: Eigen voorbeeldzin: De omstandigheden Afbeelding: Iets anders Andere woorden die ermee te maken hebben: Pagina 4 van 6

Ken je de woorden? vrijwilligers uitgezonden lokaal hulpbehoevend e internationale de omstandigheden relativeren aanpassingsvermogen steken de handen uit de mouwen deelt de lakens uit In welke zin past het woord? Vul het woord in. 1. Greenpeace zoekt om geld in te zamelen en folders uit te delen. 2. Mijn tante in een kindertehuis in Tanzania. 3. In dat kindertehuis wonen kinderen. Ze zijn verlamd, blind, of hebben andere handicaps. 4. Met en respect kom je ver als je op reis gaat naar landen met andere gewoontes dan thuis. 5. Als je in het leger werkt, kun je worden naar oorlogsgebieden om daar de vrede te bewaken. 6. Naar het buitenland bellen is veel duurder dan een telefoongesprek. 7. Begin november, op natuurwerkdag, veel mensen en helpen met snoeien, bollen planten, schoonmaken, of andere klussen in de natuur. 8. Geen zin om naar school te gaan? Probeer eens te. Veel jongeren in andere landen kunnen niet naar school, ook al willen ze graag. 9. Sommige jongeren hebben op Facebook contacten. Hun vrienden komen uit allerlei landen. 10. De weers zijn hier op Mallorca geweldig: altijd zonnig en lekker. Pagina 5 van 6

1. Beantwoord de vragen in hele zinnen. Hoe gebruik je het woord? a. Waar zou jij vrijwilligerswerk willen doen? b. Wanneer en hoe laat jij je aanpassingsvermogen zien? c. Waarvoor zou jij de handen uit de mouwen willen steken? d. Heb jij internationale contacten? Welke? e. Over welke omstandigheden ben je niet tevreden? 2. Maak een zin met de volgende woorden: a. lokale b. uitgezonden c. hulpbehoevend d. relativeren e. deelt de lakens uit Pagina 6 van 6