De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1)

Rechtsstaat: staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer paragraaf 1 t/m 7

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 1.1 en

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Wat is maatschappijleer H1 + 2 en Rechtsstaat H1t/m6

7.7. Boekverslag door M woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1:

- Trias politica, grondrechten en legaliteitsbeginsel vormen de beginselen van rechtsstaat

Rechtsstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen de macht en willekeur van de overheid.

7,6. Samenvatting door een scholier 1989 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Boekverslag door I woorden 11 maart keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Maatschappijleer

7.9. Samenvatting door een scholier 1740 woorden 13 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Wat is Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Begrippenlijst Maatschappijleer Thema's rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechten

Rechtstaat: Waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat Hoofdstuk

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Proeftoets E2 vwo4 2016

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat 1 t/m 9

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Eerste Nederlandse grondwet komt uit 1798, toen Nederland bezet was door de Fransen.

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard

1. Recht en rechtvaardigheid

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Grondrechten: rechten die fundamenteel zijn voor vrijheid, ontplooiing, welzijn en bescherming van het individu.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Maatschappijleer gaan over de manier waarop we de samenleving vormgeven. Hiervoor hebben we 4 thema s:

Samenvatting Maatschappijleer H.2 Rechtsstaat. 1 idee en oorsprong van de rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

1.5. Samenvatting door een scholier 2723 woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID

Samenvatting Maatschappijleer Thema Rechtstaat

Maatschappijleer Rechtsstaat - HAVO

8,1. Samenvatting door een scholier 2932 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit.

7.6. Boekverslag door D woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Rechtsstaat

6,4. H1: Wat is maatschappijleer? Samenvatting door een scholier 2609 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Wat is een rechtsstaat?

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta)

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat 1 t/m 9

Maatschappijleer VWO 5

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

H1 1 Waarom maatschappijleer? Overal waar mensen met elkaar te maken hebben zijn regels en afspraken. (bijv. in een gezin)

Samenvatting Maatschappijleer RECHTSSTAAT 1tm7+9

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

- Rechtsstaat: stelt de belangrijkste regels vast voor burgers en voor de overheid.

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Antwoorden op de vragen van de uitgereikte stencils

Inhoud 1 Recht Indelingen in het recht 3 Rechtsbronnen

Instructie Machtenscheidingsquiz

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6, 8, 9, Rechtsstaat

1 keer beoordeeld 26 november 2014

Criminaliteit. en rechtsspraak

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Thema rechtsstaat. 1 Idee en oorsprong van de rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Thema 1 Wat is Maatschappijleer

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsregels

Begrippenlijst Maatschappijleer Criminaliteit en Politiek

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Transcriptie:

Samenvatting door Sara 1620 woorden 12 mei 2015 6,5 58 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Par 1. Idee en oorsprong van de rechtsstaat. De overheid moet optreden als burgers geweld tegen elkaar gebruiken, maar ze mogen niet alles. Nederland is een democratische rechtsstaat, die burgers een dubbele zekerheid biedt. Een rechtsstaat is een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid. De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten. De trias politica, de grondrechten en het legaliteitsbeginsel vormen samen de beginselen van de rechtsstaat: Trias politica: scheiding der machten. Drie staatsmachten die elkaar in evenwicht houden. Grondrechten. Koningen zijn tegenwoordig in een constitutionele monarchie gebonden aan de grondwet. Grondrechten zijn rechten die zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, de ontplooiing, het welzijn en de bescherming van het individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn vastgesteld. Legaliteitsbeginsel. Volgens het legaliteitsbeginsel mag de overheid alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd en voor iedereen gelden. Met deze 3 beginselen staat het idee van de rechtsstaat haaks op die van dictaturen. De rechtsstaatgedachte was nodig na WOII om de uitgangspunten opnieuw te formuleren. Internationale ontwikkelingen: 1948: VN formuleerden de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. 1950: Europese landen sloten in Rome het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Als er onrechtvaardig gehandeld word, komt de rechtsstaatsgedachte weer scherp naar boven en blijken de uitgangspunten ervan nog springlevend. De rechtsstaat geeft een uiterst limiet of ondergrens aan waaraan je situaties, gebeurtenissen, beslissingen en handelingen kunt afmeten. Par 2. Grondwet en grondrechten. In de rechtsstaat staat naast gelijkheid het begrip vrijheid centraal, zoals het recht om te zeggen wat je wilt. In sommige situaties komen gelijkheid en vrijheid in botsing met elkaar. Geschiedenis van de grondwet: 1798: Voorloper grondwet 1806: Nederland werd constitutionele monarchie 1814: Eerste grondwet in Nederland https://www.scholieren.com/verslag/85606 Pagina 1 van 5

1815: Wijziging = België erbij 1840: Wijziging = België weer weg 1848: Ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk. Rechtstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer. Enkele andere belangrijke grondwetswijzigingen sinds 1848 zijn: 1917: Algemeen mannenkiesrecht 1922: Vrouwen kiesrecht 1983: Algehele herziening van de grondwet De grondwet heeft als doel om: De begrenzing van de macht van de staat aan te geven en daarmee de vrijheden van burgers te garanderen Fundamentele rechten van burgers vast te leggen Aan te geven hoe de belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn georganiseerd De eenheid van de staat uit te drukken en te zeggen dat de burgers, ondanks alle verschillen, toch één willen zijn en één willen blijven Inhoud van de grondwet: Klassieke grondrechten. De grondrechten staan in willekeurige volgorde, omdat de wetgever het ene grondrecht niet belangrijker vindt dan het anderen Sociale grondrechten. Het grote verschil met de klassieke grondrechten is dat de overheid actief moet optreden om de sociale grondrechten waar te maken. De overheid heeft een zorgplicht tegenover burgers op gebied van: Werkgelegenheid en vrije keuze van arbeid Bestaanszekerheid en welvaart Leefbaarheid en milieu Volksgezondheid en woongelegenheid Onderwijs Organisatie van de macht. Hoofdstukken 2 t/m 7 worden per hoofdstuk alle belangrijke organen en bestuurlijke functies geregeld. Hoofdstuk 8 = de wijziging van de grondwet Grondrechten hebben een horizontale werking als het gaat om de verhoudingen tussen burgers onderling. Bij de verticale werking draait het om de verhouding tussen burgers en overheid. Vooral binnen de horizontale werking kan er sprake zijn van botsende grondrechten. Dit is het geval wanneer de grondrechtelijke belangen van burgers met elkaar in conflict komen. Er bestaan geen objectieve criteria voor een rangorde. Een voorstel is om sommige botsingen van grondrechten zoals de vrijheid van godsdienst en meningsuiting in Europees verband te laten beoordelen. Par 3. Trias politica: scheiding of evenwicht van machten? Ideale taakverdeling volgens Montesquieu: 1. 2. 3. Wetgevende macht = wetten maken en bewerken Uitvoerende macht = wetten toepassen Rechterlijke macht = oordelen over wetten Checks and balances = de drie machten weerhouden elkaar van het veroveren van te veel macht (checks) en houden elkaar daarmee in balans. De drie machten in Nederland: Wetgevende macht. Vertegenwoordigend orgaan dat door het volk gekozen wordt. Moet in verschillende kamers verdeeld zijn. Goede wetten moeten: Algemeen zijn Duidelijk zijn Haalbaar en uitvoerbaar zijn Uitvoerende macht. Ministers. Nieuwe wetten ontwerpen. Vierde macht = Ambtenaren Rechterlijke macht. Rechters staan boven de partijen omdat ze een vonnis uit kunnen spreken waar ministers het niet mee eens zijn. Jurisprudentie = het geheel van uitspraken van rechters. https://www.scholieren.com/verslag/85606 Pagina 2 van 5

Elk van de drie machten heeft een eigen taak en een eigen bevoegdheid. Binnen de trias politica hebben de drie machten niet dezelfde positie. Met name rechters nemen een andere plaats in dan politici. In theorie zijn de drie machten in balans en vullen ze elkaar aan. Maar in de praktijk lopen de drie machten elkaar regelmatig voor de voeten. Par 4. Het legaliteitsbeginsel. Legaliteitsbeginsel = Iemands vrijheid mag alleen ingeperkt worden als de rechtmatigheid van die beperking is vastgelegd in wetten en regels die door het parlement zijn aangenomen. Het geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen én de manier waarop het recht is georganiseerd noemen we de rechtsorde. Soorten regels: Rechtsregels. Rechtsregels zijn gedragsregels die wettelijk door de overheid zijn vastgelegd. Er zijn twee redenen voor het opstellen van rechtsregels: Doelmatigheid, zodat er duidelijke afspraken zijn Zedelijk bewustzijn, zodat er regels zijn die de waarden weerspiegelen die wat met elkaar delen: wat is goed en slecht? Sociale en morele regels. Sociale regels geven een beoordeling van gedrag in termen van wel of geen rekening houden met anderen. Morele regels geven een beoordeling van gedrag in termen van goed of kwaad. Niet alle rechtsregels zijn moreel de juiste regels en omgekeerd zijn sommige morele regels juridisch weer niet afdwingbaar. Het privaatrecht regelt alle relaties tussen burgers onderling. Het publiekrecht regelt alle relaties tussen burgers en overheid. Privaatrecht = horizontale relaties. Tot het privaatrecht behoren onder meer de volgende gebieden: Personen- en familierecht Ondernemingsrecht Vermogensrecht Publiekrecht = verticale relaties. Tot het publiekrecht behoren onder meer de volgende gebieden: Staatsrecht Bestuursrecht Strafrecht Par 5. Het strafproces. Onschuldvermoeden = een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Daarnaast heeft een verdachte als hij gearresteerd is, recht op een advocaat. Als hij daar geen geld voor heeft, subsidieert die overheid een advocaat. Het legaliteitsbeginsel staat er garant voor dat niemand zonder vorm van proces in de gevangenis mag worden gestopt. Alle regels tezamen noemen we het strafprocesrecht. Er zijn zes fasen aan te wijzen in het gehele traject na ontdekking van een misdrijf tot aan het moment dat de gevangenisdeur achter een veroordeelde dichtgaat: 1. Aanhouding. Als je verdachte bent, mag de politie je staande houden, oftewel je laten stilstaan en vragen naar je personalia. De politie kan een verdachte ook aanhouden, wat betekent arresteren en meenemen voor verhoor. 2. Opsporing (onderzoek van het misdrijf). Tijdens het opsporingsonderzoek mag de politie zogenoemde dwangmiddelen gebruiken. Voor sommige dwangmiddelen of bevoegdheden heeft de politie toestemming nodig. Als de officier van justitie of de advocaat de voorbereidingen voor een strafzaak na maximaal 110 dagen voorarrest nog niet afgerond, volgt er een proformazitting. https://www.scholieren.com/verslag/85606 Pagina 3 van 5

3. 4. 5. 6. Vervolging door het Openbaar Ministerie. Vervolgingmonopolie = de uiteindelijke beslissing of een zaak voor de rechter wordt gebracht. Seponeren = besluiten om niet verder te vervolgen. Berechting. Tenlastelegging = een brief waarin de verdachte voor de rechter moet verschijnen. Aan het eind van de zitting houdt de officier van justitie zijn requisitoir en vraagt om een bepaalde straf, waarna de advocaat zijn pleidooi houdt. Eventueel hoger beroep. Na het vonnis van de rechtbank is er hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof, waar de strafzaak helemaal wordt overgedaan. Cassatie = er wordt alleen naar de straf gekeken. Uitvoering opgelegde straf. Gedetineerden hebben in principe recht op voorwaardelijke invrijheidstelling na het uitzitten van twee derde van de straf. Ex-gedetineerden hebben recht op reclassering. Par 6. Het strafrecht. Het strafrecht ondersteunt de rechtsstaat met 3 belangrijke uitgangspunten. "Geen feit is strafbaar dan op grond van een daaraan voorafgegane strafbepaling." Legaliteitsbeginsel geldt in het strafrecht. Strafbepalingen moeten duidelijk zijn omschreven. Ne bis in idem-regel = je kan nooit 2 keer vervolgd worden voor hetzelfde vergrijp. Het eerste deel van het WvS bevat algemene bepalingen. Het tweede deel geeft een opsomming van alle misdrijven. In het derde deel staan alle overtredingen. Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten dan misdrijven. De inhoud van alle strafbepalingen heet het materiële strafrecht. De rechter mag van de maximale straf naar beneden afwijken, maar niet naar boven. Strafuitsluitingsgronden: Rechtvaardiging. Bij rechtvaardigingsgronden is het gepleegde feit in het licht van bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar: Noodweer. Je verdedigt jezelf of een ander tegen geweld. Overmacht-noodtoestand. Als de overtreding kleiner is dan de reden waarom je het doet. Ambtelijk bevel. Niet schuldig. Bij schulduitsluitingsgronden is het feit wel strafbaar, maar heeft de dader geen schuld: Psychische overmacht: gedwongen door iemand, geen weerstand. Noodweerexces. Paniekreactie Ontoerekeningsvatbaarheid. Geestelijke- of psychische stoornis Afwezigheid van schuld. Geen straf zonder schuld Soorten straffen: Geldboete Taakstraf Vrijheidsstraf = gevangenis De rechter kan ook bijkomende straffen opleggen. Strafrechtelijke maatregelen = maatregelen om de samenleving te beschermen. Functies van straffen: Wraak en vergelding. Misdaad mag niet lonen Afschrikking Voorkoming van eigenrichting. Als de overheid niet straft, gaan de mensen het zelf doen Resocialisatie. Leven verbeteren Beveiliging van de samenleving Kinderen onder 12 jaar kunnen niet vervolgd worden. Haltbureau geeft taakstraffen. Jeugdstrafrecht is sterk gericht op resocialisatie. Par 7. Burgerlijk recht en bestuursrecht. Het grootste deel van rechtszaken gaan over: Burgerlijk recht (2 burgers tegen elkaar) Bestuursrecht (burgers tegen overheid) https://www.scholieren.com/verslag/85606 Pagina 4 van 5

De eiser is degene die de zaak aan de rechter voorlegt. De gedaagde is de persoon van wie iets wordt geëist. Rechtspersonen kunnen mensen zijn maar ook stichtingen en organisaties. In het strafrecht is de verticale verhouding tussen burger en overheid aan de orde. In het burgerlijk recht gaat het om de horizontale verhouding tussen burgers onderling. De zaak begint wanneer jij als eiser door een deurwaarder aan de gedaagde een dagvaarding laat sturen waarin staat dat hij voor de rechter moet verschijnen: Naam eiser Eis Motivatie van de eis Tijdstip en plaats rechtszaak Bij grote of ingewikkelde zaken ben je verplicht je te laten vertegenwoordigen door een zogenoemde procureur, omdat hij de regels kent. Voor elke keer dat de gedaagde de afspraak overtreedt, moet hij een dwangsom betalen. Loonbeslag = als je de dwangsom niet betaald wordt er automatisch een deel van het inkomen aan de winnaar betaald. Kort geding = een versnelde en vereenvoudigde procedure die wordt behandeld door een zogenaamde voorzieningenrechter. De bodemprocedure is de definitieve uitspraak. Burgers mogen niet blootgesteld worden aan willekeur. Hoger beroep = bezwaar tegen de overheid. Terreinen waarop het bestuurlijk recht een grote rol speelt: Vergunningen Uitkeringen en subsidies Asielaanvragen en verblijfsvergunningen Belastingen https://www.scholieren.com/verslag/85606 Pagina 5 van 5