Openbare verlichting

Vergelijkbare documenten
NPR-13201:2017. Wat zijn de veranderingen en hoe passen we die toe?

Richtlijn Openbare Verlichting NPR Praktijkervaringen. Lagere niveaus op verkeerswegen. Hogere niveaus in verblijfsgebieden

BIJLAGE 4 TOELICHTING HOE TE VERLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM EN BUITEN DE BEBOUWDE KOM

PKVW vernieuwt. Sociale veiligheid en verlichting 29 januari 2015

Lichthinder Onderzoek

Verlichtingsklasse P

Fietspad/wandelpad. Openbare Verlichting & Verkeersregelinstallaties. >> Als het gaat om energie en klimaat

Bijlagerapport Lichthinderonderzoek. Capaciteitsonderzoek Sportpark Zuidhorn

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting en Borger-Odoorn

Kennissessie Lichttechniek

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting in de gemeente Dronten

Openbare verlichting: hoe kan het efficiënter?

Wegen. Foto: N374 in Borger. Gebiedsontsluitingsweg binnen de kom. Gemeente Borger-Odoorn besluit gemeenteraad: 8 maart 2018; nr. 18.

TC de Schapekolk en DSC. Lichtonderzoek Sportpark De Zunnebargh te Diepenveen

Beleidsuitgangspunten. openbare verlichting. Midden-Drenthe

Rapport lichthinder onderzoek Jekerdal in Maastricht. Sportpark Jekerdal in Maastricht.

NBN-EN : Werkplekverlichting binnen

Vervangingsplan Pekela

Openbare verlichting aansluiting N201/Zijdelweg

Verslag Lichthinderberekening VV Heer 2 wedstrijdvelden

Lichtconsult.nl Industrieweg 1A AP Culemborg

Openbare verlichting led pilot Kom Noord Utrechtse Heuvelrug

Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Midden - Drenthe

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

Macro-energielabel Openbare Verlichting

Verslag Lichthinderberekening V.V. Helvoirt

Laat uw lichtmasten promoveren

Verlichtingsontwerp Openbare Verlichting: ANNASTRAAT BINNENSTAD GELEEN

Openbare verlichting uitrol led pilot Utrechtse Heuvelrug

Commissie Openbare Verlichting

Met de komst van led is de G klasse achterhaalt en niet meer bruikbaar

Woongebieden. Foto: Steven van Beusichemlaan, eerst scheen de lamp in het huis, nu met de nieuwe gerichte ledverlichting is dit veel minder.

BELEIDSPLAN OPENBARE VERLICHTING BIJLAGE 2 VERLICHTINGSTECHNIEK

Beleid Openbare verlichting (OVL) Gemeente Stadskanaal. Henk Ensing Beleidsadviseur Team Stadsbeheer Gemeente Stadskanaal

Sportveldverlichting EEN STAND VAN ZAKEN. Hoevelaken, 29 januari 2015

Notitie. Tennispark Zegveld. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten

MER N279 VEGHEL-ASTEN DEEL B EFFECTRAPPORT GRIJS. B.14 LICHTHINDER Provincie Noord-Brabant

Wegen. - Erftoegangswegen. Binnen de kom in principe 30 km/uur en buiten de kom in principe 60 km/uur.

Voorbeeld. Preview. NPR 13201/A1 (nl) Nederlandse praktijkrichtlijn. Openbare verlichting Kwaliteitscriteria. Public lighting Quality criteria

Rapport lichthinder onderzoek Sportpark Jekerdal in Maastricht.

Presentatie IGOV Kenniscafé. Armaturen openbare verlichting

Beheer- en beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Nieuwkoop

Checklist Politiekeurmerk Bestaande Bouw 2011 namens

Handleiding Energielabeling Openbare Verlichting

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een richtlijn van het EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Bouwfysica. Verlichting. Onderwerpen. hoofdstuk 4 Bouwfysica. Begrippen. Kunstlicht. Daglicht. Straatverlichting. Cauberg-Huygen BV 1

Duurzaamheid in aanbesteding Wegdekinnovatie als voorbeeld

Lichthinder in Nederland. Henk Stolk NSVV 17/10/2017

parkeerterrein Beleids- en beheerscontext informatieve basis Doelen en principes te volgen code van goede praktijk

SAMENVATTING INCL. BELEIDSVOORSTELLEN Aanleiding Doel van het beleidsplan Leeswijzer 4 2. FUNCTIES VAN DE OPENBARE VERLICHTING 5

Adviesrapport Verlichting Tennispark Grubbenvorst. Gemeente Horst aan de Maas. Juni Pagina van 23

Hoe moet het: gokt u ernaar of weet u het?

Ontwikkelen. Beleidsplan. Openbare verlichting. Gemeente Haren

Memo. Verhouding auto-fiets 2015

Beheerplan Openbare Verlichting 2011

Veiligheidsimpakt tunnelverlichting. 11 september 2019

Beter licht met minder energie

Figuur 1: Wegencategorisering gemeente Vlissingen

veilig en energiezuinig) 2. Concept raadsbesluit

Tunnelverlichting: Daar waar nodig... Nationaal Congres Openbare Verlichting januari 2016 Hans Huijben & Harry de Haan

Reflectie van wegdekken en waarneming

Een nieuwe norm voor werkplekverlichting

BIJLAGE 3 TOELICHTING ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEBESPARINGSOPTIES

Kwaliteit & Kosten Verlichting Openbare Ruimte

VERKEERSKUNDIGE UITGANGSPUNTEN VOOR EEN LEEFBAAR EN VEILIG WIERINGERWERF

Gemeentewerken Cluster Beheer Gemeentewerken (071) Raadsleden

Uitbreiding IKEA te Utrecht

Rapport M R001v2

Aansluiting Dorpsstraat: Voetgangersoversteekplaats: Voetgangers op parkeerterrein: Parkeerplaatsen: Oversteekplaats fietsers: Verkeerskundig

Volgens afspraak ontvangt u hierbij het verkeersadvies inzake de bestemmingsplanwijziging rondom Marktstraat 23 te Bodegraven.

Overzicht wijzigingen handboek PKVW Nieuwbouw (NB) juni 2011

Bijlage 6: Lichthinderonderzoek

Gemeente Leiden en Oegstgeest, lichthinder onderzoek brug Poelgeest

18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop

Adviesburo RIET Postbus CD BUNNIK t.a.v. de heer T. de Kroon Betreft: Rapport en meetresultaten lichthindermeting TAVV

Blokhoeve Blok Oost te Nieuwegein Lichthinderonderzoek tennispark Heidehal

Verlichting door de ogen van de gebruiker

Evaluatie O.V. zone Luithagen

dhr. T. de Vries - Openbare werken 3. Beheer openbare ruimte

VERLICHTING VAN BELANG VOOR GOED FUNCTIONEREN

Samenvatting onderzoek lichtreflectie

COB-congres. Workshop Energiereductie in tunnels met civieltechnische maatregelen. Johan Naber RWS GPO Harry de Haan Elumint

Bijlage 2M Maatregelen

Samen op weg naar een duurzame openbare verlichting!

Uitgangspunten. Flatopled.nl voorbeeld inventarisatie complexen

M{ZD{ _14R1_MAZ6_V2_COVERS.indd /03/ :59:20

Vlaams Elektro Innovatiecentrum. Werkplekverlichting. Algemeen:

Checklist Politiekeurmerk Bestaande Bouw Aanvrager: Project : Plaats : Betreft : PRESTATIE-EISEN CERTIFICAAT BEVEILIGDE WONING(W)

Snelheid op gewestwegen buiten de bebouwde kom. Stuurgroep Verkeer en mobiliteit

Evaluatie van projecten voor de inrichting van weginfrastructuur in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

Openbare verlichting en verkeersveiligheid Compromis tussen zichtbaarheid, prestaties en het verwijderen van obstakels langs de weg

Herinrichting Beusichemseweg. Binnen bebouwde kom t Goy

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Beleidsbeheerplan openbare verlichting 2016 gemeente Boekel

Verkeers- en Sociale Veiligheid

Memo van de gedeputeerde C.A. van der Maat Gedeputeerde Mobiliteit en Samenwerking

INFORMATIEAVOND ONDERHOUD EN VERKEER IN DE BOOMBERG. 8 november 2016

Lichttechnisch onderzoek ten behoeve van de realisatie sportvelden Geusseltpark te Maastricht. Datum 23 september 2009 Referentie

Nagtzaamstraat. Voorstel tot verbetering van de verkeersveiligheid. Wijkraad Amsterdamsebuurten Fietsersbond. September 2014

NPR (nl) Openbare verlichting Kwaliteitscriteria

Transcriptie:

Bijlage 4 ROVL-2011 Inleiding op de Nederlandse richtlijnen ROVL 2011 voor het ontwerpen en toepassen van Openbare verlichting Opgesteld door: De Kruijter Openbare Verlichting In opdracht van : Gemeente Noordenveld Datum: Mei 2011 1

1 Nederlandse wetgeving inzake openbare verlichting Deze wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek van 1 januari 1992, boek 6, artikel 174. De eigenaar of beheerder van de weg heeft een wettelijke aansprakelijkheid voor de toestand van de wegen en alles wat daarbij hoort. Hij moet zorgen dat de weg met bijbehorende uitrusting in een goede staat verkeert. Het gaat hierbij om een risico -aansprakelijkheid met betrekking tot de verkeersveiligheid. Hierbij is het voldoende om de relatie aan te tonen tussen de toestand van de weg, inclusief de weguitrusting, en het optreden van gevaar. Een verkeersschade moet in alle redelijkheid zijn toe te schrijven aan de toestand van de weg en alles wat daarbij hoort. Dat geldt dus ook voor de openbare verlichting. De wet voorziet niet zelf in de kwaliteitscriteria waaraan de openbare verlichting moet voldoen. Daartoe zijn de richtlijnen, aanbevelingen en normen ontwikkeld zoals hierna zal worden toegelicht. 2 Historische ontwikkelingen Nederlandse normen en aanbevelingen De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft, om te voorzien in de behoefte aan objectieve kwaliteitscriteria, richtlijnen, normen en aanbevelingen voor de verlichting van openbare ruimten ontwikkeld. De eerste uitgave hiervan dateert uit 1957 en richt zich met name op de openbare verlichting in woonstraten. eisen openbare verlichting waarde in lux 12 10 8 6 eisen openbare verlichting waarde in lux 4 2 0 NSVV 1957 NSVV 1957 NSVV 1974/1975 NSVV 1977 NSVV 1990 PKVW 96 PKVW 98 NPR 13201-1 Historische ontwikkeling van het aanbevolen verlichtingsniveau voor openbare verlichting. In 1957 verscheen de eerste aanbeveling voor een horizontale gemiddelde verlichtingssterkte. Deze bedroeg 11 lux voor een verkeersfunctie en 8 lux voor een verblijfsfunctie. In de praktijk werden ontwerpen veelal sterk beïnvloed door de persoonlijke op ervaring gebaseerde inzichten van de ontwerper. In 1974 en 1975, evenals in de aanvulling van 1977 is in de herzieningen van de aanbeveling de aanbevolen gemiddelde verlichtingssterkte verlaagd naar 5 lux. Dit als reactie op de toenmalige energiecrisis. In 1990 zijn de aanbevelingen voor de verlichtingssterkte verder verlaagd naar 3 lux om deze beter te laten aansluiten aan de aanbevelingen zoals deze in de ons omringende landen worden gehanteerd. In 2002 vindt in de NPR 13201-1 een verbijzondering van de verlichtingssterkte plaats gericht op specifieke situaties zoals bijvoorbeeld verkeersremmende maatregelen. 2

3 Het Politiekeurmerk Veilig wonen Het Politiekeurmerk Veilig Wonen richt zich niet primair op openbare verlichting maar op het totale scala aan veiligheidsmaatregelen gericht op woningen en woonomgevingen. Openbare verlichting is daar een onderdeel van. Dit keurmerk geeft aanbevelingen voor de hoeveelheid openbare verlichting vanuit de optiek van veiligheid van de woonomgeving. Was er verschil in ontwerpeisen tussen de voorgaande aanbevelingen voor openbare verlichting (NPR 13201-1) en de verlichtingseisen conform in het Politiekeurmerk Veilig Wonen dan is dat met de huidige aanbeveling (ROVL-2011) komen te vervallen. Het toepassen van de richtlijn ROVL-2011 is toereikend voor de openbare verlichting conform het Politiekeurmerk. 4 Toelichting bij de nieuwe richtlijn ROVL 2011 In april 2011 is de nieuwe richtlijn voor openbare verlichting de ROVL 2011 uitgekomen. Dit document is een vertaling en bewerking van de Europese richtlijn de CIE 115 en is aangepast aan de Nederlandse situatie. 4.1 Algemeen Om binnen de nieuwe aanbeveling de juiste verlichtingsklasse voor een openbaar gebied te kunnen bepalen is het om te beginnen vereist de hoofdfunctie van het gebied te bepalen. Er worden drie hoofdfuncties onderscheiden, een verblijfsgebied, een gebied met verkeersfunctie en een conflictgebied. Een verblijfsgebied kenmerkt zich als een openbaar gebied waar het vooral gaat om sociale veiligheid en dus het goed het kunnen herkennen van personen op een afstand van vier meter en het zichtbaar zijn van de omgeving en eventuele obstakels daarin. In het openbaar gebied met een verkeersfunctie is het van belang om de eigen positie van de verkeersdeelnemer ten opzichte van de positie van de medeweggebruikers voldoende te kunnen herkennen evenals het verloop van de weg. Bij een conflictgebied gaat het om een combinatie van verkeersfuncties en verblijfsfuncties. Hierbij is het van belang kruisend verkeer met een lage snelheid, zoals voetgangers, fietsers en andere medeweggebruikers, goed te kunnen waarnemen. Voor de hiervoor genoemde functioneel verschillende gebieden bestaat een verschillende en specifieke lichtbehoefte. Daarnaast is, door het verschil in functionaliteit van deze gebieden, ook een verschillende methode van lichtberekening vereist. 4.2 Verblijfsgebied Het verblijfsgebied valt onder de P klasse. De P komt van het Engelse woord Pedestrian. Binnen het gebied van de P klasse is het van belang om personen en omgeving bij een lage snelheid voldoende te kunnen waarnemen. Op basis van het invullen van functionele criteria zoals de maximaal toegestane snelheid ter plaatse, het gebruik en de intensiteit daarvan, de verkeerssamenstelling, geparkeerde voertuigen, de omgevingsluminantie en de zichtbaarheid van de omgeving wordt er een bepaalde score bepaald op grond waarvan wordt bepaald aan welke verlichtingsklasse een bepaald gebied moet voldoen. De systematiek is zo opgebouwd dat er mogelijkheden worden geboden om voor verschillende perioden, afhankelijk van de specifieke te verwachten verkeers - of gebruiksintensiteit, de verlichtingsbehoefte hierop af te stemmen. Dit om het licht verantwoord te kunnen dimmen of zelfs geheel uit te schakelen. Nieuw binnen de gebiedszone voor verblijf is de eis voor de verticale verlichtingssterkte op een hoogte van 1,5 meter boven straatniveau. Deze eis is ontstaan omdat er steeds meer armaturen op de markt kwamen die met een gerichte lichtbundeling voornamelijk het wegdek verlichten en in mindere mate de omgeving met de personen en objecten die zich binnen dit gebied bevinden. Er wordt bij deze eis onderscheid gemaakt tussen vertikaal licht op een 3

hoogte van 1,5 meter binnen het openbaar gebied en buiten het openbaar gebied. De verticale lichtsterkte op 1,5 meter binnen het gebied is bedoeld om gezichten te kunnen blijven herkennen en de lichtsterkte buiten het gebied heeft als doel de omgeving te kunnen blijven herkennen en daarmee wildgroei van privé tuin - en gevelverlichting tegen te gaan. De huidige conventionele armaturen zullen dan ook zonder meer voldoen aan de nieuwe eisen voor gezichtherkenningen en herkenning van de omgeving. Het kan echter wel betekenen dat berekende besparingen die uitgerekend zijn op basis van de oude richtlijn NPR 13201-1 niet meer worden gehaald omdat er aanvullende eisen worden gesteld aan de lichtkwaliteit. Verder wordt een overgangsperiode genoemd waarbinnen versoepelde maatregelen gelden voor wat betreft het behalen van nieuw gedefinieerde verticale verlichtingsterkte voor de herkenning van personen en van de omgeving. 4.3 Parkeerterrein De verlichting van parkeerterreinen valt buiten de nieuwe Nederlandse aanbeveling voor openbare verlichting (2011). Hiervoor wordt verwezen naar de NEN-EN 12464-2 waarin de tabel 5.9 is opgenomen voor parkeerterreinen buiten. De waarden die worden aangeven zijn de aanbevolen gemiddelde horizontale verlichtingssterkte Eh gem, de minimale horizontale verlichtingsterkte gedeeld door de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte U0 en de GRL, die gelijk is aan de VW waarde van sportveldverlichting en binnen veel softwarepakketten voor lichtberekening een standaard parameter is. De Ra waarde geeft de kleurweergave index aan en heeft daarmee ook betekenis voor de mate van kleurherkenning. De reden dat de parkeerterreinen niet zijn opgenomen in de nieuwe richtlijn ligt in het feit dat hiermee conflicterende situaties worden vermeden in de aanbevelingen indien een van beide wordt aangepast. 4.4 Verkeersfunctie Het wegennet valt onder de M klasse wat komt van het Engelse woord Motorized Traffic. Binnen dit gebied is het van belang om de eigen positie ten opzichte van de overige verkeersdeelnemers op de rijbaan te kunnen waarnemen evenals het verloop van de weg om op een veilige manier de rijtaak te kunnen vervullen. Het op een juiste wijze verlichten van het asfalt is voor deze klasse of verlichtingsgroep zeer belangrijk. De berekeningen zijn gebaseerd op de hoeveelheid door de rijbaan gereflecteerd licht en deze reflectie wordt uitgedrukt in cd/m2. Naast de gemiddelde hoeveelheid gereflecteerd licht is ook de gelijkmatigheid van het lichtbeeld van essentieel belang voor het herkennen van de overige verkeersdeelnemers. Door het meewegen van ontwerpaspecten zoals de maximaal toegestane snelheid, de verkeersintensiteit, de verkeerssamenstelling, de rijbaanscheiding, het al of niet voorkomen van geparkeerde voertuigen, de omgevingsluminantie en de visuele geleiding wordt bepaald aan welke verlichtingsklasse een bepaald wegtype moet voldoen. De systematiek is zo opgebouwd dat er mogelijkheden worden geboden om gedurende perioden met een lagere verkeers - of gebruiksintensiteit een lager acceptabel lichtniveau te bepalen wat in de praktijk kan worden gerealiseerd het licht te dimmen of zelfs geheel uit te schakelen. Nieuw binnen de M klasse is de eis voor de verticale verlichtingssterkte in de berm en op de rijbaan op en hoogte van 1,5 meter. Deze eis is ontstaan omdat er verlichtingsarmaturen op de markt kwamen die via gerichte lichtbundeling voornamelijk de rijbaan verlichten en in mindere mate de omgeving zoals de berm en de medeweggebruikers die zich binnen dit gebied begeven. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vertikaal licht op een hoogte van 1,5 meter op de rijbaan of in de berm. De eerste is bedoeld om mede weggebruikers te kunnen blijven herkennen en de tweede heeft als doel om ook nog wat in de berm te kunnen zien. De verblindingsgrens in gebieden met een luminantiewaarde van 1,0 cd/m2 is van 15% verzwaart naar 10%. Met andere woorden wordt minder verblinding toegestaan op belangrijke uitvalswegen en snelwegen. 4

4.5 Het Kruisvlak Het kruisvlak wordt ook wel conflictgebied genoemd omdat het snelverkeer in de vorm van personenvoertuigen, vrachtverkeer en langzaam verkeer in de vorm van voetgangers en fietsers elkaar op deze plaats kruist. Binnen de ROVL-2011 wordt dit gebied geclassificeerd als C klasse. Door hier de ontwerpaspecten maximaal toegestane snelheid, verkeersintensiteit, verkeerssamenstelling, rijbaanscheiding, omgevingsluminantie en visuele geleiding mee te wegen wordt bepaald aan welke verlichtingsklasse een bepaald gebied moet voldoen. De systematiek is zo opgebouwd dat ook hier mogelijkheden worden geboden om op tijden met een lage verkeers - of gebruiksintensiteit een aangepaste (lagere) lichtbehoefte te bepalen ten behoeve van de mogelijkheden tot dimmen. Nieuw binnen deze klasse voor het conflictgebied is ook de eis voor een minimale verticale verlichtingssterkte op het trottoir en op de het kruisvlak zelf op en hoogte van 1,5 meter. Deze eis is ontstaan omdat steeds er steeds meer armaturen op de markt kwamen die in mindere mate de omgeving verlichten. Ook hier geldt een overgangsperiode om daadwerkelijk in de praktijk te voldoen aan deze eis. Verder worden er in de nieuwe aanbeveling verschillende grenswaarden gesteld aan de verblinding bij hoge en lage snelheid binnen het conflictgebied. Dit bevorderd het zicht op kruisend verkeer. De klassering hiervan is uitgebreid ten opzichte van de NPR 13201-1 met een extra klasse van 50 lux gemiddeld. In de onderstaande figuur is weergegeven om welk gebied het gaat en waar de grenzen van het gebied liggen. Indien een nabijgelegen oversteek verder verwijderd is van het conflictgebied dan 8 meter zal deze niet meer het conflictgebied worden gerekend. Definitie en vastlegging van de conflictgebied bij een kruising Gebieden die niet onder het begrip conflictgebied vallen zijn onder andere voorsorteervakken, weefvakken in de rijbaan en de rijbaan zelf. Binnen al deze gebieden is het wisselen van rijstrook of wisselende snelheden van het verkeer heel gebruikelijk en dus vanzelfsprekend en daarmee niet aan te merken als een conflictgebied. In de bovenstaande overzichten is te zien hoe de begrenzingen van een conflictgebied zich in de praktijk manifesteren. Anders gezegd vormen de grenzen van een conflictgebied de overgangen van het conflictgebied naar een gebied met een verkeersfunctie of omgekeerd. 5