Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

Verslag van de Raad voor de Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 7 maart 2002.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hieronder vindt u een samenvatting van de onderwerpen van de Transportraad van 6 oktober 2011.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht Steun voor KLM schadelijk voor Schiphol en Waarom zou je concurrentie KLM tegenhouden??

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERP-NOTULEN Betreft: 2296e zitting van de Raad (Werkgelegenheid en Sociaal beleid), gehouden te Luxemburg op 17 oktober 2000

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Internetconsultatie belasting op luchtvaart

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 10 december jl.

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Dienst Wegverkeer (RDW) uit Zoetermeer. Datum: Rapportnummer: 2011/097

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517

(BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Brussel, woensdag 20 (15.00 uur) en donderdag 21 december 2000

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC. Brussel, 19 november 2007 (22.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0098 (COD) LIMITE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage IZ/EA/2003/84523

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC LIMITE ONTWERP- NOTULEN. van de 2178e zitting van de Raad (Landbouw) gehouden te Brussel op 17 mei 1999 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Herziening EU F-gassenverordening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9951/16 ADD 1 1 GIP 1B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 februari 2004 (27.02) (OR. en) 6548/1/04 REV 1 SOC 83 SAN 34 TRANS 82 MAR 24

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-09 Transportraad Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 24 oktober 1997 Hierbij doe ik u toekomen het verslag van de EU-Transportraad van 9 oktober 1997. De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink KST24779 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1997 Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-09, nr. 74 1

VERSLAG VAN DE TRANSPORTRAAD OP 9 OKTOBER 1997 1. Structurele dialoog De «Structurele dialoog» is de gezamenlijke vergadering van de ministers van de Gemeenschap en die van de 10 geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa (PECOS). De Transport Raad houdt een keer per jaar een dergelijke dialoog. Deze keer stonden als onderwerpen op de agenda het vervolg van de Pan Europese Transport Conferentie die eind juni in Helsinki plaatsvond en de markttoegang inclusief de transitoproblematiek. Commissaris Kinnock wees uiteraard op de noodzaak van het overnemen van de Europese regelgeving door de PECOS. Naar zijn opvatting is er al veel gedaan, zoals in de luchtvaart waar de voortgang heel behoorlijk is. Maar voor de verschillende transportsectoren is nog veel meer nodig, ook wat betreft de feitelijke tenuitvoerlegging. Dat betreft dan niet aangepaste procedures, administratieve en personele ondersteuning etc. Hij legde de vraag voor of een aanpak per transportmodaliteit de voorkeur verdient of dat een meer geïntegreerde aanpak de voorkeur verdient. Voorts of een bilaterale benadering ten behoeve van wederzijdse toegang, niet vervangen moet worden door een meer multilaterale aanpak. Op deze vragen kwam van de PECOS-landen geen eenduidig antwoord. Wel liep als een rode draad door de interventies de mate waarin EU-regelgeving overgenomen is of wordt en de noodzaak van geleidelijkheid bij dat proces. Zoals eerder was overeengekomen, beperkte de EU zich tot enkele interventies. Daarin werd onder meer het belang onderstreept van snelle overname van de veiligheids- en milieunormen bij het transport; het stimuleren van alternatieven voor het wegvervoer, en werd heel duidelijk de noodzaak onderstreept om allerlei discriminerende bepalingen snel uit de weg te ruimen. 2. Onderhandelingen op het gebied van de luchtvaart tussen de EU en de PECOS-landen Commissaris Kinnock deed kort verslag van de stand van zaken. Hij gaf daarbij aan dat de Commissie de voorkeur heeft te komen tot een akkoord dat voor alle landen op het zelfde niveau ligt. Mocht dat op een gegeven moment toch niet mogelijk zijn, dan moet die aanpak worden heroverwogen. Binnenkort vindt weer een volgende ronde plaats. Van mijn kant heb ik nog eens benadrukt hoezeer ik er belang aan hecht dat de betrokken Midden- en Oost-Europese landen de communautaire regels op het gebied van veiligheids- en geluidsnormen strikt in acht nemen. De heer Kinnock steunde dit. 3. Luchthavengelden Het ging hierbij om een eerste discussie in de Raad, toegespitst op twee onderdelen van de ontwerp richtlijn, nl. de vraag of het is toegestaan gelden die in een luchthaven worden geïnd via de tarieven, gebruikt mogen worden voor ondersteuning van andere kleinere luchthavens. De tweede vraag ging over het gebruik van tarieven als sturingsinstrument voor een efficiënt gebruik van de luchthaven en de doorberekening van de externe kosten. Wat betreft de eerste vraag over de kruissubsidies bleken de lidstaten uiteenlopende opvattingen te hebben. Een aantal lidstaten was van oordeel dat steun aan regionale luchthavens via luchthaventarieven mogelijk moet zijn om het netwerk op niveau te kunnen houden. Daarbij moet dan wel aan eisen van transparantie worden voldaan. Anderen gaven aan dat, indien steun noodzakelijk is, dit via andere kanalen, zoals regionale steun dient te gebeuren en niet via een wat oneigenlijk gebruik van luchthaventarieven van één of enkele grote luchthavens. Dit standpunt heb ik zelf ook naar voren gebracht. Daarnaast Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-09, nr. 74 2

heb ik opgemerkt dat deze ontwerp richtlijn voor tarieven beperkt moet worden tot een sturingsinstrument voor luchthavenexploitanten, bijvoorbeeld om het gebruik van bepaalde categorieën vliegtuigen te stimuleren of te ontmoedigen. Voor de doorberekening van externe milieukosten vind ik dat een afzonderlijke doelheffing op zijn plaats is, waarmee specifieke milieuprojecten gefinancierd kunnen worden. Ik heb met nadruk opgemerkt dat het doorberekenen van de kosten van geluidsisolatie in verband met Schiphol gecontinueerd dient te worden. Andere lidstaten gaven in meer of minder mate aan het van belang te vinden dat de externe kosten doorberekend worden, maar gingen in dit stadium niet duidelijk in op de wijze waarop dat zou moeten geschieden. Dat gold ook voor de Commissie. Tijdens de volgende Raad wordt verder gesproken over de luchthavengelden. 4. Onderhandelingen op het gebied van de luchtvaart tussen de EU en de VS De behandeling van dit onderwerp vond hoofdzakelijk plaats tijdens de lunch. De Commissie zou graag gaan onderhandelen met de VS over elementen uit het tweede deel van het mandaat zoals de verkeersrechten. De lidstaten zijn hierover verdeeld. De conclusie was dat Coreper een rapport zal opstellen ten behoeve van bespreking in de Transport Raad van december. 5. Toegang tot het beroep Bij de behandeling van het voorstel van de Commissie speelde in feite in de Raad nog maar een belangrijk discussiepunt. Dit ging om de mogelijkheid voor lidstaten om voor hun eigen onderdanen te verlangen dat zij een aanvullend examen doen, in het geval dat ze in een andere lidstaat een diploma voor vakbekwaamheid hebben behaald. Dat aanvullende examen is dan gericht op specifieke kennis die nodig is voor de uitoefening van het beroep als ondernemer in het wegvervoer. Na enige discussie ging de Raad akkoord met het door mij aangescherpte voorstel van het Luxemburgse voorzitterschap. Dat wil zeggen dat gedurende drie jaar aanvullende nationale eisen gesteld kunnen worden, met de mogelijkheid van een verlenging met nog eens vijf jaar, indien de Raad daarmee akkoord gaat. Aldus bereikte de Raad een Gemeenschappelijk Standpunt over dit voorstel. 6. Publiek-private financiering Als vervolg op haar bespreking tijdens de bijeenkomst in juni, aanvaardde de Raad nu vrijwel ongewijzigd de ontwerp conclusies van het voorzitterschap. Daarin wordt nogmaals het belang van de Trans Europese Netwerken onderstreept en de publiek-private financiering gezien als een belangrijk hulpmiddel bij de versnelde uitvoering daarvan. 7. Witboek uitgesloten sectoren Commissaris Kinnock gaf aan deze bespreking de gelegenheid te geven de reacties van de Transport Raad te horen, voordat de Commissie haar uiteindelijke standpunt zal innemen. Het voorzitterschap had enkele vragen voorgelegd waarover de Raad nu een eerste reactie kon geven. Die vragen gingen over het ook toepassen van de Richtlijn over de Arbeidstijd op de transportsector, rekening houdend met de eigen kenmerken van iedere vervoersmodaliteit; moeten geharmoniseerde sociale voorschriften gelden voor zowel werknemers als zelfstandigen; en over de definitie van «arbeidstijd» en in relatie daarmee Verordening 3820 over rij- en rusttijden. Uit deze eerste reacties bleek dat de lidstaten het er in het Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-09, nr. 74 3

algemeen wel mee eens waren dat de Richtlijn over Arbeidstijd voor een deel van toepassing zou kunnen worden op de transportsector, met name waar het de niet-mobiele werknemers betreft, maar dat tevens rekening gehouden moet worden met de eigen kenmerken van de transportsector als geheel en iedere modaliteit afzonderlijk. Ik heb aangegeven deze opvatting ook te delen. Wat betreft de tweede vraag waren de opvattingen verdeeld, terwijl bovendien enkele lidstaten in dit stadium daar nog geen antwoord op konden geven. Dat gold ook voor de derde vraag. Ik heb aangegeven dat wat betreft de toepassing op zelfstandigen dit ook per modaliteit bezien moet worden, en wat betreft de derde vraag, ik eerst het voorstel van de Commissie wil afwachten. Dat voorstel, zo heb ik opgemerkt, zal dan ook in het licht bezien worden van de bestaande normen voor rij- en rusttijden, de concurrentiepositie van het wegvervoer, en de handhaafbaarheid. Maar het ligt voor de hand om ook te kijken naar de mogelijkheden die Vo 3820 biedt. Het voorzitterschap wilde uit deze discussie geen conclusies trekken, maar achtte de reacties wel heel behulpzaam voor de Commissie. 8. Diversen * Mededingingsregels in de luchtvaartsector De Commissie gaf een toelichting op haar memorandum over dit onderwerp. Commissaris Kinnock bepleitte uitbreiding van de externe competentie van de Gemeenschap op dit gebied tot de EU-betrekkingen met derde landen. Hij gaf daarbij onder meer aan dat de Gemeenschap in vergelijking tot bijvoorbeeld de VS een sterke achterstand heeft. Geen enkele lidstaat gaf nu een reactie op dit voorstel dat de competentie van de lidstaten aanmerkelijk kan inperken. * Weekend rijverboden Naar aanleiding van het verzoek van Nederland in de Raad van juni jl., gaf Commissaris Kinnock een balans van de huidige situatie. Hij constateerde dat in 7 lidstaten een verbod bestaat met uiteenlopende regimes. De Commissie komt voor het eind van het jaar met een voorstel: meer harmonisatie en transparantie en een uitzondering van de rijverboden voor bepaalde corridors. Ik heb de Commissie bedankt voor deze initiatieven en aangegeven dat de vervoerders uit landen die grenzen aan deze «weekend rijverbod landen» te maken hebben met grote problemen die al enigszins verlicht zouden worden indien de weekend rijverboden zondagochtend vroeg zouden ingaan in plaats van zaterdagavond. Reacties van andere lidstaten waren verdeeld. Verschillende ondersteunden de ideeën van de Commissie; anderen waren het wel eens met het bezien van mogelijkheden van meer harmonisatie. Maar vooral Oostenrijk en Duitsland gaven aan geen behoefte te hebben aan EU-regels dan wel geen verlichting van de bestaande rijverboden via EU-harmonisatie. Beide landen stelden ook dat heel nadrukkelijk rekening gehouden moet worden met de opvattingen van de bevolking. Frankrijk gaf aan te staan achter de idee van meer harmonisatie, mits rekening gehouden wordt met de wekelijkse rustdag en verkeersveiligheid. * Alcoholgehalte in het verkeer Commissaris Kinnock kondigde aan het sinds 1989 op tafel van de Raad liggende voorstel inzake het alcoholpromillage van 0,5 weer te willen activeren. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-09, nr. 74 4

* EFTA: Maritieme cabotage Griekenland had verzocht om agendering van dit onderwerp. Het heeft grote problemen met uitbreiding van de cabotageverordening tot de EFTA-landen, waartoe de Commissie heeft besloten. Het gaat hier om een politiek gevoelige zaak en het verzocht om agendering voor de Raad in december. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-09, nr. 74 5