D rente van t schoone water



Vergelijkbare documenten
Erfgoed in Winterswijk, een andere weg. Tom Bade

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Eigen haard is goud waard De economische baten van cultuurhistorische waarden

KOSTENTOEDELINGSONDERZOEK Inleiding

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

De groene toegevoegde waarde. Over de economische kansen van de Drentsche Aa. oktober 2010 Deze rapportage heeft 23 pagina s Triple E - GS/BvM/TB

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

7178_Opmaak H :26 Pagina 60

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

7178_Opmaak H :24 Pagina 40

Tariefbepaling waterschapsbelasting

AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Resultaten Bedrijven Census 2014: hoe is de administratie van bedrijven op Curacao geregeld?

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

Gevolgen samentelregeling voor ALT en opt-out

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Economie groeit met 0,7 procent

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Impactanalyse DOT Honorariumtarieven

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

: Nieuw belastingstelsel

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN

Economische impact Bèta College & Delta Academy

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Rotterdam

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Belastinguitgave 2013

Groei Haagse werkgelegenheid zet door

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Samenvatting en conclusie

Onderzoeksrapport Nuenen c.a. en haar relatie met de omgeving bezien vanuit verplaatsingspatronen

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Energiebesparing koffieverpakkingen

Temperatuur oppervlaktewater,

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse: energie uit wind en zon

RECRON: 10 REDENEN OM DE TOERISTENBELASTING AF TE SCHAFFEN

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Voortgangsrapportage 2015-I en Sleutelrapportage januari - maart De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

COELO Woonlastenmonitor 2010

BIEO Begroting in één oogopslag

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Analyse (door)startende bedrijven (in woningen) Versie 2016 kwartaal 4

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Bedrijventerrein Nieuw Mathenesse (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Missie en visie Landschap Overijssel

Analyse (door)startende bedrijven (in woningen) Versie 2017 kwartaal 1

Belastinguitgave 2007

Het belang van het MKB

Werkgelegenheid in Leiden

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Graydon Studie

UBO-REGISTER: RUIM EIGENAREN VAN FAMILIEBEDRIJVEN DREIGEN HUN PRIVACY TE VERLIEZEN

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

7. PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Beantwoording vragen van de raad

Huidig economisch klimaat

Graydon Barometer. Graydon Barometer Betaalgedrag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Jaarverslag Criteria. Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO norm. Opgesteld door Paraaf. Datum Versie 2

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB RV

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017.

Eerste evaluatie verdienmodel MDV-1 Immanuël

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Belastingverordeningen Aan de raad, Onderwerp Belastingverordeningen 2017

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Regionaal-Economische Barometer

ECGF/U Lbr. 09/124

5 Opstellen businesscase

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Samenvatting Samenvatting

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Conjunctuurenquête Nederland

Transcriptie:

D rente van t schoone water De baten van water voor de provincie Drenthe in kaart gebracht Deze rapportage heeft 44 pagina s

Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 1 Drenthe van het schone water 4 2 Water op afbetaling 5 3 Het FEBO-model 7 4 Het resultaat van water 9 5 De KRW: gevolgen voor herkende geldstromen 17 6 De balans opmaken 22 7 Epiloog: Een nieuwe functiewaardering 24 A Appendix 27 A.1 Beschrijving van de onderzochte waterlichamen 27 A.2 Toelichting werkwijze 28 A.3 Toedelingsfactoren nader toegelicht 39 B Gebruikte literatuur 42 C Colofon 44 i

Begrippenlijst (Economische) actor Financieel-economische effecten Free rider bedrijf, particulier of overheid effecten van een bepaalde maatregel die in geld uit te drukken zijn en dus leiden tot kosten of geldstromen/opbrengsten economische actor die profijt geniet zonder (in evenredige mate) bij te dragen aan de investeringen die dit profijt genereren dan wel verhogen Geldstromen omzetten, waardestijging van onroerende zaken en/of inkomensoverdrachten in de vorm van belastingen Grondgebruik Hydromorfologie Kosteneffectief Onderzoeksgebied Opbrengsten Overheid OZB het (economisch) gebruik van het onderzoeksgebied rond waterlichamen verdeeld naar intensiteit, aard en de relatie met water de ingreep en het effect van alle abiotische vormfactoren, zowel natuurlijk als antropogeen van oorsprong, die gerelateerd zijn aan water in al zijn verschijningsvormen op en beneden het aardoppervlak, uitgezonderd het water in de zeeën en oceanen (bron: KRW) het netto profijt van een maatregel is groter dan het netto profijt van een andere maatregel het totaal van alle onderzochte waterlichamen en aangrenzend gebied van waaruit gegevens zijn verzameld zie Geldstromen alle Nederlandse nationale en lokale overheden Onroerende Zaak Belasting Profijt som van geldstromen/opbrengsten en overige componenten i.e. zaken die wel als waardevol worden beschouwd, maar niet gemonetariseerd zijn van welvaart Waterlichaam WOZ een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater (bron: KRW definitie oppervlaktewaterlichaam ) Waardering Onroerende Zaken 3

1 Drenthe van het schone water Drenthe van het schone water. Zo zal het ooit wel zijn geweest. Immers, Schoonebeek ligt in Drenthe en zal wel niet voor niets zo zijn genoemd. In dit rapport zal worden ingegaan op het schone water dat Drenthe ooit weer moet sieren, zodat net als onze voorouders onze nazaten de behoefte zullen hebben om ooit in de toekomst een beek Schoonebeek te noemen. Zo ver is het echter nog niet en voordat het zo ver is zal nog heel wat water door de niet zo schoone beken van Drenthe stromen. Maar dat water zal wel steeds schoner worden, zeker als de Kaderrichtlijn Water ten uitvoer wordt genomen. Maar voordat deze richtlijn is geïmplementeerd zal nog wel de nodige discussie plaatsvinden over de kosten en de baten van deze richtlijn. Deze kosten en baten staan ook in dit rapport centraal, waarbij vooral de baten ook in kaart zullen worden gebracht. De kosten van het waterbeheer zijn immers over het algemeen wel bekend, maar dat waterbeheer in het bijzonder waterkwaliteitsbeheer ook geld oplevert is een wat minder verkend terrein. We praten immers al jaren over de waterschapslasten en er is niemand die als hij of zij deze term gebruikt, voor de voeten geworpen krijgt dat het eigenlijk investeringen zijn. Nee, de lasten kennen we wel, hier gaat het vooral om de lusten. En natuurlijk de verhouding tussen lusten en lasten. Dat is wat hier centraal staat: zijn er baten van water? En zo ja, in welke mate is dat het geval? Is ons water ons werkkapitaal waarvan wij de rente trekken zonder dat we ons daarvan bewust zijn? Wij doen hier een poging om de rente van t schone water in kaart te brengen. Niet op basis van natte vingers, maar op basis van droge cijfers. Hiervoor zullen we in eerste instantie een weergave geven van de kosten. Dit betreft zowel de kosten voor het waterbeheer in het algemeen als de kosten voor de invoering van de KRW in het bijzonder. Binnen deze analyse zijn wij vooral geïnteresseerd in de baten van de waterkwaliteit, en dus ook in de kosten die hiermee zijn gemoeid. Toch zijn waterkwaliteit en waterkwantiteit twee kanten van dezelfde munt: zonder een goed waterkwantiteitsbeheer zullen de waterkwaliteitsbeheersmaatregelen slecht of minder goed renderen, en vice versa. De baten die wij herkennen selecteren wij wel zodanig dat deze zijn toegespitst op de waterkwaliteit. De baten van het schone water worden bepaald door te kijken wat de woningwaarde of productie van bedrijven zou zijn op het moment dat de waterkwaliteit er in zijn geheel niet zou zijn. Omdat deze baten ook afhankelijk zijn van de kwaliteit van het waterkwantiteitsbeheer, worden de kosten van het huidig beheer ook in de analyse meegenomen. Op het moment dat de kosten voor huidig beleid en toekomstig beleid bekend zijn, is het zaak naar de baten van het water te kijken. Dit gebeurt in de hoofdstukken 3, 4 en 5. In hoofdstuk 3 wordt de gebruikte methodiek weergegeven. Hoofdstuk 4 geeft een weergave van de huidige geldstromen die te herleiden zijn tot het water van Drenthe weer. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens geanalyseerd welke invloed de KRW kan hebben op de verschillende geldstromen. In hoofdstuk 6 worden de kosten en de baten naast elkaar gezet, waarbij duidelijk moet worden welke effect de invoering van de KRW heeft op de economie van Drenthe. 4

2 Water op afbetaling Alvorens we de baten van water in kaart brengen is het belangrijk eerst een overzicht te geven van de kosten. De kost gaat immers voor de baat, ook in een economische analyse. De enige juiste wijze waarop de kosten in kaart worden gebracht is natuurlijk nagaan welke kosten in de provincie Drenthe worden gemaakt voor enerzijds het structurele waterbeheer en anderzijds voor de waterkwaliteitsbeheer inzake de KRW. Voor de provincie Drenthe is een overzicht tot stand gekomen, waarbij de kosten vanuit huidig beleid en daarbij de kosten voor de KRW per waterlichaam zijn opgenomen. Hierbij worden de kosten weergegeven die tot 2015 worden gemaakt, en de kosten die van 2015-2027 zijn geraamd. De uiterste datum voor het bereiken van de KRW-doelen ligt in 2027. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de kosten (bron: Statenstuk 2008-317). Kosten implementatie KRW per waterschap en waterlichaam in Drenthe in EUR '000.000 Waterlichamen 2009-2015 2015-2027 Totaal Noorderzijlvest Eelder- en Peizerdiep 23,50 19,40 42,90 Leekstermeer 16,00-16,00 Kanalen 8,10 1,90 10,00 Totaal Noorderzijlvest 68,90 Hunze en Aa's Drentsche Aa 11,10 6,40 17,50 Hunze 27,50 39,00 66,50 Runde 6,00-6,00 Noord Willemskanaal 3,80 3,80 7,60 Overige kanalen 0,10 0,40 0,50 Zuidlaardermeer 3,00 0,30 3,30 Totaal Hunze en Aa's 101,40 Reest en Wieden Oude Diep 0,70 4,60 5,30 De Reest 0,40 0,50 0,90 Wold Aa 0,40 4,40 4,80 Oude Vaart - 4,50 4,50 Vledder- en Wapserveensche Aa 1,70 8,60 10,30 Kanalen 0,70 5,60 6,30 Totaal Reest en Wieden 32,10 Velt en Vecht Holslootdiep 0,68 Sleenerstroom 0,66 Schoonebekerdiep 1,50 Oude Drostendiep 0,37 Dommerswijk 0,29 Bumawijk 0,54 Loodiep 17,35 Nieuwe Drostendiep 7,60 Kanalen 1,17 Totaal Velt en Vecht 30,16 Totaal Drenthe 232,56 Tabel 4.1: Kosten waterkwaliteit in Drenthe 2009-2027 1 1 Kaderrichtlijn water in Drenthe, samenvattend overzicht, resultaten KRW analyse voor de waterlichamen in de provincie Drenthe, concept januari 2008 5

In de provincie Drenthe zijn vier verschillende waterschappen actief. Elk waterlichaam heeft zijn voorlopige schatting gegeven van de kosten per waterlichaam. De totale kosten tot 2027 bedragen voor geheel Drenthe 232,6 miljoen euro. In dit onderzoek willen wij ons in het bijzonder richten op de beken en kanalen van Drenthe. De twee meren, het Leekstermeer en het Zuidlaardermeer zullen zodoende niet worden geanalyseerd. Ook de kosten die worden gemaakt binnen de KRW voor deze twee meren zullen we buiten beschouwing laten. Hiermee zijn de kosten voor de KRW voor de beken en kanalen van Drenthe in totaal 213,3 miljoen euro tot 2027. Naast deze kosten worden er ook jaarlijkse kosten gemaakt om het water van goede kwaliteit te houden en in goede banen te leiden. De kosten hiervoor zijn velerlei. Bedrijven investeren om hun vervuiling tegen te gaan, gemeenten investeren in riolering, de waterschappen investeren in waterzuivering en in kwantiteitsbeheer en waterkering, en de provincie houdt de waterkwaliteit en kwantiteit van provinciale waterwegen op peil. In onze analyse van kosten en baten kijken we naar de directe omgeving van het waterlichaam, en de geldstromen die daar plaatsvinden. Om een goede afweging te maken tussen kosten en baten zullen daarom alleen de kosten van de provincie en van de waterschappen worden meegenomen. Zij zijn immers de partijen die direct investeren in de veiligheid van het water en in de waterkwaliteit van een waterlichaam. De kosten die gemeenten maken voor de riolering zijn voor het waterlichaam indirect. Het vormt een transportmedium om vuil water uit de bebouwde omgeving af te voeren naar het waterlichaam. Hier zuivert het waterschap het water om dit vervolgens op het oppervlakte te lozen. Het transport van vuil water wordt niet meegenomen in de kostenbepaling, maar het zuiveren van dit water dus wel. Op deze manier geredeneerd zijn de kosten voor het huidig beleid gelijk aan de kosten van het waterschap en de provincie. In Drenthe zijn vier waterschappen actief. Voor elk van deze waterschappen is uit de begroting 2008 bepaald hoeveel kosten zij maken voor het waterbeheer. De totale kosten zijn gedeeld door de oppervlakte van het totale beheersgebied van de waterschappen. Hiermee ontstaat een beeld van de gemiddelde kosten per hectare. Vervolgens is aan de hand van de totale oppervlakte van Drenthe bepaald hoeveel kosten er worden gemaakt door de verschillende waterschappen in Drenthe. Op deze manier is bepaald dat de waterschappen 82,0 miljoen euro aan waterbeheer uitgeven. De provincie investeert daarnaast ook 2,7 miljoen euro per jaar. De totale kosten voor het huidige beleid bedragen dus 84,7 miljoen euro per jaar. Het is onduidelijk waar het huidig beleid ophoudt en waar de KRW begint. De kosten voor de KRW, in totaal 232 miljoen euro, betreffen deels ook kosten voor maatregelen die vanuit het huidig beheer ook zouden plaatsvinden. Zo is het denkbaar dat bepaald groot onderhoud aan een waterlichaam nodig is, dat, met de invoering van de KRW, een meer natuurlijk of op waterkwaliteit gericht karakter krijgt. Hierdoor is het moeilijk in te schatten of de kosten die worden gemaakt voor dit onderhoud binnen het huidig beleid vallen of dat de kosten voor de KRW worden gemaakt. Om de kosten vooral niet te onderschatten zal in dit rapport ervan uit worden gegaan dat de kosten voor de KRW volledig los staan van de kosten vanuit het huidig beheer. Met deze gegevens zijn de kosten voor het waterbeheer duidelijk. Nu is het mogelijk om de baten te achterhalen. Dit zal gebeuren aan de hand van de FEBO-methodiek. 6

3 Het FEBO-model Hebben we het net over de kosten gehad en daarbij voor het bedrijfsleven gesproken over de kosten van productiewater, hier gaan we het hebben over de partijen die baat hebben bij het water, het consumptiewater. Om de aan water te relateren geldstromen in kaart te brengen, wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van de zogenaamde FEBO-methode, een methode voor het onderzoek naar opbrengsten verbonden aan natuur, landschap of water. De methode werd al toegepast in eerdere studies van Triple E en KPMG, zoals het reeds genoemde Geld als Water (2006), Het Groene Geld onder de Gooise Matras (2005) en De Veluwe Verdient Beter (2005). 2 Binnen deze methode wordt alleen gebruik gemaakt van identificeerbare, gerealiseerde geldstromen in de vorm van omzet, waardestijgingen en belastingen. Het is dan ook een methode uit een accountantsomgeving en vergelijkbaar met de IFRS. 3 De provincie Drenthe is natuurlijk geen bedrijf, maar het kan soms verhelderend werken om haar als zodanig dat wil zeggen bij wijze van model te beschouwen. Dus werken we gemakshalve even met de BV Drenthe. Natuur, landschap en water kunnen dan worden gezien als bedrijfsonderdelen, die elk een aantal (bedrijfs)functies vervullen. Het werk van de werk van de accountant met de FEBO-methode om de opbrengsten van water in kaart te brengen bestaat dan simpel gesteld uit de volgende twee stappen: Het bepalen van de belanghebbenden; Het in kaart brengen van de opbrengsten van de belanghebbenden die kunnen worden herleid tot oppervlaktewater. Net als een accountant wordt op basis van (bestaand) onderzoek, de heersende praktijk en eigen deskundigheid bepaald welk deel van de geldstroom is toe te wijzen aan de aanwezigheid van water. We gaan op zoek naar bedrijfsonderdelen waarvan de gegevens representatief zijn voor het hele bedrijf. De eenheid die daartoe tegen het licht wordt gehouden is, in navolging van de KRW, het waterlichaam. Voor Drenthe zijn de baten van alle waterlichamen in kaart gebracht. Vervolgens zijn vier vormen van grondgebruik onderscheiden, namelijk: 1. Stedelijk: Stedelijk gebied; 2. Natuur: Natuurgebieden; 3. Groot Water: Grote oppervlaktewateren; 4. Buitengebied: Overig gebied. Binnen de analyse voor de provincie Drenthe wordt Groot Water buiten beschouwing gelaten. In Drenthe bevinden zich twee waterlichamen die passen binnen deze categorie, het Leekstermeer en het Zuidlaardermeer. Deze twee meren liggen echter zodanig aan de rand van 2 Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2006, Geld als water. Over Europese Richtlijnen, Water en Regionale Economie, Triple E; Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2005, Het Groene Geld onder Gooise Matras. De Economische Baten van de Gooise Natuur in Kaart Gebracht, KPMG; Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2005, De Veluwe Verdient Beter, KPMG 3 International Financial Reporting Standards, een verzameling voorschriften betreffende de presentatie van jaarcijfers van bedrijven 7

Drenthe, dat de geldstromen die te relateren zijn aan dit water merendeels in Groningen worden beleefd. Aangezien we ons hier op de baten voor Drenthe wensen te concentreren, en we de kosten tegen de opbrengsten af wensen te zetten, worden deze twee meren buiten beschouwing gelaten. Want als eerste stap worden de geldstromen rond de waterlichamen, i.e. de omzetten van bedrijven, waardestijging van woningen en inkomensoverdrachten in de vorm van directe belastingen, per waterlichaam geïnventariseerd. Daarbij worden de geldstromen verdeeld naar het grondgebruik rond de waterlichamen. Bij de opschaling kan vervolgens gebruik worden gemaakt van de verdeling naar grondgebruik volgens gegevens van het CBS. De gegevens zijn in dit onderzoek dus allereerst op het niveau van de waterlichamen verzameld en per waterlichaam verdeeld naar categorie grondgebruik. De tweede stap omvat het aggregeren van de gegevens voor de hele provincie Drenthe. Dit levert totalen op voor elke categorie grondgebruik afzonderlijk. Deze totalen zijn vervolgens per hectare onderzocht oppervlaktewater weergegeven. Samengevat zijn vanaf het niveau van de werkvloer van ons bedrijf dus gegevens vergaard en deze zijn zo overzichtelijk mogelijk weergegeven ten behoeve van het management, zonder daarbij al te veel informatie te verliezen. Per waterlichaam is bepaald hoe het grondgebruik rond dit waterlichaam zich laat verdelen in de vier categorieën 4. Aan de hand daarvan zijn de geldstromen die aan water kunnen worden toegedicht verdeeld. Aggregatie van de gegevens van alle onderzochte waterlichamen heeft kentallen per grondgebruik opgeleverd. Vervolgens is aan de hand van de verdeling van het grondgebruik in heel Drenthe en het totale wateroppervlak bepaald wat de totale geldstromen rond het water zijn. Figuur3.1 : Opschaling van waterlichamen naar grondgebruik naar provincie Drenthe 4 Voor uitleg over de toedelingspercentages en de verdeling van het grondgebruik zie bijlage 8

4 Het resultaat van water In dit hoofdstuk is de methodiek zoals die in het voorgaande hoofdstuk is weergegeven uitgewerkt voor de beken en kanalen van de provincie Drenthe. De methodiek wordt getalsmatig weergegeven aan de hand van de cijfers zoals die zijn berekend voor de Hunze. Hierna vindt een opschaling plaats naar de provincie. De Hunze is een (voormalige) beek die vanaf het kanaal bij Bronnegerveen in het oosten van Drente naar het noorden stroomt. Hierbij stroomt hij langs Gasselternijveen, Exterveen en door Spijkerboor tot aan het uiterste noorden van de provincie, waar de beek uitkomt in het Zuidlaardermeer. Het meer loopt door het beheersgebied van Waterschap Hunze en Aa s. Om uiteindelijk de opschaling mogelijk te maken is in eerste instantie gekeken naar het grondgebruik van de Hunze. Hieruit is gebleken dat deze zich vooral in landelijk gebied bevindt. Het beekje doet in Drenthe slechts één kern aan. Hierdoor is het grondgebruik van de Hunze slechts voor 10% stedelijk en voor 90% buitengebied. Vervolgens is de waterafhankelijke bedrijvigheid in een straal van 150 meter rondom de Hunze geëxtraheerd. Een deel van deze bedrijven is afhankelijk van de aanwezigheid van de Hunze. Voor de bedrijven waarvoor dit geldt is aan de hand van toedelingsfactoren bepaald welk deel van de omzet direct valt te relateren aan de aanwezigheid van het water. De toedelingsfactoren en verantwoording hiervan worden weergegeven in de bijlage. Een overzicht van de resultaten per sector van deze analyse wordt gegeven in tabel 6.1. in EUR '000 Omzetten Hunze met toedeling naar grondgebruik en sectoren Handel Horeca Industrie Landbouw Niet-commerciele dienstverlening Delfstofwinning Transport Bouw Energie Visserij Jacht en Bosbouw Zakelijke dienstverlening Stedelijk 52 142 0 0 36 0 0 0 0 0 0 17 247 Buitengebied 4.974 18.847 0 842 921 0 0 0 5.515 0 0 392 31.492 Natuur 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Groot water 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Eindtotaal Totaal 5.027 18.989 0 842 958 0 0 0 5.515 0 0 408 31.739 Tabel 6.1: Omzetten rond de Hunze Door de waterafhankelijke bedrijvigheid te selecteren en de rol van water binnen de productie te bepalen wordt duidelijk wat de productie van het water in feite is. De totale omzet die direct aan water valt te relateren bedraagt voor de Hunze 31,7 miljoen euro. Dit wordt vooral binnen de Handel, de Horeca, de Energie en de Landbouwsector gegenereerd. 9

Bij de selectie van bedrijven zijn alleen die bedrijven meegenomen, die in hun productie gebaat zijn bij de aanwezigheid van het water enerzijds, maar tevens van een goede kwaliteit van dit water anderzijds. Zo zal een binnenschipper om opzichtige redenen gebaat zijn bij de aanwezigheid van water, maar zal een slechte waterkwaliteit hem niet snel in zijn productie beperken. De binnenvaart wordt binnen dit onderzoek dan ook niet aangemerkt als afhankelijk van water. Het is niet altijd duidelijk op welke manier bedrijven afhankelijk zijn van water. Daarom wordt voor de Hunze per sector aangegeven wat de water(kwaliteit)afhankelijkheid precies inhoudt. De bedrijven binnen de sector handel beperken zich tot verschillende vormen van detailhandel. Hun klanten worden gevormd door de bewoners in het onderzoeksgebied, maar ook door de toeristen die hier op bezoek komen. Verschillende onderzoeken, in de gemeente Veerne en in de kop van Overijssel, geven aan dat in gebieden waarin toeristen komen de detailhandel voor 30% afhankelijk is van deze toeristen. Het water, en zeker ook schoon water, zorgt ervoor dat meer toeristen en recreanten afkomen op een gebied. Vandaar dat een gedeelte van de omzet van de detailhandel die aan het water is gelegen watergerelateerd is. Voor de horecasector is recreatie en toerisme van groot belang, zeker op het moment dat de horeca-etablissement aan het water is gevestigd. Dit water creëert een stuk beleving, meerwaarde voor het aangeboden product. De afhankelijkheid van de landbouw aan schoon water heeft twee zijden. Aan de ene kant vervuilt deze sector het water. Vanuit de productie vindt een emissie van schadelijke stoffen plaats naar het water. Maar aan de andere kant gebruiken zij het water om het veld te besproeien en het vee te drenken. Schoon water is hierbij van belang. Maar de landbouwsector heeft vooral belang bij schoon water in het kader van verbrede landbouwactiviteiten. Schoon water zorgt voor hogere natuurwaarden en hierdoor voor meer recreatie en toeristen. De landbouw kan hiervan profiteren door het aanbieden van verbrede activiteiten. Uiteindelijk geldt hierdoor een positieve afhankelijkheid. Binnen de niet-commerciële dienstverlening bevinden zich verschillende bedrijfstakken die afhankelijk zijn van natuurlijk water. Aan de ene kant zijn dit zorginstellingen, die zich in een natuurlijke omgeving vestigen vanwege de rustgevende functie van natuur. Binnen deze omgeving past ook water. Schoon water is daarbij een pre. Aan de andere kant vallen binnen deze sector bedrijven die zich richten op recreatie en toerisme. Het betreft dan maneges, havens en kunstinstellingen. Ook deze zijn afhankelijk van schoon water. Binnen de energiesector vallen de waterbedrijven van Groningen en Drenthe. Zij hebben verschillende pompstations in Drenthe, waaronder één in de nabijheid van de Hunze, en zijn daardoor in het bijzonder gebaat bij schoon water. Dit zal immers de kosten voor de productie terugbrengen, aangezien er een minder heftige zuivering hoeft plaats te vinden. Tot slot bevindt zich ook de zakelijke dienstverlening aan de Hunze. Deze sector wordt gevormd door bedrijven die zijn gericht op de verhuur aan recreanten en toeristen, zoals kano s, plezierboten en dergelijke. In ieder geval een gedeelte van de productie is hierbij gerelateerd aan de aanwezigheid van schoon water. 10

De omzetten van deze bedrijven geven een min of meer onbedoeld effect van water weer. Traditioneel gezien heeft water vooral een productiefunctie: het werd ingezet bij industriële processen en bood een transportmogelijkheid voor de producten hiervan. De investeringen in de waterkwaliteit hebben echter een ander effect. De investeringen vinden plaats door de provincie en door de waterschappen. Deels worden de kosten betaald vanuit de algemene middelen (provincie), maar voor het grootste deel vanuit de inkomsten uit vervuilingseenheden, een belasting die door de waterschappen wordt geïnd. Het doel van deze investeringen is om ziekten als gevolg van een slechte waterkwaliteit te voorkomen, om het water ecologisch gezond te houden en om de doorstroom van het water te bevorderen. De omzetten die hier worden weergegeven zijn daarin een bonus, en de instellingen die deze omzetten genereren free riders. Deze free riders kenmerken zich door baten te genereren dankzij een bepaalde investering zonder hieraan mee te betalen. Door de gegenereerde omzetten zijn de bedrijven free riders, maar daarnaast ook de overheid. Op basis van de behaalde resultaten van de ondernemingen heffen zij belasting, zoals vennootschapsbelasting en dividendbelasting. De maatregelen ten behoeve van de waterkwaliteit hebben dus baten voor verschillende partijen, zonder dat zij meebetalen aan de maatregelen. De gegenereerde omzet is een dergelijke baat. Private partijen genereren dus voor 31,7 miljoen euro aan omzet als gevolg van de aanwezigheid van de Hunze. Een tweede geldstroom vanuit het water wordt gerealiseerd vanuit de waarde van woningen nabij het water. Vandaar dat voor de Hunze is bepaald hoeveel woningen binnen 150 meter van de beek liggen, en wat de waarde van deze woningen is. Dit is gebaseerd op de WOZ, die als conservatieve benadering van de marktwaarde geldt. 5 In verschillende onderzoeken is de invloed van natuur en water op de waarde van aangrenzend onroerend goed onderzocht. Hieruit bleek dat een huis dat binnen 150 meter van het water ligt gemiddeld 15 tot 30 6 procent meer waard is dan een vergelijkbaar huis op een locatie die niet aan het water is. In dit onderzoek zijn wij uitgegaan van een waardestijging van 15 procent. Alhoewel dit voor de veenkoloniën van de Hunze alsnog kan worden gezien als een hoog percentage, is deze waarde realistisch als men de nauwe bandbreedte (150 meter) in ogenschouw neemt. Bovendien zal in de opschaling naar geheel Drenthe 15% de meest betrouwbare waarde zijn. Aan de hand van cijfers van het CBS is bepaald hoeveel huizen er aan de Hunze liggen en hoeveel deze huizen waard zijn. Hieruit blijkt dat de huizen rondom de Hunze bijna 38 miljoen euro waard zijn. De WOZ-waarde van het water van de Hunze is dan 15% van dit bedrag, dus 5,6 miljoen euro. Dit geldt echter nog niet als geldstroom, maar alleen als de waarde van het water. Een geldstroom vindt er echter ook plaats, en op het moment dat een huis wordt verkocht. Een huis wordt immers gemiddeld 4% meer waard, en daarmee ook de WOZ-waarde van de Hunze. Op het moment dat een huizeneigenaar zijn huis verkoopt, zal hij voor elk jaar dat hij woonde in 5 Als we uitgaan van een jaarlijkse prijsstijging van onroerende zaken is de wijze waarop de WOZ door gemeentes wordt bepaald gebaseerd op de waarde van het voorafgaande jaar per definitie conservatief 6 Luttik, J., 2000, The Value of Trees, Water and Open Space as Reflected by House Prices in the Netherlands, Landscape and Urban Planning, 48, pp 161-167 6 Deze waarde is gekozen omdat we wederom een conservatieve schatting willen hanteren om ons zodoende niet rijk te rekenen. Hier bij moet worden bedacht dat 15% van de woningwaarde overeenkomt met 17,6% meerwaarde. 6 Bervaes, J.C.A.M.; Vreke, J., 2004, De Invloed van Groen en Water op de Transactieprijzen van Woningen, Alterra 11

zijn huis 4% meer krijgen, en dus ook 4% meer over de 15% van de Hunze. Gemiddeld vindt er dus elk jaar een geldstroom plaats die gelijk is aan vier procent van de WOZ-waarde van de Hunze (dus van de 15% waardetoevoeging van de Hunze op het onroerend goed). Om opschaling mogelijk te maken is deze waarde ook per grondgebruik uitgerekend. WOZ rond Hunze in EUR '000 per jaar WOZ WOZ waarde Waarde totaal Hunze 15% stijging 4% Stedelijk 1.878 282 11 Buitengebied 35.691 5.354 214 Natuur 0 0 0 Groot water 0 0 0 Totaal 37.569 5.635 225 Tabel 6.3: Jaarlijkse opbrengsten water gerelateerd uit WOZ rond de Hunze Ook deze geldstroom komt deels ten goede aan de overheid. Zij heft immers overdrachtsbelasting op het moment dat een huis wordt verkocht. Bovendien wordt ook over de WOZ-waarde van de Hunze OZB betaald door de huizeneigenaren. Ook hier betreffen het free riders: noch de toegevoegde water van de huizeneigenaar, noch deze inkomsten van de overheid vloeien terug naar het water. De investeringen die hierin worden gedaan komen uit andere potjes, met andere doelen. Naast deze geldstromen bestaan er ook publieke geldstromen, die worden gevormd door de inkomsten van overheden uit toeristenbelasting, forensenbelasting en haven- en kadegelden. Dit zijn belastingen die door de gemeenten worden geheven. De Hunze stroomt door een drietal gemeenten, namelijk gemeente Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Tyrnaarlo. De totale inkomsten uit toeristenbelasting voor deze gemeenten bedraagt 1 miljoen euro per jaar. Dit gehele bedrag kan niet aan de aanwezigheid van de Hunze worden toegeschreven, aangezien er ook andere trekkers zijn van recreatie en toerisme. Het aandeel van de Hunze in deze geldstroom is afhankelijk van het grondgebruik. Eenzelfde methode wordt toegepast voor forensenbelasting. De haven- en kadegelden blijken in geen van de gemeenten te worden geheven. 12

Inkomsten uit diverse belastingen vanuit de Hunze in EUR '000 per jaar Toeristenbelasting Forensenbelasting Haven- en kadegelden Totaal Stedelijk 8 1 0 9 Buitengebied 302 17 0 319 Natuur 0 0 0 0 Groot water 0 0 0 0 Totaal 310 18 0 328 Tabel 6.4: Belastingopbrengsten rond de Hunze Hiermee zijn alle geldstromen die te relateren zijn tot de aanwezigheid van de Hunze weergegeven. In tabel 6.5 zijn de totale geldstromen voor de Hunze per grondgebruik weergegeven. in EUR '000 per jaar Totale geldstromen Hunze Geldstroom omzet bedrijven Geldstroom waardetoevoeging huizen Geldstroom belastingen Totaal Stedelijk 247 11 9 267 Buitengebied 31.492 214 319 32.025 Natuur 0 0 0 0 Groot water 0 0 0 0 Totaal 31.739 225 328 32.292 Tabel 6.5: Totale geldstromen rond de Hunze De toegepaste methode is hiermee duidelijk gemaakt voor één waterlichaam in de provincie Drenthe. Ook voor het Peizer- en Eelderdiep, het Oranjekanaal en de Oude Vaart is precies deze methode toegepast om de huidige geldstromen te herleiden. 13

Omdat hierbij steeds de onderverdeling naar grondgebruik is gemaakt, is het mogelijk de geldstromen per grondgebruik weer te geven. Tabel 6.6 geeft een overzicht van de totale geldstromen voor de vier onderzochte waterlichamen. in EUR '000 per jaar Totale geldstromen onderzoeksgebied naar grondgebruik Geldstroom omzet bedrijven Geldstroom waardetoevoeging huizen Geldstroom belastingen Totaal Stedelijk 1.097 290 42 1.387 Buitengebied 87.455 2.700 1.183 90.154 Natuur 3.169 148 57 3.318 Groot water 0 0 0 0 Totaal 91.720 3.138 1.282 94.859 Tabel 6.6: Overzicht van de totale geldstromen in onderzoeksgebied Ten behoeve van de opschaling is het echter wel noodzakelijk de geldstromen ook per kilometer waterlichaam te berekenen. Ook de lengte van het waterlichaam wordt ingedeeld in de typen grondgebruik. 14

in EUR '000 per jaar Jaarlijkse opbrengsten per kilometer per grondgebruik Geldstroom omzet bedrijven Geldstroom waardetoevoeging huizen Geldstroom belastingen Lengte in km. Geldstroom omzet bedrijven per km. Geldstroom waardetoevoeging huizen per km. Geldstroom belastingen per km. Totaal Stedelijk 1.097 290 42 10 114,60 30,30 4,37 149,28 Buitengebied 87.455 2.700 1.183 128 683,44 21,10 9,24 713,78 Natuur 3.169 148 57 5 576,57 27,01 10,35 613,93 Groot water - - - - - - - Totaal ond.geb 91.720 3.138 1.282 143 641,27 21,94 8,96 672,17 Tabel 6.7: Jaarlijkse private en bestuurlijke geldstromen per kilometer waterlichaam in onderzoeksgebied. In totaal zijn de geldstromen per kilometer in het onderzoeksgebeid 672,17 Euro per jaar in Drenthe. Dit getal geldt hier slechts om een indicatie te geven om wat voor bedragen hier spelen. Bij de uiteindelijke opschaling zal gewerkt worden met de afzonderlijke geldstromen per kilometer naar grondgebruik. Om opschaling mogelijk te maken is het in eerste instantie van belang de totale lengte van beken en kanalen te bepalen in Drenthe. Dit is gebeurd aan de hand van de lengten van de in hoofdstuk 4 weergegeven waterlichamen. Door te achterhalen wat de lengte is van deze waterlichamen is de totale lengte van de waterwegen in Drenthe bepaald. De beken in Drenthe kennen een totale lengte van 403 kilometer. De kanalen hebben een totale lengte van 269 kilometer. Aan de hand cijfers van het CBS is vervolgens bepaald op welke manier deze kilometers worden verdeeld naar grondgebruik. Het stedelijk grondgebruik in Drenthe is 9,4 procent, voor 16,9 procent is het grondgebruik natuur en de rest, 73,7 procent, valt binnen grondgebruik buitengebied. In Tabel 6.8 worden de totale geldstromen die te relateren zijn aan water weergegeven. 15

Opschaling; Totale opbrengsten van onderzoeksgebied naar provincie Drenthe Gebruikscategorie Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water Totaal Onderzoeksgebied Lengte beken en kanalen in km. 10 128 5-143 Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar 1.097 87.455 3.169-91.720 Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar 290 2.700 148-3.138 Belastingen in EUR'000 42 1.183 57-1.282 Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar per km. 114,60 683,44 576,57 - Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar per km. 30,30 21,10 27,01 - Belastingen in EUR'000 per km. 4,37 9,24 10,35 Opschaling naar Provincie Drenthe (totaal oppervlaktewater (kanalen en beken) Lengte beken en kanalen in km. 63 495 114-672 Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar 7.240 338.491 65.482-411.213 Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar 1.914 10.450 3.068-15.432 Belastingen in EUR'000 276 4.579 1.176-6.030 Totale opbrengsten EUR '000 / jaar 9.430 353.519 69.725-432.675 Tabel 6.8: Overzicht van geldstromen te relateren aan water voor geheel Drenthe De totale jaarlijkse baten die direct te herleiden zijn tot de aanwezigheid van water in Drenthe zijn ruim 432 miljoen euro. Dit betreft de geldstromen die zowel belang hebben bij de aanwezigheid van het water als van een goede kwaliteit van dit water. Met andere woorden: deze baten zouden lager zijn indien de waterkwaliteit lager zou zijn. Op het moment dat de waterkwaliteit zou dalen zou dit immers betekenen dat bepaalde bedrijven minder goed zouden renderen en dat de waarde van huizen die een deel van hun waarde ontlenen aan de aanwezigheid van het water dalen. Hiermee is duidelijk geworden dat water, en in het bijzonder water van een goede kwaliteit, economisch rendeert. Dit doet het zowel op de huizenmarkt, voor de overheid als voor het bedrijfsleven. De vraag kan worden gesteld in hoeverre de investeringen in schoner water de moeite lonen. Jaarlijks wordt er geïnvesteerd in de waterkwaliteit in Drenthe, en extra investeringen voor de KRW komen daar deels bovenop. Daarom wordt in het volgend hoofdstuk de balans opgemaakt. Daarvoor wordt eerst gekeken naar het algemene plaatje van de economie van Drenthe. Vervolgens wordt gekeken naar welke impuls de KRW kan betekenen voor de bedrijven in Drenthe, en welke impuls de KRW zal hebben op de huizenmarkt. Aan de hand daarvan kan het gevolg van de KRW op de geldstromen die te herleiden zijn tot het water worden bepaald. 16

5 De KRW: gevolgen voor herkende geldstromen De totale geldstromen die jaarlijks te herleiden zijn tot het water bedragen ruim 432 miljoen euro. Ruim 411 miljoen euro hiervan wordt gevormd door de omzetten van bedrijven. Deze omzet vormt dat gedeelte van de totale omzet van waterafhankelijke bedrijven die direct aan water te relateren valt. Met andere woorden: het vormt een gedeelte van de omzet dat niet zou zijn behaald op het moment dat het waterlichaam niet in die kwaliteit aanwezig zou zijn. We mogen verwachten dat een impuls in de waterkwaliteit ertoe zal leiden dat deze geldstroom groter wordt. Immers, er wordt een investering gedaan in het product dat de verschillende bedrijven leveren, of waar ze in ieder geval van afhankelijk zijn. De KRW zal ertoe leiden dat de waterkwaliteit stijgt, dat het water een natuurlijker aanzien krijgt en dat de biodiversiteit in de wateren wordt vergroot. Om te achterhalen wat voor gevolgen een dergelijke verbetering heeft op de bedrijvigheid in de nabijheid van het water bestaan er verschillende mogelijkheden. Zo is het mogelijk te achterhalen welke maatregelen er specifiek worden getroffen, om aan de hand daarvan te bepalen welk effect deze maatregelen hebben op de verschillende sectoren. Het is echter nog niet mogelijk om de specifieke maatregelen in het ecologische en economische landschap van Drenthe te plaatsen. Het is daarnaast ook mogelijk om de aard van de maatregelen te nemen, en te toetsen welke invloed deze hebben op de waterafhankelijke bedrijvigheid. De waterafhankelijke bedrijvigheid wordt gevormd door bedrijven die afhankelijk zijn van recreatie en toerisme, door zorginstellingen en door bedrijven die schoon water in het productieproces gebruiken, alhoewel deze laatste gebruikscategorie in geringe mate aanwezig is. Binnen recreatie en toerisme vormen de doelstellingen van de KRW, of liever de realisatie daarvan, een zekere meerwaarde. Het blijft daarbij wel de vraag in welke mate de verschillende sectoren kunnen profiteren van de hun aangeboden innovatie. Dit is wel te achterhalen, en daarom is voor deze weg gekozen. Om te achterhalen wat de groeipotentie is van verschillende economische sectoren waar in wordt geïnvesteerd is de zogenaamde Triple E Starmatrix opgesteld. De Triple E Starmatrix geeft de ontwikkeling van een bedrijf respectievelijk een bedrijfstak weer als de opkomst en ondergang van een ster, zonder daarbij overigens astronomisch volledig verantwoord te zijn. Het model werkt als volgt; Op de verticale as van de matrix staat de groei van de markt. Dit geeft een goed beeld van de kansen die hier in de toekomst liggen. Als indicator wordt daarvoor gebruikt de groei van de werkgelegenheid over de afgelopen vijf jaar. Op de horizontale as staat de omzet in de betreffende sector. De omvang van de bol geeft de omvang van de werkgelegenheid weer. De matrix is verder onderverdeeld in een viertal velden. De stadia die sectoren normaliter doorlopen verlopen via de volgende route: linksboven (zon), rechtsboven (supernova), rechtsonder (vallende ster) en linksonder (bruine dwerg en uiteindelijk zwart gat). Hieronder volgt een korte toelichting op elk van de velden uit de figuur: Groeiende markt/lage omzet. Zon: nieuwe/jonge sector, sterk stralend maar nog niet erg groot. Heeft de potentie om door te groeien tot een grote krachtige sector (supernova). 17

Groeiende markt/hoge omzet. Supernova: grote sterk stralende ster, nog immer groeiend. Groot belang voor de regionale economie. Krimpende markt/hoge omzet. Vallende ster: grote volwassen sector, gekenmerkt door krimpende markt. Krimpende markt/lage omzet. Bruine dwerg: krimpende sector met weinig potentie in zijn huidige vorm. Indien niet wordt gerevitaliseerd zal deze sector mogelijk afsterven. Indien op het juiste moment wordt ingegrepen kunnen bepaalde deelsectoren doorgroeien naar een mogelijke nieuwe zon. Maar het kan nog erger: een zwart gat is een sector die in de bestaande vorm geen toekomstperspectief meer heeft. Breedte-investeringen, waarbij de productie wordt uitgebreid, zullen in dergelijke sectoren geen nut hebben. De sectoren moeten in de diepte investeren, innovatief zijn, het productieproces verbeteren en efficiënter produceren. In de figuur is tevens de normale ontwikkeling van een sector geïllustreerd middels de gekromde pijl. STAR matrix Zon Supernova % groei van de markt +7 % 0 % ontwikkelrichting Veel werkgelegenheid Weinig -7 % Zwart gat Bruine dwerg Vallende ster laag Figuur 7.1.:Triple E- Starmatrix omzet hoog Het totale plaatje geeft de sterkten en zwakten van een regionale economie weer. De star matrix zal worden gebruikt om de huidige economische situatie van Drenthe in kaart te brengen, alsmede de ontwikkelingsrichting van de verschillende sectoren als gevolg van de invulling van de KRW. 18

STAR-Matrix Drenthe Delfstofwinning Zakelijke dienstverlening Transport Bouw Niet-commerciële dienstverlening Horeca Landbouw en Visserij Handel Industrie Figuur 7.2.:Triple E- Starmatrix Drenthe De zakelijke en niet-commerciële dienstverlening zijn sterke sectoren voor Drenthe. De industrie is dit vanuit het verleden geweest, en weet nog altijd een relatief hoge productie te bewerkstelligen, maar heeft de laatste jaren te maken met dalende groeicijfers. De transportsector, de bouw en de horeca lijken de nieuwe sterren aan het firmament te zijn. Delfstofwinning is dit op het eerste gezicht ook, maar deze sector is zo beperkt aanwezig dat dit geen grote impact zal kunnen hebben op de economie. Landbouw en handel zijn voor Drenthe zwakke sectoren. Aan de hand van de starmatrix is bepaald welke invloed de KRW kan hebben op de verschillende waterafhankelijke bedrijven. Zo zullen de landbouw en handel gebaat zijn bij een investering in hun ondernemingen, aangezien zij op deze manier uit het slop kunnen worden getrokken. Het effect zal binnen deze sectoren niet zo hoog zijn als binnen de horeca of binnen transport, aangezien deze sectoren al klaarstaan om zich verder te ontwikkelen (binnen de bouw bevinden zich geen waterafhankelijke bedrijven die kunnen profiteren van de KRW). De dienstverlenende sectoren zullen weer in mindere mate kunnen profiteren van de KRW, aangezien zij al tegen hun maximale groei aanzitten. De waterafhankelijke industrie tot slot zal geen impuls mogen verwachten van de KRW. Op basis hiervan zijn de groeipercentages voor de waterafhankelijke bedrijven binnen een sector bepaald. Het resultaat van de waterafhankelijke bedrijven binnen landbouw en handel kunnen als gevolg van de KRW met 5% groeien. Binnen horeca en transport met 7% en binnen de dienstverlening met 3%. De waterafhankelijke bedrijven binnen de industriesector zullen naar alle waarschijnlijkheid niet groeien. Let op: het betreft hier alleen een groei van de waterafhankelijke bedrijvigheid. Zo is de landbouw op de verschillende typen grondgebruik (behalve stedelijk) voor 30% toebedeeld. Dit is deels in verband met verbrede landbouwactiviteiten (meer toerisme a.g.v. KRW is dan meer inkomsten) en deels door de bedrijfsvoering (schoner water kan helpen in het productieproces). Een groei van 5% voor 19

landbouw betekent geen 5% groei voor de landbouwsector, maar slechts een groei van (5% keer 30%) 1,5% van de sector. Maar niet alleen de omzetten zullen stijgen. Ook de huizen die aan het water staan zullen nog meer waard worden als ze ook nog eens aan schoner, natuurlijker water staan. Dit levert in eerste instantie een hogere WOZ-waarde op. Deze waardetoevoeging is volledig toe te schrijven aan het water. In dit onderzoek verwachten we voorzichtig dat de huizenwaarde met 3% zal stijgen. Doordat deze waardestijging volledig voor het conto valt van het water, is de toekomstige toegevoegde waarde te berekenen door niet 15% van de huidige WOZ-waarde toe te kennen aan het water, maar 18%. Dit leidt weer tot een jaarlijkse geldstroom van 4% van deze 18%. Ook is er een eenmalige geldstroom te herkennen, namelijk de eenmalige impuls die de huizenprijzen beleven. Deze bedraagt drie procent van de huidige WOZ-waarde. Tot slot is ook de verwachting dat toerisme en recreatie toe kan nemen, en dat een tweede huis in Drenthe aantrekkelijker zal zijn. Hierdoor stijgen ook de inkomsten uit de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Beide belastingstromen zullen als gevolg van de KRW naar schatting 5% hoger zijn. In tabel 7.1 zijn de toekomstige geldstromen opgenomen. Totale toekomstige opbrengsten van onderzoeksgebied naar provincie Drenthe Gebruikscategorie Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water Totaal Onderzoeksgebied Lengte beken en kanalen in km. 10 128 5-143 Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar 1.151 92.098 3.339-96.588 Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar 348 3.240 160-3.748 Belastingen in EUR'000 44 1.242 60 1.346 Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar per km. 120,26 719,73 607,37 - Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar per km. 36,36 25,32 29,11 - Belastingen in EUR'000 per km. 4,59 9,71 10,87 - Opschaling naar Provincie Drenthe (totaal oppervlaktewater (kanalen en beken) Lengte beken en kanalen in km. 63 495 114-672 Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar 7.597 356.465 68.980-433.042 Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar 2.297 12.540 3.307-18.143 Belastingen in EUR'000 290 4.807 1.234 6.332 Totale opbrengsten EUR '000 / jaar 10.184 373.812 73.521-457.517 Tabel 7.1: De toekomstige geldstromen na implementatie van de KRW in prijzen van 2008 20

De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor inflatie of verdisconteerd naar de toekomst. Hier wordt gesuggereerd dat de KRW van het ene op het andere moment wordt ingevoerd, en dat de vraag en de bedrijven zich hier direct naar aanpassen. Hoewel dit een onrealistische kijk op de zaak is, gaat een verdiscontering naar de toekomst voorbij aan het doel van dit rapport, namelijk het inzichtelijk maken van het feit welke economische geldstromen de invoering van de KRW genereert. Ontwikkeling in geldstromen die ontstaan vanuit het water met goede waterkwaliteit In EUR'000 per jaar Voor KRW Na KRW Verschil Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar 411.213 433.042 21.829 Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar 15.432 18.143 2.712 Belastingen in EUR'000 6.030 6.332 302 Totale opbrengsten EUR '000 / jaar 432.675 457.517 24.842 Tabel 7.2: De impuls van de KRW op de herkende geldstromen De jaarlijkse omzet die direct te relateren valt aan het water kan na invoering van de KRW met 21,8 miljoen euro stijgen. De jaarlijkse WOZ-baten die te relateren zijn aan het water stijgen dan met 2,7 miljoen, en de inkomsten uit toeristen- en forensenbelasting met ruim 300.000 euro. Totaal nemen de geldstromen die te relateren zijn aan het schone water dus toe met 24,8 miljoen euro. Aan de hand van deze en voorgaande cijfers is het mogelijk de balans op te maken. Dit gebeurt in het volgende hoofdstuk. 21

6 De balans opmaken De vraag die aan dit rapport ten grondslag ligt, is welke economische baten zich voordoen bij de invoering van de KRW. Hiervoor is op een nieuwe manier naar de waterkwaliteit gekeken en is aangetoond dat zich relevante geldstromen voordoen als het gaat om water in het algemeen en de waterkwaliteit in het bijzonder. We hebben nu een beeld verkregen van zowel de kosten van huidig beheer als van de kosten van de KRW in Drenthe, alsmede de baten die hieraan zijn gekoppeld. Verschillende geldstromen zijn herkend en gekwantificeerd. De totale kosten voor het huidige beheer bedragen 82,5 miljoen euro per jaar. De kosten voor de KRW bedragen in totaal 213 miljoen euro voor de beken en de kanalen. Dit is een totaalbedrag over een periode van 19 jaar. Jaarlijks wordt er dan 11,2 miljoen euro uitgegeven om de doelstellingen waar te maken. Het doel van het waterkwaliteitsbeleid en de investeringen voor de KRW zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Er zijn daarbij verschillende partijen die baat hebben bij een goede waterkwaliteit. Zo is er een gedeelte van de omzet in Drenthe toe te schrijven aan de aanwezigheid van schoon water en ook de eigenaren van huizen die aan het water staan zijn gebaat bij een goede waterkwaliteit. Tot slot weet ook de lokale overheid direct baten te genereren in de vorm van toeristen- en forensenbelasting. Tabel 8.1 geeft een overzicht van baten en kosten. in EUR ' 000 Overzicht baten en kosten Baten Zonder KRW Kosten Omzetten bedrijven 411.213 Waterbeheer 82.506 Waardetoevoeging huizen 15.432 Directe belastingen 6.030 Totaal 432.675 Totaal 82.506 Met KRW 2009-2027 Omzetten bedrijven 433.042 Waterbeheer 82.506 Waardetoevoeging huizen 18.143 KRW 11.224 Directe belastingen 6.332 Totaal 457.517 Totaal 93.730 Tabel 8.1: Balans tussen baten en gemaakte kosten 22

De positieve geldstromen die te herleiden zijn tot het schone water zijn significant, en worden ook significant hoger als gevolg van de maatregelen in het kader van de KRW. Daarbij geldt dat er nog een aantal kanttekeningen zijn te plaatsen: Bij de bepaling van opbrengsten uit economische activiteiten en waardestijging rond de onderzochte waterlichamen is een omtrek van 150 meter van de waterkant van de grote waterlichamen aangehouden, omdat ten behoeve van de opschaling een dergelijk criterium hanteerbaar is. Bepaalde geldstromen konden nog niet worden meegenomen, omdat daarvoor ofwel binnen het project geen ruimte bestond, ofwel nog onvoldoende praktijkervaring op regionaal niveau is opgedaan. Het betreft hier met name vermeden kosten van waterzuivering en de waarde van bedrijfspanden aan het water. Zowel bij de selectie van de bedrijven als bij de toedelingsfactoren is een voorzichtige insteek aangehouden. De positieve geldstromen te relateren aan water dienen derhalve als conservatief te worden beschouwd. De overheid kent eveneens inkomsten kunnen worden afgeleid van deze bovengenoemde geldstromen in de vorm van loonbelasting, vennootschaps- en dividendbelasting, overdrachtsbelasting en OZB, maar deze worden niet meegenomen vanwege het feit dat deze verborgen zitten in de omzet en WOZ water en daarom een dubbeltelling zouden betekenen. Het zijn indirecte belastingstromen. Het is echter wel duidelijk dat als waterkwaliteitsbeheer leidt tot extra omzet etc. dat ook leidt tot extra inkomsten voor de overheid. Daarmee zijn zowel kosten als baten duidelijk geworden. Welke prognose kunnen we dan hanteren als het gaat om de economische effecten van de invoering van de Kaderrichtlijn water? 1. De totale geldstromen die hier worden gepresenteerd bedragen EUR 432 miljoen per jaar. Het betreft dan de omzet van bedrijven, de waardetoevoeging aan woningen en directe belastingen te herleiden tot het water. 2. Deze opbrengsten worden gegenereerd op basis van een input van overheidszijde van EUR 82,5 miljoen op jaarbasis. 3. De implementatie van de KRW leidt ertoe dat de positieve geldstromen toenemen met ongeveer EUR 25 miljoen per jaar. 4. De kosten die zijn gemoeid met de invoering van de KRW zijn EUR 10,1 miljoen per jaar. De les die hieruit kan worden getrokken is dat voor Drenthe goede economische argumentatie bestaat om de KRW in te voeren. Dat alles uiteraard naast de ecologische argumentatie die pleit voor de invoering van de KRW. 23

7 Epiloog: Een nieuwe functiewaardering En waar zouden de winnaars van deze nieuwe blauwe economie zoals we die ontwaren zich dan bevinden? Daarvoor moeten we eerst even een blik werpen op de functies die de natuur voor de mens vervult. Als we willen werken aan een nieuwe duurzame economie, dan moeten we eerst eens kijken naar alle functies die de natuur voor ons vervult. Daar kunnen we hele waslijsten van maken, maar dat is gelukkig niet nodig, want in de jaren zeventig hebben Van der Maarel c.s. het zogenaamde Globaal Ecologisch Model (GEM) uitgewerkt. Hierin zijn zeer overzichtelijk vier (hoofd)functies uitgewerkt die het natuurlijke milieu voor de mens vervult, namelijk 7 : Draagfuncties. Het natuurlijk milieu draagt een heel scala aan menselijke activiteiten. Wonen en werken liggen voor de hand, maar de natuur verzorgt ook de afvang en opslag van afvalstoffen zonder dat deze worden verwerkt (Fijn stof afvang, CO2-opslag). Productiefuncties. Het natuurlijk milieu is onze leverancier van materie en energie. Binnen het GEM wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen natuurlijke en agrarische productiefuncties. Natuurlijke productiefuncties bestaan zonder direct menselijk ingrijpen, denk de productie van water, biomassa en delfstoffen. Agrarische productiefuncties bestaan juist bij de gratie van menselijk ingrijpen: de productie van voedsel (landbouw en oesterteelt), of de productie van andere producten als hout. Regulatiefuncties. Het natuurlijk milieu reguleert voortdurend de materie- en energiestromen. Daarbij zijn vooral de reinigingsfuncties van groot belang, zoals geluidsabsorptie en filtering van vervuilde lucht en/of reiniging van vervuild water door vegetatie. Informatiefuncties. Het natuurlijk milieu informeert de mens aan de lopende band in de vorm van oriëntatie (herkenbaarheid, vertrouwdheid), educatie en indicatie. Met het laatste wordt bedoeld dat we als mensen bijvoorbeeld kennis opdoen uit kwantitatieve verschuivingen in de aantallen organismen als gevolg van veranderingen in het milieu. Toch is het GEM eigenlijk niet helemaal compleet in zijn beschrijving. We missen vooral de functie van de natuur als bron van plezier, welzijn en gezondheid voor de mens. Daarom onderscheiden wij voor ons verdere betoog een vijfde type functie, namelijk de recuperatiefuncties die de natuur voor de mens vervult. Deze omschrijven wij als volgt: Recuperatiefuncties van de natuur betreffen het vermogen van de natuur om een aantoonbare en te kwantificeren bijdrage te leveren aan het menselijke welzijn en de menselijke gezondheid. Wat we nu zien, is dat de waardering van de verschillende ecologische functies een behoorlijke disbalans kent. Wat namelijk opvalt, is dat binnen de huidige economische orde, het eigenlijk vooral de productiefuncties zijn die economisch worden gewaardeerd. Te denken valt aan de winning van grondstoffen en de productie van voedsel. Hier is sprake van schaarste, het vraagt 7 Van der Maarel, J. c.s. Studierapporten Rijksplanologische Dienst, Algemeen Ruimtelijk Planningskader, deel 3b Samenvatting Globaal Ecologisch Model, Ministerie van VROM, 1976 24