EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET THEORIE-EXAMEN RIJBEWIJS/VAKBEKWAAMHEID 1 (VERKEER EN TECHNIEK)



Vergelijkbare documenten
EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET THEORIE-EXAMEN RIJBEWIJS/VAKBEKWAAMHEID 1 (VERKEER EN TECHNIEK)

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Toetsmatrijs RV1. Opgesteld door: Rijbewijs + Vakbekwaamheid deel 1, Verkeer en Techniek (RV1, RV1-light, RV1-plus)

Toetsmatrijs RV1. Opgesteld door: Rijbewijs + Vakbekwaamheid deel 1, Verkeer en Techniek (RV1)

Toetsmatrijs RV1, RV1L en RV1P

Toetsmatrijs Categorie T theorie*

Toetsmatrijs RV1, RV1L en RV1P

Terminologielijst RV1 RV1L RV1P

Toetsmatrijs Categorie T theorie

Toetsmatrijs RV1, RV1L en RV1P

Toetsmatrijs RV1, RV1L en RV1P Aanvullend document

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T

Elementen in de scenario s In zowel het basisscenario als in het vervolgscenario dienen de onderstaande drie elementen te worden opgenomen:

VOORSCHRIFTEN VOOR SCENARIO S TOETS SIMULATOR C OF D BASISKWALIFICATIE

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D

Toetsmatrijs aanvullende opleiding elektrische voertuigen

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Oefenboek. rijbewijs B

Theorieboek. rijbewijs A


Toetsmatrijs LZV. Opgesteld door:

Toetsmatrijs Rijvaardigheidsanalyse Praktijktrainer Nascholing

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 111, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie C1, E bij C1, C en E bij C

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 111, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur LZV Mondeling (theoriegedeelte) en Praktijk. Examenvorm

Toetsmatrijs LZV. In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen.

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling tot vervanging van bijlagen bij de Regeling vakbekwaamheid bestuurders

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

De verkeersboetes in 2016.

De RENAULT ONDERHOUDSBEURT

Verkeersborden: Groep A - Snelheid

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur Containerheftruck. Opgenomen in de toets: Aantal vragen /opdrachten: Taxonomie code:

Toetsmatrijs Algemene Rijvaardigheid Huisartsenchauffeur

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Aanvulling. categorie AM

: Van Voordenpark 1b, 5301KP Zaltbommel

Verkeersborden overzicht

Verkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8

Onder verkeersborden kunnen onderborden worden geplaatst die kunnen aangeven:

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

Toetsmatrijs Categorie T theorie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

Toetsmatrijs Categorie T theorie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS

De verkeersboetes in 2017

Inhoud theorie-examens A, AM

Bijlage 1 Verkeersborden

Boetes overzicht 2013 (Eisen aan bestuurder/ Eisenvoertuig/ Kenteken/ Verkeersborden/ Verkeersregels) Auto. Eisen aan bestuurder

Oefenboek. rijbewijs A

Oefenboek. rijbewijs B

Aanvulling. categorie AM

besluit van de gemeenteraad

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Theorie examens Rijbewijs en Vakbekwaamheid

Toetsmatrijs Categorie T theorie*

Verkeersborden met omschrijving

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

STILSTAAN EN PARKEREN LES 5

De afdeling Zuidplas (eerder Nieuwerkerk aan den IJssel) is op verzoek van de gemeente geïnstalleerd op 16 oktober 2007

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Verkeersregelaar. ex:pla n. smart educational tools

1\\ o 1 AF«2009. Provincie Zeeland J..\... Directie Economie en Mobiliteit ~ ~ Infrabeheer. Infrabeheer. W.W. van de Kreke

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Brommertheorieboek Deel 4

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000

Wegsleepverordening 2003

Aanvulling. categorie AM

Het vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college worden gedelegeerd of gemandateerd.

Brommertheorieboek Deel 2

Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Keuzevak: Aandrijf- en remsysteem Niveau: BB/KB/GL

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

VERKEERSDEELNEMERS BESTUURDERS : ALLE WEGGEBRUIKERS BEHALVE VOETGANGERS.

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

Bijzondere weggedeelten

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

1 JE RIJBEWIJS HALEN...11

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV

1. Algemene bepalingen. 2. Verkeersborden. 3. Verkeerslichten. 4. Verkeerstekens op het wegdek

Transcriptie:

EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET THEORIE-EXAMEN RIJBEWIJS/VAKBEKWAAMHEID 1 (VERKEER EN TECHNIEK) Versie 2 Uitgeprinte exemplaren zijn niet-beheerste uitgaven

Overzicht eindtermen 1. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de risico s die het besturen van het motorvoertuig met zich meebrengen. 2. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de gedragsregels die gelden bij het gebruik van de openbare weg. 3. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de gedragsregels die gelden met betrekking tot het verlenen van voorrang en het voor laten gaan. 4. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de kenmerken en de betekenis van verkeerstekens en aanwijzingen. 5. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de techniek, bediening en het onderhoud van het motorvoertuig. 6. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de inrichtings- en gebruikseisen van het motorvoertuig. 7. De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de voor het besturen van het motorvoertuig relevante bepalingen in de verkeerswetgeving. De onderwerpen die in deze toetsmatrijs voorkomen, hebben met name betrekking op het gebruik van zowel de autobus als de vrachtauto. 1

Opgesteld door: CCV Examenonderdeel: Rijbewijs/Vakbekwaamheid Code: Nnb Naam: V&T Toetsvorm: Schriftelijk 1 1.1 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de risico s die het besturen van het motorvoertuig met zich meebrengen. Kan benoemen wat de risico s zijn voor de bestuurder en de medeweggebruiker(s) die door de eigenschappen en de toestand van het voertuig worden veroorzaakt, en op welke wijze het gedrag van de bestuurder hierop kan worden afgestemd. Hierbij gaat het om zaken als: - de mogelijke gevolgen van een onjuist gebruik of onjuiste bediening van de bedrijfsrem - het effect van de centrifugaalkracht en situaties waarin deze kan optreden - de mogelijke consequenties van de wijze waarop het voertuig beladen of ingericht is (gewichtsverdeling, zwaartepunt, zichtbeperking) - eigen zichtbaarheid voor andere weggebruikers - het effect van een te geringe profieldiepte van de banden - het uitzwaai-effect. 2

Kan benoemen welke factoren een rol spelen bij het uitoefenen van de bestuurderstaak, dit in het bijzonder in relatie tot andere weggebruikers. Het gaat hierbij om kennis van en inzicht in begrippen als: Taakprocessen: - scherpe en bewuste waarneming - voorspellen - evalueren - beslissen - handelen. 1.2 Oplettendheid: - anticiperen - verkeersinzicht - besluitvaardigheid - verwachtingspatroon. Houding: - defensief rijgedrag - sociaal rijgedrag - communiceren met andere weggebruikers - menselijke beperkingen. Afstand bewaren: - begrip snelheid in meters per seconde - reactietijd - remweg - stopafstand - volgafstand - ruimtekussen. 3

1.3 Kan benoemen welke de risico s zijn als gevolg van de aanwezigheid en het gedrag van andere verkeersdeelnemers en op welke wijze hij zijn gedrag hieraan moet aanpassen. Zaken die hier aan de orde komen, zijn: - het (her)kennen van afzonderlijke soorten verkeersdeelnemers - de gedrags (on)mogelijkheden van deze verkeersdeelnemers - rijden in file - aangepast eigen gedrag als gevolg van o het gedrag van andere verkeersdeelnemers o beperkte gedragsmogelijkheden van andere verkeersdeelnemers o beperkte eigen gedragsmogelijkheden. 4

1.4 Kan benoemen welke de risico s zijn als gevolg van weg-, zicht- en weersomstandigheden en op welke wijze hij zijn gedrag hieraan moet aanpassen. Het gaat hierbij om risico s bij of ten gevolg van: Wegomstandigheden: - aansluitingen van wegen - aard van het wegdek - bebakening en reflectoren - begroeiing - doelgroepstroken - erven - erf toegangswegen - gebiedsontsluitingswegen - obstakels - ongevalkansen diverse soorten wegen - snelheidsremmers - spitsstroken - spoorvorming - stroomwegen - (tijdelijke) markering - toestand van het wegdek - tunneleffect - tunnels - uitritten - verblijfsgebieden - verkanting - weefvakken - zones. 5

Weersomstandigheden: - aquaplaning - ijzel - mist - regen - sneeuw - wind. Dag en nacht / donker en licht: - duisternis - openbare verlichting - schaduw - schemering - zonlicht. 6

2 2.1 2.2 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de gedragsregels die gelden bij het gebruik van de openbare weg. Kan de plaats op de weg van alle weggebruikers in het algemeen benoemen. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het inhalen en ingehaald worden. Met name heeft dit betrekking op: - bochten - doelgroepstroken - fiets-/bromfietspad - fietsstroken - invoegstroken - kruispunten - overwegen - rechte weggedeelten - rijstroken - rotondes - spitsstroken - voorsorteervakken. Hierbij moet gedacht worden aan: - inhalen bij een voetgangersoversteekplaats (VOP) - inhalen van files - links inhalen / ingehaald worden - rechts inhalen / ingehaald worden. 7

2.3 2.4 Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot snelheid. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het stilstaan en parkeren. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het geven van tekens en signalen. Het gaat hierbij om zaken als: - afwijkende maximumsnelheid voor bepaalde voertuigcategorieën - maximumsnelheden binnen de bebouwde kom - maximumsnelheden buiten de bebouwde kom - toelatingssnelheid auto(snel)weg. Hierbij moet gedacht worden aan: - gehandicaptenparkeerplaats - parkeerschijfzone - parkeerverboden - parkeren van motorvoertuigen in een erf - verbod(en) tot stilstaan. Zaken die hierbij aan de orde komen zijn onder andere: 2.5 2.6 Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het gebruik van lichten. - richting aangeven - signalen die gegeven moeten en mogen worden ter afwending van dreigend gevaar - signalen van voorrangsvoertuigen - verbod tot het geven van signalen. Voornamelijk gaat het hier om: - gebruik van lichten tijdens het rijden - signalen die gegeven moeten en mogen worden ter afwending van dreigend gevaar - signalen van voorrangsvoertuigen - verbod tot het geven van signalen. 8

3 3.1 3.2 3.3 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de gedragsregels die gelden met betrekking tot het verlenen van voorrang en het voor laten gaan. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het voor laten gaan op kruispunten en door welk gedrag aan deze regels gevolg kan worden gegeven. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot het voor laten gaan bij het afslaan en door welk gedrag aan deze regels gevolg kan worden gegeven. Kan benoemen welke de verkeersregels zijn met betrekking tot het voor laten gaan van het overige verkeer bij het uitvoeren van bijzondere manoeuvres. Ook kan de kandidaat benoemen op welke wijze gevolg moet worden gegeven aan deze regels. Het gaat hierbij om zaken als: - blokkeren van een kruispunt - verlenen van voorrang. Voornamelijk gaat het hier om: - links afslaan ten opzichte van rechts afslaan op hetzelfde kruispunt - rechtdoorgaand verkeer. Als bijzondere manoeuvres worden aangemerkt gedragingen als: - achteruitrijden - in- en uitstappen - invoegen - keren - oprijden van een inrit - parkeren - uitvoegen - verlaten van een uitrit - wegrijden - vereist gedrag bij het wegrijden van een autobus bij een halte - wisselen van rijstrook. 9

4 4.1 4.2 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de kenmerken en de betekenis van verkeerstekens en aanwijzingen. Kan aangeven wat de betekenis is van verkeersborden. Tevens kan de kandidaat benoemen welk gedrag door elk verkeersteken geadviseerd, geboden of verboden wordt. Kan benoemen welke de gedragsregels zijn met betrekking tot tekens op het wegdek. Tevens kan de kandidaat benoemen op welke wijze gevolg moet worden gegeven aan deze regels. In het bijzonder moet hierbij ook gedacht worden aan: - onderborden - relevante plaatsingsvoorschriften - tijdelijke verkeersborden - werkingssfeer van verkeersborden - zonale verkeersborden. Bij tekens op het wegdek moet onder andere worden gedacht aan: - as-, kant- of deelstreep - dubbele asmarkering met groene vulling - busbanen en busstroken - doorgetrokken streep - haaientanden - onderbroken streep - pijlen - stopstreep - suggestiestrook - tijdelijke verkeerstekens op het wegdek - verdrijvingsvlak - voorsorteerstrook - waarschuwingsstreep - wegreflectoren. 10

5 5.1 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de techniek, bediening en het onderhoud van het motorvoertuig. Kan de constructie en werking van de vierslag dieselmotor uitleggen. De onderdelen aanwijzen: - cilinderblok - cilinderkop met kleppen - zuiger met zuigerveren - drijfstang - krukas - vliegwiel met starterkrans - nokkenas - distributie (tandwielen). - Het dieselprincipe kunnen uitleggen. B De functie uitleggen van: - luchtinlaat en filter - turbo - intercooler. 11

5.2 Kan de functie van het motorsmeersysteem uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. Kan de functie van het chassis-smeersysteem uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. De functie: voorkoming van metaalcontact. De onderdelen van de druksmering: - oliepomp - zeef - warmtewisselaar - oliefilter - carter. De functie: draaiende onderdelen van vet voorzien met uitzondering van kruiskoppelingen en de aandrijflijn. B/ 5.3 De onderdelen van het centrale smeersysteem: - reservoir - smeerpomp - hoofdleiding - doseurs - tijdklok/afstandimpuls. Aandachtspunt: vetverlies. B/ 12

Kan de functie en kenmerken van motorolie uitleggen. De functie: 5.4 - koeling - geluid dempen - reiniging - afdichten - smeren. De kenmerken van: - viscositeit - kwaliteit. Soort benodigde olie kunnen bepalen aan de hand van het instructieboek. B 13

Kan de constructie en werking van het brandstofsysteem uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. De principewerking van het systeem. De principewerking en de functie van motormanagementsysteem. 5.5 De principewerking van de snelheidsbegrenzer. De onderdelen van het brandstofsysteem: - brandstoftank - aanzuigzeef - filter (s) - waterafscheider - opvoerpomp - retour- of terugvoerleiding - de inspuitsystemen. B/ 14

Kan de constructie en werking van de reminrichtingen uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. Soorten remmen en principewerking: - trommelremmen - schijfremmen. 5.6 Reminrichtingen: - bedrijfsrem - parkeerrem - noodrem en/of hulprem - volgwagenberemming. Hulpremsystemen - retarder - motorrem. Remwerking en principewerking: - luchtdrukmechanisch - elektronisch. ABS (Anti Blokkeer Systeem); ASR (Aandrijf Slip Regeling); EBS (Electronic Brake Support); ESP (Electronisch Stabiliteits Programma). B/ 15

Onderdelen van het luchtdrukremsysteem: - compressor - drukregelaar - luchtdroger - vierkringsbeveiligingsventiel - voorraadketels - voorraadleiding volgwagen - commandoleiding volgwagen - rangeerventiel - ALR (Automatische Lastafhankelijke Regelventiel) - remsteller. B/ Veel voorkomende storingen. 16

5.7 Kan de constructie en werking van de koppeling, versnellingsbak en aandrijflijn uitleggen. De functie en principewerking. De zichtbare onderdelen: - drukgroep - koppelingsmechanisme - versnellingsbak - aandrijfas - pignonwiel en kroonwiel - differentieel - steekassen - differentieelslot - kruiskoppelingen - schuifstuk. B/ Te nemen maatregelen als het voertuig gesleept moet worden. 5.8 Kan de kenmerken van de krachtoverbrenging in relatie tot een optimaal gebruik van het voertuig noemen. Koppelkrommen van het vermogen en van het specifieke brandstofverbruik van een motor, optimaal gebruiksbereik toerenteller, dekkingsdiagrammen overbrengingsverhoudingen. 17

5.9 Kan de verschillende soorten banden en de daarbij behorende kenmerken noemen. Kan de aandachtspunten bij het wisselen van wielen noemen. Soorten banden en bijbehorende kenmerken: - diagonaalband - radiaalband - tubelessband - dubbelucht - super single. Volgorde van handelingen. Natrekken. 5.10 Veiligheidsmaatregelen. Kenmerken van velgen. Bout en naafcentrering. 18

Kan de aandachtspunten bij het gebruik en onderhoud van banden noemen. Bandenspanning. Rijstijl. 5.11 Belading. Onbalans van de wielen. Oorzaken ongelijkmatige slijtage o.a. schokdempers. Dagelijkse controle: - profiel - beschadigingen - wielmoeren - slijtage. Veel voorkomende storingen. 19

Kan uiteenzetten op welke wijze de veiligheidsvoorzieningen bediend moeten worden teneinde het voertuig onder controle te houden, de slijtage te beperken en disfuncties te voorkomen. Remsystemen en retarders: - grenzen aan het gebruik hiervan - gecombineerd gebruik van rem en retarder. De bij een bepaalde snelheid juiste versnelling. 5.12 Benutting van de traagheid van het voertuig. Benutting van de mogelijkheden tot vertraging en remmen bij afdalingen. Wat te doen in geval van defecte remmen. De functie en gebruik van cruise control. De functie en gebruik van de differentieelblokkering. B 20

Kan de constructie en werking van de stuurinrichting, vering en ophanging uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. Soorten vering en kenmerken: - bladvering - luchtvering - hefas. 5.13 Principewerking luchtvering. Onderdelen: - luchtdrukregelventielen - luchtbalg. Hoogteregeling: - bij laden en lossen - bij aan- en afkoppelen. unctie van de schokdempers. Stuurinrichting. Veel voorkomende storingen. B/ 21

5.14 Kan de constructie en werking van het elektrische systeem, de elektrische componenten en verlichting uitleggen. De principewerking. Componenten: - accu - dynamo - zekeringen en relais - startmotor - verlichting - richtingaanwijzers - verbinding tussen motorvoertuig en volgwagen. B Aandachtspunten voor de chauffeur. Veel voorkomende storingen. 22

5.15 Kan de constructie en werking van de koppelsystemen en de vergrendeling uitleggen. Soorten koppelsystemen en manier van koppelen en vergrendelen: - vangmuilkoppeling - opleggerkoppeling. Aandachtspunten voor de chauffeur: - vergrendeling - borging. B Veel voorkomende storingen. 23

Kan de functie van het koelsysteem, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof uitleggen en de onderdelen daarvan benoemen. Onderdelen van het koelsysteem: - radiateur - thermostaat - koelvloeistofpomp - ventilator - warmtewisselaar - expansievat - overdrukdop. 5.16 unctie systeem: beheersen van bedrijfstemperatuur. unctie koelvloeistof: warmtetransport. unctie en kenmerken van ruitensproeiervloeistof: - overdrukdop - reinigen - bevriezing tegengaan. Aandachtspunten chauffeur. B/ 24

Kan het belang van preventief onderhoud uiteenzetten. Voorkoming van onnodige stilstand. 5.17 Voorkoming van onnodige kosten. Verhoogde bedrijfszekerheid. Bevorderen van de verkeersveiligheid. Lagere milieubelasting realiseren. Beheersing van exploitatiekosten. B 25

5.18 Kan uitleggen waaruit de voertuigcontrole voor, tijdens en na de rit bestaat. Conform algemene instructies die in de instructieboekjes voorkomen. B Kan, gegeven een situatie, uitleggen hoe de oorzaak van een defect opgespoord kan worden. Rode waarschuwingssymbolen en de te nemen maatregelen: 5.19 - oliedruk laag - cabinevergrendeling open - luchtdruk laag - EBS-remsysteem truck- of trailerstoring - koelwaterniveau laag - koelwatertemperatuur hoog - dynamospanning - olieniveau laag - stuurbekrachtiging storing - motorstoring. Maatregelen bij geactiveerde gele waarschuwingssymbolen. Aandachtspunten bij het kantelen van de cabine. B 26

6 6.1 De kandidaat heeft kennis van de inrichtings- en gebruikseisen van het motorvoertuig. Kan benoemen aan welke inrichtingseisen een motorvoertuig en een aanhangwagen moeten voldoen en welke technische aspecten van het voertuig voor de bestuurder van belang zijn voor een veilig gebruik ervan. In de Ministeriële Regeling ten aanzien van de rijbewijscategorieën C en D wordt met betrekking tot de eisen die in een theorie-examen worden gesteld een aantal wetsartikelen genoemd van het Voertuigreglement. Onder verwijzing naar artikel 1 van deze regeling komen, voor zover de daarin genoemde verwijzingen naar het Voertuigreglement betrekking hebben op de rijbewijscategorie C en D, onderwerpen voor uit: - de bepalingen met betrekking tot wijzigingen van de constructie van het voertuig - de gebruikseisen - de permanente eisen. 27

7 7.1 De kandidaat heeft kennis van en inzicht in de voor het besturen van het motorvoertuig relevante bepalingen in de verkeerswetgeving. Kan de relevante bepalingen van de verkeerswetgeving benoemen. In de Ministeriële Regeling ten aanzien van de rijbewijscategorieën C en D wordt met betrekking tot de eisen die in een theorie-examen worden gesteld een aantal wetsartikelen genoemd. Onder verwijzing naar artikel 1 van deze regeling komen, voor zover de daarin genoemde verwijzingen naar onderstaande wetgeving en reglementen betrekking hebben op de rijbewijscategorie C en D, onderwerpen voor uit: - Besluit administratieve bepalingen wegverkeer (BABW) - Kentekenreglement (KR) - Reglement rijbewijzen (RR) - Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) - Voertuigreglement (VR) - Wegenverkeerswet 1994 (WVW) - Wet aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM). 28

7.2 Kan de wettelijke bepalingen benoemen die betrekking hebben op de rijbevoegdheid en op de rijbewijzen. Hierbij moet gedacht worden aan zaken als: - bevoegdheden opsporingsambtenaar ten aanzien van document - geldigheidsduur rijbewijs - invordering en inhouding rijbewijs - minimumleeftijd voor het besturen van motorrijtuigen - ongeldig verklaring, invordering en schorsing van rijbewijs - ontzegging rijbevoegdheid - rijbewijsbeperkingen - rijbewijscategorieën - rijbewijsplicht. Dekkingsgraad Dekkingsgraad toetstermen: 100% Geaccordeerd door: CCV Raad Vastgesteld door: Directeur CCV Datum vaststelling: 29-02-2008 Ingangsdatum: 08-09-2008 29