BESTEMMINGSPLAN DE DUINEN DEELGEBIED 6B STATUS: VOORONTWERP DATUM: IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.OWZDUINENDG6B-VO01 CORSA: 15-0030879



Vergelijkbare documenten
BESTEMMINGSPLAN DE KREKEN - FASE 1. STATUS: VOORONTWERP DATUM: IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.OWZKREKENf1obp-VO01 CORSA:

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

DE DUINEN. bestemmingsplan NL.IMRO.1783.OWZDUINENDG6B-ON01 ontwerp

Duinkampen 23 te Paterswolde

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Beëindigingsovereenkomst convenant Westlandse zoom

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

Westflank Haarlemmermeer

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

BYPASS ROTONDE NAALDWIJKSEWEG HEENWEG. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.ONWDIJCKERWLf2w02-VA01 vastgesteld

Gemeente Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Gemengd gebied. V073255aa id versie 03_001 3 juni

Ruimtelijke onderbouwing perceel Alblas Waddinxveen. Documentcode: 16M8002.RAP001.HN.LW

Links naar brondocumenten

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Bijlage 3 Externe veiligheid

BESTEMMINGSPLAN DE GOUW FASE 1. STATUS: VOORONTWERP DATUM: 24 OKTOBER 2014 IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.OWZDEGOUWf1obp-VO01 CORSA:

Ruimtelijke onderbouwing

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Buitengebied Efterwei 23, Rottevalle

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Beleidskader windenergie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Artikel 2 De locatie en omvang van de opstelling voor zonne-energie

Quickscan Bedrijven en Milieuzonering Sportlaan 2-4 Gemert

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Ruimtelijke Onderbouwing. Paal 19,5 en 20

HERONTWIKKELING MOLENWAL

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

In Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's:

Onderzoek bedrijven-milieuzonering Rhijenhove te Den Haag Opdrachtgever Varese Projectontwikkeling te Rotterdam

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Quickscan Externe Veiligheid N240

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Bijlage 1: Ambitie en kader

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233

Ruimtelijke onderbouwing

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid

Blad 2. Beoordeling verzoek

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project

Transcriptie:

BESTEMMINGSPLAN DE DUINEN DEELGEBIED 6B STATUS: VOORONTWERP DATUM: IDENTIFICATIENUMMER: NL.IMRO.1783.OWZDUINENDG6B-VO01 CORSA: 15-0030879

2

COLOFON Dit is een uitgave van de Gemeente Westland, team Stedenbouw & Bestemmingsplannen. Voor meer informatie over dit plan kunt u contact opnemen via: Postadres: Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk Bezoeksadres: Stokdijkkade 2, 2671 GW Naaldwijk T 14 0174 F (0174) 673 600 E ruimtelijkeplannen@gemeentewestland.nl I www.gemeentewestland.nl Het digitale exemplaar van dit plan is te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl. Datum: 13 april 2015 Dit product op gesteld door: Gemeente Westland 3

4

TOELICHTING 5

6

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 7 1 INLEIDING... 9 1. 1 Aanleiding.................................................................................. 9 1. 2 Ligging plangebied.................................................................... 10 1. 3 Geldend bestemmingsplan......................................................... 10 1. 4 Leeswijzer................................................................................ 11 2 PLANVISIE... 13 2. 1 Beleidsk ader............................................................................ 13 2.1.1 Gemeentelijk beleid... 13 2.1.2 W atersch aps beleid... 16 2.1.3 R egion aal beleid... 17 2.1.4 Provinciaal beleid... 18 2.1.5 Rijks beleid... 20 2.1.6 C onclu sie... 22 2. 2 Ruimtelijk-functionele structuur............................................... 23 2.2.1 Inv entaris atie van func ties... 23 2.2.2 inv entaris atie van w aarden... 24 2. 3 Gebiedsv isie............................................................................. 27 2.3.1 Algemeen... 27 2.3.2 De D uin en deelgebied 6 b... 28 3 ONDERZOEK... 31 3. 1 Bedrijven en milieuzonering....................................................... 31 3.1.1 W ettelijk kader... 31 3.1.2 conclu sie... 31 3. 2 Geluid........................................................................................ 33 3.2.1 W ettelijk kader... 33 3.2.2 On derz oek... 33 3. 3 Luchtkwaliteit.......................................................................... 35 3.3.1 W ettelijk kader... 35 3. 4 Externe veiligheid..................................................................... 37 3.4.1 W ettelijk kader... 37 3.4.2 On derz oek... 38 3. 5 Water........................................................................................ 41 3.5.1 W ettelijk kader... 41 3.5.2 On derz oek... 42 3. 6 Ecologie................................................................................... 43 3.6.1 W ettelijk kader... 43 3.6.2 On derz oek... 45 7

3. 7 Cultuurhistorie......................................................................... 47 3.7.1 W ettelijk kader... 47 3.7.2 On derz oek... 48 3.7.3 C onclu sie... 49 4 PLANBESCHRIJVING... 51 4. 1 Planvorm................................................................................. 51 4. 2 Wettelijk voorgeschreven standaardisering................................ 51 4. 3 Aan vulling en geoorloofde afwijking van de SVBP 2012.............. 51 4. 4 Systematiek van de planregels................................................. 51 4. 5 Systematiek van de planverbeelding......................................... 54 5 HANDHAVING... 57 5. 1 Handhavingsbeleid.................................................................... 57 6 FINANCIËLE UITVOERBAARHEID... 59 6. 1 Economische uitvoerbaarheid................................................... 59 7 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID... 61 7. 1 Overleg.................................................................................... 61 7. 2 Inspraak.................................................................................. 61 7. 3 Zienswijzen.............................................................................. 61 8

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Zoals in heel Nederland stagneert ook in Westland de woningmarkt, vooral in het midden-dure en dure segment. Dit maakte het noodzakelijk voor het Ontwikkelingsbedrijf De Westlandse Zoom (OBWZ) om alle plannen kritisch tegen het licht te houden en daar waar nodig en mogelijk te wijzigen. Door het aanbod meer op de vraag aan te passen denkt het OBWZ de markt weer meer in beweging te krijgen, waardoor de financiële risico s worden beperkt. De gemeente en Bouwfonds hebben de intentieverklaring Afspraken herziening Samenwerkingsovereenkomst Westlandse Zoom en Monster Noord ondertekend. Eén van de belangrijkste uitgangspunten bij de herziening van de plannen voor De Westlandse Zoom is dat de kwaliteiten die De Westlandse Zoom zo bijzonder maken, zoals de aanleg van groen en water en de verbinding van recreatieve routes van de kust naar Midden-Delfland, zoveel mogelijk overeind blijven. Wel zal de groene buffer langs de Paul Captijnlaan als zogenoemd transformatiegebied worden aangewezen. Dit betekent dat er meerdere functies mogelijk zijn in deze ecologische zone. Initiatiefnemers zullen bepalend zijn voor de invulling van de groenzone waarbij maximaal 20% van de groenstrook bebouwd mag worden. Het uitgangspunt dat de nieuw te ontwikkelen woonbuurten een aantrekkelijk vestigingsmilieu moeten bieden aan de internationale gemeenschap in Den Haag en omgeving wordt hier losgelaten. Bouwen voor de lokale markt wordt het nieuwe uitgangspunt. Een andere pijler onder de herziene plannen is dat de vraag uiteindelijk zal bepalen wat er gebouwd wordt. Zo zullen er bijvoorbeeld meer drie- en vier-onder-een-kapwoningen en rijwoningen in verschillende prijsklassen komen in plaats van overwegend vrijstaande en twee-onder-éénkapwoningen. Het huidige bestemmingsplannen "Monster Noord" voor het gebied voldoet niet meer aan de nieuwe plannen van de Westlandse Zoom. Het plangebied van het bestemmingsplan "Monster Noord" wordt in een aantal fases ontwikkeld vanwege de economische uitvoerbaarheid en om beter te kunnen reageren op de wijzigende marktomstandigheden. Het bestemmingsplan 'De Duinen Deelgebied 6b" wordt een globaal eindplan voor de bouw van 145 woningen. Om in te kunnen spelen op veranderende marktomstandigheden en een gefaseerde ontwikkeling, is gekozen voor een globale planopzet voor het nog te ontwikkelen woongebied. Hierbij heeft het overgrote deel van het plangebied de globale eindbestemming "Woongebied". Deze bestemming biedt een grote mate van flexibiliteit. Tegelijkertijd zijn in de planregels meer gedetailleerde bepalingen opgenomen om enige rechtszekerheid te bieden. 9

1.2 Ligging plangebied Het plangebied is gelegen aan de kern Monster en wordt begrensd door de Haagweg, Rijnweg, J. van Polanenstraat, Molenweg en door de Slaperdijk. begrenzing plangebied. 1.3 Geldend bestemmingsplan Dit bestemmingsplan vervangt de volgende bestemmingsplannen op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in artikel 3.8. lid 5, van de Wet ruimtelijk ordening. Monster Noord, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni 2008 en gedeeltelijk goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland; Bestemmingsplan "Buitengebied" 2 e partiële herziening van de voormalige gemeente Monster. 10

1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, de regels en een verbeelding. De toelichting is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 komt het beleidskader, de ruimtelijk - functionele structuur en de gebiedsvisie aan de orde. Hierin wordt de ruimtelijke en functionele hoofdstructuur van het plangebied beschreven, alsmede de ruimtelijke kwaliteiten. Dit tezamen leidt tot een beschrijving van de gemeentelijke visie op het gewenste behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt onderzoek op het gebied van milieu, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, water, bodem, ecologie, en cultuurhistorie behandeld. In hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen. In hoofdstuk 5 is het handhavingsbeleid opgenomen. Tot slot wordt in de hoofdstukken 6 en 7 ingegaan op het handhavingsbeleid, de resultaten van de inventarisatie en de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. 11

12

2 PLANVISIE 2.1 Beleidskader 2.1.1 Gemeentelijk beleid Structuurvisie De gemeente heeft een structuurvisie met bijbehorende kaart opgesteld. In de visie worden de ruimtelijk gewenste ontwikkelingen tot 2025 aangegeven, met een doorkijk naar 2040. De structuurvisie is het nieuwe ruimtelijke afwegingskader bij ruimtelijke ontwikkelingen in Westland. Daarmee vervangt het de ruimtelijke componenten uit de Visie Greenport Westland 2020. Uitsnede structuurvisie In de visie zijn de gronden aangewezen als te ontwikkelen woongebied. De oorspronkelijke ontwikkeling van de Westlandse Zoom is niet haalbaar gebleken, waardoor tot aanpassing van het programma is besloten. Hierdoor heeft het programma van de Westlandse Zoom direct invloed op het reguliere woningbouwprogramma van Westland. Dat zal een intensiever bebouwing betekenen, waarbij de opgave is om deze aan te laten sluiten op de woningbouwbehoefte van Westland nu en in de toekomst. Het woningbouwprogramma moet zich onderscheiden van de regionale bouwprogramma's, passend bij het Westlandse, dorpse woonmilieu, waar ook grote behoefte aan is. Van belang is dat de intensievere bebouwing bij de herprogrammering Westlandse Zoom niet een te stedelijk woonmilieu creëert, omdat dat niet aansluit bij onze ambities en daar binnen Haaglanden reeds een overaanbod aan is. Westlandse Zoom Het project De Westlandse Zoom was een samenwerking tussen de gemeenten Westland en Den Haag, het Stadsgewest Haaglanden en de Provincie Zuid Holland. In 2002 hebben deze partijen het Convenant Westlandse Zoom ondertekend. Oorspronkelijk doel was het realiseren van een luxe woonmilieu ter ondersteuning van der Haagse ambities als Internationale Stad van Vrede en Recht. Volgens het principe rood voor groen zou als integraal onderdeel van het project de regionale groen/blauwe verbinding tussen Midden Delfland en de Kust verbeterd worden en een aantal groene verbindingen met een meer lokale betekenis worden gerealiseerd. Het beeld dat daarbij gebruikt is, is dat van een ladderstructuur: 13

Structuurvisie Westlandse Zoom Inmiddels is duidelijk dat het project de Westlandse Zoom niet op de beoogde wijze kan worden gerealiseerd. De situatie op de woningmarkt in de periode 2008-2012 is zodanig ingrijpend gewijzigd dat het overeengekomen woningbouwprogramma niet gerealiseerd kan worden en een aanpassing van de woningbouwplannen voor de betrokken locaties noodzakelijk is. Inmiddels is de beëindigingsovereenkomst Convenant Westlandse Zoom getekend door de gemeenten Westland en Den Haag, het Stadsgewest Haaglanden en de Provincie Zuid Holland. In de beëindigingsovereenkomst is opgenomen dat beide betrokken gemeenten Den Haag en Westland een eigen woningbouwprogramma opstellen dat passend is binnen de regionale afspraken. Aangezien de Westlandse Zoom niet alleen voorziet in woningbouw, maar ook in de aanleg van groenzones en langzaamverkeer verbindingen is in de beëindigingsovereenkomst opgenomen dat de gemeente een aantal voorzieningen uit fase 1 van de Westlandse Zoom zal voltooien. Westlands Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015 Met het Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) wordt vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer invulling gegeven aan het strategische beleid voor de gemeente Westland, zoals dat is beschreven in de, eind 2005 vastgestelde, Greenportvisie 2020. Op basis van deze vertaling zijn concrete projecten en maatregelen benoemd. Daarbij zijn prioriteiten bepaald en is een volgorde voor uitwerkingen realistisch weergegeven. Door het uitvoeringsprogramma wordt de stap gezet van papier (beleid) naar de praktijk (uitvoering). Het uitvoeringsprogramma en bijbehorende investeringsprogramma passen binnen de huidige begroting. Milieubeleidsplan 2005-2010 'Westland, glashart voor het milieu' De inspanningen uit het verleden waren voornamelijk gericht op het verbeteren van de sectorale milieukwaliteit. In de toekomst moet ook een bredere kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Het milieubeleidsplan moet een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Het milieubeleidsplan is door de raad in 2005 vastgesteld en heeft als doelstelling: 'Het verbeteren van de leefbaarheid op de korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op 14

de lange termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten op te lossen en toekomstige te voorkomen'. Het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP) 2011 is een overgangsprogramma tussen het inmiddels aan het eind van zijn looptijd gekomen Milieubeleidsplan 2005-2010 en een te ontwikkelen 'Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid'. Het zal daarbij gaan om een concreet uitvoeringsprogramma, dat bijdraagt aan te formuleren gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. Het MUP is een instrument om onder meer de uitvoering van de milieuambities te kunnen sturen. Voor wat betreft het aspect ruimtegebruik is de milieustrategie gericht op de volgende doelstelling: 'Functiemenging waar het kan en functiescheiding waar het moet.' Deze en alle andere relevante milieuambities en uitgangspunten worden ingebracht in ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. Beleid Duurzaam Bouwen 2006-2010 De doelstelling van de gemeente is door middel van duurzaam bouwen de milieubelasting terug te dringen: bouwen met zorg voor het milieu. Dit betekent dat in een vroeg stadium de schade voor het milieu moet worden beperkt, dus al tijdens het ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp en in alle fasen van de bouw. De gemeente stelt beleid Duurzaam Bouwen op, op gebouwniveau en op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Beleid Duurzaam Bouwen op stedelijk niveau, voor ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling, is opgenomen in het Milieubeleidsplan 2005-2010. Als instrument voor duurzaam bouwen bij nieuwbouw, woning- en utiliteitsbouw, wordt het pakket Gemeentelijk Praktijk Richtlijn (GPR-gebouw) gebruikt. Dit is een digitaal instrument om de duurzaamheid van nieuwbouwwoningen en utiliteitskantoren (kantoren en schoolgebouwen) in kaart te brengen door middel van rapportcijfers, met als doel duurzaam bouwen meetbaar en bespreekbaar te maken. Thema's van dit instrument zijn energie, materiaal, afval, water, gezondheid en integrale woonkwaliteit. Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland (2006) In de Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met dieptewerkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van dieptewerkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland. In het plangebied zijn geen mogelijke vindplaatsen van conventionele explosieven aanwezig. Beleid en beleidsregels voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in Westland In deze nota wordt aangegeven dat het wenselijk is een goede ruimtelijke spreiding van de verkooppunten van consumentenvuurwerk te bewerkstelligen. Doel bij een ruimtelijke benadering is het bereiken van een gelijkmatige spreiding van (kleine) bedrijven voor verkoop en opslag van consumentenvuurwerk over het Westland, om op deze wijze straathandel en vuurwerktoerisme zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet er binnen elk verzorgingsgebied sprake zijn van voldoende (vuurwerk)aanbod om de lokale markt te voorzien en zodoende illegale handel in principe overbodig te maken en te voorkomen. Het uitgangspunt voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk van de gemeente Westland is: Ruimte bieden aan ondernemers voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk met inachtneming van veiligheid en milieuregelgeving onder voorwaarde van een goede ruimtelijke spreiding. Met daarbij de volgende randvoorwaarden: in de gemeente Westland wordt alleen consumentenvuurwerk opgeslagen. Opslag en verkoop van professioneel vuurwerk is niet toegestaan; iedere vestiging van opslag en verkoop van consumentenvuurwerk zal worden getoetst aan voldoende ruimtelijke spreiding in de gemeente Westland; in de gemeente Westland worden maximaal 18 vestigingen voor opslag- en verkooppunten van consumentenvuurwerk toegestaan; opslag tot en met 1.000 kg is beperkt toegestaan in de dorpskernen; nieuwe vestiging in de dorpskernen is niet toegestaan; de vestiging van bedrijven met een opslag tot en met 10.000 kg heeft de voorkeur in gebieden waar een bedrijfsbestemming geldt of in tuincentra; opslag boven de 10.000 kg consumentenvuurwerk is uitgesloten; bestaande bedrijven in strijd met deze uitgangspunten mogen de activiteiten voortzetten. Binnen het plangebied zijn geen vuurwerkverkooppunten aangewezen. 15

Ruimtelijk kader kinderopvang gemeente Westland (2011) In deze beleidsnotitie staat één centrale vraag centraal, namelijk 'hoe kan door het opstellen van een ruimtelijk kader de vraag naar en het aanbod van kinderopvang beter op elkaar afgestemd worden en hoe kunnen er voldoende mogelijkheden voor doorontwikkeling van kinderopvang in Westland blijven en kan er duidelijkheid aan de kinderopvang en andere organisaties worden gegeven'. Uit deze beleidsnotitie wordt duidelijk dat wat betreft buitenschoolse opvang (bso) voor kinderen in de schoolgaande leeftijd, de gemeente mee wil werken aan de vestiging daarvan op onder andere locaties buiten de woonkernen die zijn ingericht voor sport. Reden is dat buitenschoolse opvang zich qua opzet, inrichting en uitvoering uiterst goed leent voor aanpassen van het 'product' op de behoeften van de jeugd, waarbij de schoolgaande kinderen veelal behoefte hebben om te bewegen. Op sportterreinen is hier voldoende gelegenheid voor. 2.1.2 Waterschapsbeleid In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het waterschap tot uitdrukking gekomen. Waterbeheersplan 2010-2015 (2009) In het Waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.: een flinke stap zetten naar een robuust en veerkrachtig watersysteem, rekening houden met klimaatsveranderingen; een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen; realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen; innovatief en duurzaam werken; het verbeteren van de waterkwaliteit. ABC-Delfland (1998) Om de doelstellingen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water te realiseren is het Hoogheemraadschap van Delfland het project ABC-Delfland gestart. (ABC staat voor Afvoer - en BergingsCapaciteit) Het ABC-project heeft als doel het water langer vast te houden, meer te bergen en overtollig water sneller af te voeren. Het gaat om technische maatregelen, zoals capaciteitsvergroting van de gemalen, en om ruimtelijke maatregelen, zoals het reserveren van gebieden voor het snel en tijdelijk opvangen van water in natte perioden. Een deel van de projecten is uitgevoerd. Naast de verbreding van watergangen en het vernieuwen van vele duikers steekt het Hoogheemraadschap van Delfland veel tijd, geld en energie in het vernieuwen van de gemalen. Ondanks de reeds uitgevoerde maatregelen dient er nog een aanzienlijk gebied getransformeerd te worden tot waterberging en dienen er nog diverse waterstructuren te worden verbeterd. Bij het zoeken en realiseren hiervan ligt aansluiting bij het proces van herstructurering voor de hand. Bij herstructurering kunnen innovatieve technische oplossingen worden benut bij realisatie van waterbergingsopgaven. Waterbergingen zullen bij herstructurering flexibel worden ingepast, waarbij het hiervoor benodigde (glastuinbouw)areaal beperkt blijft. Handreiking Watertoets Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van een bestemmingsplan dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten: beleidskader omtrent water; waterkeringen; waterkwantiteit; waterkwaliteit en ecologie; afvalwater en riolering; waterprojecten welke onderdeel zijn van ABC-Delfland. 16

In de toelichting wordt in het kader van het functionele onderzoek een beschrijving gegeven van de in het plangebied aanwezige waterkeringen, waterlopen en waterbergingen. In hetzelfde hoofdstuk wordt in het kader van technisch onderzoek nogmaals ingegaan op het aspect waterkeringen, alsmede de aspecten waterkwantiteit, waterkwaliteit, ecologie, riolering en afvalwater. Verkenning oplossingsrichtingen Wateroverlast Westland (2010) In dit plan wordt een basis gelegd voor het Hoogheemraadschap, de gemeente en andere partijen om afspraken te maken over het in de praktijk toepassen van kansrijke en haalbare oplossingsrichtingen en instrumenten. In dit plan wordt het gezamenlijk uitwerken van gebiedsprocessen voorgestaan op basis van een gezamenlijke prioritering en programmering. 2.1.3 Regionaal beleid De gemeente maakt deel uit van een plusregio als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. In het bestemmingsplan is dan ook afstemming met het volgende regionale beleid tot uitdrukking gekomen. Regionaal structuurplan Haaglanden (2008) Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP 2020) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen, etc. De ambitie is dat het in heel Haaglanden voor iedereen goed wonen, werken en ontspannen is. De ruimtelijke structuur moet mensen stimuleren maatschappelijk actief te zijn en zich te ontwikkelen. Voldoende (ruimte voor) werkgelegenheid, een goed leefmilieu, een veilige leefomgeving, sociale cohesie en een herkenbare omgeving met identiteit, zijn hiervoor van belang. Ook moeten de gewenste voorzieningen voor onderwijs, zorg, cultuur en sport goed bereikbaar zijn. Het RSP2020 heeft voor deze onderwerpen vooral een faciliterend, stimulerende en attenderende rol. In de RSP2020 is aangegeven dat nieuwe groene topwoonmilieus worden ontwikkeld in de Westlandse Zoom in de gemeenten Den Haag en Westland. Het plangebied is aangewezen als ontwikkellocatie voor de Westlandse Zoom. Regionale Nota Mobiliteit 2005 De Regionale Nota Mobiliteit (RNM) is het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer (1998). Ze is de opvolger van het op dit moment geldende RVVP-2. In de RNM wordt het ruimtelijk beleid, zoals was vastgelegd in het inmiddels vervangen Regionaal Structuurplan Haaglanden 2002 voor de verkeers- en vervoerscomponent uitgewerkt en wordt het overige regionale verkeers- en vervoersbeleid in samenhang beschreven. Routes waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, moeten voldoen aan de volgende rijksnormen uit de nationale Nota Mobiliteit: in nieuwe situaties zijn kwetsbare bestemmingen binnen de 10-6-risicocontour niet toegestaan; voor minder kwetsbare bestemmingen moeten we streven naar het hanteren van deze risicocontour (richtwaarde); in bestaande situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de 10-6-risicocontour; in nieuwe situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de 10-5-risicocontour (grenswaarde). 17

Binnen de gemeente Westland zijn de volgende wegen in de Regionale Nota Mobiliteit benoemd als route voor gevaarlijke stoffen: de A 20 evenals de hierin opgaande N 20 en hierin overgaande in de N 213 en hierin overgaande in de N 211; de N 222 welke aftakt van de N 20 ter hoogte van de Bloemenveiling Naaldwijk; de N 223 het Knooppunt van Westerlee kruisende en overgaande in de N 220 richting Hoek van Holland; de Nieuwelaan als zijnde een aftakking van de N 220; de N 211 vanaf de kruising met de N220 richting ' s-gravenzande; de Nieuwlandse dijk als verlenging van de N220 richting de kust over een afstand van enkele honderden meters. Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden (2006) Het Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden vormt de regionale uitwerking van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en sluit aan op de deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland en op het procesconvenant dat is gesloten tussen de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten, Zuid-Hollandse Waterschapsbond en de provincie Zuid-Holland. Het doel is om in 2015 het watersysteem op orde te hebben, hetgeen betekent een robuust en beheersbaar watersysteem dat zoveel mogelijk is gebaseerd op de principes van vasthouden, bergen en afvoeren. Om dit te bereiken moet de capaciteit van het watersysteem worden vergroot en wel zodanig dat voor de polders en boezemgebieden wordt voldaan aan het beschermingsniveau volgens de werknormen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. 2.1.4 Provinciaal beleid In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van de provincie Zuid-Holland tot uitdrukking gekomen. Visie Ruimte en Mobiliteit (2014) De Provincie Zuid-Holland heeft vastgesteld dat de behoefte van Zuid-Hollandse inwoners en bedrijven verandert als het gaat om woningen, bedrijfsterreinen, kantoren, winkels en mobiliteit. Deels liggen hieraan economische oorzaken ten grondslag, die bijvoorbeeld leiden tot minder vraag naar woningen en bedrijventerreinen. Deels gaat het om structurele factoren, zoals demografische ontwikkelingen en de voortschrijdende digitalisering. Om al deze redenen was een herijking en herziening van het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid gewenst. Dit heeft geleid tot de structuurvisie Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) met daarbij de Verordening ruimte 2014, het Programma Ruimte, en het Programma Mobiliteit. De VRM volgt de structuurvisie Visie op Zuid-Holland (2010) op. De Visie ruimte en mobiliteit biedt geen vastomlijnd ruimtelijk eindbeeld, maar wel een perspectief voor de gewenste ontwikkeling van Zuid-Holland als geheel. De visie geeft zekerheid over een mobiliteitsnetwerk dat op orde is en de reiziger en de vervoerder keuzevrijheid biedt, en bevat voldoende flexibiliteit om in de ruimtelijke ontwikkeling te reageren op maatschappelijke initiatieven. Dat geeft houvast voor andere ruimtelijke plannen en voor investeringen in ruimte en netwerk. Het geeft ook duidelijkheid over de randvoorwaarden die de provincie daaraan stelt. Vier rode draden geven richting aan de gewenste ontwikkeling en het handelen van de provincie: 1. beter benutten en opwaarderen van wat er is, 2. vergroten van de agglomeratiekracht, 3. verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, 4. bevorderen van de transitie naar een water- en energie-efficiënte samenleving. De huidige ruimtelijke situatie - gecombineerd met de vier rode draden - vormt het vertrekpunt voor de Visie ruimte en mobiliteit. 18

Programma ruimte Volgens de Verordening ruimte moeten nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten Bestaand Stads- en Dorpsgebied (BSD) van meer dan 3 ha in het door Provinciale Staten (PS) vast te stellen Programma ruimte staan. Daarmee ligt het eindoordeel over omvangrijke verstedelijking buiten BSD bij PS. Indien in regionale visies of bestemmingsplannen locaties worden opgenomen buiten bestaand stads- en dorpsgebied die groter zijn dan 3 hectare, dienen die dus door PS in het Programma ruimte te worden opgenomen, voor zover zij daar al niet in opgenomen zijn. Bij een verschil tussen het Programma ruimte en de regionale visie, is het programma leidend. Kaart woningbouwlocaties en reservering bedrijventerreinen Daarop vooruitlopend, staan in dit Programma ruimte kaarten en tabellen met woningbouwlocaties en plannen/reserveringen voor bedrijventerreinen buiten BSD groter dan 3 ha. Het betreft zowel harde als zachte capaciteit. De kaart is voorzien van een overzicht met de namen van de plaatsen en plannen en met de oppervlaktes van de locaties. Woningbouwlocaties Op de kaart zijn, indicatief, woningbouwlocaties weergegeven die gelegen zijn buiten het bestaand stads- en dorpsgebied en meer dan 3 hectare groot zijn. Op de kaart staat zowel harde als zachte capaciteit buiten BSD. Met deze toevoeging wordt invulling gegeven aan bestuurlijke continuïteit. De Duinen deelgebied 6b (Monster Noord) is zowel op de kaart als bijbehorende tabel 1 opgenomen als woningbouwlocatie in het Programma ruimte. Uitsnede tabel 1 Programma Ruimte Waterverordening Zuid-Holland (2009) In de Provinciale Waterverordening zijn normen voor wateroverlast vastgesteld. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op de berging- en afvoercapaciteit. De normen voor wateroverlast zijn verschillend per vorm van landgebruik en zijn gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachte schade bij overstromingen. Voor het glastuinbouwgebied is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Dit betekent dat er eens in de 50 jaar kans op wateroverlast vanuit het oppervlak plaats mag vinden. In Tabel 1 zijn de normen voor wateroverlast weergegeven voor de verschillende vormen van landgebruik. Tabel 1- normen wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik (Waterverordening Zuid-Holland) 19

Waterbeheersplan Zuid-Holland 2010-2015 (2010) In het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland zijn de opgaven van de Europese kaderrichtlijn Water, het nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid- Holland. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven: 1. waarborgen waterveiligheid; 2. zorgen voor mooi en schoon water; 3. ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening; 4. realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem. In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema's en voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit leidt tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene hart en de Zuidvleugel van de Randstad. In het Actieprogramma Water staat concreet wat de provincie doet om de beoogde resultaten in 2015 te kunnen behalen. Het gaat vooral om het uitwerken van nieuwe beleidskaders, bewaken van de voortgang en regie op gebiedsprojecten. De daadwerkelijke uitvoering van projecten wordt verzorgd door de waterschappen. De provincie beschrijft wat er de komende jaren moet gebeuren. De waterschappen bepalen voor hun eigen karakteristieke beheergebied hoe zij dat doen. 2.1.5 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) & Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011) Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, welke op 22 november 2011 door de Tweede Kamer is aangenomen en begin 2012 in werking is getreden, geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Doelen In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028): het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. 20