EIGEN REGIE IN CRISIS?



Vergelijkbare documenten
EIGEN REGIE IN CRISIS?

Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

dwangreductie Nederland

Als een gedwongen opname nodig is

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS)

Dwang(reductie) in de psychiatrie

Beter worden doe je thuis!

Gedwongen opnames. middels Rechterlijke Machtiging en Inbewaringstelling en Middelen en Maatregelen

Uw rechten en behandeling

Even voorstellen. 1e CONSTANTIJN HUYGENSSTRAAT INFORMATIE VOOR DE CLIËNT. Onderdeel van Arkin

Gedwongen opgenomen, welke rechten en plichten gelden dan?

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Factsheet gemeenten

Gedwongen opnames. middels Rechterlijke Machtiging en Inbewaringstelling en Dwangtoepassing

Volgens de Wet Bopz zijn er diverse vormen van gedwongen opname of gedwongen behandeling:

Introductie Wet BOPZ. Jacqueline Koster juni 2013

Opname in de kliniek. Hebben psychische problemen tot een crisis geleid en is een opname noodzakelijk? Cliënten >>

Uw klachten, onze zorg

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014

Gedwongen opname. Informatie voor cliënten en naastbetrokkenen

Samenvatting. Adviesvragen

Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging. Informatie voor cliënten

Gedwongen opname Uw rechten en plichten

Gedwongen opname met een rechterlijke machtiging (RM)

Gedwongen opname met een IBS of RM *

Regels rond een gedwongen opname

Inhoudsopgave Inleiding... 2 Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling...

Deelnemersinformatie. De haalbaarheid en effectiviteit van intensieve thuisbehandeling als alternatief voor acute psychiatrische opname

High Care - Kastanjehof

Jaarverslag 2010 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek

Zelfbinding. in de psychiatrie

Gedwongen opgenomen. Wat zijn mijn rechten en plichten? Inbewaringstelling (IBS)

Wegwijzer crisis en acute zorg in Hart van Brabant

Rechten in de ggz Zelfbinding in de ggz

Separeren: voltooid verleden tijd?

GGzE centrum spoedeisende psychiatrie

Informatieboekje wet BOPZ

Inbewaringstelling. Mondriaan. Informatie voor patiënten. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

Intensive Home Treatment IHT

Welkom Casemanagement Dementie 12 april 2016

Er zijn twee vormen van gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis: Een inbewaringstelling Een rechterlijke machtiging

Gedwongen opgenomen met een in bewaringstelling

Onvrijwillige opname en onvrijwillige zorg

Onvrijwillige opname op een BOPZ-afdeling met vrijheidsbeperkende maatregelen Inbewaringstelling of rechtelijke machtiging

Generieke module acute psychiatrie. Congres acute ggz 19 juni 2018

GGZ Centrum Roermond Regionaal Centrum GGZ Venlo Regionaal Centrum GGZ Venray

High & Intensive Care. Sandra Vos en Chris den Braber

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling

Protocol RM psychogeriatrie Gooi & Vechtstreek

Jaarverslag 2009 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Uw rechten en behandeling

Gedwongen opname (BOPZ)

Gedwongen opgenomen met een inbewaringstelling. Informatie voor cliënten

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

NOTITIE CRISISZORG VOOR DE REGIO S DWO EN NWN. Februari Zorgkantoor DWO/NWN

Forensische Herstelsetting

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste afspraken in Voorlopig model melding over Acuut Psychiatrische Hulpverlening (APH) triagefunctie

Stichting Pandora GEDWONGEN OPNAME. Stichting Pandora, februari /8

Zelfbinding in de ggz

Dwang en drang HIC; beleving en de feiten

Forensisch Psychiatrische Afdeling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Opname op afdeling Argo en gedwongen opname. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Toepassing van Middelen en Maatregelen

Generalistische basis ggz

MODEL KETENZORG SUÏCIDEPREVENTIE NOORD-LIMBURG

Crisisdienst GGZ in samenwerking met afdeling jeugd

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Nu afspreken hoe wij u behandelen

Gedwongen opname. informatie voor cliënten

Inbewaringstelling. Informatie voor patiënten

In deze brochure zetten we de belangrijkste rechten en plichten op een rij:

(Net)werking van een PAAZ

M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

High & Intensive Care

Informatie over gedwongen opname

Psychiatrische Intensieve Thuiszorg

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Behandelhuis afdeling Psychiatrie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 september 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De ZAG- Werkwijze. Het ZorgAfstemmingsGesprek

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis. Informatie voor familie. Ouderen. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

Samen met u behandelafspraken maken

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Pilot inrichten en verbeteren niet-acute meldfunctie. Monitoringscriteria. Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf

Informatie voor patiënten

Rechten in de psychiatrie Informatie over een gedwongen opname in het psychiatrisch ziekenhuis

De voorwaardelijke machtiging

Interzorg en de wet Bopz

De Wet Bopz. Informatie over gedwongen opnames middels Rechterlijke Machtiging en Inbewaringstelling en Middelen en Maatregelen

Gedwongen opname, gedwongen behandeling en uw rechten. Informatie voor cliënten

specialistische hulp kleinschalig dichtbij

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Transcriptie:

EIGEN REGIE IN CRISIS? CLIËNTEN OVER DE ONDERZOEKSRUIMTE EN TIJDELIJKE OVERBRUGGINGSAFDELING VAN DE SPOEDEISENDE PSYCHIATRIE AMSTERDAM CLIËNTENBELANG AMSTERDAM AMSTERDAM SEPTEMBER 2012 DRS GEORGETTE GROUTARS, FOSFOR

COLOFON Onderzoek en verslag: Georgette Groutars Projectmedewerker: Saskia Kooger (tot 1 mei 2012) Werkgroep: Mia Huberts Ellen Drent Annette Bruyns Irene Scholten Ron van Gompel Begeleidingscommissie: Jeroen Zoeteman Jan Theunissen Marian Reus Anne Marie Kamevaar (tot 1 dec 2011) Wouter van de Graaf (vanaf mei 2012) Illustratie voorpagina: Sile Groutars Druk: Paswerk Grafisch Financiering: Gemeente Amsterdam 2

Eigen regie in crisis? 3

4

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 11 HOOFDSTUK 2 De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam... 13 2.1 Voorgeschiedenis... 13 2.2 De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam... 14 2.3 De organisatie... 16 2.4 Cliëntencommissie... 17 2.5 Naastbetrokkenenraad... 17 2.6 Wat wil Spoedeisende Psychiatrie ten aanzien van cliënten bereiken?... 18 2.8 Praktische gang van zaken... 18 2.9 Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA)... 20 HOOFDSTUK 3: DWANG EN DRANG... 23 3.1 Gedwongen opnames... 23 3.2 Reductie van dwang en Best Practices... 25 3.3 De inrichting van de ruimte... 27 3.3.1 Comfortroom... 27 3.3.2 Open balie en laptops in de huiskamer... 28 3.4 Evaluatie en de inzet van ervaringsdeskundigen... 29 3.4.1 Ervaringsdeskundigen bij opzetten of uitvoeren van best practices... 29 3.4.2 Ervaringsdeskundigen op de afdeling... 29 3.5 Signaleren en voorkomen... 30 5

3.5.1 Signaleringsplan voor de cliënt... 30 3.5.2 Crisiskaart... 31 4.1 Cliëntenperspectief... 33 4.2 Onderzoekspopulatie: afbakening van het onderzoek... 34 4.3 Onderzoeksvragen... 35 4.4 De centrale vraag... 36 4.5 Onderzoeksmethode... 37 HOOFDSTUK 5 RESULTATEN... 39 5.1 Ervaringen met de interviews... 39 5.2 Onvolledige enquêtes... 40 5.3 Interviews met medewerkers en cliëntencommissie... 41 5.4 Algemene gegevens... 42 5.5 De onderzoeksruimte... 44 5.6 Informatie... 45 5.7 Eigen regie... 49 5.8 Dwang en drang... 53 5.9 Cijfers... 54 5.10 Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA)... 56 5.11 Verschillen tussen eerder en niet eerder opgenomen cliënten... 58 HOOFDSTUK 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 61 BIJLAGEN... 71 Enquêtevragen... 71 Geraadpleegde bronnen... 79 6

SAMENVATTING Cliëntenbelang Amsterdam heeft van september 2011 tot september 2012 een onderzoek gehouden onder cliënten van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA). De Spoedeisende Psychiatrie met de onderzoeksruimte en de Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) is in 2003 opgericht om de crisishulpverlening in Amsterdam te verbeteren. Zij werkt samen met de politie, de GGD en vier ambulante wijkteams. Mensen die bij de onderzoeksruimte van de Spoedeisende Psychiatrie worden binnen gebracht krijgen binnen zes uur een psychiatrisch consult. Daarna gaat iemand naar huis, naar een opnameafdeling of (als er geen plek is) tijdelijk naar de Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA). In het onderzoek is aan cliënten gevraagd wat zij vinden van het onderzoek in de onderzoeksruimte van de Spoedeisende Psychiatrie en van het verblijf op de Tijdelijke Overbruggingsafdeling? Wat vinden cliënten van de informatie voorziening; hoe beleven zij (het ontbreken van) de eigen regie? Welke rol speelt de toepassing van dwang en drang en hebben cliënten suggesties voor de reductie daarvan? Wat voor cijfers geven cliënten de onderzoeksruimte en de TOA en de verschillende personeelsleden? Om antwoord te vinden op deze vragen is een gestructureerde vragenlijst afgenomen bij 55 cliënten van de TOA die via de onderzoeksruimte daar terecht zijn gekomen. Voor een goede respons werd het belangrijk gevonden de interviews zelf af te nemen en een rondgang langs alle plekken waar cliënten heengaan na de onderzoeksruimte ging de omvang van dit onderzoek te buiten. Cliënten die na het onderzoek doorverwezen zijn naar ambulante hulp zijn dus niet meegenomen in het onderzoek. Ook heeft er een selectie plaatsgevonden door het personeel van de TOA. Het personeel maakte een inschatting of een cliënt in staat was om deel te nemen. Aan de cliënten zelf werd vervolgens gevraagd of zij mee wilden doen. Van de aanwezige cliënten op de TOA hebben we een derde kunnen spreken. Het onderzoek is daarmee bijzonder geworden omdat deze groep cliënten nooit middels een onderzoek gevraagd is naar hun tevredenheid en ervaringen zo vlak na binnenkomst bij de Spoedeisende Psychiatrie. 7

Daar worden ze ofwel niet toe instaat geacht of gedacht wordt dat cliënten liever met rust gelaten willen worden. Op het moment van het interview heeft voor de meeste cliënten de binnenkomst en het onderzoek in de onderzoeksruimte nog niet lang geleden plaatsgevonden. Het onderzoek is opgezet en uitgevoerd vanuit cliëntenperspectief. Dat houdt bij dit onderzoek in dat een werkgroep van vier ervaringsdeskundigen betrokken zijn bij alle fasen van het onderzoek: de opzet, het opstellen en afnemen van de vragenlijsten en tenslotte het trekken van conclusies en doen van aanbevelingen. De vragenlijsten zijn telkens in duo met in ieder geval één ervaringsdeskundige afgenomen. De ervaringsdeskundigen zijn een doorslaggevende succesfactor in de interviews; ze wisten een goede sfeer neer te zetten waardoor cliënten graag meewerkten. Naast de interviews met cliënten zijn, voor aanvullende informatie, interviews met enkele medewerkers en de cliëntencommissie gehouden. Voor verwerking van de resultaten van de interviews met cliënten is SPSS gebruikt. De resultaten laten zien dat een groot deel van de cliënten die net in een crisissituatie zijn binnengebracht goed in staat en bereid zijn om mee te werken aan een onderzoek. De algehele beoordeling voor de onderzoeksruimte en de TOA is voor een crisis onderzoeksruimte en afdeling met dwang en beperkte mogelijkheden niet slecht. De TOA wordt beter beoordeeld dan de onderzoeksruimte hetgeen niet verwonderlijk is omdat cliënten op de TOA veel meer bewegingsvrijheid hebben. De portier in de onderzoeksruimte krijgt een opvallend goede beoordeling; zijn gecombineerde functie waarin hij ook de rol van gastheer vervult is een goede praktijk van de onderzoeksruimte.. De informatievoorziening wordt niet goed beoordeeld: veel cliënten vinden de gegeven informatie onvoldoende en onduidelijk. Zij weten niet wat er met hun aan de hand is en ook niet welke behandeling ingezet zal worden terwijl deze informatie van groot belang is. Meer weten geeft ook meer kans (enige) grip op de situatie te houden. Verbetering van de informatievoorziening kan door ook gebruik te maken van schriftelijke 8

informatie, controleren of de informatie is aangekomen en letten op duidelijke bewoordingen. Cliënten geven aan niet gevraagd te worden naar hun visie over hun in te zetten behandeling. Cliënten moeten duidelijker bij hun in te zetten behandeling betrokken worden. Cliënten vertellen zelf dat ze weinig medewerking verlenen als ze weinig zelf mogen bepalen. Een crisiskaart kan voor sommigen daarbij een goed middel zijn dat nu weinig wordt gebruikt. Meer eigen regie, ook in kleine handelingen vinden cliënten belangrijk. De zoektocht naar mogelijkheden daarvoor is daarom van belang evenals blijven zoeken naar mogelijkheden voor dwangreductie. Minder dwang kan gerealiseerd worden door een aanpassing van de ruimte waardoor meer contact tussen medewerkers en cliënten bewerkstelligd wordt en ervaringsdeskundigen kunnen door gesprekken (meer) ruimte geven aan het eigen verhaal van cliënten. 9

10

HOOFDSTUK 1 Inleiding In deze inleiding wordt uiteengezet hoe en waarom gekozen is voor dit onderzoek. De achtergrond van het onderwerp wordt geschetst en de indeling van dit verslag wordt weergegeven. Eén keer in het jaar kiest het cluster GGZ en MO van Cliëntenbelang Amsterdam een onderwerp voor onderzoek vanuit cliëntenperspectief. Dit jaar is gekozen voor een onderzoek naar de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. Tien jaar geleden was er ontevredenheid over de crisishulpverlening in Amsterdam, onder andere omdat cliënten te lang in politiecellen verbleven. Om de crisishulpverlening te verbeteren is in 2003 de Spoedeisende Psychiatrie met de onderzoeksruimte aan de 1e Constantijn Huygenstraat opgericht. Mensen die hier binnen gebracht worden krijgen binnen zes uur een psychiatrisch consult en starten een eventuele behandeling. Na een verblijf in de onderzoeksruimte kan iemand naar huis, naar een opnameafdeling of geplaatst worden op de Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA). Cliënten worden in principe in hun eigen regio of bij de instelling waar ze in behandeling zijn opgenomen. Alleen als daar geen plek is gaan ze voor een gastplaatsing naar de Tijdelijke Overbruggingsafdeling. De onderzoeksruimte bevindt zich op de begane grond van het pand in de 1 e Constantijn Huygensstraat. De Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) bevindt zich op de eerste verdieping van hetzelfde pand. Bij de oprichting van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam is de Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) ingericht zodat er altijd voldoende bedden beschikbaar zijn; in Amsterdam is reeds jaren lang een chronisch tekort aan opnameplekken. Het streven is cliënten 2-4 dagen op de TOA te laten verblijven om vervolgens elders naar een opnameafdeling te gaan. Het lijkt erop dat organisaties tevreden zijn over deze constructie. Maar hoe beoordelen cliënten het onderzoek van de Spoedeisende Psychiatrie en hoe vinden zij het verblijf op de Tijdelijke Overbruggingsafdeling? Een werkgroep van ervaringsdeskundigen heeft vanuit eigen ervaringen aangegeven welke onderwerpen belangrijk zijn in het geval van een crisis. Zij hebben vervolgens zelf middels gestructureerde vragenlijsten interviews afgenomen bij cliënten op de TOA die daar via de onderzoeksruimte terecht gekomen zijn. Het 11

resultaat van deze interviews, aangevuld met enkele interviews van hulpverleners en informatie uit literatuur, is te lezen in deze publicatie. In het tweede hoofdstuk wordt de geschiedenis en de werkwijze van de Spoedeisende Psychiatrie uiteengezet. Hoofdstuk drie beschrijft het belangrijke fenomeen van dwang en drang in de psychiatrie en verwoordt enkele best practices in het reduceren van dwang en drang. Hoofdstuk vier zet de onderzoeksopzet en de onderzoeksvragen uiteen en in hoofdstuk vijf worden de resultaten beschreven. In hoofdstuk zes komen conclusies en aanbevelingen aan de orde. 12

HOOFDSTUK 2 De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam In dit hoofdstuk wordt de Spoedeisende Psychiatrie in Amsterdam beschreven, de ontstaansgeschiedenis, de cliënten die binnen en die buiten kantoortijden komen, de organisatie, de cliëntencommissie en de naastbetrokkenenraad. De uitgangspunten van de dienst komen aan de orde, de praktische gang van zaken en tenslotte de tijdelijke overbruggingsafdeling (TOA). 2.1 Voorgeschiedenis 1 In de periode 1980-1990 was de Amsterdamse spoedeisende psychiatrie het domein van een afdeling voor acute psychiatrie voor volwassenen (VAP) van de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst (GGD)- ook wel de rijdende psychiater geheten. De afdeling hield zich bezig met de 7x24-uur-dienst, de opvang van psychiatrische dak- en thuislozen en het uitvoeren van klinische (dwang)opnames. Het merendeel van de consulten werd uitgevoerd op politiebureaus bij mensen met ernstige gedragsstoornissen, van wie de meerderheid niet in reguliere behandeling was. Eind jaren tachtig werd de VAP opgeheven en ondergebracht in de Centrale Riagg Dienst (CRD) die in 1995 op haar beurt werd opgeheven. Elk van de drie Amsterdamse GGZ- instellingen tuigde toen haar eigen crisisdienst op en bediende daarmee de eigen regio. Daarmee werd een functionerende stedelijke crisisdienst ontmanteld. Al snel bleken de regiogrenzen; een gebrek aan samenwerking en vasthouden aan bepaalde principes een goede uitvoering van de spoedeisende psychiatrie in de weg te staan. Pas in 2003 ontstond er weer één stedelijke Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (SPA). Het zogenoemde Amstelzorgakkoord uit 2000 en een kort geding dat in 2001 door de gemeente werd aangespannen (en gewonnen) teneinde een cliënt met een inbewaringstelling (IBS) vanuit een politiecel opgenomen te krijgen, stonden aan de basis van nieuwe afspraken over samenwerking tussen de GGZ, politie en GGD. Als 1 Deze informatie is afkomstig uit een artikel van Ewijk e.a. (2008) 13

antwoord op protesten van de politie over langdurig verblijf van cliënten op politiebureaus kwam er een onderzoeksruimte. Plaatsingsproblemen door een schaarste aan acute - opname - bedden, loste men op door een Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) met een stedelijke bufferfunctie. 2.2 De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam 2 De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam opereert anno 2012 in samenwerking met de GGD en vier acute behandelteams die elk een specifiek deel van de stad verzorgen. De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam is een onderdeel van Arkin en een samenwerkingsverband van de twee Amsterdamse GGZ-instellingen: GGZ ingeest en Arkin en is gehuisvest in een kliniek aan de 1 ste Constantijn Huygensstraat. De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam biedt zorg aan mensen met acute problemen variërend van ernstige psychosociale problematiek tot zeer ernstige psychopathologie, al dan niet in combinatie met verslavingsproblematiek. De kerntaak is het op korte termijn uitvoeren van een consult met betrekking tot psychiatrische toestandsbeelden en psychosociale crises bij jeugdige en volwassen patiënten. Zo nodig wordt direct gestart met de behandeling. Het werkgebied strekt zich uit over heel Amsterdam. De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam maakt onderscheid tussen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en Algemene Geestelijke Gezondheidszorg (AGGZ). - Bij de OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) gaat het om mensen die de openbare orde verstoren, vermoedelijk als gevolg van een psychiatrische aandoening, en die via de politie of de GGD bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam terechtkomen. Cliënten die in contact komen met de politie worden eerst gescreend door de dienstdoende SPV van de afdeling Vangnet & Advies van de GGD. Deze verpleegkundige selecteert cliënten die een consult van de 2 De informatie is afkomstig uit het jaarverslag 2011 van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam 14

Spoedeisende Psychiatrie nodig hebben (ongeveer 30% 3 ). Soms meldt iemand zich vrijwillig bij de politie. Bijna alle OGGZ consulten worden in de onderzoeksruimte van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam gedaan. Slechts een klein percentage vindt plaats op het politiebureau, dit betreft situaties waarvoor de strafrechtelijke procedure nog loopt. - Mensen die vallen onder de AGGZ (Algemene Geestelijke Gezondheidszorg) of onder de jeugdzorg komen, als er crisishulp nodig is tijdens kantooruren, terecht bij de Acuut Behandelteams van Arkin en GGZ Ingeest en Bureau Jeugdzorg. Na kantooruren worden deze mensen, meestal door de huisarts, doorverwezen naar de Spoedeisende Psychiatrie. De hulpverleners komen dan zoveel mogelijk naar de persoon toe: bij iemand thuis of op de EHBO van een ziekenhuis. - Het Mobiel Crisisteam Jeugd van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam is een team van hulpverleners dat acute hulp biedt aan jeugdigen/kinderen wanneer het kind zelf in crisis is of wanneer een van de ouders of verzorgers in crisis is en er voor de kinderen opvang moet worden geregeld. Van de meldingen bij de Spoedeisende Psychiatrie betreft: 45% van het aantal meldingen OGGZ consulten die 24 uur per dag, 7 dagen per week binnenkomen via politie en de GGD, Vangnet & Advies. 55% van het aantal meldingen AGGZ consulten en jeugdhulpverleningzaken die buiten kantooruren binnenkomen via verwijzers zoals huisartsen, EHBO posten en/of andere hulpverleningsinstanties. In 2011 waren er 5.844 consulten bij de Spoedeisende Psychiatrie en 2.868 unieke cliënten 4. In onderstaande tabellen zijn cijfers weergegeven over de locatie en het tijdstip van het consult. 3 Dit cijfer is terug te vinden in een artikel van Van der Post e.a.: veranderingen in crisisinterventie en acute psychiatrie; Amsterdamse consulten in 1983 en 2005, Tijdschrift voor Psychiatrie,51 (2009) 3, p. 142 15

Tabel 1 Tabel 2 De consultlocatie Tijdstip consult Onderzoeksruimte 42% Binnen 14% kantooruren politiebureau 2% Buiten 86% kantooruren Huisbezoek 11% Spreekkamer 6% Op weekdagen 64% Spoedeisende Psychiatrie Bij GGZ instellingen 25% In het weekend 36% EHBO 4% Elders 9% Totaal 100 % 2.3 De organisatie De hulpverleners van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam zijn afkomstig uit de twee Amsterdamse GGZ-instellingen. Gedurende kantooruren handelt het Acuut Behandelteam Centrum/Oudwest dat onderdeel is van Arkin de OGGZ-consulten af. De hulpverleners van GGZ ingeest zijn standby (voor als het extreem druk is). Buiten kantooruren werken medewerkers van beide instellingen in de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. De hulpverleners vanuit de Ambulante Behandel Teams draaien diensten in de Spoedeisende Psychiatrie. 4 44% van de cliënten waren de afgelopen 12 maanden niet in zorg bij Arkin of Ingeest; 8% van de cliënten waren t.t.v. het consult niet in zorg maar wel de afgelopen 12 maanden; 33% van de cliënten waren ttv het consult in zorg bij Arkin of GGZ Ingeest; 7% van de cliënten was reeds bekend bij Arkin en GGZ Ingeest. 16

2.4 Cliëntencommissie De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam heeft een cliëntencommissie, bestaande uit drie leden afkomstig uit de beide GGZ-instellingen. Wanneer iemand in de onderzoeksruimte is geweest, ontvangt die persoon enkele weken na het verblijf een brief van de commissie met de uitnodiging contact op te nemen en over de ervaringen te praten. Ongeveer 10% van de cliënten die een brief ontvangen neemt contact op met de cliëntencommissie. Op jaarbasis krijgt de cliëntencommissie ongeveer 300 telefoontjes. Voor de oprichting van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam was er een dergelijke cliëntencommissie verbonden aan een SPDC. Het percentage cliënten dat daarmee contact opnam was twee maal zo hoog. De cliëntencommissie denkt dat deze daling een gevolg is van verbeterde dienstverlening. De manager van de Spoedeisende Psychiatrie voert iedere maand overleg met de cliëntencommissie. Tijdens deze besprekingen informeren het management en de leden van de commissie elkaar aangaande cliënt gerelateerde ontwikkelingen. Bovendien worden de mogelijke implementatie van initiatieven die de ervaring van de cliënten positief beïnvloeden, besproken. 5 2.5 Naastbetrokkenenraad De Naastbetrokkenenraad, die deel uitmaakt van Arkin, behartigt de collectieve belangen van de naastbetrokkenen van mensen die bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam in zorg zijn. De raad is de adviesen gesprekspartner vanuit het perspectief van naastbetrokkenen voor beleidsmakers, leidinggevenden en hulpverleners binnen de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam en werkt ook samen met de Cliëntencommissie. Zij hebben geen direct contact met het management van de Spoedeisende Psychiatrie. 5 Spoedeisende Psychiatrie 2011 17

2.6 Wat wil de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam ten aanzien van cliënten bereiken? 6 De Spoedeisende Psychiatrie wil gastvrij, deskundig en bereidwillig zijn en veiligheid bieden. Er wordt zo staat in de missie zo min mogelijk dwang toegepast en rekening gehouden met de sociale en culturele achtergrond van de cliënt en de naastbetrokkenen. Het doel is om continuïteit van zorg te waarborgen of zorg te initiëren. De omgeving, waaronder de eventuele eigen behandelaar, wordt zoveel mogelijk betrokken. Huisartsen kunnen cliënten buiten kantooruren direct insturen naar de Spoedeisende Psychiatrie voor een consult. Ook kunnen (ex)-cliënten en hun naastbetrokkenen sinds 2009 buiten kantooruren direct met de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam bellen. In 2011 vonden gemiddeld 108 telefonische contacten met bekende cliënten of hun naastbetrokkenen buiten kantooruren per maand plaats. De kernwaarden van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, die naar eigen zeggen het uitgangspunt van de werkwijze vormen, zijn: - Niet kletsen maar doen, discussie achteraf - Iedereen is welkom - 24/7 management - Veiligheid en gastheerschap - Duidelijk product en signatuur 2.8 Praktische gang van zaken De onderzoeksruimte van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam beschikt over vier beveiligde kamers. Deze zijn sober ingericht en kunnen van buitenaf gesloten worden. Er is een matras aanwezig, een papieren plaskom en er kan worden getekend of geschreven op een schoolbord. Met behulp van een camera wordt gesignaleerd of er aanvullende zorg nodig is. Naast de vier beveiligde onderzoekskamers beschikt de afdeling over een spreekkamer die is ingericht met schuimmeubelen in vrolijke tinten. Mensen die onder politiebegeleiding worden binnengebracht, worden volgens het jaarverslag 2011 bij voorkeur in een spreekkamer geplaatst. 6 Deze informatie is afkomstig uit het jaarverslag van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam 2011 18

Wanneer toch wordt besloten iemand in een beveiligde kamer te plaatsen, dan wordt dit besluit onderbouwd met argumenten. Uit cijfers van datzelfde jaarverslag blijkt dat de meeste mensen die een consult krijgen in de (beveiligde) onderzoeksruimte verblijven. Eén op de zeven mensen die in de onderzoeksruimte komen verblijft in de spreekkamer (zie ook tabel 1). Mensen die naar de onderzoeksruimte worden overgebracht worden ontvangen door een team van portiers en B- verpleegkundigen. De portier heeft een gecombineerde rol van gastheer en portier en heeft tot taak de cliënt een welkom gevoel te geven maar ook duidelijk te maken dat hij verantwoordelijk is voor de veiligheid. Het onderzoek wordt over het algemeen uitgevoerd door twee hulpverleners, meestal een arts en een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige. Zij bespreken ook met de cliënt welk type zorg eventueel nodig is. Dat kan een opname zijn. Bij een gedwongen opname krijg de cliënt voor het vervoer naar het ziekenhuis standaard kalmerende medicijnen toegediend. Dit is een voorwaarde van het ambulancevervoer. Als een opname niet nodig is kan men een afspraak krijgen bij een van de Acuut Behandelteams. Als de persoon al ergens in behandeling is, wordt contact opgenomen met de eigen behandelaar. Afhankelijk van de situatie worden cliënten na de screening in de onderzoeksruimte of spreekkamer van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam : - opgenomen (34%) - eventueel met een maatregel 7 - of - krijgen een afspraak bij een van de Acuut Behandelteams in de verschillende regio s gedurende kantooruren (21%) of - worden terugverwezen naar hun vaste behandelaar of de verwijzer die de melding heeft gedaan (22 %) 8. 7 in 2011 werd 52 % gedwongen en 48 % vrijwillig opgenomen, Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, jaarverslag 2011 8 De resterende 23% valt onder de categorie overig :Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam jaarverslag 2011 19

2.9 Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) De Tijdelijke Overbruggingsafdeling (TOA) is een gesloten afdeling van de Spoedeisende Psychiatrie. Als er geen plek is elders kunnen cliënten in geval van een acute opname daar gedwongen (met een IBS, RM) of vrijwillig tijdelijk (het streven is 2 tot 3 dagen) worden opgenomen. Vanuit de TOA wordt er vervolgens een opnameplek georganiseerd waar cliënten gedurende hun verdere behandeling verblijven. De TOA is een essentieel onderdeel van de crisisketen omdat voor cliënten die acuut opgenomen moeten worden, altijd direct een bed beschikbaar is. Bij de oprichting van de TOA was het doel van de voorziening een buffer te vormen voor de opvang van acute dwangopnames om daarmee het verblijf van cliënten in politiecellen te bekorten en het aantal gastplaatsingen terug te dringen. Uit een onderzoek in 2005 9 blijkt dat de TOA grotendeels aan haar doelstelling voldoet. Voor een deel van de cliënten is een korte opname afdoende, zij worden niet doorgeplaatst naar de Amsterdamse GGZ (door drugs geïnduceerde beelden, gerepatrieerde toeristen en cliënten van buiten de regio). De wachttijd op de politiebureaus is teruggebracht en het aantal gastplaatsingen is afgenomen 10. Naast deze voordelen zijn er volgens Mulder ea ook nadelen aan de TOA. De TOA is een zeer gesloten, extreem beveiligde afdeling waar beheersing en diagnostiek prevaleren boven behandeling. Een dagactiviteitenprogramma ontbreekt bijvoorbeeld. 11 Uitgangspunt is dat de TOA altijd twee bedden beschikbaar heeft voor acute opnames vanuit de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. In de TOA is intensieve en gespecialiseerde zorg beschikbaar voor cliënten die acuut opgenomen moeten worden. Deze zorg is een apart specialisme en het aantal medewerkers per cliënt is hoger dan gemiddeld. De doelgroep van de TOA zijn over het algemeen volwassenen vanaf 18 t/m 65 jaar. Ten behoeve van plaatsing van cliënten van de 9 Mulders e. a. (2005) 10 De onderzoekers plaatsen als kanttekening bij de cijfers dat alhoewel het plausibel lijkt dat dezer daling toe te schrijven is aan de oprichting van de TOA kunnen ook andere factoren meegespeeld kunnen hebben. 11 Mulders e. a. (2005) 20

Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam waarbij verslavingsproblematiek voorop staat, is de afspraak dat op de Intensive Care afdeling van Jellinek iedere dag een bed wordt vrijgehouden. Deze cliënten worden daar vaak direct geplaatst door vangnet en advies. Met de directie Ouderenzorg van GGZ ingeest en Arkin zijn afspraken gemaakt over opname van ouderen met IBS. Er is een inspanningsverplichting vanuit de verpleeg- en verzorgingshuizen sector om cliënten van 65 jaar of ouder met psychogeriatrische beelden snel over te nemen na afgifte van een IBS waardoor deze cliënten binnen 24 uur op de juiste plek komen. In de praktijk zijn ouderen toch vaak aanwezig op de TOA 12. 12 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, jaarverslag 2010 21

22

HOOFDSTUK 3: DWANG EN DRANG Dit hoofdstuk gaat over dwang en drang; een belangrijk onderwerp in de acute psychiatrie. Vanuit literatuur wordt een toename van gedwongen opnames in Amsterdam beschreven evenals andere veranderingen in de acute psychiatrie. De toenemende belangstelling voor het reduceren van dwang en drang komt aan de orde met de beschrijving van enkele Nederlandse best practices. 3.1 Gedwongen opnames In de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet Bopz) zijn de criteria en procedures vastgelegd op grond waarvan in Nederland iemand tegen zijn of haar wil kan worden opgenomen. Op hoofdlijnen kunnen twee soorten dwangmaatregelen worden onderscheiden: de rechtelijke machtiging en de inbewaringstelling. De rechtelijke machtiging (RM) is een verzamelnaam voor diverse soorten machtigingen: de voorlopige machtiging, de voorwaardelijke machtiging, de machtiging op eigen verzoek en de machtiging tot voortgezet verblijf. In spoedeisende gevallen beslist de burgemeester of een gemandateerde wethouder, op advies van een onafhankelijke psychiater of een inbewaringstelling (IBS) moet worden afgegeven 13. Beide maatregelingen moeten door de rechter bekrachtigd worden die daarvoor ook de cliënt hoort. Bij een IBS gebeurt dit binnen drie dagen tijdens een bezoek van de rechter aan de cliënt. Bij een RM vindt er een hoorzitting plaats bij de rechtbank tenzij de cliënt niet in staat is daarnaar toe te gaan. Dan komt de rechter naar de kliniek. In Nederland worden jaarlijks 17.611 cliënten gedwongen opgenomen (GGZ Nederland, 2010) waarvan 8.118 mensen met een IBS (een Inbewaringstelling) en 9.493 met een RM (een Rechtelijke Machtiging). In 2011 werden volgens het jaarverslag van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam 744 IBS en in Amsterdam aangevraagd (tegenover 813 in 2010). 79% hiervan werd vanuit de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam gedaan. 14 De positieve constatering kan zijn dat het erop lijkt dat er geen verdere stijging van IBS en meer is sinds 2006. 13 Wierdsma e.a. (2010) 14 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, jaarverslag 2011 23

Een volgens de spoedeisende dienst aannemelijke oorzaak hiervan is gelegen in de verbeterde psychiatrische zorg in Amsterdam, bijvoorbeeld via bemoeizorg (ACT). Een andere verklaring is dat veel meer cliënten een RM hebben en als deze cliënten in een crisissituatie worden opgenomen is er geen IBS nodig maar kan men het voorwaardelijke ontslag intrekken of de voorwaardelijke machtiging converteren. Eerder was er sprake van een toename van het aantal IBS en sinds 1979 een toename die in Amsterdam hoger was dan in Nederland 15. Van der Post e.a. hebben een onderzoek verricht om een beeld te krijgen van veranderingen in de acute psychiatrie die hebben bijgedragen aan de stijging van het aantal dwangopnames met IBS. Zij vergeleken daartoe consulten uit 1983 en uit 2005. In 1983 werden die nog uitgevoerd door de afdeling acute psychiatrie van de GGD, in 2005 door de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam. In deze periode is veel veranderd: de maatschappij (bijvoorbeeld een verminderde tolerantie t.o.v. afwijkend gedrag en een toenemende roep om veiligheid), de GGZ (sluiten psychiatrische ziekenhuizen; verkorten van de gemiddelde opnameduur en de zorg snel weer overdragen aan ambulante teams), de diagnostiek, etc. Bovendien is de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) geïntroduceerd. Ook de werkwijze van de stedelijke crisisdienst is in deze periode veranderd. De dienst is van een rijdende psychiater volgens Van der Post e.a. veranderd in een psychiatrische EHBO, die samenhangend met het aantal gedaalde verwijzingen door de huisarts - 60% van de consulten op kantoor afhandelt. De consulten worden ook meer buiten kantoortijden gedaan, waarschijnlijk omdat de vier acute behandelteams een groot deel van de consulten overdag hebben overgenomen. Een belangrijke verschuiving is volgens Van der Post e.a. dat de politie verhoudingsgewijs een veel grotere rol is gaan spelen bij de consultaanvragen. Zij neemt nu 2/3 (was 1/3) van de aanmeldingen voor haar rekening. Patiënten die door de huisarts worden verwezen en minder ernstige gevallen komen (tijdens kantooruren) bij een van de vier Acute Behandelteams terecht i.p.v. bij de Spoedeisende Psychiatrie. 15 in Nederland steeg het aantal ibs-opnames van 22,2 per 100.000 inwoners in 1979 naar 53,2 per 100.000 in 2004. In Amsterdam steeg het aantal ibs en in die periode met 319% naar 86 per 100.000 inwoners 24

Bovenstaande betekent volgens Van der Post e.a. ook dat veel meer cliënten worden verwezen bij wie al enige vorm van dwang is toegepast (vlak) voor het consult. Het zijn volgens de auteurs tegenwoordig vooral de zeer ernstige, vaak gevaarlijke situaties die tot opname leiden. Dwang is volgens Van der Post e.a. mede door bovenstaande het opnamebeleid van de crisisdienst sterk gaan domineren. In het verlengde daarvan wordt ook het klimaat in de psychiatrische klinieken steeds meer door dwang bepaald. 16 3.2 Reductie van dwang en Best Practices Ondanks of misschien wel door de toename van het aantal IBS-en staat het reduceren van dwang hoog in het vaandel binnen de psychiatrie. De roep om minder dwang en drang is de afgelopen jaren dan ook niet alleen vanuit de cliëntenbeweging te horen. Ook GGZ instellingen en de overheid bepleiten het reduceren van dwang en drang. Hulpverleners binnen de sector zijn nog steeds op zoek naar manieren hoe ze dwang gebruik kunnen terug dringen. Vele GGZ instellingen hebben inmiddels initiatieven genomen om dwang te reduceren. Ook de Amsterdamse GGZ organisaties waaronder de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam hebben dwangreductie in hun missie beschreven. Vanuit de overheid en de brancheorganisatie GGZ Nederland is in 2011 een onderzoek afgerond om best practices rondom dwang en drang te inventariseren en om inzicht te krijgen in knelpunten bij de invoering van dwang en drang 17. In het onderzoek wordt geconcludeerd dat een ingewikkelde transitie als een dwangreductie pas succesvol kan zijn als deze gepaard gaat met een systeemtransitie. Complexe systemen worden in stand worden gehouden door ten eerste een eigen cultuur met breed gedeelde waarden en normen die denken structureren, ten tweede door vaste en gedeelde werkwijzen die het handelen aansturen, en ten derde door een structuur die de werkwijzen en een cultuur bestendigt. Werkelijke veranderingen van complexe systemen dienen op alle drie de niveaus; werkwijzen (doen), structuur (organisatie) en cultuur (denken) plaats te 16 Van der Post, 2012 17 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 25

vinden wil er sprake zijn van een breed gedragen en goed verankerde transformatie 18. Het gebruik van de separeercel, de meest duidelijke manier van dwang toepassen, is een belangrijke factor in de reductie van dwang. Om het aantal separeermomenten terug te dringen en dwang te reduceren werken instellingen met de eerste 5 minuten interventie bij binnenkomst, waarbij bejegening van de hulpverleners het middel is om de cliënt te tonen dat ze betrouwbaar zijn en respectvol naar de cliënt. (Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011) Ook de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam heeft hierop ingezet door de Eerste vijf minuten methode. Volgens de Eerste vijf minuten methode zijn de eerste vijf minuten van elk contact bepalend voor het verdere verloop. Het idee is dat steeds weer bewust wordt nagedacht over hoe een contactmoment wordt aangegaan. Hoe wordt de patiënt bejegend maar ook hoe gaan de hulpverleners onderling met elkaar om en hoe is de houding naar verwijzers. Een Can do houding is een belangrijk aspect in de eerste vijf minuten die de toon zet voor het verdere contact en zijn weerslag heeft op de kwaliteit van zorg. Het belangrijkste doel van deze methodiek is een cultuuromslag te realiseren waarbij patiënten in een spreekkamer worden geplaatst in plaats van in de beveiligde kamer. Het is een hulpmiddel bij de bewustwording van het moment waarop misverstanden, mogelijke irritatie en vervolgens eventuele agressie begint en het helpt deze momenten te keren. 19 In het rapport van Voskes e.a. wordt beschreven dat naast de bejegening en het contact bij de opname ook het contact en de bejegening tijdens de opname van belang is. Separeren wordt gezien als het verbreken van contact. Het vertrouwen van de cliënt in de hulpverlening wordt geschaad en draagt niet bij aan behandeling. Het herstellen van contact (na een separatie) met de cliënt vraagt veel tijd en gaat vertrouwen in de hulp verloren. Behoud van contact tijdens separatie wordt als belangrijkste hulpmiddel gezien om dwang te voorkomen. 20 Wanneer cliënten in een crisissituatie binnenkomen bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam gaan de hulpverleners - volgens het jaarverslag 2011- ervan uit dat cliënten in de spreekkamer kunnen verblijven. De 18 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 19 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, jaarverslag 2011 20 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 26

spreekkamer is een vriendelijkere kamer dan de beveiligde onderzoeksruimte maar deze zit wel op slot. De praktijk laat echter zien dat de meeste cliënten in de onderzoekskamer terecht komen 21. 3.3 De inrichting van de ruimte De-escalerend werken draagt ook bij aan dwangreductie. Ook hier zijn diverse interventies voor beschreven door Voskes ea. De-escalerend werken vraagt niet alleen om vaardigheden van de medewerker. Ook is het van belang dat er ruimtes zijn waar de cliënt tot rust kan komen of een prettige ruimte waar een gesprek gevoerd kan worden zoals een comfortroom. Ook op de Spoedeisende Psychiatrie en TOA is aandacht voor de fysieke omgeving. Met name de spreekkamer van de onderzoeksruimte is ingericht om het verblijf in een plezierige omgeving te laten plaatsvinden. Een comfortroom is binnen de Spoedeisende Psychiatrie niet aanwezig. 3.3.1 Comfortroom Een comfortroom is een prettig ingerichte kamer die op vrijwillige basis gebruikt kan worden door cliënten wanneer zij zich angstig, onrustig of boos voelen. Een comfortroom is geen alternatief voor separatie maar een ruimte waar cliënten tot rust kunnen komen en zich even af kunnen zonderen van de drukte van de afdeling. Enerzijds draagt een comfortroom dus bij aan de cliëntvriendelijkheid op de afdeling anderzijds kan het ondersteunend zijn in het voorkomen van een crisis of escalatie. Hoe de kamer ingericht wordt is onder andere afhankelijk van de doelgroep. Een afdeling voor ouderen zal de ruimte anders inrichten dan een afdeling met voornamelijk jongeren. Op afdelingen voor volwassenen en ouderen zijn comfortrooms vaak ingericht met comfortabel meubilair (bankstel, zitzak), (rustgevend) licht en geluid, rustgevende kleuren of behang en sommige instellingen maken gebruik van aromatherapie. De comfortrooms op afdelingen voor jongeren zijn buiten het comfortabel meubilair vaak ingericht met een spelcomputer. 21 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, jaarverslag 2011 27

De comfortroom is afkomstig uit de Verenigde Staten en is daar onlosmakelijk verbonden met het engagement model. 22 Belangrijk is vlg Voskes e.a. dat verpleegkundigen contact onderhouden met cliënten en dus veel op de groep aanwezig zijn. Om ervoor te zorgen dat verpleegkundigen veel aanwezig zijn op de groep en goed het contact kunnen behouden met de cliënt, heeft een aantal instellingen het verpleegkundig kantoor afgebroken en een open balie gemaakt. Een open balie draagt (indirect) bij aan het vermogen om de-escalerend te werken. 23 3.3.2 Open balie en laptops in de huiskamer Er is de afgelopen jaren veel aandacht uitgegaan naar het aanwezig zijn op de afdeling en het behouden van het contact met de cliënt. Hierdoor worden signalen van een crisis of mogelijk escalatie eerder opgepikt door verpleegkundigen. Echter kantoorverpleging was en is een probleem in de GGZ. Verpleegkundigen verblijven vaak en lang op kantoor enerzijds om administratieve taken uit te voeren, anderzijds om te praten. Het kantoor heeft vaak een grote aantrekkingskracht. Om ervoor te zorgen dat verpleegkundigen de administratieve taken in de huiskamer van de afdelingen kunnen doen, hebben veel instellingen laptops aangeschaft. Een aantal instellingen heeft op de plek van het kantoor een open balie gecreëerd. Hierdoor kunnen verpleegkundigen zich niet meer terugtrekken op kantoor en zijn goed bereikbaar voor cliënten. 24 Hoewel veel instellingen zich bewust zijn van het belang van contact tijdens de opname is er binnen veel instellingen nog sprake van kantoorverpleging waardoor de mate van contact beperkt blijft. Hierdoor wordt de omslag van beheersen naar contact maar ten dele gemaakt. Aldus het rapport van Voskes ea. Een andere belangrijke interventie als het om de bejegening van de cliënt gaat is het afschaffen van afdelingsregels. Algemene afdelingsregels zorgen vaak voor spanningen en conflicten. Vaak zijn 22 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 23 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 24 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 28

algemene regels overbodig als fatsoennormen gehanteerd worden en de cliënt meer individueel benaderd wordt. 25 3.4 Evaluatie en de inzet van ervaringsdeskundigen Evaluatie en reflectie van het gebruik van dwang is belangrijk voor de reductie ervan én om de cliënt de gelegenheid te geven te praten over de ervaringen in de separeer. De Spoedeisende Psychiatrie heeft door de installatie van de cliëntencommissie een mogelijkheid gecreëerd voor cliënten om over hun ervaringen te praten met onafhankelijke ervaringsdeskundigen. De cliëntencommissie is ook betrokken bij de inrichting van de onderzoeksruimte. 3.4.1 Ervaringsdeskundigen bij het opzetten of uitvoeren van best practices Binnen een aantal instellingen zijn ervaringsdeskundigen betrokken of werkzaam bij het opzetten of uitvoeren van best practices in dwangreductie. Het voordeel is dat ervaringsdeskundigen vaak onafhankelijk zijn, bovendien kunnen ervaringsdeskundigen zich goed inleven in de cliënt waardoor cliënten zich sneller en beter begrepen voelen ( aan een woord genoeg hebben ). Veel instellingen betrekken ervaringsdeskundigen bij het vormgeven en inrichten van comfortrooms. 26 Binnen een aantal instellingen die meededen aan het onderzoek van Voskes ea. gaat de inzet van ervaringsdeskundigen nog verder. Daar werken ervaringsdeskundigen in de zorg op afdelingen. 3.4.2 Ervaringsdeskundigen op de afdeling Ervaringsdeskundigen op een afdeling zijn werkzaam in de zorg aan cliënten. Doordat zij een ander perspectief op zorg inbrengen, komt er reflectie op gang bij medewerkers. Tevens kunnen ervaringsdeskundigen laagdrempelig contact aangaan met cliënten, kunnen ze cliënten hoop bieden en kunnen ze feedback geven op de 25 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 26 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 29

zorg die verleend wordt op een afdeling. Dit zorgt voor een verandering in cultuur en werkwijzen bij professionals (Voskes, 2009). Het aantal ervaringsdeskundigen in een instelling verschilt. Ook de randvoorwaarden waaronder ervaringsdeskundigen werkzaam zijn, verschillen. Binnen sommige instellingen zijn ervaringsdeskundigen volledige werknemers. Hiervoor zijn dan ook bepaalde randvoorwaarden gecreëerd zoals een functieomschrijving. Binnen deze instellingen zijn ervaringsdeskundigen vaak betaalde krachten en worden ervaringsdeskundigen ook begeleid en ondersteund in hun werkzaamheden. Binnen andere instellingen worden ervaringsdeskundigen ingezet als extraatje. In deze instellingen zijn randvoorwaarden vaak afwezig. De wijze waarop ervaringsdeskundigen werkzaam zijn is sterk afhankelijk van de cultuur en de visie van management en Raad van Bestuur. Om ervaringsdeskundigheid binnen een instelling tot een succes te maken is het van belang dat zij hierin stelling nemen 27. Volgens de inventarisatie van Voskes e.a. kan de aanwezigheid van naastbetrokkenen ook rustgevend werken voor de cliënt in een crisissituatie. Naastbetrokkenen zijn dan ook steeds vaker welkom op de afdeling en in de separeer. Om het bezoek van naastbetrokkenen te vereenvoudigen schaffen afdelingen bezoekuren af. Ook op de TOA zijn reguliere bezoekuren afgeschaft. 3.5 Signaleren en voorkomen In het rapport is ook aandacht voor interventies die ontwikkeld zijn om een naderende crisis op tijd te signaleren en te voorkomen. Een signaleringsplan is een belangrijk middel als het gaat om vroeg signaleren. 3.5.1 Signaleringsplan voor de cliënt Een signaleringsplan wordt ingezet om terugval van een cliënt te voorkomen en op tijd, voordat er sprake is van terugval, adequate hulp te starten. Het plan wordt samen met de cliënt opgesteld en ordent de 27 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 30

signalen die cliënt afgeeft wanneer hij zich goed voelt, dreigt te decompenseren of is gedecompenseerd. 28 Een ander preventief instrument is de crisiskaart. 3.5.2 Crisiskaart De crisiskaart is een kaartje waarop cliënten aan kunnen geven wat ze belangrijk vinden in een crisis, wat ze nodig hebben en wie er bijvoorbeeld benaderd kan worden. De cliënt is de eigenaar van de kaart en bepaalt wat erop komt te staan. De crisiskaart consulent, die bij voorkeur een ervaringsdeskundige is, ondersteunt de cliënt bij het opstellen van de crisiskaart. Hij/zij voert gesprekken over wat de cliënt belangrijk vindt in crisis en verwerkt deze informatie op de crisiskaart. Cliënten ontvangen door de crisiskaart vaak eerder de goede zorg die ze nodig hebben. Dit voorkomt veel misverstanden, frustraties, conflicten en eventueel dwang. Door de crisiskaart krijgt de cliënt de regie over zijn eigen behandeling, ook in tijden van crisis. 29 In Amsterdam wordt de crisiskaart gemaakt door Cliëntenbelang Amsterdam. In het onderhavige onderzoek is aan de geinterviewde clienten van de TOA gevraagd of zij in het bezit waren van de crisiskaart. Medicatie is ook een belangrijke preventieve interventie aldus Voskes ea. Met name op acute opname afdelingen wordt door veel instellingen gezocht naar de, voor de cliënt, beste wijze om met behulp van medicatie zo snel mogelijk het ziektebeeld te stabiliseren en het risicio op escalerende situaties te verkleinen. Binnen veel instellingen is er meer aandacht voor de wensen van de client ten aanzien van medicatie. Wensen worden opgenomen in de crisiskaart of een crisisplan. 30 28 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 29 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 30 Voskes, Theunissen, & Widdershoven, 2011 31

32

HOOFDSTUK 4 ONDERZOEKSOPZET In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet beschreven: de gekozen onderzoekspopulatie, de afbakening van het onderzoek en de voor- en nadelen van de gekozen opzet. Ook de onderzoeksvragen komen aan de orde evenals de onderzoeksmethode. 4.1 Cliëntenperspectief Onderzoek door Cliëntenbelang Amsterdam wordt gekenmerkt door het cliëntenperspectief. Ook dit onderzoek is vanuit het perspectief van cliënten opgezet en uitgevoerd. Daarbij is de werkgroep van ervaringsdeskundigen een belangrijke schakel. De werkgroep bestaat bij dit onderzoek uit vier ervaringsdeskundigen waarvan het merendeel ervaring heeft met een crisisopname. Zij zijn betrokken bij alle fasen van het onderzoek: de opzet van het onderzoek, het bepalen van de onderzoeksonderwerpen en naar aanleiding daarvan het opstellen van de vragenlijsten, het afnemen van de vragenlijsten en tenslotte het trekken van conclusies en doen van aanbevelingen naar aanleiding van de resultaten. Met de werkgroep is in meerdere sessies besproken wat belangrijk is voor cliënten die in een crisissituatie opgenomen zijn. Vanuit een brede opsomming aan onderwerpen is toegewerkt naar meerdere thema s van waaruit uiteindelijke gezamenlijk gekozen is voor de vijf thema s van het onderzoek: informatievoorziening contact hulpverleners dwang en drang eigen regie voorzieningen Deze thema s zijn verwerkt in de enquêtevragen. Het onderwerp voorzieningen is in de vragenlijsten niet uitgebreid aan de orde gekomen. Omdat de vragenlijst dreigde te lang te worden is prioriteit gegeven aan de andere thema s. De ervaringsdeskundigen uit de werkgroep en de projectmedewerker zijn (met de vragenlijst) een dagdeel getraind in interviewvaardigheden alvorens daadwerkelijk aan de slag te gaan. 33

Voor de duur van het onderzoek is een begeleidingscommissie ingesteld van deskundigen die vanuit verschillende invalshoeken met de crisisopvang of met onderzoek te maken hebben. De begeleidingscommissie dient als klankbord en adviseert over het onderzoek. 4.2 Onderzoekspopulatie: afbakeni ng van het onderzoek De werkzaamheden van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam zijn verdeeld over werkzaamheden van de ambulante teams en werkzaamheden in de onderzoeksruimte op de 1 e Constantijn Huygensstraat. Het onderzoek is geconcentreerd op de onderzoeksruimte met de vier beveiligde onderzoekskamers en de spreekkamer. We wilden graag de mening van zoveel mogelijk cliënten van de Spoedeisende Psychiatrie meten met behulp van gestructureerde vragenlijsten. We vonden het daarbij cruciaal de vragenlijsten persoonlijk af te nemen omdat het opsturen van een vragenlijst vermoedelijk weinig resultaat op zou leveren. Een rondgang langs huisadressen, afdelingen van GGZ instellingen en woonvormen om voormalig cliënten van de onderzoeksruimte te spreken zou echter te tijdrovend zijn. Besloten is daarom om een gestructureerde vragenlijst af te nemen bij cliënten van de TOA. Het grootste deel van de cliënten van de TOA is afkomstig van de onderzoeksruimte. 52 % van het aantal mensen dat na een IBS wordt opgenomen komt op de TOA. Het onderzoek is daarmee bijzonder geworden omdat deze groep cliënten nooit middels een onderzoek gevraagd zijn naar hun ervaringen terwijl ze nog op de TOA verblijven. De cliëntencommissie spreekt wel met cliënten van de onderzoeksruimte over hun ervaringen maar dan hebben de cliënten de onderzoeksruimte en/of TOA inmiddels verlaten. Met het besluit cliënten op de TOA te bevragen over hun ervaringen in de onderzoeksruimte is ook besloten enkele vragen over de TOA zelf toe te voegen aan het onderzoek. De duur van het verblijf in de onderzoeksruimte is gemiddeld 6 uur. Cliënten verblijven op de TOA gemiddeld 6 dagen, aldus de 34

Spoedeisende Psychiatrie 31. Op het moment van de enquête heeft voor de meeste cliënten de binnenkomst en het onderzoek in de onderzoeksruimte nog niet lang geleden plaatsgevonden. Dat betekent dat een groep cliënten nog in de war is. Dit is vermoedelijk de reden waarom deze groep cliënten nooit gedurende hun opname middels een onderzoek gevraagd is naar hun tevredenheid en ervaringen. Laat mensen eerst tot rust komen voordat je ze lastig valt met een onderzoek is een veel gehoorde reden. Ook wordt er wel verondersteld dat cliënten (nog) niet in staat zijn mee te werken aan een interview. Het voordeel van de gekozen opzet is dat de enquêtes allen op dezelfde afdeling (TOA) afgenomen worden en het bezoek aan de onderzoeksruimte recent is. Er zijn ook nadelen aan deze opzet. Het onderzoek is beperkt tot cliënten die onvrijwillig bij de Spoedeisende Psychiatrie terecht zijn gekomen. De groep cliënten die vrijwillig naar de Spoedeisende Psychiatrie komen zijn niet opgenomen in het onderzoek. Zij komen immers niet in de onderzoeksruimte maar worden gezien in spreekkamers aan de voorkant van het gebouw. Deze groep ook meenemen in het onderzoek zou de omvang van het onderzoek te groot maken. Enquêtes af nemen op de TOA betekent ook dat de groep cliënten die na het onderzoek doorverwezen zijn naar ambulante hulp 32 niet mee heeft gedaan. Ook heeft er een selectie plaatsgevonden door het personeel van de TOA wie geschikt was om deel te nemen aan het onderzoek en wie niet. Het personeel maakte een inschatting of een cliënt in staat was om deel te nemen. Aan de cliënten zelf werd vervolgens gevraagd of zij mee wilden doen. 4.3 Onderzoeksvragen Het onderzoek draait om de ervaringen van cliënten met de hulpverlening in de onderzoeksruimte, spreekkamer en de Tijdelijke Overbruggingsafdeling van de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam aan de Constantijn Huygenstraat. 31 Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam jaarverslag 2011 32 Volgens het jaarverslag 2011 van de Spoedeisende Psychiatrie zijn de doorverwijzingen in 2011 als volgt: 43% naar ambulante hulp en 33% al dan niet vrijwillig opgenomen, 1% naar verslavingszorg en 23% overig. 35