Cliëntgegevens Voornaam: D. Geboortedatum: 22-05-2006 Leeftijd: 5;8 jaar Achternaam: - Invuldatum: Cognitieve ontwikkelingsleeftijd: 29-01-2009; 23 tot 25 maanden. BSN: - Zorgverzekeraar: - PGB-Nr: - Communicatiesysteem: Geslacht: Man Man Beperking: Aangeboren aangeboren Land van herkomst: Polen Talen gesproken in de omgeving: Nederlands Levensbeschouwing: Niet gelovig. Sociale situatie/gezinssamenstelling: adoptie-ouders, 2 oudere broers (een biologisch kind van adoptie-ouders, een adoptie-broer eveneens uit Polen) Diagnose: FAS Indicatiestelling: ZMLK Zorgzwaarte: Korte Anamnese nee Zwangerschap na 34 weken, keizersnee, 2 e zwangerschap, 2 e bevalling.binnenbaarmoederlijke infectie, infectie van de navelstreng (enterococcus feacium), anemie van pasgeboren kind. Kreeg passieve zuurstoftherapie. In het centrale gedeelte van het tussenschot tussen de voorkamers van het hart aneurismus, maar geen lekkage in CD Op de 13 e dag na de geboorte trad een verslechtering van de klinische conditie op. Bloedtransfusie vanwege bloedarmoede en antibiotica. Na 25 dagen in algemeen goede toestand uit het ziekenhuis ontslagen Lengte 47 sm, gewicht 1700 gram Ptosis, te hoge spierspanning Dysmorfische symptomen van de lichaamsbouw, vertraagde psychomotorische ontwikkeling, lengte en gewicht beneden het derde centiel Verloop van de ontwikkeling. Bij de biologische ouders (eerste 11 maanden van zijn leven) is hij zeer verwaarloosd(lichamelijk en emotioneel) en daarna in een pleeggezin gekomen. Geadopteerd met 2;7 maanden. Algemene psychomotorische ontwikkeling was op het moment van adoptie beneden de leeftijdsnorm. Te zwakke spierspanning, storing in de zenuwcoördinatie. Stoornissen van de cognitieve functies (aandacht,taal), emotionele deprivatie, tongriempje vastgegroeid. In mei 2007 is hij nog een paar dagen opgenomen in het ziekenhuis vanwege stoornissen in de zenuwcoördinatie en ontstekingen van de keel en neus en de bronchiën. Koemelkallergie (die echter in het pleeggezin niet meer aanwezig was..) In oktober/november 2008 werd de diagnose Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) gesteld (bovenstaande informatie is verkregen in het land van herkomst bij de adoptie) D. is sinds februari 2009 in Nederland. In Polen fysiotherapie van juni 2006 september 2008 In nederland fysiotherapie vanaf mei 2009 tot zomer 2010 op motorisch vlak binnen de grenzen van het gemiddelde ontwikkelt (movement ABC 2). Het valt op dat zijn voorkeurshand in ontwikkeling is en hij moeite heeft met het kruisen van de middenlijn. Ook laat hij soms nog totaalbewegingen zien, bijvoorbeeld bij het gooien van een bal. De balansvaardigheden kosten hem het meeste moeite. De lage basistonus waar D. mee bekend is speelt hierbij mogelijk een rol, omdat hij hierdoor moeite heeft met het opbouwen van stabiliteit. De motoriek is echter goed afgestemd op de taak en nu voldoende functioneel. Kinderfysiotherapie is op dit moment niet geïndiceerd. In april 2009 werd het tongriempje losgesneden, de neusamandelen verwijderd en het trommelvlies van het rechteroor doorgeprikt. Daarna is D. Echt begonnen met praten. Ervoor waren het enkele losse woordjes, maar vooral veel geluiden. D. heeft regelmatig last van otitis media of propjes in de oren (doordat de doorgangen vanwege zijn FAS veel kleiner zijn, zijn deze eerder verstopt) Medicatie : geen Soort: Reden: Huisarts + telefoon: ICE Gegevens: Contactadressen Cliënt: Straat: Postcode: Woonplaats: Telefoon: GSM: Teksttelefoon: Email: Contactadres Aanvrager / Wettelijk Vertegenwoordiger Naam: Omschrijving Cliëntrelatie: Straat: Postcode: Woonplaats:
Telefoon: GSM: Teksttelefoon: Email: Algemene zorgvraag vanuit cliëntperspectief Algemene zorgvraag vanuit omgevingsperspectief Algemene zorgvraag vanuit cliëntperspectief Geef mij aanwijzingen meerdere keren. Ik heb veel herhaling nodig voor ik mij iets eigen kan maken. Geef mij de tijd en geef me duidelijke structuur. Geef me opdrachten ik kleine stukjes, zodat ik kan onthouden wat ik moet doen. Zorg dat ik niet te veel afgeleid wordt door de dingen om mij heen. Geef me sturing als ik wel wordt afgeleid. Algemene zorgvraag vanuit omgevingsperspectief Kijk naar de ontwikkelingsleeftijd van ons kind en niet naar zijn kalenderleeftijd. Kijk hoe hij zich tot nu toe heeft ontwikkeld, wat hij heeft ingehaald en niet alleen naar wat hij nog niet kan en volgens zijn chronologische leeftijd zou moeten kunnen. Houdt er rekening mee, dat hij moeite heeft met nieuwe situaties. Geef hem daarin de mogelijkheid op een vertrouwd iemand. Geef hem daarin de tijd. Hij zal echt laten zien wat hij kan, als hij zich prettiger gaat voelen. Hij heeft alleen erg veel tijd nodig om zijn eigen ik te laten zien en doet dat alleen bij de mensen die hij vertrouwt. Laat hem in het begin met rust en laat hem zelf komen. Door direct aanspreken voelt hij zich bedreigd en zal hij minder snel vertrouwen opbouwen. Biedt hem opdrachten in kleine stukken aan, met veel herhalingen en weinig afleiding Vraag communicatieondersteuning cliëntperspectief Als je mij iets vraagt, maak de zinnen dan niet te lang en houdt het kort en duidelijk. Ik snap het niet als er een bedoeling áchter een vraag zit, dus geef mij alsjeblieft concreet aan wat je van me wilt. Ik heb erg veel herhaling nodig. Als ik iets niet meteen snap, is dat geen onwil, maar moet ik het gewoon vaker horen. Vraag communicatieondersteuning omgevingsperspectief Geef ons kind de mogelijkheid zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen. Biedt de dingen vaak aan, zodat hij de mogelijkheid krijgt het te verwerken. Hij heeft heel snel door, dat er iets verwacht wordt en zal dan niet zo snel meewerken. Biedt het spelenderwijs aan. Dan heeft hij plezier en leert.
. Beperkingen op belangrijkste kerndomeinen Waarneming Wordt visueel beperkt door enerzijds de ptosis, anderzijds doordat hij brildragend is (rechts +4 en links +5) Auditief door perioden van slechter horen. Aandacht Korte aandachtsspanne, veel herhaling nodig Taalbegrip Datum : 29-11-2010 Kalenderleeftijd: 4 jr 6 mnd Taalbegrip: 2 jr 7 mnd TBQ = 65 Pragmatiek D. begrijpt de context waarin iets gezegd wordt vaak niet. Hij heeft duidelijke zinnen nodig om te begrijpen wat er wordt bedoeld Taalproductie Datum : 29-11-2010 Kalenderleeftijd: 4 jr 6 mnd Zinsontwikkeling: 2 jr 4 mnd ZQ = 66 Woordontwikkeling : 3 jr 1 mnd WQ = 66 Belemmerende uitwerking op communicatie en zelfbepaling/autonomie Als D zijn bril draagt, is er weinig van de visuele problemen te merken. Als D slecht hoort, wordt de taalontwikkeling belemmerd Wanneer wordt toegegeven aan de korte aandachtsspanne en te weinig herhaald wordt, leert D. Geen grenzen kennen en zijn eigen mogelijkheden en grenzen ook niet. D. heeft een veel beter taalbegrip dan uit de test naar voren kwam. In een goede setting waarin hij zich wel thuis voelt (moeder is ook logopediste en heeft hem later zelf nogmaals getest), scoort hij veel hoger (21 punten) Hier geldt hetzelfde als bij taalbegrip genoemd Vaardigheden ontwikkeld uit natuurlijke aanpassing of compensatie Als D. Slechter hoort worden er neusdruppels gebruikt en uit voorzorg slaolie in de oren gedruppeld. Veranderd er na een aantal dagen niks, wordt de huisarts geraadpleegd. Meestal is uitspuiten van de oren dan voldoende Alles wordt vaker aangeboden dan bij andere kinderen. Als iets niet mag, moet het vaak herhaald worden voor hij het opslaat D. laat zoals eerder gezegd niet alles zien als hij zich niet 100% op zijn gemak voelt. Is dit wel het geval laat hij pas zijn echte mogelijheden zien. Daarnaast heeft hij meer herhaling nodig. De Reynell-test (die is afgenomen) biedt slecht een aantal pogingen. Het zou d. Kunnen helpen om wat vaker te mogen horen wat gevraagd wordt, zodat hij het kan verwerken. idem Geheugen? Cognitie IQ Totaal : 53 (80% betrouwbaarheidsinterval:50-67) IQ Redeneerschaal (subtest 2, 4, 5): 65 IQ Performale schaal (subtest 1, 3, 6) : 53 Op subtestniveau bestaan er forse verschillen (laagste score 1, hoogste score 7). Op schaalniveau is er echter geen sprake van een significant verschil. Slechts 1 % van de leeftijdsgenootjes van D. behaalt een lagere score op deze test. Ook hier geldt wat vermeld is onder het punt taalbegrip. Een IQ van 53 zou overeenkomen met een zeer moeilijk lerend kind. D. Heeft op verschillende gebieden een grote voorsprong op ZMLK. Het is een heel pienter jongetje. Wij zien hem zoals hij zich ontwikkeld. De SON-test wordt gekoppeld aan de kalenderleeftijd. Door alle factoren die meespelen (FAS, 1 e levensjaar zwaar verwaarloosd en mishandeld, met 1 jaar ontwikkelingsachterstand bij de pleegouders gekomen) is zijn ontwikkelingsleeftijd anders. Zou er naar zijn ontwikkelingsleeftijd worden gekeken en worden rekening gehouden met het feit, dat hij als hij iemand nooit of een aantal keren heeft gezien, nooit zijn ware ik laat zien, zou de uitslag er heel anders uitzien. Om die reden hebben wij ervoor gekozen, D. Tegen het advies in naar het reguliere basisonderwijs te brengen. Daar voelt hij zich nu prettig en wordt zijn ontwikkeling nauwlettend in de gaten gehouden. De leerkracht was al na 6 weken (hoewel hij zich nog lang niet 100% op zijn gemak voelde) van mening, dat ZMLK te laag was voor hem. Of hijhet reguliere basisonderwijs door kan zetten is zeer de vraag, maar nu heeft hij wel de
Oriëntatie Adaptiviteit D. heeft grote moeite met het aangaan van nieuwe situaties en veel tijd nog zich aan te passen Zelfredzaam D. erg zelfredzaam. Hij kleedt zichzelf aan en uit, wast zich, smeert zijn eigen brood, pakt zijn tas in voor school. Socio-emotioneel Wantrouwend naar anderen toe. Grote moeite met nieuwe situaties Motoriek/mobiel Na een moeilijke start vertoont de motoriek op dit moment geen afwijkingen. D. Beweegt zich zelfstandig voort Gezondheid Op de otitis media na, is D. Over het algemeen goed gezond, sinds hij in NL is. Qua lengte en gewicht valt hij ver onder de groeicurve. D. is angstig en wantrouwend en benut daardoor niet al zijn mogelijkheden en zal niet snel nieuwe situaties aangaan. Hij heeft soms erg veel tijd nodig om taken uit te voeren. Bij contacten met nieuwe mensen of mensen die hij weinig ziet, trekt hij zich terug. In nieuwe situaties kruipt hij dicht tegen een van de ouders aan en laat niet meer los De kinderarts zou graag groeihormonen willen geven, zodat hij een wat grotere lengte kan bereiken. mogelijkheid te laten zien, wat hij kan, in een omgeving en bij mensen die hij vertrouwd en waar hij zich prettig bij voelt Als hij de tijd krijgt en in de nieuwe situatie eerst met rust gelaten wordt, kan hij na een tijdje met de nieuwe situatie omgaan. Het helpt hem ook als een van zijn grote broers er is. Dan kan hij van hen afkijken. D. voert eerder genoemde taken uit, maar moet tussendoor wel vaak herinnerd worden aan waar hij mee bezig was. Als hij zich bijvoorbeeld aankleedt, kan hij heel lang zitten niks doen of bijvoorbeeld zingen. Dan moet hij even weer gevraagd worden of hij zich nu gaat aankleden. Dan gaat hij door met waar hij mee bezig was. Hij heeft steeds meer mensen in zijn omgeving die hij vertrouwd en waar hij zich prettig bij voelt. Op school heeft hij zijn plekje gevonden en is daar open. Wanneer er activiteiten in de klas plaatsvinden, die niet in het dagelijkse ritme van de klas zijn, heeft hij daar grote moeite mee, maar hoeft niet meer per se een van de ouders bij zich te hebben. Hij heeft genoeg vertrouwen in zijn eigen juffen.
Welke ondersteuning biedt het sociale netwerk op dit moment? Waarneming Aandacht Taalbegrip Taalproductie Geheugen Cognitie Oriëntatie Adaptiviteit Zelfredzaam Socio-emotioneel Motoriek/mobiel Gezondheid Wat heeft het sociale netwerk nodig om te kunnen ondersteunen? Handelingsdoelen voor cliënt en sociale netwerk