Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 5: de leerlingen leren omgaan met geld- en betaalmiddelen



Vergelijkbare documenten
Geld verkennen. 4-8 jarigen

7. Getalkaartjes bij de kralenketting

(hoeveelheden 6 en 10 of 4 en 6 centraal)

T-shirts op een rij. Doel van de les - de telrij opzeggen tot en met 20 - terugtellen vanaf een willekeurig getal in het getallengebied

- een lege verpakking van drie ijsjes - eventueel zes ijsstokjes en vijf poppetjes

9. Aftrekken met de kralenketting

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Een recept van de dokter

21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Eten en drinken in de dierentuin

Representeren. 4-8 jarigen

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Samen een dierentuin nabouwen. Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

29. Kan ik dat nog ruilen of terug brengen?

8. Reizen met de bus

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3: de leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

5. Introductie van de standaardmaat liter

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties

Wat zijn er veel soorten thermometers!

Deze activiteit levert een bijdrage aan het kerndoel: 1 De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen begrijpen en herkennen

1. Wat is de temperatuur vandaag? Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

Begripsvorming Optellen en aftrekken

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3.1 en 3.2. De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Sorteren ordenen & structureren. 4-8 jarigen

Kerstkoekjes bakken. Voor elke leerling een exemplaar van de Kopieerbladen Kerstkoekjes bakken 1, 2 en 3.

Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak

Rekenen op maat 3 is bedoeld voor groep 3 van het basisonderwijs en vergelijkbaar niveau van het speciaal basisonderwijs.

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

1. Wat zie je vanuit de lucht?

Samen appelflensjes bakken

Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 2 De leerlingen leren rekenhandelingen uitvoeren voor het functioneren in dagelijkse situaties

2. Naar het pretpark!

40 Suggesties met...

3. Klusjes in school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

Lesbrief thema: Identiteit

Groep 1 2 (Tal, SLO)

De vraag is nu: hoe oud is Nina geworden?

Rekenactiviteiten voor de onderbouw

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2

Rekenfolder o.b.s. Henri Dunant groep 3

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Diagnostisch rekenonderzoek

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

VSO Leerlijn met uitstroom dagbesteding - Rekenen (Rekenboog)

Rekenbegrippen. 4-8 jarigen

i n s t a p h a n d l e i d i n g

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Gebruikswijzer voor het inschalen en clusteren van leerlingen

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

Leerlijn en tussendoelen rekenen groep 1 en 2 basisonderwijs* 1

Rekentermen en tekens

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - oriënteren zich op het thema. - activeren hun voorkennis.

kerndoel 4: de leerlingen leren meten en wegen en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare mate en meeteenheden.

Tussendoelen Ontluikende gecijferdheid (inclusief logisch denken vanaf 3;6 jaar)

Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen januari 2015

WOORDENSCHAT - MIDDENBOUW Met woorden aan de gang

Passende Perspectieven. Bij Rekenrijk 3 e editie

REKENEN OP MAAT GROEP 4

Checklist Rekenen Groep Tellen tot Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

Titel Een vlakvulling maken (optioneel) Voorbereiding Een basisfiguur voor een vlakvulling

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

h a n d l e i d i n g

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren

BrailleStudio. Beschrijving oefeningen

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

Lesbrief Meneer Beer

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

Rekenen groep 1. Welke leerdoelen gelden voor de komende periode? Getalbegrip:

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering. De kinderen: - geven gericht antwoord op vragen. - breiden de woordenschat uit.

Ontwikkelschema Rekenen Groep 1

20 Ideeën met speelkaarten

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

LES: Wie van de drie?

S C I E N C E C E N T E R

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

REKENMODULE GELD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

LES: Wie van de drie? 2

Leerstofoverzicht groep 3

Doelenkaart SO en VSO

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

BLOK 1. Toetsdoelen. - Kinderen kunnen een hoeveelheid (t/m 10) synchroon en resultatief tellen.

Onderdeel nummer 5 Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen

Transcriptie:

Titel van de les Leeftijdsgroep Kerndoel Leerstofonderdeel Doel van de les Benodigdheden Schatten zoeken: geld tellen Ongeveer 7 tot 8 jaar Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 5: de leerlingen leren omgaan met geld- en betaalmiddelen Geld 1.2_4 tastbare hoeveelheden (tot en met 12) tellen en benoemen 1.2_4 getalsymbolen tot en met 10 koppelen aan hoeveelheden en andersom 1.3_4 twee verschillende hoeveelheden tot en met 6 vergelijken op basis van getallen (6 is meer dan 5) en benoemen wat meer is 2.3_4 de getalsymbolen tot en met 10 herkennen en benoemen 2.3_4 getallen tot en met 10 in de juiste volgorde zetten 5.1_4 de munt van 1 euro herkennen 5.1_4 biljetten en munten herkennen als betaalmiddel 5.1_5 de munt van 2 euro herkennen 5.3_5 dat 2 losse euromunten evenveel waard zijn als een munt van 2 euro De munten van één en twee euro herkennen Tellen van geld verkennen Getalsymbolen tot en met 12 herkennen en benoemen Getallen tot en met 12 in de juiste volgorde leggen - één mandje per leerling om het geld in te doen en te tellen - boterhamzakjes met (speel)munten van één en twee euro in verschillende hoeveelheden Bijvoorbeeld:

- eventueel als differentiatie: een eenvoudige tekening van de klas met daarop aangegeven de moeilijk te vinden schatten (de schatkaart) Korte samenvatting Organisatie Activiteiten De leerlingen zoeken in de klas naar een schat (een zakje munten). Wanneer iedereen een schat heeft gevonden mogen ze de zakjes open maken en tellen hoeveel munten van één en hoeveel munten van twee ze hebben gevonden. De hoeveelheid euro s wordt vervolgens bepaald en op het zakje geschreven. De schatten worden vergeleken door de zakjes aan een getallenrij te hangen. Klassikaal (in de kring of aan tafel) Verborgen schatten U kunt deze activiteit doen na het lezen van een verhaal over piraten die schatten zoeken. Ook kunt u refereren aan de vorige activiteit Schatten vergelijken. In de klas zijn er (opnieuw) schatten verstopt (zakjes met muntjes). Iedereen mag er eentje gaan zoeken. Schatten zoeken en bekijken Laat steeds twee of drie leerlingen tegelijk een schat zoeken in de klas. Sterkere leerlingen kunnen hierbij gebruik maken van de schatkaart. Wanneer iedereen een schat heeft gevonden, mogen ze hun muntjes in een mandje doen en bekijken. Wat voor muntjes heb je? Hoeveel muntjes van één (twee) euro heb je? Laat de leerlingen het eventueel op een blaadje noteren. Sterkere leerlingen kunnen alvast proberen uit te zoeken hoeveel euro ze in totaal hebben gevonden.

Let hier goed op het verschil tussen aantal (muntjes) en de waarde (in euro). Hoeveel euro heb je? Bekijk en bespreek samen de hoeveelheid geld van iedere leerling. Laat hierbij leerlingen de waarde in euro tellen en bijhouden op de vingers: bij een munt van twee euro tel je twee vingers (want deze munt is twee euro waard). Het eindbedrag schrijft u op een grote stikker die op het zakje wordt geplakt. Aan het eind heeft u een grote hoeveelheid zakjes met het bedrag in euro s erop geschreven: Zakjes geld aan de getallenrij Wie heeft de grootste schat gevonden? Misschien zijn er leerlingen die het weten. Laat ze in ieder geval de zakjes ophangen op een getallenlijn die u in de klas heeft, om het voor iedereen duidelijk te maken. Dit kan in verschillende moeilijkheidgraden: - een zakje kiezen en op de getallenlijn hetzelfde getal dat op het zakje staat opzoeken, - eerst het zakje met acht euro zoeken en dat zakje op de juiste plaats hangen, - het zakje met de meeste/minste euro s zoeken en ophangen, - het zakje zoeken en ophangen dat een waarde van één euro minder/meer heeft dan het zakje dat net is opgehangen. Aan de hand van de getallenlijn kunnen leerlingen zien welk schat het grootste is (de meeste euro): die staat verder op de getallenlijn. Differentiatie Makkelijker - Laat de leerlingen vooral de munten sorteren en ondersteun ze bij het tellen van de munten. - Laat de leerlingen een zakje kiezen (of het zakje pakken met bijvoorbeeld acht euro) en op de getallenlijn hetzelfde getal zoeken dat op het zakje staat. Moeilijker - Laat de leerlingen zelfstandig proberen uit te zoeken hoeveel euro ze hebben gevonden. - Laat de leerlingen het zakje zoeken met de meeste/minste euro, of het zakje dat één euro meer/minder heeft dan een andere zakje.

Vervolgactiviteiten Munten uit twee zakjes vergelijken In de volgende lessen besteedt u steeds aandacht aan de verschillen tussen twee (of drie) schatten met hetzelfde bedrag in euro. Wanneer u de zakjes geld samenstelt zoals hierboven voorgesteld, dan zijn er twee zakjes met 11 euro, twee zakjes met tien euro en drie zakjes met 8 euro. Deze schatten zijn evenveel waard maar bestaan ze uit dezelfde munten? Neem bijvoorbeeld de twee schatten van tien euro en laat de leerlingen de munten van iedere schat in twee rijen naast elkaar leggen. Laat ze beginnen met de munten van twee euro. Stimuleer de leerlingen om hierover na te denken door de volgende vragen te stellen: - Welke schat heeft de meeste munten? - Hoeveel euro is iedere schat waard? - Hoe kan het dat er niet evenveel munten zijn maar wel evenveel euro? Ondersteun de leerlingen bij de laatste vraag eventueel door de munten één op één te vergelijken en de munten die in beide schatten hetzelfde zijn iets te verschuiven: Besteed aan de hand hiervan aandacht aan de waarde van de munt van twee. Als alternatief haalt u de laatste euro eraf en laat u zien dat het dan evenveel munten staan. Maar zijn de schatten dan nog steeds evenveel euro waard? Wijs desnoods zelf naar het verschil: een munt van twee tegenover een munt van één euro. Wanneer de leerlingen niet zelf op het idee komen, legt u deze euromunt op de euromunt die onder de munt van twee euro ligt (zie figuur hieronder). Besteed vervolgens aandacht aan de waarde van de twee euro munt.

Voor de schatten van acht munten ontstaat op deze manier uiteindelijk het volgende beeld: Variatie Andere contexten Deze activiteit kan ook gedaan worden in andere contexten. Enkele voorbeelden: het vergelijken van spaargeld, het vergelijken van klein geld uit verschillende kassa s in de supermarkt of het vergelijken van verzameld geld uit een (verkoop)actie.