Dienstverleningsovereenkomst Gemeente Montfoort en SWOM inzake taken vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gericht op de lokale toegang voor het Sociale domein De ondergetekenden, De publiekrechtelijke rechtspersoon: Gemeente Montfoort, gevestigd te Montfoort, krachtens artikel 171 lid 1 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, mevrouw mr. P.J. van Hartskamp, krachtens volmacht te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door heer J.L.M. Vlaar, wethouder, verder te noemen: Opdrachtgever en/of gemeente; en De Stichting Welzijnsondersteuning Montfoort /Linschoten (SWOM), rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw in de functie van voorzitter, verder te noemen: Opdrachtnemer en/of SWOM samen te noemen: Partijen ; in aanmerking nemende dat: SWOM sinds 1 januari 2015 voor de gemeente al invulling geeft aan de lokale ingang van het sociale domein aan inwoners van de gemeente SWOM subsidie ontvangt voor taken op het gebied van welzijn waarbij de integratie met de overige WMO synergetische voordelen met zich meebrengt de gemeente de navolgende visie op uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna verder: Wmo) heeft de ondersteuning en zorg moet zo dichtbij en licht mogelijk plaatsvinden, en moet georganiseerd worden via de navolgende volgorde (1) versterking van de eigen kracht, (2) betrekken van het eigen netwerk, (3) ondersteuning door deelname aan algemene voorliggende voorzieningen, en (4) ondersteuning middels een maatwerkvoorziening; SWOM bovenstaande visie onderschrijft; SWOM gezien haar positie in de lokale gemeenschap geacht wordt de lokale ingang efficiënt, effectief en kostenbesparend t.o.v. andere (markt)partijen kan uitvoeren; SWOM in 2016 doorontwikkelt, de organisatie verder professionaliseert en de verwachte efficiencyvoordelen gaat realiseren; partijen de verwachting uitspreken dat SWOM deze taken van de Wmo de komende jaren passend kan vormgeven; komen het volgende overeen: Artikel 1. Opdracht uitvoering taken, 1. Opdrachtgever draagt aan opdrachtnemer de uitvoering op van de in deze dienstverleningsovereenkomst inclusief in bijlagen benoemde taken. 2. De volgende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze dienstverleningsovereenkomst: a. Beleidskaders Wmo b. Verordening en beleidsregels Wmo 2015 c. Werkafspraken (product factsheets) d. Begroting (financieel en inhoudelijk). 1
Artikel 2. Taken en uitvoering 1. De opdrachtnemer voorziet in een lokale toegang voor het sociale domein, gericht op de taken voortvloeiend uit de Wmo (Sociaal team). 2. Tot de in lid 1 behorende taken behoren in elk geval: a. Het voorzien in een centrale intake en verwijsfunctie. b. Het verwerken van de intake in de vorm van een integraal ondersteuningsplan. c. Het uitbrengen van adviezen aan de opdrachtgever m.b.t. individuele verstrekkingen voortvloeiend uit de Wmo 3. Alle activiteiten in het kader van deze dienstverleningsovereenkomst worden uitgevoerd aan de hand van de in de bijlagen genoemde beleidskaders en werkafspraken. Daarin zijn tenminste benoemd: a. Producten en diensten die in het komende jaar voor de opdrachtgever worden uitgevoerd. b. Een prognose van de geplande tijdsbesteding en kosten c. De wijze van overdacht en afstemming naar de Back-Office van UW-Samenwerking. 4. Nieuwe producten en diensten kunnen gedurende het lopende jaar in gezamenlijk overleg tussen partijen aan de dienstverleningsovereenkomst worden toegevoegd. Nieuwe producten en diensten worden toegevoegd conform de onder lid 3 benoemde criteria en hierover worden, indien nodig, aparte vergoedingsafspraken gemaakt. Artikel 3. Organisatorische opzet 1. De uitvoering van de taken zoals genoemd in artikel 2 gebeurt door of namens de opdrachtnemer en valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer of diens rechtsopvolgers. 2. De uitvoering van de taken past binnen de wettelijke vereisten en de in de bijlagen gestelde uitvoeringskaders. 3. De uitvoering van de taken blijft binnen de afgesproken vergoeding onder artikel 7. 4. Met in achtneming van het genoemde in de leden 1 t/m 3 van dit artikel is het vrij aan de opdrachtnemer hoe de uitvoering van de taken wordt ingericht. Artikel 4: Statuten, rechtsvorm 1. Indien de opdrachtnemer veranderingen aanbrengt in de statuten, de rechtspersoon of organisatorische wijzigingen wil doorvoeren, die van invloed kunnen zijn op de uitgangsprincipes, dan worden deze vooraf afgestemd met de opdrachtgever. 2. Indien de in lid 1 genoemde wijzigingen leiden tot wijzigingen in de kosten dan wel kostenstructuur dan kan dit alleen na instemming van opdrachtgever. Artikel 5. Kwaliteit, managementinformatie en informatie-uitwisseling 1. Opdrachtgever en opdrachtnemer wisselen in periodiek overleg informatie uit over de werkzaamheden die in het kader van deze dienstverleningsovereenkomst worden uitgevoerd. 2. Opdrachtgever kan, indien gewenst door een externe partij, controles uit (laten) voeren van de uitvoering door opdrachtnemer. Opdrachtnemer verleent hieraan binnen twee weken na opdracht haar medewerking. De kosten hiervoor zijn voor rekening van opdrachtgever. 3. Opdrachtnemer stelt regels op m.b.t. de interne controle en werkt deze uit in een intern controleplan. 4. Opdrachtnemer borgt de privacy van haar cliënten conform de vigerende wet- en regelgeving en legt dit vast in een privacy protocol.. 2
5. Opdrachtnemer regelt en verzorgt een klachtenprocedure en rapporteert over de aantallen en uitkomsten in de kwartaalrapportages en de jaarrekening aan opdrachtgever. Artikel 6. Verantwoording 1. Begroting (voor 1 april) : Opdrachtnemer levert een (meerjaren)begroting aan waarbij beleidsmatig en financieel inzicht wordt verleend in de doelstellingen van het komende jaar en verwachting voor de jaren daaropvolgend. De begroting bevat: a. Een beleidsbegroting: een duidelijke beschrijving van de doelstellingen; een plan voor het realiseren van de doelstellingen. b. Een financiële begroting het overzicht van baten en lasten en de toelichting; de uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting. 2. Jaarrekening (voor 1 april): opdrachtnemer levert een jaarrekening, voorzien van een accountantsverklaring op basis van een samenstellingsverklaring. In de jaarrekening wordt beleidsmatig en financieel inzicht verleend met betrekking tot de realisatie van de verschillende afgesproken doelstellingen. De inrichting van de jaarrekening is identiek aan de begroting. 3. Kwartaalrapportage: opdrachtgever levert binnen een maand na afloop van het betreffende kwartaal volgt een kwartaal overzicht met een inhoudelijk toelichting (inclusief verwachtingen en trends) op de cijfers zowel financieel als qua aantallen gebruikers. Artikel 7. Financiën 1. Opdrachtgever betaalt over 2016 aan opdrachtnemer een maximale exploitatiebijdrage van in totaal 697.500 1 : a) 395.000 voor het Sociaal team (formatie) b) 175.000 voor Bedrijfsvoering (formatie) c) 127.500 vaste kosten bedrijfsvoering. Uitbetaling zal per kwartaal plaatsvinden. 2. De exploitatiebijdrage zal jaarlijks, onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld door de gemeenteraad, op basis van de begrote activiteiten en producten opnieuw worden vastgesteld. 3. Binnen de bijdrage voor de organisatiekosten is rekening gehouden met organisatiekosten voor de subsidietaken en de zich in de pilotfase bevindende voorliggende voorzieningen (steunpunt mantelzorg en het Doemeehuis). Indien de pilots niet leiden tot een structurele inbedding in de organisatie zal de overhead navenant dienen te worden afgebouwd in overeenstemming met het achterblijvende takenpakket. 4. Afwijkingen met betrekking tot de inzet van de exploitatiebijdrage gebeuren in overleg met de opdrachtgever. 5. Voor het vormen van reserves is toestemming nodig van het college. Reeds gevormde reserves worden geaccepteerd zoals opgenomen in de jaarrekening 2015. 6. Het is toegestaan om een reserve op te bouwen voor risico s en fluctuaties in de liquiditeit van maximaal 5% van de totale jaarlijkse begroting. 1 In de begroting van de SWOM is een bedrag ad 316.500 opgenomen voor organisatiekosten, dit is 14.000 hoger dan de optelling in deze DVO ( 302.500 onder art. 7 li1 b en c). Het verschil ad 14.000 is al beschikt en wordt ontvangen d.m.v. de subsidie gericht op de Welzijnstaken.. 3
Artikel 8. Wijziging of beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst 1. De dienstverleningsovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van 1 jaar ingaande 1 januari 2016. 2. De dienstverlening zal worden geëvalueerd in november van het lopende jaar. De uitkomsten van de evaluatie zullen worden gebruikt om te bepalen of de dienstverlening opnieuw voor een jaar wordt verlengd, de mogelijkheid aanwezig is om een langere termijncommitment met elkaar aan te gaan of de noodzaak aanwezig is om de dienstverlening samenwerking te ontbinden. 3. De overeenkomst kan tussentijds met wederzijds goedvinden worden aangepast of ontbonden, indien wetgeving, besluiten of andere regelgeving leiden tot een structurele verandering van de werkzaamheden zoals genoemd in deze overeenkomst en de daarbij horende bijlagen, waardoor de doelstellingen van de overeenkomst niet meer realiseerbaar zijn. 4. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer kunnen de overeenkomst schriftelijk en aangetekend opzeggen in geval van een ernstige toerekenbare tekortkoming. Opzegging op basis van een toerekenbare tekortkoming kan plaatsvinden per elke datum met een opzegtermijn van een half jaar. Artikel 9. Aansprakelijkheid 1. Als partijen jegens elkaar toerekenbaar tekort schieten in de nakoming van deze overeenkomst, is sprake van aansprakelijkheid voor vergoeding van de hierdoor geleden dan wel te lijden schade. 2. Van een toerekenbare tekortkoming is sprake nadat de tekortkomende partij door de andere partij in gebreke is gesteld en de tekortkoming redelijkerwijs niet meer is te herstellen 3. Als één van de partijen als gevolg van overmacht de verplichtingen niet kan nakomen dan wel te kort schiet in de verplichtingen van deze overeenkomst, heeft de andere partij het recht met onmiddellijke ingang maatregelen te treffen vanwege behoud van de continuïteit. 4. De tekortschietende partij stelt de andere partij onverwijld op de hoogte van de ontstane overmacht situatie. Artikel 10. Geschillen en toepasselijk recht 1. In geval van een geschil tussen partijen vindt binnen 3 maanden overleg plaats tussen (bestuurlijke) vertegenwoordiging van beide partijen onder voorzitterschap van een in gezamenlijk overleg gekozen voorzitter. Partijen kunnen zich daarbij laten vergezellen door een deskundige. 2. Alle geschillen, die naar aanleiding van of in verband met onderhavige overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen de welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij partijen ter zake van die geschillen, arbitrage bij een erkend arbitrage instituut overeenkomen. 3. Een geschil in de zin van dit artikel zal geacht worden tevens aanwezig te zijn, in alle gevallen waarin overeenkomsten ter uitvoering van deze overeenkomst aanleiding geven tot handelingen of besluiten, waarvoor nadere wilsovereenstemming tussen partijen is vereist en deze niet kan worden verkregen. 4. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing en geschillen tussen partijen zullen worden beslecht door de daartoe bevoegde rechter.. 4
Artikel 11. Onvoorziene omstandigheden Indien zich situaties of omstandigheden voordoen waar deze overeenkomst niet in voorziet, treden partijen in onderling overleg om hier een oplossing voor te vinden, waarbij partijen zich laten leiden door de aard en de doelstellingen van de overeenkomst. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Montfoort op 2016 Namens de gemeente Montfoort, Namens Stichting SWOM, de heer J.L.M. Vlaar wethouder Datum: Naam voorzitter Datum:. 5