Naam: REPTIELEN Reptielen zijn gewervelde dieren en ze leven voornamelijk op het land. Ze zijn koudbloedig en hebben de omgevingstemperatuur dus nodig om hun lichaamstemperatuur te regelen. De huid van reptielen heeft hoornige schubben en voelt ruw aan. Dat is zo om te verkomen dat de huid uitdroogt als ze in de zon liggen om op te warmen. Als ze vervellen kruipen ze uit de oude huid en zit de nieuwe huid er al onder. Sommige reptielen leggen eieren om zich voort te planten en andere baren levende jongen. De meeste jonge reptielen zijn al gelijk zelfstandig en hebben dus geen ouders die voor ze zorgen. Wij kennen vooral de slang, hagedis, krokodil en de schildpad. De enige soort reptielen die geen tanden hebben is de schildpad en is tevens ook het langzaamste reptiel. Vraag 1. Noem vier kenmerken van een reptiel. 1 2 3 4 Vraag 1b. Welke (soorten) reptielen ken je al?. pagina 1 van 8
Slangen Er zijn drie slangsoorten die in Nederland voorkomen en dat zijn de adder, ringslang en de gladde slang. Slangen hebben een goed ruikvermogen, maar ze kunnen heel slecht zien. De Inland Taipa en de King Brown zijn 2 giftige slangen. Ze doden hun prooi met hun giftanden, waarbij ze de prooi eerst verlammen en daarna nog een keer bijten, waardoor de prooi wordt gedood. De Boa, Anaconda en de Python zijn wurgslangen en doden hun prooi door met hun hele lichaam de prooi te wurgen. Daarna gaan slangen hun prooi naar binnen werken door hun kaken heel wijd open te doen, waardoor ze makkelijk grote prooien kunnen opeten. De ribben van een slang zitten door heel het lichaam. Door het darmkanaal kan de prooi in een keer naar binnen, waar hij verteerd wordt. De adder is de enige gifslang die in Nederland voorkomt. Adders komen voor in heide, hoogveengebieden en soms ook op open plekken in bossen. Adders zijn relatief kleine, zwaar gebouwde slangen met een duidelijke driehoekige zigzagtekening en een verticale pupil. De mannetjes zijn in het algemeen grijs met een sterk contrasterende zwarte rugstreep. Vrouwtjes zijn vaak lichtbruin met een donkerbruine rugstreep. Adders zijn niet agressief en niet gevaarlijk, mits ze met rust worden gelaten. Een adderbijt is meestal zeer pijnlijk en kan onder andere leiden tot misselijkheid, flauw vallen en sterke zwellingen van gebeten lichaamsdelen. pagina 2 van 8
De ringslang is een water gebonden slang met een ronde pupil en twee duidelijke gele en zwarte vlekken achter de kop. Het is de grootste slang in Nederland. Deze slang kan tot 1,40 m. groot worden. De ringslang is niet giftig en bijten zelfs niet als ze gevangen worden. Ringslangen leggen hun 20 tot 30 eieren in compost en bladhopen en soms ook in mestvaalten. Door het verdwijnen van mestvaalten heeft deze soort vaak moeite om nog een geschikte legplek te vinden. De ringslang komt voornamelijk voor ten noorden van de grote rivieren. De gladde slang heeft ongekielde schubben en daardoor een glad uiterlijk. De gladde slang wordt nogal eens verward met de adder, maar het verschil is te zien aan de ronde pupil, de duidelijk slankere bouw, een vage zigzag tekening en een langere staart. Gladde slangen komen vooral voor in heideterreinen, hoogvenen en op stuwwallen en zijn in hun verspreiding beperkt tot zandgronden. Ze leven voornamelijk van jonge nestmuizen en soms ook van hagedissen. De gladde slang is niet giftig en ook niet agressief. Hagedissen. Bij de hagedissen familie zijn heel veel soorten. Zo veel dat het bijna de helft van alle levende reptielen zijn. Hagedissen zijn vaak zeer bijzondere dieren die een zeer typische kenmerk hebben. Een van de meest opvallende kenmerk is dat bij een aantal soorten hun staart kunnen afstoten en dat de staart dan gewoon weer aangroeit. Een hagedis die in Nederland voorkomt is de duinhagedis. Het Gilamonster heeft iets aparts en dat is dat hij giftig is. Er is ook een hagedis die de kleur van de omgeving aanneemt en die heet een kameleon. Vraag 2a. Slangen en hagedissen zijn koudbloedig. Wat betekent dat? pagina 3 van 8
De grootste hagedis die nu nog leeft is de Komodovaan. Het is een zeer sterk en snel dier, dat goed kan klimmen. Hij leeft vaak in de buurt van water en jaagt daar op grote dieren. Het is verstandig om uit de buurt van deze dieren te blijven. Het gewone vliegende draakje is een zeer bijzondere hagedis. Hij leeft in de bomen en kan van boom tot boom zweven met behulp van speciale huidplooien aan de zijkant van zijn lichaam. Hij kan tot ongeveer 18 meter door de lucht zweven. Vraag2b. Wat gebeurt er als de hagedis zijn staart is kwijtgeraakt? Krokodillen. De krokodilachtige (Crocodilia) zijn onder te verdelen in vier categorieën, de krokodillen, de kaaimannen, de alligators en de gavialen. Er zijn in totaal 23 soorten te onderscheiden. Alle soorten krokodilachtige zijn zeer gevaarlijke roofdieren. Krokodillen grijpen hun prooi meestal onverwachts. Ze hebben een goede schutkleur en houden zich doodstil in het water, totdat een nietsvermoedend dier in zijn buurt komt. Alligators zijn niet hetzelfde als krokodillen. Ze hebben een kleinere kop en een ander gedrag. pagina 4 van 8
Deze dieren zijn veel schuwer dan krokodillen en vaak minder gevaarlijk. Van de gavialen is slechts één soort nog in leven. Uit fossielen die gevonden zijn, blijkt dat er ooit meer soorten hebben geleefd. Om deze reden is dit dier ook in een aparte familie ondergebracht bij de krokodilachtige. De gaviaal heeft een zeer smalle lange snuit, hierdoor is hij direct te onderscheiden van de andere krokodilachtige. Voor zover bekend vallen gavialen geen mensen aan. Vraag 3. Hoe vangt een krokodil zijn prooi?... Schildpadden. Een schildpad draagt twee schilden: een rugschild en een buikschild. Samen vormen deze schilden een veilig pantser waarin de schildpad zich terug kan trekken als hij zich bedreigd voelt. Zijn kop, staart en zijn vier poten verdwijnen tussen het buikschild en het rugschild, zodat deze kwetsbare lichaamsdelen goed beschermd zijn tegen bijvoorbeeld roofdieren. Het schild van een schildpad is opgebouwd uit twee stevige lagen. De buitenste laag van het schild bestaat uit hele sterke hoornplaatjes. De binnenste laag van het schild is gemaakt van bot. Er bestaan meer dan tweehonderd soorten schildpadden. Maar als je kijkt naar hun leefomstandigheden kun je schildpadden in drie groepen verdelen. Vraag 4. Waarvoor dient het schild van een schildpad?. pagina 5 van 8
Landschildpadden Landschildpadden leven op het land. De meeste landschildpadden leven in warme, droge gebieden zoals woestijnen, steppen en savannes. Ze zitten daar vaak tussen rotsen en onder struiken. Landschildpadden hebben een hoog, bol schild en sterke poten. Vraag 5. Waaraan herken je een landschildpad? Moerasschildpadden Moerasschildpadden leven niet alleen in moerassen, maar ook bij beekjes, poelen en meren. Daarom worden ze ook wel eens waterschildpadden genoemd. Moerasschildpadden zijn hele goede zwemmers. Ze hebben vliezen tussen hun tenen en een afgeplat schild. Hierdoor kunnen ze in het water snel vooruit komen. Vraag 6. Wat is het verschil tussen een landschildpad en een moerasschildpad?.... pagina 6 van 8
Zeeschildpadden Zeeschildpadden leven in de zee. Ze zijn nog beter aangepast aan het water dan moerasschildpadden. Hun schild is nog platter en hun voorpoten zijn vergroeid tot stevige roeispanen. Alle schildpadden die in het water leven, moeten regelmatig even boven water komen om adem te halen. Want, net als alle andere reptielen, ademen ze via de longen. Zeeschildpadden komen bijna nooit aan land. Ze slapen zelfs in het water. Alleen als er eieren gelegd moeten worden, komen de vrouwtjes op het land. Alle schildpadden leggen hun eieren in een zelf gegraven kuil in het zand. De meeste schildpadden leggen tussen de twee en de twintig eieren per keer. Maar zeeschildpadden leggen er soms wel meer dan honderd. Als de vrouwtjes klaar zijn met eieren leggen, dekken ze hun kuil zorgvuldig af. Ze broeden de eieren niet zelf uit. Dat doet de zon. Na een paar weken komen de jonge schildpadjes uit hun ei. Schildpadden zijn de enige reptielen zonder tanden of kiezen. Ze hebben in hun bek alleen een paar hoornrichels. En in hun maag zitten steentjes die het voedsel vermalen. Vraag 7. Hoe broeden schildpadden de eieren uit?...... pagina 7 van 8
Schildpadden kunnen ook hun tong niet zo goed bewegen. Daardoor eten ze vaak slordig. Landschildpadden en moerasschildpadden eten veel groen, zoals bladeren en vruchten. Maar moerasschildpadden eten, net zoals zeeschildpadden, ook graag vissen, schaaldieren en geleedpotigen zoals insecten en kreeftachtige. De grootste vijand van de schildpad is de mens. Bijna alle zeeschildpadden worden met uitsterven bedreigd omdat mensen de stranden inpikken waar de schildpadden al sinds jaar en dag hun eieren leggen. Verder eist de garnalenvisserij zijn tol: veel zeeschildpadden raken verstrikt in de garnalennetten en verdrinken. Ook landschildpadden hebben het zwaar te verduren. Ze worden door mensen uit de natuur weggehaald en vervolgens als huisdier verkocht. Veel schildpadden overleven de vangst of de reis niet. En de schildpadden die wél in leven blijven, worden vaak door ondeskundigheid slecht verzorgd. Hierdoor gaan ze alsnog binnen korte tijd dood, terwijl veel landschildpadden in de vrije natuur gemakkelijk 60 tot 100 jaar oud kunnen worden. pagina 8 van 8