HET SCHENGEN-ACQUIS EN DE INTEGRATIE ERVAN IN DE UNIE



Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2000 (OR. fr) 12741/00 LIMITE SCH-EVAL 65 COMIX 754

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 juni 2007 (OR. en) 9201/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0806 (CNS) SCH-EVAL 91 SIRIS 84 COMIX 447

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

6986/01 CS/vj DG H I NL

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 253

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juni 2017 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

11562/08 CS/lg DG H 1 A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

Tweede Kamer der Staten-Generaal

13382/3/09 REV 3 wat/ngs/yh 1 DG H 3B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 maart 2008 (25.03) (OR. en) 7041/08 VISA 77 COMIX 172

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

TRACTATENBLAD VAN HET

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

5307/10 VP/mm DG H 2 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 september 2010 (09.09) (OR. en) 13380/10 FRONT 125 COMIX 571

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder a),

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1

GECONSOLIDEERDE VERSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15984/09 SIRIS 155 SCHENGEN 53 COMIX 846

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

8620/01 AL/td DG H I NL

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810.

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2005 (OR. en) 7846/05 SIRIS 29 SCHENGEN 5 COMIX 216 OC 204

MODULE II. Wat heb jij aan de Europese Unie?

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 1931/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Transcriptie:

[EUROPA] SCADPlus BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING - Op de informatie op deze site is een verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. HET SCHENGEN-ACQUIS EN DE INTEGRATIE ERVAN IN DE UNIE Huidige stand en perspectieven In de loop van de jaren tachtig is er een debat geopend over de betekenis van het begrip "vrij verkeer van personen". Volgens sommige lidstaten moest dit alleen voor de burgers van de Europese Gemeenschap gelden, hetgeen de instandhouding van de grenscontroles impliceerde om Europese burgers en onderdanen van derde landen van elkaar te onderscheiden. Andere lidstaten daarentegen wilden een vrij verkeer voor allen invoeren en deze grenscontroles dus afschaffen. Aangezien er binnen de Europese Gemeenschap geen overeenstemming kon worden bereikt hebben Frankrijk, Duitsland, België, Luxemburg en Nederland in 1985 besloten om samen een ruimte zonder grenzen te creëren, de zogenaamde "Schengen-ruimte", genoemd naar de stad in Luxemburg waar de eerste akkoorden werden getekend. Deze intergouvernementele samenwerking heeft zich verder ontwikkeld en betrof in 1997, bij de ondertekening van het Verdrag van Amsterdam, 13 staten. Dankzij dit verdrag werden de sinds 1985 door de leden van de Schengen-ruimte genomen besluiten alsmede de ingevoerde werkstructuren op 1 mei 1999 in het kader van de Europese Unie geïntegreerd De ontwikkeling van de Schengen-ruimte Op 14 juni 1985 is het eerste akkoord tussen de vijf initiatiefnemende landen ondertekend. Vervolgens is er een overeenkomst uitgewerkt die op 19 januari 1990 werd ondertekend. Dankzij deze overeenkomst die in 1995 van kracht werd, konden de binnengrenzen tussen de overeenkomstsluitende staten afgeschaft worden en kon er één enkele buitengrens gecreëerd worden waar de controles bij de binnenkomst in de Schengen-ruimte volgens identieke procedures uitgevoerd worden. Er werden gemeenschappelijke voorschriften vastgesteld inzake visa, asielrecht, controle bij de buitengrenzen, opdat het vrije verkeer van personen binnen de Schengen-ruimte niet ten koste van de openbare orde zou gaan. Om vrijheid en zekerheid met elkaar in overeenstemming te brengen werden er naast dit vrije verkeer zogenaamde "compenserende" maatregelen ingevoerd. Doel daarvan was de coördinatie tussen de politie- en douanediensten en justitie te verbeteren en de nodige maatregelen te nemen om met name terrorisme en georganiseerde misdaad te bestrijden. Met het oog daarop is er een complex informatiesysteem ingesteld om gegevens uit te wisselen over de identiteit van 1

personen en de beschrijving van gezochte voorwerpen, het Schengen-informatiesysteem (SIS). De Schengen-ruimte heeft zich geleidelijk aan tot alle lidstaten uitgestrekt, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Italië heeft de akkoorden op 27 november 1990 ondertekend, Spanje en Portugal op 25 juni 1991, Griekenland op 6 november 1992, Oostenrijk op 28 april 1995, Denemarken, Finland en Zweden op 19 december 1996. De door de staten van de Schengen-ruimte genomen maatregelen De belangrijkste maatregelen omvatten onder meer: - de afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en de verschuiving van deze controles naar de buitengrenzen; - de gemeenschappelijke vastlegging van de voorwaarden voor het overschrijden van de buitengrenzen; - de scheiding van reizigers uit de Schengen-ruimte en die van buiten deze zone op luchthavens en in havens; - harmonisatie van de voorwaarden inzake binnenkomst en visa voor korte verblijven; - de invoering van een coördinatie tussen administraties om de grenzen te bewaken (verbindingsfunctionarissen, harmonisatie van de instructies en de opleiding van het personeel); - de vaststelling van de rol van de transportondernemingen in de strijd tegen illegale immigratie; - de verplichte aanmelding voor onderdanen van derde landen die van het ene naar het andere land reizen; - de vastlegging van bepalingen inzake de verantwoordelijkheid voor asielaanvragen (Overeenkomst van Dublin); - de invoering van een recht om personen tot buiten het nationale grondgebied te schaduwen of te vervolgen; - de versterking van de samenwerking van justitieautoriteiten via een regeling voor een snellere uitlevering en een beter systeem om de uitvoering van straffen door te geven; - de instelling van het Schengen-informatiesysteem (SIS). Al deze maatregelen alsmede de besluiten en verklaringen van het door de uitvoeringsovereenkomst van 1990 ingestelde Uitvoerend Comité, de besluiten die zijn vastgesteld met het oog op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst door de instanties waaraan het Uitvoerend Comité beslissingsbevoegdheden heeft toegekend, de op 14 juni 1985 ondertekende overeenkomst, de op 19 juni 1990 ondertekende uitvoeringsovereenkomst, alsmede de daaropvolgende toetredingsprotocollen en -akkoorden vormen het "Schengen-acquis". Het Schengen-informatiesysteem (SIS) Binnen het Schengen-systeem werd een geautomatiseerd netwerk opgericht (niet zonder de nodige technische moeilijkheden), zodat alle politiediensten en 2

consulaire vertegenwoordigers van de bij de Schengen-ruimte behorende lidstaten kunnen beschikken over gegevens over gezochte personen, voorwerpen of voertuigen. De lidstaten voeden het SIS dankzij nationale netwerken (N-SIS) die bij een centraal systeem (C-SIS) aangesloten zijn. Dit systeem wordt bovendien aangevuld met het zogenaamde SIRENE-netwerk (SIRENE : aanvullende informatie die bij binnenkomst in een land vereist is), dat uit vertegenwoordigers van politie, douane en justitie bestaat. Het SIS wordt als het centrale element van de Schengen-ruimte beschouwd; het spreekt vanzelf dat de werking ervan niet onderbroken mocht worden door de incorporatie van dit systeem in de Europese Unie. De Raad is op dit punt bijzonder waakzaam geweest. Zo werden er verschillende besluiten van praktische aard genomen om het secretariaat-generaal van de Raad in staat te stellen bepaalde budgettaire aspecten van de ontwikkeling van het SIS te beheren (PB L 123 van 13.5.1999]. De lidstaten hebben in 1999 besloten het contract voor het SIRENE-netwerk niet te verlengen waardoor het op 23 augustus 2001 verstrijkt. Het netwerk zal op die datum worden vervangen door een nieuwe communicatie-infrastructuur SISNET die zich op termijn zou moeten omvormen tot een "Europees informatiesysteem", dat eveneens gegevens over de immigratie bevat. De plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad is bij besluit van 17 december 1999 gemachtigd de contracten met betrekking tot de installatie en de werking van SISNET te sluiten en te beheren [PB L 337, 30.12.1999]. De integratie van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie Door een aan het Verdrag van Amsterdam gehecht protocol kon het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie opgenomen worden. Dit is het eerste concrete voorbeeld van de versterkte samenwerking tussen de 13 lidstaten. De Schengen-ruimte sluit aan bij het juridische en institutionele kader van de EU, waarbinnen zij aan een parlementaire en gerechtelijke controle onderworpen is. Het in de Europese Akte van 1986 vastgelegde doel van vrij verkeer van personen is verwezenlijkt waarbij tegelijkertijd een democratische parlementaire controle wordt gewaarborgd en de burgers rechtsmiddelen ter beschikking staan wanneer hun rechten in gevaar worden gebracht (Hof van Justitie en/of nationale rechtscolleges naargelang van de gebieden). Om deze integratie te bewerkstelligen zijn er verschillende besluiten door de Raad van de Europese Unie genomen. Eerst heeft de Raad, zoals in het Verdrag van Amsterdam is bepaald, de plaats ingenomen van het Uitvoerend Comité dat door de Schengen-akkoorden is opgericht. Op 1 mei 1999 heeft de Raad de wijze vastgesteld waarop het Schengen-secretariaat in het secretariaat-generaal van de Raad moest worden opgenomen, en met name de modaliteiten betreffende het personeel van het Schengen-secretariaat (PB L 119 van 7.5.1999). Daarna werden nieuwe werkgroepen opgericht om de Raad bij het beheer ervan te steunen. 3

Een van de belangrijkste taken van de Raad bij de integratie van de Schengen-ruimte was om, uit de bepalingen en de maatregelen die vastgesteld zijn door de staten die deze intergouvernementele akkoorden hebben ondertekend, die te selecteren, die een werkelijk acquis vormden, d.w.z. een geheel van besluiten die behouden moeten worden om de voortzetting van de begonnen samenwerking mogelijk te maken. Op 20 mei 1999 werd een lijst met bestanddelen van het Schengen-acquis vastgesteld; voor elk daarvan werden de bijbehorende rechtsgrondslagen in de Europese Verdragen (EG-Verdrag of Verdrag betreffende de EU) gedefinieerd [PB L 176 van 10.7.1999 - rectificatie: Publicatieblad L 9, 13.01.2000]. Deze elementen worden in het Publicatieblad bekendgemaakt met uitzondering van die welke als vertrouwelijk worden beschouwd. Deze publicatie is vooral belangrijk omdat het Schengen-acquis deel uitmaakt van de juridische voorschriften die de toetredingskandidaten in hun nationale recht moeten overnemen. Er zij op gewezen dat de Schengen-ruimte thans 13 lidstaten omvat, maar dat Ierland en het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid hebben zich daar later bij aan te sluiten. Daarnaast kan Denemarken, dat de Overeenkomst van Schengen wel al ondertekend heeft, in het kader van de EU besluiten om eventuele nieuwe besluiten op basis van het Schengen-acquis al dan niet toe te passen. De betrekkingen met IJsland en Noorwegen Deze beide landen behoren samen met Zweden, Finland en Denemarken tot de Noordse paspoortunie, die de controles aan hun gemeenschappelijke grenzen heeft afgeschaft. Zweden, Finland en Denemarken hebben als lidstaten van de EU de Schengen-akkoorden ondertekend, IJsland en Noorwegen zijn sinds 19 december 1996 geassocieerd. Zij bezaten geen stemrecht in het Uitvoerend Comité van Schengen, maar konden standpunten tot uitdrukking brengen en voorstellen formuleren. Om deze associatie te verlengen werd er op 18 mei 1999 tussen IJsland, Noorwegen en de EU een akkoord ondertekend (PB L 176 van 10.7.1999). Deze landen blijven meewerken aan de opstelling van nieuwe rechtsinstrumenten in samenhang met de ontwikkeling van het Schengen-acquis. Deze besluiten worden alleen door de lidstaten van de EU aangenomen, maar gelden eveneens voor de hiervoor genoemde landen. De associatie neemt in de praktijk de vorm aan van een gemengd comité dat buiten het kader van de EU is opgericht en samengesteld is uit vertegenwoordigers van de regeringen van IJsland en Noorwegen, leden van de Raad van de EU en van de Commissie. Voor de kennisgeving en het aannemen van toekomstige maatregelen of besluiten zijn procedures vastgesteld. Het comité heeft op 29 juni 1999 zijn reglement van orde aangenomen (PB C 211 van 23.7.1999). Op de gebieden van het Schengen-acquis die van toepassing zijn op IJsland en Noorwegen, worden de betrekkingen tussen deze twee landen, enerzijds, en Ierland en het Verenigd Koninkrijk, anderzijds, geregeld door een overeenkomst die door de Raad op 28 juni 1999 is goedgekeurd [Publicatieblad L 15, 20.01.2000]. 4

De deelname van Ierland en het Verenigd Koninkrijk Overeenkomstig het aan het Verdrag van Amsterdam gehechte protocol kunnen Ierland en het Verenigd Koninkrijk aan alle of aan een deel van de bepalingen van het Schengen-acquis deelnemen; hiervoor is in de Raad eenparigheid van stemmen van de 13 staten die de akkoorden ondertekend hebben vereist en de stem van de vertegenwoordiger van de regering van de betrokken staat. Het Verenigd Koninkrijk heeft in maart 1999 verzocht aan bepaalde aspecten van de op Schengen gebaseerde samenwerking te mogen deelnemen, zoals de samenwerking van politie en justitie in strafzaken, de drugshandel en het informatiesysteem (SIS). De Commissie heeft op 21 juli 1999 positief op dit verzoek gereageerd. Het besluit zal door de Raad moeten worden genomen. Het bijzondere probleem van Gibraltar, dat een bron van twisten tussen Spanje en het Verenigd Koninkrijk is, zou dit proces evenwel kunnen vertragen. 5