Stedelijk fiscaal instrumentarium



Vergelijkbare documenten
Stedelijk fiscaal instrumentarium

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

een zeer lage prijs (bron FOD Economie). 1 De grote stijging zou te wijten zijn aan de verkoop van een zeer groot perceel/groot aantal percelen aan

In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste cijfers voor 2012 op het vlak van beheer en dienstverlening.

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

PRESENTATIE WOZ KAART

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

VASTGOEDPRIJZEN 2010

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Marktanalyse, taxeren en kwaliteitscontrole van WOZ-taxaties van woningen bij weinig marktinformatie

Hoe wordt de WOZ-waarde vastgesteld?

Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden

Eigenaarschap en woonfiscaliteit. dr.c. Smolders (HoGent & UGent) Brussel,

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen

Stad Genk Publicatie Vastgoedprijzen

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober Gemeente/

VR DOC.1224/2

Project Stedelijk fiscaal instrumentarium

Studiedag Gent in Cijfers Stadsvlucht bekeken vanuit cohorteperspectief

25 april 2017 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oisterwijk/Tog Nederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 januari 2018.

Projectie private huishoudens. Edith Lodewijckx

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli Gemeente/

Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Een korte duiding bij het boek. Sien Winters

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april Gemeente/

STATISTISCHE INFORMATIE CENTRUMSTEDEN

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september Gemeente/ Datum rapport: 9 oktober 2017

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017.

Een verklaring voor de prijsevolutie van woningen en de implicaties voor de toekomst

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo/Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 augustus 2018.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Westvoorne uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 november Gemeente/

Volgende steden bezorgden de vragenlijst ingevuld terug: Aalst, Antwerpen, Gent, Oostende, Kortrijk en Mechelen.

19 juli 2018 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/

Lokaal fiscaal beleid

VASTGOEDPRIJZEN 2009

Taxatieverslag Woning

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016.

intra-europese migratie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september Gemeente/ Datum rapport: 5 oktober 2018

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/

SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017

Verbist: Wonen in Vlaanderen

Het kadaster en de unieke taks

De burger aan de knoppen

verbeelding werkt Stadsmonitor 2014 Kerncijfers steden

BETAALBAARHEID WONEN

In 2015 gebeurden er in Genk 342 verkeersongevallen met doden en gewonden, dat is een daling met 26 ongevallen (-7,1%) ten opzichte van 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/

Woningprijzen in Vlaanderen. Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven

7 november 2016 (definitief)

Taxatieverslag Woning

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waalre. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 mei Datum rapport: 6 juni 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Loppersum/Groningen uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 september 2012.

ECGF/U Lbr. 09/124

1 mei 2018 (definitief)

25 april 2017 (definitief)

Plan van Aanpak. Kwaliteitsbeheersing WOZ. Mijn gemeente

Huurcontractendatabank

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2016

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Medemblik uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hardenberg uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 mei Gemeente/ Datum rapport: 23 mei 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 mei Datum rapport: 22 juni 2016

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli Gemeente/

22 september 2016 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 19 juni 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli Gemeente/

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

Landbouwer. Premie. Subsidie. Aangifte. Belastingstelsel.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus Gemeente/

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET ATTEST VRIJSTELLING SCHENKINGSRECHTEN ARTIKEL 140/6, 1, WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK-, EN GRIFFIERECHTEN

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemert-Bakel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april Gemeente/ Datum rapport: 22 mei 2012

Centrumsteden SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

26 oktober 2017 (definitief)

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert

Model Taxatieverslag Woningen

Model taxatieverslag woningen dat is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

S t e d e n f o n d s

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Inspectie uitgevoerd door: Datum: 4 oktober 2012

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Vastgoed is een bron van een kapitaalstroom met een jaarlijks debiet van vermoedelijk omtrent 1/3 BBP Vastgoed is zowel voor particulieren als voor

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ Datum rapport: 3 oktober 2016

Gemeentelijk WOZ-rapport

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Bernheze uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/

De bruisende stad. Beleidskader

VOORTGANGSINVENTARISATIE APRIL 2015

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hilversum uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni Gemeente/ Datum rapport: 11 juli 2017

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/

24 juni 2016 (definitief)

Transcriptie:

1 Stedelijk fiscaal instrumentarium C.Smolders, B.Heyndels, S.Goeminne, J.Burssens, B. Mahieu Rapportering aan de werkgroep Stedelijke fiscaliteit Brussel, 5.12.2011 Contact: carine.smolders@hogent.be

Onderzoeksopzet 1. Inschatting van de voordelen van een differentiatie van de OOV 2. De huiskorting als instrument van stedelijke ontwikkeling 3. De relatie KI-verkoopprijzen 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV 5. De effecten van de vervennootschappelijking 2

3 Stedelijk fiscaal instrumentarium Luik 1: De differentiatie van de OOV

4 1. Differentiatie van de OOV Onderzoeksopzet: Literatuurstudie naar de mogelijke effecten Berekening van de voordelen voor kandidaatkopers op basis van reële data Evaluatie van de effecten op de ontvangsten

5 1. Differentiatie van de OOV 1.1.Literatuurstudie - Lock-in effect van vastgoedheffingen (Zodrow, 2006; Caldera Sanchez & Andrews, 2011; Cunningham,& Engelhardt, 2008; Sinai, 1998) - Aantrekkingskracht van steden vergroten: VSA Herzog & Schlottman (1986): minder fiscaal voordeel leidt tot uitstroom uit MSA Fox et al. (1989): geen significante impact van de fiscaliteit op instroom in andere MSA ; wel op de uitstroom uit de MSA Knapp et al. (2001) :uitstroom mede bepaald door de per capita ontvangsten uit de property tax. Deze impact is het grootst voor de verhuizers van suburbs van een MSA naar de suburbs van andere MSA s.! Ook de inkomstenbelasting ressorteert dit effect.! Ook dure fiscale gemeenten aantrekkelijk voor instromers, wegens hoger niveau van dienstverlening.

6 1. Differentiatie van de OOV 1.1.Literatuurstudie - Aantrekkingskracht van steden vergroten: Europa Schmidheiny (2006) : MSA Basel : effect op instroom van rijkere gezinnen. Anderzijds verklaart het belastingsysteem op zich niet alles: elementen zoals de afstand tot het centrum en variabelen die betrekking hebben op de sociale interactie blijken eveneens sterk determinerend. Liebig et al. (2007): onderscheid migratie naar gemeenten met een lage belastingvoet, migratie uit gemeenten met een hoge belastingvoet en migratie uit gemeenten met stijgende belastingen. Het uitstroomeffect is significant, maar marginaal in termen van ontvangsten : In gemeenten gekenmerkt door1 % extra fiscale druk stromen slechts 7 jonge ingezetenen op 1000 extra uit over een periode van 5 jaar. In gemeenten met stijgende belastingvoeten is het effect 33 op 1000 jonge inwoners. Het uitstroomeffect is sterker bij jonge Zwitserse hoger opgeleiden. Geen evidentie van instroomeffecten. Carlsen (2001): geen impact van municipal fees op migratie tenzij voor lager geschoolden. De effecten nemen af met opklimmende leeftijd van de inwoners.

7 1. Differentiatie van de OOV 1.1.Literatuurstudie Voornaamste conclusies: - Wijziging in property tax heeft een impact op de uitstroom eerder dan op de instroom en dan vooral voor hogere inkomensgroepen en beter opgeleiden - Effecten op migratie in studies met recente methodologie (controle voor endogeniteit, voor het niveau/kwaliteit van de overheidsdiensten & gebaseerd op micro-data) doorgaans beperkt - Geen evidentie voorhanden van wijzigingen in de property tax op het % eigenaars - Specifieke effecten op renovatie eerder beperkt - Duidelijk communicatie en definiëring van de doelgroep zijn belangrijke randvoorwaarden - Weinig inzichten voor Europa, geen voor België

8 1. Differentiatie van de OOV 1.3. Berekening voordeel van de begunstigde Assumptie: volledige vrijstelling OOV of Volledige vrijstelling OOV+ genieten van flankerende lokale subsidies

9 1.Differentiatie OOV 1.3. Berekening voordeel van de begunstigde Data: - Alle verkopen 2010 (fod financiën) (bestand bekomen in juni 2011) - Steekproef van min. 500 verkopen/centrumstad (immoweb) verzameld via inzet jobstudenten en verder ontwikkeld via webapplicatie voordeel= ruimere kenmerken/pand + exacte ligging nadeel= vraagprijzen en niet door het registratiekantoor gecontroleerde data - Berekeningen per stad/per woningcategorie/voor de betaalbare woning/voor 10%- en 5% beschrijf - Uitgedrukt als % van de verkoopprijs - Bvb. berekeningen voor Antwerpen gebaseerd op 6964 verkopen uit FOD-data

1.Differentiatie OOV 1.3. Berekening voordeel van de begunstigde 10

11

12

13

14

15 1.Differentiatie OOV 1.3. Berekening voordeel van de begunstigde Assumpties voor Antwerpen: Een dak wordt verondersteld 40 m² groot te zijn, het minimum om in aanmerking te komen voor de isolatiepremie van de Vlaamse Overheid. Het E-peil = E60 is het maximale peil om nog in aanmerking te komen voor de premie van de stad Antwerpen. Het renovatiecontract is enkel geldig voor Deurne Noord. De gevelverfraaiingspremie geldt enkel voor gevels met een waardevol karakter, vastgesteld door de stad. Het maximale bijkomende bedrag dat theoretisch kan bekomen worden van de stad Antwerpen is 15.130 voor een woning en 15.070 voor een appartement. Merk op dat de hoogste bijdrage ( 12.100) aan het totaal afkomstig is van premies voor renovatie. In de volledige steekproef zijn 12 % van de aangeboden panden te renoveren (Huizen= 17,3% en Appartementen= 12,1%). Zonder deze premies zou het voordeel maximaal 3.030 bedragen voor een woning en 2.970 voor een appartement. Het voordeel bestaat dan volledig uit groene premies gericht op de ecologische minimalisatie van leefmilieubelasting en energieconsumptie.

16

17

18 1. Differentiatie van de OOV conclusies: 1. Literatuur: vnl.effect op uitstroom, veel minder overtuigende empirische evidentie over instroom 2. Effecten van Brusselse experimenten zijn beperkt door stringente voorwaarden 3. Verwacht effect in absolute termen van eenmalige volledige vrijstelling OOV<500 euro; als % van de verkoopprijs<1% 4. Verwacht effect groter voor appartementen dan voor woningen 5. Combi-pakket (subsidies & volledige vrijstelling) mogelijk wel effect indien voldoende gecommuniceerd en gedurende voldoende aantal jaren volgehouden 6. Effect op de ontvangsten van een volledige vrijstelling voor 10% van de klein beschrijf verkopen = 1 à 5% totale ontvangsten van de OOV voor een vrij beperkt aantal inwijkelingen (uitgezonderd Antwerpen en Gent)

19 Stedelijk fiscaal instrumentarium Luik 2: Een analyse van de relatie tussen het KI en de woningprijzen in de Vlaamse centrumsteden B. Heyndels, B. Mahieu Brussel, 5.12.2011 Contact: bram.mahieu@vub.ac.be

Probleemstelling De OOV, afgeleid van het KI, vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de centrumsteden (in 2008: 41 57% van de belastingsinkomsten) Het KI is gebaseerd op de huurprijzen van 1975 en werd sinds de instelling niet herzien, maar kent wel een indexatie. (voor aangiftejaar 2011: 1,5790) De woningmarkt en bevolkingsdynamiek is sinds 1975 drastisch veranderd. (bevolking +13%, gemiddelde verkoopprijs R +202%; cijfers 1975-2010 Vlaanderen)

Onderzoeksvraag Welke relatie is er anno 2010 tussen het KI en de woningmarkt (verkoopprijzen)? In welke mate voldoet het kadastraal stelsel aan de voorwaarde van horizontale rechtvaardigheid? Kan de verkoopprijs als basis dienen voor een herziening van de belasting op onroerend goed?

1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 Index verkoopprijzen 1989 gewone woonhuizen (1975=100, in reële prijzen) 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 1. Evolutie van de woningmarkt Figuur 1: Evolutie bevolking Vlaams Gewest van 1975-2010 (toestand op 1 januari) 6.400.000 Figuur 4: Aantal woongelegenheden in de centrumsteden (1995-2010) 760.000 Figuur 7: Index verkoopprijzen van gewone woonhuizen in Vlaanderen (1975-2010) 6.200.000 740.000 380 6.000.000 720.000 340 5.800.000 300 700.000 5.600.000 260 5.400.000 680.000 220 5.200.000 660.000 180 640.000 140 Bron: Studiedienst 620.000 van de Vlaamse Regering 100 2011, Bevolking per Gewest. 1995 1998 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 60 Eigen grafiek op basis van: FOD Financiën, 2011a Centrumsteden Rest Vlaanderen Eigen grafiek op basis van: ADSEI, 2011a

Probleemstelling De OOV, afgeleid van het KI, vormen een belangrijke bron van inkomsten voor de centrumsteden (in 2008: 41 57% van de belastingsinkomsten) Het KI is gebaseerd op de huurprijzen van 1975 en werd sinds de instelling niet herzien, maar kent wel een indexatie. (voor aangiftejaar 2011: 1,5790) De woningmarkt en bevolkingsdynamiek is sinds 1975 drastisch veranderd. (bevolking +13%, gemiddelde verkoopprijs R +202%; cijfers 1975-2010 Vlaanderen)

Onderzoeksvraag Welke relatie is er anno 2010 tussen het KI en de woningmarkt (verkoopprijzen)? In welke mate voldoet het kadastraal stelsel aan de voorwaarde van horizontale rechtvaardigheid? Kan de verkoopprijs als basis dienen voor een herziening van de belasting op onroerend goed?

1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 Index verkoopprijzen 1989 gewone woonhuizen (1975=100, in reële prijzen) 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 1. Evolutie van de woningmarkt Figuur 1: Evolutie bevolking Vlaams Gewest van 1975-2010 (toestand op 1 januari) 6.400.000 Figuur 4: Aantal woongelegenheden in de centrumsteden (1995-2010) 760.000 Figuur 7: Index verkoopprijzen van gewone woonhuizen in Vlaanderen (1975-2010) 6.200.000 740.000 380 6.000.000 720.000 340 5.800.000 300 700.000 5.600.000 260 5.400.000 680.000 220 5.200.000 660.000 180 640.000 140 Bron: Studiedienst 620.000 van de Vlaamse Regering 100 2011, Bevolking per Gewest. 1995 1998 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 60 Eigen grafiek op basis van: FOD Financiën, 2011a Centrumsteden Rest Vlaanderen Eigen grafiek op basis van: ADSEI, 2011a

1. Evolutie van de woningmarkt 1975 2010 Gem. VP Aalst 20.118 168.666 Prijsniveau 1,07 0,93 Antwerpen 18.220 215.141 0,97 1,19 Brugge 21.997 221.172 1,17 1,22 Genk 13.425 175.456 0,72 0,97 Gent 14.644 199.682 0,78 1,10 Hasselt 21.363 201.743 1,14 1,12 Kortrijk 18.204 153.798 0,97 0,85 1975 2010 Leuven 21.680 252.855 1,16 1,40 Mechelen 15.725 190.928 0,84 1,06 Oostende 20.278 183.512 1,08 1,01 Roeselare 19.981 158.998 1,06 0,88 Sint-Niklaas 15.066 173.225 0,80 0,96 Turnhout 16.998 193.320 0,91 1,07 Vlaanderen 18.765 180.875 1 1 Bron: cijfers ADSEI 2011

.7.8.9 Prijsniveau 1995 1 1.1 1.2 1. Evolutie van de woningmarkt Leuven Brugge Oostende Mechelen Turnhout Hasselt Antwerpen Roeselare Kortrijk Aalst Sint-Niklaas Gent Genk.8.9 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Bron: cijfers ADSEI 2011 Prijsniveau 2010

2. De koop-verkoopmarkt van 2010 (VG) Observaties: de verkopen in 2010 van gewone woonhuizen gelegen in het Vlaams Gewest 53.163 transacties, waarvan 34.742 weerhouden voor de analyses Gemiddelde verkoopprijs: - in Vlaanderen: 180.875 euro - in de centrumsteden: 199.498 euro

0 Frequency 1000 2000 3000 2. De koop-verkoopmarkt van 2010 (VG) Groot beschrijf MIN Klein beschrijf Q1 M Q3 (25%) (50%) (75%) OUTLIERS Groot beschrijf IQR 1,5.IQR Klein beschrijf 0 200000 400000 600000 0 200000 400000 600000 Graphs by KB 50.000 Verkoopprijs (in ) Verkoopprijs (in ) 100.000 150.000 200.000 250.000 300.000 350.000 400.000 450.000 500.000 550.000

0 500 Frequency 1000 1500 2000 2. De koop-verkoopmarkt van 2010 (VG) 0 500 745 1000 1500 2000 2500 KI 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 KI

100.000 110.000 120.000 130.000 140.000 150.000 160.000 170.000 180.000 190.000 200.000 210.000 220.000 230.000 240.000 250.000 260.000 270.000 280.000 290.000 300.000 310.000 320.000 330.000 340.000 350.000 KI 3. De relatie tussen KI en verkoopprijs 1400,00 1200,00 1000,00 800,00 600,00 400,00 200,00 0,00 Verkoopprijzen gewone woonhuizen Vlaanderen 2010 (in klasses +/- 2500) Gemiddeld KI Mediaan KI

KI/P*1000 3. De relatie tussen KI en verkoopprijs Figuur 19: KI/verkoopprijs*1000 per prijsklasse voor gewone woonhuizen in Vlaanderen en in de centrumsteden met een verkoopprijs van 100.000 tot 350.000 euro (cijfers 2010) 5,4 5,2 5,0 4,8 4,6 4,4 4,2 4,0 3,8 3,6 3,4 3,2 3,0 C13 Vlaanderen

3. De relatie tussen KI en verkoopprijs De regressieanalyse: schatting van de relatie KI = f (VP, BJ, OPP, TB, ) KI = +. P 1000 met P 1000 = verkoopprijs/1000 C13: KI = 152,156 + 3,011.P 1000 (R²=0,406; p<0,001) G295: KI = 78,806 + 3,168.P 1000 (R²=0,463; p<0,001)

4. Het KI en horizontale rechtvaardigheid Horizontale rechtvaardigheid houdt in dat individuen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden op dezelfde wijze worden behandeld. Voor het KI: horizontale rechtvaardigheid betekent dat een evenwaardig onroerend goed in dezelfde omstandigheden leidt tot eenzelfde KI

0 0 50 50 100 150 200 100 150 200 Frequency 0 0 0 50 50 50 100 150 200 100 150 200 100 150 200 4. Het KI en horizontale rechtvaardigheid Figuur 20: De spreiding van het KI voor de meest courante verkoopprijzen van gewone woonhuizen in Vlaanderen (cijfers 2010) 150000 175000 200000 0 500 1000150020002500 0 500 1000150020002500 0 500 1000150020002500 225000 250000 0 500 1000150020002500 0 500 1000150020002500 Graphs by Pklasse KI

0 5 4. Het KI en horizontale rechtvaardigheid Figuur 21: De spreiding van het KI voor de meest courante verkoopprijzen van gewone woonhuizen in Antwerpen (cijfers 2010) 10 15 10 15 0 5 Frequency 150000 175000 200000 0 500 1000 1500 2000 0 500 1000 1500 2000 0 500 1000 1500 2000 225000 250000 0 500 1000 1500 2000 0 500 1000 1500 2000 Graphs by Pklasse KI

CONCLUSIES De sterke evolutie van de woningmarkt wordt onvoldoende opgevangen door het rigide indexatiemechanisme. Het verschil in de woningmarkt tussen de centrumsteden is groot. Diversificatie van de maatregelen lijkt aangewezen.

CONCLUSIES (vervolg) Er is een duidelijke relatie tussen het gemiddeld KI en de gemiddelde verkoopprijzen, MAAR: voor specifieke verkoopprijzen/ki s vinden we een enorme variatie in de grootte van deze relatie. Het KI doorstaat de toets van de horizontale rechtvaardigheid niet. Deze horizontale onrechtvaardigheid is bijzonder problematisch voor het klein beschrijf.

39 Stedelijk fiscaal instrumentarium Luik 3: Alternatieve inschattingen van de grondslag van de OOV (WoZ)

4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV Bronnen: interviews met Jan Gieskes voorzitter van de Waarderingskamer & R. Kathmann, secretaris van de Waarderingskamer interview met Prof. dr. en rechter te Arnhem Jan Monsma interview met R. Van de Laar, directeur Tog Nederland interview met J.Verhagen, taxateur gemeente Breda desk research documenten Wet Woz & evaluatiestudies > haalbaarheid/kostprijs/valkuilen/moeilijkheden 40

41 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - Taxatie van 800 000 niet-woningen en 7200 000 woningen - Evolutie van 4-jaarlijkse taxatie naar jaarlijkse waardering - Grondslag = marktwaarde van het onroerend goed (cfr.vsa) - Aanwending=OzB, watersysteemheffing, VenB, inkomstenbelasting,schenk- en erfbelasting ( 2010) - Initiatie 1995: alle objecten gecontroleerd op primaire kenmerken(bouwjaar, oppervlakte, volume, typewoning, ligging)

4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - Taxatie gebaseerd op primaire kenmerken & marktinformatie (en soms secundaire kenmerken) - Grote vergelijkbaarheid objecten in de Randstad; behoorlijke diversiteit objecten in de buitengebieden (vrijstaande woningen) - Verschillende waarderingsmethodes voor woningen en niet-woningen; voor courante en incourante objecten - Voor woningen: Woz gebaseerd op de verkoopprijzen van alle panden in een gemeente per typegoed 42

4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - Gebruik van geautomatiseerde modellen, gebaseerd op trend en afwijking van de trend - Kwaliteitsbewaking door Waarderingskamer: vergelijking Woz met de verkoopwaarde of verwachte verkoopwaarde - Vnl. grote gemeenten taxeren nog zelf; overige doen beroep op private gespecialiseerde bureaus - Modellen reveleren dat grootste deel van de variantie in prijzen te wijten is aan de primaire kenmerken (n=4 à 5 variabelen) 43

44 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - Kostprijs: initieel 2% van de totale opbrengsten OzB (<> BTW 6,2% en inkomstenbelasting 4.75%) - Kostprijs sterk gedaald in de tijd: minder bezwaarschriften sinds 2000 en snellere doorlooptijd taxering/pand - Kostprijs anno 2011/woning<1 euro; proces inclusief bezwaarbehandeling= 2 euro versus 12 euro in 1997-1998

45 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - Initiële problemen: Tijdigheid beschikkingen Gebrek aan basisinformatie Mutaties Aantal bezwaren (7% in 2005 versus 2,5% in 2011) en processing tijd van de bezwaren Kwaliteit van de taxaties Communicatie over de taxatie Draagvlak bij burgers in tijden van oververhitte woningmarkten

46 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV Verbeteringen inzake mutaties objecten: Geautomatiseerde waarschijnlijkheidscontroles BAG: geautomatiseerde vergelijking met gemeentelijke bestanden signaleren onwaarschijnlijkheden en fouten Beschrijvingen van te koop aangeboden objecten Foto s van te koop aangeboden objecten Opname ter plaatse controle op aanwezigheid van bijgebouwen Uitwisseling van gegevens met woningcorporaties, beleggers en eigenaren van grote complexen Veldcontroles voor minder goed vergelijkbare panden Aselecte steekproeven voor bvb. panden die al 5 jaar niet meer aan controle onderworpen waren Afhandeling bezwaar- en beroepschriften Bestemmingsplannen Milieu-inventarisatie Lijst van landgoederen Luchtfoto s

47 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV - data inzake secundaire objectkenmerken via Funda ( immoweb) - Woz-waarde stilaan de referentie bij verkopen, hypotheken, huurindexen, verzekering, solvabiliteitstoets Nederlandse banken,etc. - Woz-waarde ook voordeel voor belastingplichtige in de inkomstenbelasting (eigenwoningaftrek)

48 4. De mogelijkheden om cfr. Nederland een betere inschatting te bekomen van de grondslag OOV Transponeerbaarheid naar Vlaanderen? Kwaliteit van de kadasterdata? Indeling in typewoningen (cfr. Nl: ca. 30 types; meer dan 120 diverse specifieke objecten <> max. 13 soorten die ertoe doen)? Mogelijkheid om op grond van 4 à 5 kenmerken goede voorspellingen te doen over de waarde van een woning?? Beschikbaarheid van secundaire data (ligging,monumentale waarde, onderhoudstoestand, energieprestaties,.)? Voldoende transacties ter vergelijking?? Duurtijd invoering< in Nl door evolutie van de technologie! Complexiteit in een federale context

49 Stedelijk fiscaal instrumentarium Luik 4: de vervennootschappelijking

3. De effecten van de vervennootschappelijking Werkwijze Interview bevoorrechte getuige BBI Aanwijzingen dat de vervennootschappelijking kan geïndiceerd m.b.v. de jaarrekening en de personenbelasting Evolutie van het aantal ebvba Berekening van de lokale grondslag Berekening van het belang van deze ondernemingen in aantal werknemers Concrete cijfers inzake ETR Benadering van de opbrengst indien 100 opcentiem op de VenB zou geheven worden inschatting van de gederfde inkomsten vergt data uit de PB die niet beschikbaar zijn voor deze doeleinden 50

51 3. De effecten van de vervennootschappelijking Datareeks: Belfirst 2006-2011 Selectie: 1. ebvba 2. negatieve of ontbrekende belasting op het resultaat 3. Nacebel-activiteitencode: zie lijst Federatie voor vrije en intellectuele beroepen & lijst van ondernemersloket Xerius! Breuk in nomenclatuur: deelreeks 2006-2007 versus 2008-2011: sterke reductie in doelgroep >>>>>enkel die nacebelcodes weerhouden die meest voorkwamen in periode 2006-2007

52 3. De effecten van de vervennootschappelijking Gent 1400 1200 1000 800 600 400 Aantal vennootschappen Trendlijn Gent 2006 2007 200 0 200 180 160 140 120 100 Aantal vennootschappen 80 60 Trendlijn 40 20 2008 2009 2010 2011 0

53 3. De effecten van de vervennootschappelijking Gent 0,60% 0,50% 0,40% 0,30% % sample in totaal aantal vennootschappen 0,20% 0,10% Trendlijn Gent 0,08% 2006 2007 0,00% 0,07% 0,06% 0,05% 0,04% % sample in totaal aantal vennootschappen 0,03% Trendlijn 0,02% 0,01% 2008 2009 2010 2011 0,00%

54 3. De effecten van de vervennootschappelijking Gent 0,60% 0,50% 0,40% 0,30% % sample in totaal aantal vennootschappen 0,20% 0,10% Trendlijn Gent 0,08% 2006 2007 0,00% 0,07% 0,06% 0,05% 0,04% % sample in totaal aantal vennootschappen 0,03% Trendlijn 0,02% 0,01% 2008 2009 2010 2011 0,00%

55 3. De effecten van de vervennootschappelijking 30,00% % sample met vennootschapsbelasting=0 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% % sample met vennootschapsbelasting=0 5,00% 0,00%

56 3. De effecten van de vervennootschappelijking 40000 Totale grondslag vennootschapsbelasting 35000 30000 25000 20000 15000 Totale grondslag vennootschapsbelasting 10000 5000 0

57 3. De effecten van de vervennootschappelijking 12000 Totale opbrengst vennootschapsbelasting 10000 8000 6000 Totale opbrengst vennootschapsbelasting 4000 2000 0

58 3. De effecten van de vervennootschappelijking 5 Gemiddelde personeel 4,5 4 3,5 3 2,5 2 Gemiddelde personeel 1,5 1 0,5 0

59 3. De effecten van de vervennootschappelijking? Opbrengst van 1 opcentiem op de VenB 2011?? Verhouding potentiële opbrengst VenB versus andere fiscale ontvangsten (OOV/APB) 2011? Zie rapport 15/12

60 Contact: Carine.smolders@hogent.be Bram.mahieu@vub.ac.be