Prooiaanvoer steenuilen Beleef de Lente, broedperiode 2010.

Vergelijkbare documenten
Afgaande op het gedrag vermoeden we dat te maken hadden met hetzelfde mannetje als in 2011, maar omdat het niet geringd is, weten we dat niet zeker.

Prooien eerste 10 dagen van de jongenperiode. Een vergelijking tussen 2009, 2008 en 2007

Voorlopige resultaten prooiaanvoer in de jongenperiode

Prooiherkenning bij Steenuilen

Handleiding Onderzoek

Prooiaanvoer bij de webcamuilen in 2009

Prooiaanvoer Beleef de Lente 2015

Nieuwsbrief van de Steenuilenwerkgroep van Natuurpunt

Terreingebruik en voedselkeus van broedende Steenuilen in de Achterhoek

Gevreesd predator, jager-verzamelaar of Koning van het boerenerf?

Vier jaar prooiaanvoer tijdens de broedperiode bij de Steenuil

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

Prooiaanvoer bij torenvalken door webcam vastgelegd

De Bosuil bij Beleef De Lente 2015

Prooiaanvoer bij een steenuilenbroedpaar

Holenduif. Zes eieren

Wat schaft de pot? 10 jaar tellen en analyseren van prooidierresten van de steenuil (in steenuilnesten)

Romantiek en drama in een nestkast

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken:

De steenuil Een bijzonder tuingast die angstvallig wordt beschermd.

Broedseizoen Steenuil in clips.

De prooiaanvoer van de steenuil in de Gelderse Poort. 1 Inleiding

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Werkbundel de steenuil Iedere Limburgse gemeente adopteerde

Steenuilenwerkgroep Noord-Holland

Wie eet wie en wie eet wat?

De steenuil in Noordijk

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Wie eet wie en wie eet wat?

Broedresultaten steenuil 2007

(uilenbescherming) De steenuil. M. Pijs. De Blauwe Klauwier jaargang 34 - nr.1 januari 2008

De Kookaburra Lachende Hans Australische Bosijsvogel Dacelo Novaeguineae

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Lees je wijzer met de ijsvogel! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

Compex biologie havo 2006-I

Populatiedynamica. 1. Relatie prooi-predator. Hand-outs behorende bij de oefen- en zelftoets-module Juni 2004

Wie eet wie en wie eet wat?

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Gelukkig zijn er ook plekken overgebleven waar het voor steenuilen nog wel prettig wonen is. De beste steenuilenplekjes

Naar een artikel van Fukada (1960), bewerkt door Hans van der Rijst

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Project Dieren. Week 1AB: Algemeen

Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren?

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Minipret.nl Lente Werkboekje Groep 5-6

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

Terreingebruik van Steenuil bij Neede in 2007

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Steenuilen, wat zijn dat?

Cursus Uilen: Ransuil-velduil. Door Norbert Desmet

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Webcamobservaties bij het nest van een Torenvalk Falco. tinnunculus in Gejo Wassink

Steenuilen Noordoost-Twente 2012

Weilandberichten - Een vijfling!

KLARA DE KIKKER. OPDRACHT: Sommige kikkers kunnen tot 20 keer hun eigen lichaamslengte springen. Hoe ver kan jij springen?

Reproductie en broedbiologie

Achtergrondinformatie voor groep 3/4. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Zo herken je hem

Hoeveel prooi eten roofvogels

VLINDERS. generatie van o.a. de Kleine vos en Gehakkelde aurelia NATUURRIJK TESPELDUYN AUGUSTUS 2018

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 17 en woensdag 18 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

Ooievaars ringen 2018

IJsvogel in de stad, couleur locale

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

De Heikikker De Heikikker

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 5-6. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Antwoorden bij de Natuurkennisquiz 2009

fauna-audit provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen

Bijlage VMBO-GL en TL

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

Beestige bundel van: 1

inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

Raar, maar waar! Natuur Na

Dossiernummer: Projectnummer:

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De kerkuil is laat dit jaar, alle reacties op een rij.

Kaartenset ongewervelde dieren

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. Vogels in de klas. groep 7-8. Leerkracht. Lesduur: Inhoud in het kort. Leerdoelen: Lesdoelen: Materiaal

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Levenscyclus dieren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Maja Miklič YOGA VOOR MEISJES MET YOGAHOUDINGEN VERNOEMD NAAR DIEREN E-BOOK GRATIS UITGAVE

TREK VAN AALSCHOLVERS OVER TELPOST DE HORDE

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Weet je wel wie ik ben?

2 Data en datasets verwerken

Kaartenset gewervelde dieren

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 september Beste natuurliefhebber/ster,

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 5-6. uitgave 2013

Eindexamen biologie havo 2006-I

Vraag 1. Waarom moet je goed voor de rupsen zorgen als je vlinders wilt hebben?

Transcriptie:

Prooiaanvoer steenuilen Beleef de Lente, broedperiode 2010. Inleiding Het eerste ei werd gelegd op 21 april s avonds rond half negen. Nummer twee volgde op 23 april rond half acht s avonds, het derde op 25 april rond half vijf s middags en het vierde en laatste op 27 april rond half negen s avonds. Op 26 april begon het vrouwtje serieus te broeden; deze datum nemen we als eerste broeddag. Het eerst jong kroop op 21 mei rond 14.00 uit het ei. 20 Mei nemen we daarom als laatste broeddag. In totaal zijn dus 25 broeddagen opgenomen in dit overzicht. Gedurende de eerste 5 dagen verhinderde de Holenduif in het voorportaal de binnenkomst van het mannetje met prooi. Waarschijnlijk heeft er toen een onbekend aantal malen prooioverdracht buiten de kast plaats gevonden. Dit kan ook later in de broedperiode een aantal keren het geval zijn geweest. In die zin moeten de gepresenteerde aantallen als een minimum worden gezien. Op 7 mei s avonds brengt het mannetje deze regenworm binnen. Gezien de lengte van de worm in relatie tot de steenuil (21-23 cm) betreft het mogelijk de Dauwpier (Lumbricus terrestris). Dit is de grootste in ons land voorkomende regenworm (15 tot 30 cm.). Hij kan zich wel 10 meter bovengronds verplaatsen, vooral in regenrijke periodes. Gezien de plek van het clitellum (zie pijl) wordt de worm bij de kop vastgehouden. 1

regenworm vlieg insect meikever larve rups kikker muis vogel onduidelijk TOTAAL Aantallen In totaal zijn 400 prooien geregistreerd (tabel 1). Meikevers waren de meest aangevoerde prooi met 230 exemplaren (57,5%) op ruime afstand gevolgd door regenwormen met 79 exemplaren (19,6%). Er werden 22 muizen aangevoerd, bijna gelijk verdeeld over spec. en spec. Gemiddeld dus bijna elke dag een muis. De meeste prooien werden aangevoerd op 9 mei (dag 14) toen het mannetje 34 Meikevers binnenbracht. De meeste regenwormen werden in de eerste week van mei aangevoerd, een regenrijke periode (figuur 1). broeddag 26-apr 1 1 1 2 27-apr 2 0 28-apr 3 0 29-apr 4 0 30-apr 5 7 1 8 1-mei 6 3 1 2 1 1 8 2-mei 7 8 1 1 1 1 12 3-mei 8 10 3 4 17 4-mei 9 19 1 20 5-mei 10 3 1 2 6 6-mei 11 14 3 1 3 21 7-mei 12 11 2 6 1 2 3 25 8-mei 13 2 1 20 1 1 1 26 9-mei 14 34 34 10-mei 15 1 28 1 1 1 32 11-mei 16 2 3 1 6 12-mei 17 6 5 1 1 13 13-mei 18 9 15 1 2 1 28 14-mei 19 1 2 19 6 2 1 31 15-mei 20 5 25 1 1 1 1 34 16-mei 21 24 1 25 17-mei 22 10 10 18-mei 23 7 2 1 10 19-mei 24 5 5 20-mei 25 2 22 2 1 27 TOTAAL 79 1 12 230 35 6 3 1 10 11 2 10 400 Tabel 1: Aantal prooien per dag en per soort gedurende broedperiode 2

2% 3% 4% Figuur 1: Regenval eind april mei 2010 in Varsseveld (bron: weerstation Varsseveld) Aanvoer op basis van biomassa Muizen vormen op basis van het gewicht (538 gram) de belangrijkste prooisoort met bijna de helft (49%) van de aanvoer. Meikevers en regenwormen dragen met respectievelijk 230 gram (21%) en 197,5 gram (18%) ook fors bij aan de aanvoer. 0% 1% 0% 23% 24% 21% 4% 18% vlieg insect rups muis larve vogel kikker regenworm meikever Figuur 2: Aanvoer op biomassa (in procenten van het totaal) 3

Vergelijking 2007 tot en met 2010 We hebben inmiddels gegevens uit vier jaar, we kunnen dus een aardige vergelijking maken. Met stip op 1 staat de Meikever die in alle vier jaren een fors deel van de aanvoer uitmaakt (tabel 2). prooisoort 2007 2008 2009 2010 TOTAAL % spin 1 1 0,1 vlieg 1 1 0,1 spitsmuis 1 1 0,1 woelrat 1 1 0,1 vlinder 1 1 2 0,1 salamander 2 2 0,1 vogel 1 2 3 0,2 muis 3 1 4 0,3 kikker 1 4 3 8 0,6 5 6 3 11 25 1,8 8 15 5 10 38 2,7 onduidelijk 22 15 10 47 3,3 insect 14 24 1 12 51 3,6 regenworm 5 4 79 88 6,2 larve 82 30 35 147 10,3 rups 193 151 28 6 378 26,5 meikever 103 108 186 230 627 44,0 TOTAAL 330 418 276 400 1424 100 Tabel 2: Aantal prooien per jaar Met stip op 1: de Meikever 4

Het aantal muizen schommelt tussen 8 (in 2009) en 21 (in 2008 en 2010). Het totaal aantal ware muizen bedroeg 38 en het aantal woelmuizen 25. 25 20 15 10 5 0 2007 2008 2009 2010 Figuur 3: Aantal muizen per jaar Aanvoer in biomassa Belangrijker dan de aanvoer in aantallen, is de aanvoer in biomassa. Dat bepaalt immers hoeveel energie er aangevoerd wordt. Opvallend is dat 2010 daarbij als beste uit de bus komt. Bijna de dubbel zoveel als in 2009. 1200 1000 800 600 400 200 0 2007 2008 2009 2010 Figuur 4: Prooiaanvoer in biomassa (op de verticale as de aanvoer in grammen) Dankwoord Dit overzicht kon samengesteld worden dankzij vele tientallen kijkers die een bijdrage leverden door te tellen, dag- en weekstaten te maken of door de nachtbestanden af te kijken. Onze hartelijke dank! STONE/Ronald van Harxen 5