Naam notitie/afspraak/procedure Bevorderingsnormen Citadel College Eigenaar/portefeuillehouder W. Middendorp Auteur N.Schoot / J. van den Broek/ S. van Stipdonk Versie nummer 4 Datum versienummer 17-09-2018 Status document (concept/voorstel/besloten/van kracht. Vastgesteld in schoolleiding: 4-6-2018 Instemming / advies Vastgesteld in MR: 17-09-2018 Medezeggenschapsraad Datum laatste statuswisseling Opmerking BEVORDERINGSNORMEN ALLE LEERJAREN 1. Algemeen A B C Het volgen van de resultaten en de rapporten Via Magister zijn ouders en leerlingen te allen tijde in de mogelijkheid om de behaalde resultaten te volgen. Jaarlijks worden vier rapporten uitgebracht. De cijfers staan op één decimaal nauwkeurig weergegeven. Voortschrijdend gemiddelde In het gehele schooljaar werken wij in alle leerjaren met een voortschrijdend gemiddelde. In de bovenbouw 2 e Fase hv en in BKT klas 3 en 4 wordt daarbij gewerkt met een PTA (programma van toetsing en afsluiting), waarbij de cijferregeling van elk vak beschreven is. Naast de reguliere cijfers voor de vakken krijgen de leerlingen ook een cijfer voor inzet (I) en gedrag (G). Deze cijfers worden meegenomen wanneer een leerling in de bespreekzone besproken wordt. Bij gedrag beoordelen wij de mate waarin de leerling een bijdrage levert aan een goede (werk)sfeer in de klas. Het gedrag staat los van de lesinhoud. Bij inzet beoordelen wij de mate waarin de leerling z'n best heeft gedaan om zijn leerrendement en het leerklimaat in de klas te bevorderen. Deze cijfers variëren van 1 t/m 4. Cijfer 1 Onvoldoende 2 Matig 3 Voldoende 4 Goed C Bevordering naar het volgende leerjaar Leerlingen die met hun rapport voldoen aan de bevorderingsnorm, vervolgen hun opleiding in dezelfde leerweg. Wanneer leerlingen niet voldoen aan de bevorderingsnorm worden ze tijdens de overgangsvergadering besproken. Per leerjaar is in dit document beschreven op welke criteria leerlingen besproken worden. Start niveau BK KT TH HV V+ Lagere PRO BK KT TH HV leerweg (buiten school) Hogere leerweg KT TH HV V+ --
D E F G H I Besluitvorming bij leerlingen die besproken worden. Besluitvorming met betrekking tot het bevorderen van een leerling die volgens de norm niet bevorderd kan worden, vindt plaats op basis van meerderheid van stemmen (= de helft plus 1) van de aanwezige docenten bij de leerlingenbespreking. Mogelijk kan daar als voorwaarde een aanvullende opdracht aan verbonden worden. De vergadering geeft een advies aan de rector. De rector neemt vervolgens de beslissing over het wel of niet bevorderen van de leerling. In gevallen waarin de beschreven bevorderingsnorm niet voorziet, beslist de rector. Onvolledig rapport Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat betekent dat alle opdrachten en toetsen die beoordeeld worden afgerond moeten zijn. Doubleren Doubleren vindt plaats in incidentiele gevallen. Een leerling mag niet vaker dan één keer doubleren in hetzelfde leerjaar van een opleiding of langer dan 3 jaar doen over 2 opeenvolgende leerjaren van eenzelfde of naastgelegen lagere opleiding. In dergelijke gevallen wordt een leerling gericht bevorderd naar een lagere opleiding. Voor leerlingen in de bovenbouw HV vindt in uitzonderlijke gevallen doorverwijzing naar het ROC plaats. Vanaf leerjaar 3 geld dat de vergadering een dringend advies kan uitspreken om de leerling niet te laten doubleren, maar te bevorderen naar een lager niveau, of wanneer het een leerling betreft in 3T, te blijven zitten op een lager niveau. Uitzonderingen In uitzonderlijke gevallen kan de afdelingsleider een leerling buiten de bevorderingsnorm in bespreking brengen. Dat gebeurt alleen in geval van bijzondere omstandigheden zoals bijvoorbeeld langdurige ziekte. Ouders kunnen een beargumenteerd schriftelijk verzoek doen aan de afdelingsleider om van deze bijzondere regeling gebruik te maken. Dit verzoek moet vóór de rapportvergadering aan de schoolleiding overhandigd zijn. Revisie Ouders hebben de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de beslissing van de rapportvergadering. Een verzoek tot revisie moet vóór een vooraf bekend gemaakt tijdstip schriftelijk bij de afdelingsleider ingediend worden en wordt alleen in behandeling genomen indien ouders nieuwe informatie inbrengen die redelijkerwijs niet eerder aan de mentor bekend gemaakt kon worden en daardoor niet meegewogen is tijdens de vergadering. Cambridge English Een aantal leerlingen volgt het programma van Cambridge English (vanaf 2HV). De resultaten voor het programma Cambridge Engels worden niet in de bevorderingsnorm meegewogen. Op basis van de resultaten kan wel besloten worden dat de leerling deze programma s niet meer kan volgen in leerjaar 3. J. Tekortpunten en compensatie Onder een tekortpunt wordt verstaan een eindcijfer vijf. Een eindcijfer vier is twee tekortpunten. Onder compensatie(punt) wordt verstaan een eindcijfer zeven. Een eindcijfer acht is twee compensatiepunten etc. K. Het vak rekenen staat wel op het rapport maar telt niet mee voor de bevordering. * Het afgeronde eindcijfer is een heel cijfer. Deze hele cijfers komen niet op het rapport maar staan slechts op de vergaderlijst die gebruikt wordt tijdens de rapportvergadering.
L. Een leerling is Cum Laude bevorderd als het gemiddelde van zijn eindcijfers een 8,0 of hoger is. * Het afgeronde eindcijfer is een heel cijfer. Deze hele cijfers komen niet op het rapport maar staan slechts op de vergaderlijst die gebruikt wordt tijdens de rapportvergadering.
Bevorderingsnormen leerjaar 1 en leerjaar 2 2.1 Algemeen A. Op het laatste rapport leerjaar 1 en op de rapporten leerjaar 2 wordt per klas op twee niveaus cijfers gegeven: niveau A (=hoog niveau) en niveau B (= basis niveau). B K T H V Klas 1A B niveau A niveau Klas 1B B niveau A niveau Klas 1C B niveau A niveau Klas 1D B niveau B niveau Klas 1E B niveau B Gemiddelde A niveau vakken bij bevordering van klas 2 naar klas 3 bij de dakpanklassen Dijkstraat: Bij het berekenen van het A cijfer wordt er over de vakken NE EN WI RE MN en MM een gemiddelde berekend welke meetelt bij de bevordering naar het A niveau. Griftdijk: Bij het berekenen van het A cijfer wordt er over de vakken NE EN FA DU WI RE BI NASK en MM een gemiddelde berekend welke meetelt bij de bevordering naar het A niveau. C Besprekingszone Wanneer leerlingen niet voldoen aan de bevorderingsnorm worden ze tijdens de overgangsvergadering besproken. Leerlingen worden in leerjaar 1 en 2 gericht bevorderd naar de naastgelegen lagere leerweg in het volgende leerjaar. Doubleren is in leerjaar 1 en 2 slechts bij hoge uitzondering mogelijk. Leerlingen die niet voldoen aan de bevorderingsnorm worden besproken. In de onderstaande bevorderingsnormen staan de bespreeknormen van de verschillende leerjaren. In dat gesprek wordt onder andere gekeken naar: de perspectieven voor het komende schooljaar qua inzicht; de score op de cito eindtoets en het advies van de basisschool; de scores bij inzet en gedrag; de scores op de cito VAS toetsen of diataal toetsen; de wijze waarop de leerling zich ontwikkeld heeft op het gebied van algemene vaardigheden. Leerlingen die door hun prestaties op beide niveaus in klas 1 laten zien dat ze in aanmerking komen voor een hogere leerweg, worden besproken tijdens de rapportvergadering. De rapportvergadering kan besluiten dat de leerling door kan stromen naar de naastgelegen hogere leerweg. * Het afgeronde eindcijfer is een heel cijfer. Deze hele cijfers komen niet op het rapport maar staan slechts op de vergaderlijst die gebruikt wordt tijdens de rapportvergadering.
2.2 Rapportcijfers Van leerjaar 1 naar leerjaar 2 Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: Er komen bij de afronding van de eindcijfers op niveau B niet meer dan 2 tekortpunten* voor. Van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag er slechts 1 onvoldoende zijn. In geval van meer onvoldoendes wordt de leerling in de rapportvergadering besproken. Van leerjaar 2 BK, 2 KT, 2 TH, 2 HV naar leerjaar 3 B, 3 K, 3 T, 3 H, 3V. Bevordering naar het B niveau Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: Er komen bij de afronding van de eindcijfers op niveau B niet meer dan 2 tekortpunten* voor. Van de vakken Nederlands, Engels, wiskunde mag er slechts 1x het cijfer 5 zijn. Bevordering naar het A niveau Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: Er komen bij de afronding van de eindcijfers op niveau A niet meer dan 2x het cijfer 5* voor. Van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag er slechts 1x het cijfer 5 zijn. Van een aantal vakken wordt op A niveau een gemiddelde berekend. (zie 2.1.B) Dit moet minimaal een 6,5 zijn. Er wordt hierbij uitgegaan van de afgekapte cijfers op één decimaal. Als leerlingen gemiddeld een 6,3 of 6,4 staan wordt de leerling in de rapportvergadering besproken. Aanvullende voorwaarde voor het vak O&O in de afdeling TH is dat dit handelingsdeel met een voldoende dient te worden afgerond. Aanvullende voorwaarde voor de overgang naar de sector Economie en ondernemen (basis niveau) / Economie en ondernemen (kader niveau) is dat de vakken wiskunde en rekenen afgesloten moeten worden met tenminste een 6.0 (geen afronding). Leerlingen die verwezen worden naar de Basis- of Kaderberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 Zorg en welzijn mogen het vak wiskunde alleen in hun vakkenpakket kiezen als ze op het eindrapport leerjaar 2 tenminste 5.0 (geen afronding) voor dit vak behaald hebben. Van leerjaar 2V naar leerjaar 3V Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: De leerling heeft bij de afronding van de eindcijfers niet meer dan 2 tekortpunten*. Van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag er slechts 1 onvoldoende zijn In geval van meer onvoldoendes wordt de leerling in de rapportvergadering besproken. * Het afgeronde eindcijfer is een heel cijfer. Deze hele cijfers komen niet op het rapport maar staan slechts op de vergaderlijst die gebruikt wordt tijdens de rapportvergadering.
3 Bevorderingsnormen van leerjaar 3 Vmbo Basis naar leerjaar 4 Vmbo Basis 3.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 4 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 3. de hele cijfers. Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat wil zeggen dat alle toetsen die beoordeeld worden met een cijfer gemaakt moeten zijn en dat de handelingsopdrachten en grote praktische opdrachten met de waardering voldoende (tenminste 5,50 of goed afgesloten moeten zijn. Leerlingen die niet voldoen aan de bevorderingsnorm van de basisberoepsgerichte leerweg, worden besproken tijdens de eindvergadering. De vergadering kan besluiten de leerling alsnog te bevorderen. Alvorens tot een uitspraak te komen, toetst de vergadering de leerling op de volgende punten: - vaardigheden (heeft de leerling de vaardigheden om het programma basisberoepsgerichte leerweg te volgen); - hoe verhouden de resultaten van de leerling zich in relatie tot zijn capaciteiten; - wat verwacht de vergadering van het studieverloop bij doubleren en bij voortgang van de studie in leerjaar 4; - wat was de inzet en het gedrag van de leerling; - wat is het beeld van absentie/presentie tijdens de lessen. Nadat de vergadering zich op basis van deze punten een duidelijk beeld gevormd heeft van de leerling, wordt overgegaan tot stemming. 3.2 Rapportcijfers Basisberoepsgerichte leerweg Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of voor ten hoogste één van zijn examenvakken tenminste het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger, of voor twee van zijn examenvakken tenminste het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger. Het eindcijfer van het beroepsvoorbereidende vak in de basisberoepsgerichte leerweg wordt meegeteld als 2 eindcijfers. De vakken Maatschappijleer1, Kunstvakken1 en Lichamelijke Opvoeding worden beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer moet 5,5 of hoger zijn. Alle handelingsdelen van dat jaar dienen voldoende worden afgerond. Pagina 6 van 13
4 Bevorderingsnormen van leerjaar 3 Vmbo Kader naar leerjaar 4 Vmbo Kader 4.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 4 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 3. hele cijfers. Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat wil zeggen dat alle toetsen die beoordeeld worden met een cijfer afgerond moeten zijn en dat de handelingsopdrachten en grote praktische opdrachten met de waardering voldoende (tenminste 5,5) of goed afgesloten moeten zijn. Leerlingen die niet voldoen aan de bevorderingsnorm van de kaderberoepsgerichte leerweg, worden besproken tijdens de eindvergadering. De vergadering kan besluiten de leerling alsnog te bevorderen. Alvorens tot een uitspraak te komen, toetst de vergadering de leerling op de volgende punten: - vaardigheden (heeft de leerling de vaardigheden om het programma kaderberoepsgerichte leerweg te volgen); - hoe verhouden de resultaten van de leerling zich in relatie tot zijn capaciteiten; - wat verwacht de vergadering van het studieverloop bij doubleren en bij voortgang van de studie in leerjaar 4; - wat was de inzet en het gedrag van de leerling; - wat is het beeld van absentie/presentie tijdens de lessen. Nadat de vergadering zich op basis van deze punten een duidelijk beeld gevormd heeft van de leerling, wordt overgegaan tot stemming. 4.2 Rapportcijfers Kaderberoepsgerichte leerweg Een leerling wordt bevorderd als er is voldaan aan onderstaande onderdelen: voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of voor ten hoogste één van zijn examenvakken tenminste het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger, of voor twee van zijn examenvakken tenminste het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger. Het eindcijfer van het beroepsvoorbereidende vak in de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegeteld als 2 eindcijfers. De vakken Maatschappijleer1, Kunstvakken1 en Lichamelijke Opvoeding worden beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer moet 5,5 of hoger zijn. Alle handelingsdelen van dat jaar dienen voldoende worden afgerond. Pagina 7 van 13
5 Bevorderingsnorm van leerjaar 3 VMBO Theoretische leerweg naar leerjaar 4 VMBO Theoretische leerweg 5.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 4 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 3. Dit jaarcijfer is het voortschrijdend gemiddelde van alle behaalde resultaten inclusief behaalde SE cijfers. hele cijfers. Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat wil zeggen dat alle toetsen die beoordeeld worden met een cijfer afgerond moeten zijn en dat de handelingsopdrachten en grote praktische opdrachten met de waardering voldoende of goed afgesloten moeten zijn. Leerlingen uit de theoretische leerweg leerjaar 3 die niet bevorderd kunnen worden naar leerjaar 4 theoretische leerweg, worden besproken in de vergadering. De bespreking kan leiden tot onder andere de volgende conclusies: - bevordering met een gericht vakkenpakket in dezelfde leerweg; - bevordering in dezelfde leerweg nadat de leerling voldaan heeft aan een aantal aanvullende opdrachten. Deze mogelijkheid wordt slechts in uitzonderlijke gevallen ingezet; - doubleren in dezelfde leerweg. 5.2 Rapportcijfers Theoretische leerweg: maximaal één 5 heeft behaald en verder 6 of hoger of, maximaal één 4 heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger, of, maximaal twee vijven heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger; het rekenkundig gemiddelde van de voortgangscijfers een 5,5 is en; voor Nederlands minimaal een 5 heeft behaald; voor lo1 en kunstvakken een 'voldoende' of 'goed' heeft behaald; De Kunstvakken1 en Lichamelijke Opvoeding zijn schoolexamenvakken en worden beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer moet 5,5 of hoger zijn. Alle handelingsdelen van dat jaar dienen voldoende worden afgerond. Het gekozen vakkenpakket dient aan te sluiten bij de gekozen profiel. Ten aanzien van het gekozen vakkenpakket leerjaar 4 gelden de volgende aanvullende eisen: o maximaal 1 x het cijfer 5 (= tenminste 5.0 onafgerond). De overige cijfers van de vakken uit het vakkenpakket dienen tenminste 5.5 te zijn; o het gekozen vakkenpakket dient aan te sluiten bij de gekozen profiel. Pagina 8 van 13
6 Bevorderingsnorm van leerjaar 3 Havo naar 4 Havo 6.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 4 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 3. hele cijfers. 6.2 Rapportcijfers Een leerling met geen of maximaal één te kort wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Een leerling met maximaal twee tekortpunten en twee compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Een leerling met maximaal drie te korten en drie compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Pagina 9 van 13
7 Bevorderingsnorm van leerjaar 3 VWO naar 4 VWO 7.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 4 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 3. hele cijfers. 7.2 Rapportcijfers Een leerling met geen of maximaal één tekortpunt wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Een leerling met maximaal twee tekortpunten en twee compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Een leerling met maximaal drie tekortpunten en drie compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Pagina 10 van 13
8 Bevorderingsnorm van leerjaar 4 VWO naar 5 VWO 8.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 5 wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 4. Dit jaarcijfer is het voortschrijdend gemiddelde van alle behaalde resultaten, inclusief behaalde SE-cijfers. hele cijfers. CKV en maatschappijleer worden in 4vwo bij elkaar opgeteld en gedeeld door twee (als onderdeel van het combinatiecijfer). LO moet met een voldoende zijn afgerond. 8.2 Rapportcijfer Een leerling met geen of maximaal één te kort wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Een leerling met maximaal twee tekortpunten en twee compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers).*) Een leerling met maximaal drie tekortpunten en drie compensatiepunten wordt bevorderd (afgeronde cijfers). Pagina 11 van 13
9 Bevorderingsnorm van leerjaar 4 HAVO naar 5 HAVO 9.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar leerjaar 5H/6V wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 4H/5V. Dit jaarcijfer is het voortschrijdend gemiddelde van alle behaalde SE-cijfers. hele cijfers. Voortgangscijfers (niet SE-onderdelen) hebben een adviserende functie wanneer een leerling besproken wordt. Een sectie heeft de vrijheid om voortgangscijfers als verzamelcijfer op te nemen in het PTA en geldt als SE-cijfer. Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat wil zeggen dat alle toetsen die beoordeeld worden met een cijfer afgerond moeten zijn en dat de handelingsopdrachten en grote praktische opdrachten met de waardering voldoende (tenminste 5,5) of goed afgesloten moeten zijn. CKV en maatschappijleer worden in 4 havo bij elkaar opgeteld en gedeeld door twee (als onderdeel van het combinatiecijfer). Voor de (voor)examenklassen zijn de eindexamennormen (slaag-/zakregeling) van kracht voor alle SE-cijfers. 9.2 Rapportcijfer Gemiddelde van alle SE s is 5,5 of hoger (cijfers zijn op een decimaal afgerond). Kernvakkenregeling is van kracht: maximaal 1x5 voor de vakken NE, EN en WI Leerlingen zijn bevorderd als: - Alle cijfers afgerond 6 of hoger zijn; - Een leerling 1x5 heeft en alle andere vakken 6 of hoger; - Een leerling 1x4 en alle andere vakken 6 of hoger en een gemiddelde van 6 (d.w.z. twee compensatiepunten); - Een leerling heeft 2x5 / 1x4 + 1x5 en alle eindcijfers zijn 6 of hoger en een gemiddelde van 6 (d.w.z. in eerste geval twee en in het tweede drie compensatiepunten); - Voor geen van de onderdelen van het combinatiecijfer is een cijfer lager dan 4 behaald. Lichamelijke Opvoeding is een schoolexamenvak en wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer moet 5,5 of hoger zijn. Alle handelingsdelen van dat schooljaar dienen voldoende worden afgerond. Pagina 12 van 13
10 Bevorderingsnorm van leerjaar 5 VWO naar 6 VWO 10.1 Algemeen Het besluit tot het al dan niet bevorderen van de leerling naar 6V wordt genomen op basis van het jaarcijfer leerjaar 5V. Dit jaarcijfer is het voortschrijdend gemiddelde van alle behaalde SE-cijfers. hele cijfers. Voortgangscijfers (niet SE-onderdelen) hebben een adviserende functie wanneer een leerling besproken wordt. Een sectie heeft de vrijheid om voortgangscijfers als verzamelcijfer op te nemen in het PTA en geldt als SE-cijfer. Leerlingen met een onvolledig rapport worden niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Dat wil zeggen dat alle toetsen die beoordeeld worden met een cijfer afgerond moeten zijn en dat de handelingsopdrachten en grote praktische opdrachten met de waardering voldoende (tenminste 5,5) of goed afgesloten moeten zijn. Voor de (voor)examenklassen zijn de eindexamennormen (slaag-/zakregeling) van kracht voor alle SE-cijfers. ANW, CKV. Maatschappijleer en PWS worden bij elkaar opgeteld (en gemiddeld en vormen samen het combinatiecijfer op de eindlijst. 10.2 Rapportcijfer Gemiddelde van alle SE s is 5,5 of hoger (cijfers zijn op een decimaal afgerond). Kernvakkenregeling is van kracht: maximaal 1x5 voor de vakken NE, EN en WI Leerlingen zijn bevorderd als: - Alle cijfers afgerond 6 of hoger zijn; - Een leerling 1x5 heeft en alle andere vakken 6 of hoger; - Een leerling 1x4 en alle andere vakken 6 of hoger en een gemiddelde van 6 (d.w.z. twee compensatiepunten); - Een leerling heeft 2x5 / 1x4 + 1x5 en alle eindcijfers zijn 6 of hoger en een gemiddelde van 6 (d.w.z. in eerste geval twee en in het tweede drie compensatiepunten); Lichamelijke Opvoeding is een schoolexamenvak en wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer moet 5,5 of hoger zijn. Alle handelingsdelen van dat schooljaar dienen voldoende worden afgerond. Pagina 13 van 13