Het doel van deze studie bestaat erin de perceptie te evalueren die de consumenten van de gezondheidsinformatie hebben:

Vergelijkbare documenten
De alternatieve geschillenregelingen

De voedingswaarde-etikettering

Doelstellingen. Aantal bezoekers, koopgedrag, types aankopen die gedaan worden en evolutie. Sociaaldemografische variabelen.

Consumenten en rookmelders Consumenten en rookmelders

De voedingswaarde-etikettering

Perceptie van de fiscaliteit

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2010

s t u d i e Perceptie van GGO s Perceptie van GGO s Juli 2011

s t u d i e Prijzen en winkels Prijzen en winkels April 2010

s t u d i e De markt van de dood De markt van de dood Oktober 2011

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media OIVO, januari 2009

Jongeren en vrijetijdsbesteding

De bekendheid van de solidaire economie

Doelstellingen. Keuzecriteria voor de voedingsproducten, non-foodproducten, voedingswinkels, nonfoodwinkels. Sociaaldemografische variabelen.

s t u d i e Ouders en kinderen Ouders en kinderen Maart 2009

De consumenten en justitie

Z O U T : TOP? ZOUT : STOP!

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

s t u d i e De vleesconsumptie De vleesconsumptie Augustus 2011 Studie uitgevoerd met de steun van Wallonië

Consumer Behavior Monitor

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

s t u d i e Mobiliteit Mobiliteit OIVO, september 2011

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

1 gram verteerbare koolhydraten levert 4 kcal (afkorting verteerbare koolhydraten =

Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.)

Hoe zit het met jou?

Communicatie: welke vragen heeft de cliënt en welke informatie kan de diëtist verstrekken. Berdien van Wezel, diëtist Juni 2017

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Hoe verklein ik mijn kans op kanker? Volg de kleuren!

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

De voedingsdriehoek. Wat en hoe?

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2.

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Aan tafel. Peuters, kleuters en lagere schoolkinderen

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

s t u d i e De feesten De feesten OIVO, december 2009

Chauvinisme Vlaming op vlak van kopen en koken. ivox in opdracht van VLAM

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Leefstijl en preventie

Verantwoord en gezond afslanken? Even simpel als. Doe de test & krijg persoonlijk dieetadvies.

GEZONDE VOEDING! Linda Verhaegh, diëtist De Zorggroep Groene Kruis Voeding en Dieet

Onderzoek: (on)gezond eten

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Opinieonderzoek. Inleiding

Rookgedrag in België

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Voedingsgewoonten Gezondheidsenquête, België, 1997

14795/05 ADD 1 gys/lep/dm 1 JUR

THEMA VOEDING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen

Methodologie. Kwantitatieve studie

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL!

Evaluatieverslag project Groningse gruiten

Conclusies: leefstijlscore

De nieuwe voedingsdriehoek: kompas voor een gezond leven. Nina Van Den Broecke 30/09/2018

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

s t u d i e Jongeren en internet Jongeren en internet OIVO, januari 2010

FOD VOLKSGEZONDHEID Victor Hortaplein 40 bus 10 Blok II 7 de verdieping 1060 BRUSSEL

Merkketens, winkels en consumenten

Onderzoeksrapport BOSkompas Gemeente Bergen 2012/2013 Onderzoek onder basisschoolleerlingen naar gezondheid en sportdeelname in de gemeente Bergen

Gewichtstoename bij behandeling van kanker

Dimarso-onderzoek naar de effectiviteit van de Bloso sensibiliseringscampagne Sportelen, Beweeg zoals je bent

VOEDINGSDRIEHOEK: Gezond en duurzaam eten met de voedingsdriehoek

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

DE BELG EN ZIJN CHOCOLADE

PRIJZEN OVER DE GRENS

VOEDING & BEWEGING DOELSTELLING & AANPAK. Dr. V. Stevens Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. Gezondheidsconferentie 08

VEILIGHEID. 5. TBM Maart 2014

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

Jongeren en vrijetijdsbesteding

Wat als ik gezonder van het leven wil genieten?

De gezondheidstoestand

Hartvriendelijke voeding

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Overgewicht en kinderwens

Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid

Resultaten vragenlijst leerlingen

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid

VERKOOP VAN DRANK EN SNACKS OP SCHOOL. ADVIES

Voorkom Zwangerschapsdiabetes

Stel je gezond weekmenu samen

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017


SNAQ AFDELING DIËTETIEK FRANCISCUS GASTHUIS

Extra ECO1 vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Protocol module Voeding Generiek

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008:

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

Transcriptie:

s t De gezondheidsinformatie De gezondheidsinformatie September 2009 u d i e

Inhoudstafel 1. De consumenten en de gezondheidsinformatie 2. De consumenten en hun kennis van de informatie 3. De perceptie van het lichaamsgewicht 4. De perceptie van de aanbevolen hoeveelheden (groenten en fruit, bewegen en zout) 5. Berichten over voedingswaarde en gezondheid die onthouden worden 6. Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden 7. De interesse voor berichten over voedingswaarde en gezondheid 8. De impact van de berichten over voedingswaarde en gezondheid 9. Conclusies 10. Aanbevelingen 2

Doelstellingen Het doel van deze studie bestaat erin de perceptie te evalueren die de consumenten van de gezondheidsinformatie hebben: Kennis Gebruik Interesse voor berichten over voedingswaarde en gezondheid Verspreide berichten die onthouden worden Perceptie en begrijpen van de bestaande informatie Impact van de berichten 3

Methodologie 1.304 interviews, telefonisch afgenomen van inwoners van België van 18 jaar en ouder, waarvan 684 in maart 2009 en 620 in juli 2009. Aselecte gelaagde gecorrigeerde steekproef. De resultaten hebben de gepaste statistische bewerkingen (χ 2, foutmarge) ondergaan. De maximale totale foutmarge op de steekproef bedraagt 3%. Enkel de betekenisvolle resultaten worden voorgesteld. Elk gegeven werd echter geanalyseerd in functie van de locatie (gewesten), het geslacht, de leeftijd, de grootte en samenstelling van het gezin, de sociale groep (lage, gemiddelde, hoge), het feit of iemand HVA (hoofdverantwoordelijke voor de aankopen) is of niet, de aanwezigheid van kinderen in het gezin. 4

De consumenten en de gezondheidsinformatie Ik zoek graag naar informatie over een gezonde leefstijl, goede eetgewoonten... 57% 43% Quasi 6 op de 10 consumenten zeggen dat ze graag zoeken naar de informatie over de goede eetgewoonten. Zulk gedrag komt meer voor bij de HVA (+4%), in Vlaanderen (+8%), in de leeftijdgroep van 50-64 jaar (+18%). Niet akkoord Akkoord 5

De consumenten en de gezondheidsinformatie Ik heb al een diëtist(e)/voedingsdeskundige geraadpleegd... 34% Meer dan 6 op de 10 consumenten zeggen dat ze al een diëtist(e) of een voedingsdeskundige geraadpleegd hebben. Zulk gedrag komt meer voor bij de HVA (+3%). 66% Niet akkoord Akkoord 6

De consumenten en de gezondheidsinformatie Over het algemeen, wanneer ik een voedingsproduct koop, lees ik de informatie op de verpakking... 49% 51% Quasi 1 op de 2 consumenten zegt dat hij/zij de informatie op de verpakking leest wanneer hij/zij een voedingsproduct koopt. Zulk gedrag komt meer voor bij de HVA (+4%), in Vlaanderen (+16%) en minder in de lage sociale groepen (-11%). Niet akkoord Akkoord. 7

De consumenten en de gezondheidsinformatie Ik ben zeer geïnteresseerd om de samenstelling van een product in detail te kennen... 42% 58% 4 op de 10 consumenten zeggen dat het hen zeer interesseert om de samenstelling van een product in detail te kennen. Niet akkoord Akkoord 8

De sociale groepen en de gezondheidsinformatie Ik zoek graag naar informatie Vergelijking van de verschillende indicators volgens sociale groep Ik lees de informatie Ik ben zeer geïnteresseerd Ik heb al iemand geraadpleegd De sociale groepen scoren verschillend ongeacht de indicator die in beschouwing wordt genomen. De lage sociale groepen zoeken niet naar informatie, lezen de verpakking niet, hebben weinig interesse voor de voedingswaarde-etikettering en raadplegen minder vaak een voedingsdeskundige. De lage sociale groepen scoren lager voor een positieve indicator en hoger voor een negatieve indicator dan de gemiddelde en hoge sociale groepen. 0% 25% 50% 75% 100% Lage sociale groepen Gemiddelde sociale groepen Hoge sociale groepen 9

De consumenten en hun kennis van de informatie Product A Van de twee producten hiernaast is het beste voor de gezondheid: product...? Product A is het beste van de 2 producten: het bevat immers zowel minder suiker als minder zout. Product B is meer gezouten en meer gesuikerd. Product B 10

De consumenten en hun kennis van de informatie 2% 1% 1% 49% 47% Van die twee producten is het beste voor de gezondheid: product...? Het aantal consumenten dat het verkeerde product kiest, is quasi identiek aan het aantal dat het juiste product kiest. De consumenten kunnen duidelijk maar moeilijk het beste product kiezen. Weet het niet A en B B (Juist) Geen van beide A (Fout) 11

De consumenten en hun kennis van de informatie Product C Van de twee producten hiernaast is het beste voor de gezondheid: product...? Product D Product D is het beste van de 2 producten: het bevat immers zowel meer vezels als meer vitaminen. Product C bevat minder vezels en vitaminen. 12

De consumenten en hun kennis van de informatie 39% Van die twee producten is het beste voor de gezondheid: product...? 4% 2% 8% 48% Het aantal consumenten dat het verkeerde product kiest, is groter dan het aantal dat het juiste product kiest. De consumenten kunnen duidelijk het beste product niet kiezen. Weet het niet C en D D (juist) Geen van beide C (fout) 13

De consumenten en hun kennis van de informatie Product E Van de twee producten hiernaast is het beste voor de gezondheid: product...? Product F Product E is het beste van de 2 producten: het bevat immers zowel minder calorieën als minder vetstoffen. Product F bevat meer calorieën en vetstoffen. 14

De consumenten en hun kennis van de informatie 88% Van die twee producten is het beste voor de gezondheid: product...? 1% 2% 7% Bijna 9 op de 10 consumenten hebben het beste product gekozen. Deze voorstelling is duidelijk gemakkelijker te begrijpen. 1% Weet het niet E en F E (juist) Geen van beide F (fout) 15

De sociale groepen en de gezondheid Etikettering 1 Etikettering 2 Vergelijking van de verschillende indicators voor het begrijpen van de etikettering (meting van het foutgehalte) De lage sociale groepen scoren hoger op het gebied van evaluatie, ongeacht de indicator die in beschouwing wordt genomen. Ze interpreteren de voedingswaarde-informatie op de verpakking vaker verkeerd dan de andere sociale groepen. Etikettering 3 0% 25% 50% 75% Lage sociale groepen Gemiddelde sociale groepen Hoge sociale groepen 16

De perceptie van het lichaamsgewicht 4% U vindt uzelf... 27% 2 op de 3 consumenten vinden zichzelf «normaal» in de zin van met een normaal lichaamsgewicht ; meer dan 1 op de 4 vindt zichzelf te dik en nauwelijks 4% vindt zichzelf te mager. 69% Te dik Normaal Te mager 17

De perceptie van het lichaamsgewicht U vindt uzelf... Respondenten 4% 69% 27% BMI normaal BMI overgewicht 2% BMI zwaarlijvig 0% 27% 62% 86% 68% 38% 5% 12% 2 op de 3 consumenten vinden zichzelf «normaal». Dat percentage ligt hoger bij de consumenten met overgewicht (86%). 1 op de 10 van laatstgenoemde groep (12%) overschat zijn/haar overgewicht. De respondenten die tot de lage sociale groepen behoren, hebben de neiging om hun lichaamsgewicht te onderschatten (+7% vinden zichzelf te mager). Te mager Normaal Te dik 18

Lichaamsgewicht en BMI Door de zelfperceptie van de consumenten en de BMI (body mass index) te vergelijken, zien we grote verschillen verschijnen. De perceptie van de consumenten is geen weerspiegeling van de realiteit want volgens de BMIberekeningen mag geen enkele van de respondenten (vs. 4%) mager genoemd worden, mag nauwelijks 12% als «normaal» beschouwd worden (vs. 69%) en kunnen de overige respondenten (57%) beschouwd worden als «met overgewicht» of «zwaarlijvig» (vs. 27%). Van de consumenten die zichzelf «te mager» vinden, is er geen enkele mager, hebben 81% een normale BMI, hebben 15% overgewicht en kunnen 4% als zwaarlijvig beschouwd worden. Van de consumenten die zichzelf «normaal» vinden, is er geen enkele mager, hebben 13% een normale BMI, hebben 34% overgewicht en kunnen 53% als zwaarlijvig beschouwd worden. Van de consumenten die van zichzelf vinden dat ze «overgewicht hebben», is er geen enkele mager, hebben 3% een normale BMI, hebben 12% overgewicht en kunnen 85% als zwaarlijvig beschouwd worden. De consumenten kunnen hun lichaamsgewicht niet objectief beoordelen. De analyse van de BMI toont aan dat ze hun gewicht onderschatten. 19

De kennis van de aanbevolen hoeveelheid «groenten en fruit» Hoeveel porties groenten en fruit denkt u dat u per dag moet eten (aantal porties)? 1% 99% 3,2 Quasi alle consumenten kunnen op die vraag antwoorden. Jammer genoeg is het antwoord dat de meeste van hen geven, verkeerd (3,2) en onderschat. De deskundigen zijn van mening dat het goed zou zijn 5 porties groenten en fruit per dag te eten. Antwoorden niet Antwoorden De Nederlandstaligen (2,4), de leeftijdgroep van 65 en ouder (2,4), de lage sociale groepen (2,8) hebben de neiging om een lager aantal te noemen. De Brusselaars komen het dichtst bij die 5 porties door 4,4 als aantal te noemen., open vraag 20

De kennis van de aanbevolen hoeveelheid «zout» 21% Antwoorden niet Antwoorden 79% 12 gr Welke dosis zout mag u volgens u niet overschrijden per dag (in gram)? 8 op de 10 consumenten antwoorden op die vraag. Jammer genoeg is het antwoord dat de meeste van hen geven, verkeerd (12g) en overschat. De voedingsdeskundigen zijn van mening dat het goed zou zijn om de dosis van 6g zout per dag niet te overschrijden. De WGO beveelt zelfs een maximum van 5 g/dag aan. Behalve de leeftijdgroep van 50-64 jaar (-8,2g) en de gemiddelde sociale groepen (-7g) overschatten alle andere consumenten de toegelaten zoutconsumptie. 21

De kennis van de aanbevolen hoeveelheid «bewegen» 16% 54 min Hoeveel tijd per dag moet u volgens u bewegen om in goede gezondheid te zijn (in minuten)? Antwoorden niet Antwoorden 94% 9 op de 10 consumenten kunnen op die vraag antwoorden. Jammer genoeg geven de meeste van hen een verkeerd antwoord. Overschatting van de nodige beweegtijd kan leiden tot een gevoel van onmacht en tot het laten vallen van elke sportieve bezigheid. De deskundigen zijn van mening dat 30 minuten per dag bewegen positief is. De gezinnen met tienerkinderen spreken van gemiddeld zelfs 80 minuten bewegen per dag. 22

De kennis van de aanbevolen hoeveelheden Groenten en fruit 1% 99% Vergelijking van het aantal antwoorden over aanbevolen hoeveelheden «groenten en fruit», «bewegen»en «zout» Voor de 3 aanbevolen hoeveelheden antwoorden de consumenten veel minder op de vraag over de aanbevolen hoeveelheid «zout». Bewegen 6% 94% De consumenten antwoorden meer op de vragen over de aanbevolen hoeveelheid «bewegen» en «groenten en fruit». Zout 21% 79% 23

Berichten over voedingswaarde en gezondheid die onthouden worden Eet groenten en fruit Drink water Vermijd te vet, te zout, te zoet eten Eet evenwichtig Doe aan sport Beoefen een fysieke activiteit Eet 5 groenten en stukken fruit per dag Vermijd tussendoortjes tussen de maaltijden Eet, beweeg Vermijd te zout eten, beperk het zout in uw voeding Stop zout Maximum 6g zout per dag 15% 29% 90% 90% 86% 83% 80% 77% 75% 73% 68% 66% Herinnert u zich dat u dit bericht gezien, gelezen of gehoord hebt? Een grote meerderheid van de consumenten herinnert zich de voedingswaarde- en gezondheidsberichten over groenten en fruit, bewegen, evenwichtig eten of water drinken. Basis: geïnterviewden, bekendheid met hulp 24

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 27% Gekend 16% Opgevolgd Deze boodschap is relatief weinig bekend (door minder dan 1 op de 3 respondenten) en verdient om meer in de kijker te worden geplaatst. Nauwelijks 1 op de 6 consumenten volgt het advies op. Het opvolgen van dit advies is minder frequent in Brussel (-10%), in de leeftijdgroep van 18-29 jaar (-9%), bij de grote gezinnen (-10%) en in de kleine Vlaamse dorpen (-13%). Als ik winkel lees ik de etiketten om het zoutgehalte in het product te kennen 25

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 50% 48% Gekend Opgevolgd Om mijn zoutconsumptie te verminderen eet ik meer fruit, groenten of aardappelen Deze boodschap is gekend en wordt opgevolgd door hetzelfde aantal personen (1 op de 2 respondenten). Dat hoge percentage kan verklaard worden door de verwijzing naar de consumptie van groenten en fruit. De Brusselaars (+19%), de Walen (+18%), de vrijgezellen (+13%) zeggen dat ze dit advies opvolgen; dat geldt niet of minder voor de Nederlandstaligen (-13%), de gezinnen met kinderen (-18%) of grote gezinnen (-20%). 26

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 52% 48% Gekend Opgevolgd Om mijn zoutconsumptie te verminderen gebruik ik andere kruiden en specerijen Deze boodschap is gekend en wordt opgevolgd door hetzelfde aantal personen (1 op de 2 respondenten). De vrouwen (+10%), de Walen (+19%), de lage sociale groepen (+11%) zeggen dat ze dit advies opvolgen, in tegenstelling tot de Nederlandstaligen (-9%). Het belang van de boodschap en de opvolging ervan door de vrouwen, die de hoofdverantwoordelijken voor de aankopen en voor de keuken (thuis) zijn, vergroten zijn efficiëntie. 27

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 56% 56% Gekend Opgevolgd Om mijn zoutconsumptie te verminderen neem ik een ontbijt met een laag zoutgehalte Deze boodschap is gekend en wordt opgevolgd door hetzelfde aantal personen (meer dan 1 op de 2 respondenten). De leeftijdgroep van 18-29 jaar (-20%) en de inwoners van de Vlaamse kleine dorpen (-23%) volgen dit advies minder talrijk op. De vraag of de consumenten zich ja dan nee bewust zijn van de hoeveelheid zout in de producten die ze bij het ontbijt consumeren, is wel reëel. 28

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 62% 59% Gekend Opgevolgd Om mijn zoutconsumptie te verminderen kies ik voor voedingsproducten die minder zout bevatten Deze boodschap is gekend en wordt opgevolgd door hetzelfde aantal personen (6 op de 10 respondenten). De 65+ ers (+11%) en de grote gezinnen (+16%) zeggen dat ze dit advies opvolgen, in tegenstelling tot de leeftijdgroep van 18-29 jaar (-12%) en de gezinnen met kleine kinderen (-14%). De vraag of de hoeveelheid zout in de producten identificeerbaar is, is wel reëel want die informatie staat lang niet op alle verpakkingen. 29

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 77% Gekend 71% Opgevolgd Deze boodschap is gekend door 8 op de 10 en wordt opgevolgd door 7 op de 10 respondenten. De leeftijdgroep van 40-49 jaar (+13%) en de grote gezinnen (+14%) zeggen dat ze dit advies opvolgen, in tegenstelling tot de leeftijdgroep van 18-29 jaar (-14%) en de vrijgezellen (-12%). Maar het zijn de laatstgenoemden die vaker in de fastfoodketens gaan eten. Om mijn zoutconsumptie te verminderen beperk ik het fastfood 30

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 57% Gekend 32% Opgevolgd Om mijn zoutconsumptie te verminderen laat ik het zoutvaatje zoveel mogelijk in de kast staan Deze boodschap is gekend door 6 op de 10, maar wordt opgevolgd door 3 op de 10 respondenten. De leeftijdgroep van 40-49 jaar (+11%) zegt dat hij dit advies opvolgt, in tegenstelling tot de Brusselaars (-24%), de groep van 18-29 jaar (-21%), de gezinnen met kleine kinderen (-12%) of de grote gezinnen (-29%). Het feit dat dit advies weinig opgevolgd wordt door de eigenlijke doelgroep, roept vragen op want zij vormen ook de kern van de doelgroep bij een actie rond het veranderen van de zoutconsumptie. 31

Berichten over voedingswaarde met betrekking tot zout die onthouden worden Hierna volgt een tip over zout: kent u hem? Volgt u dat advies op? 32% 23% Gekend Opgevolgd Ik vervang het zout door gejodeerd zout Deze boodschap is relatief weinig gekend (door minder dan 1 op de 3 respondenten) en verdient extra aandacht. Nauwelijks 1 op de 5 consumenten volgt deze boodschap op. Dat opvolgen komt minder voor bij de mannen (-8%), in Vlaanderen (-7%), in de leeftijdgroep van 18-29 jaar (-10%), in de groep van 40-49 jaar (-9%), in de gezinnen met kinderen (-9%) en in de Vlaamse kleine dorpen (-13%). 32

De interesse voor berichten over voedingswaarde en gezondheid Zou u graag geïnformeerd worden over de voeding via andere berichten die aansporen tot beter eten? 47% 53% Ongeveer 1 op de 2 consumenten wenst voedingswaarde-informatie te ontvangen, vooral in Brussel (+29%) en onder de vrijgezellen (+12%). Aan de andere kant vragen de Nederlandstaligen (-9%) en de 65+ ers (-13%) minder om geïnformeerd te worden. Nee Ja 33

De impact van de berichten over voedingswaarde en gezondheid 21% Hebt u uw koopgewoonten veranderd naar aanleiding van deze boodschappen (over voedingswaarde)? Nee Ja 79% De koopgewoonte is een eerste element voor het evalueren van de intentie om het gedrag te veranderen. 1 op de 5 consumenten zegt dat hij/zij gewoonten veranderd heeft na het zien, lezen of horen van deze boodschappen. De Walen (+16%) en de gezinnen (+13%) zeggen vaker dat ze hun koopgewoonten veranderd hebben. Dit komt minder voor bij de mannen (-6%) en in Vlaanderen (-8%). 34

Conclusies Een bevolking die informatie zoekt... 6 op de 10 consumenten zeggen dat ze graag zoeken naar informatie over de goede eetgewoonten en 6 op de 10 consumenten zeggen dat ze al een diëtist(e) of voedingsdeskundige geraadpleegd hebben. Dit gedrag komt meer voor bij de hoofdverantwoordelijken voor de aankopen van het gezin en in Vlaanderen. Paradox: 1 op de 2 consumenten zegt dat hij/zij de informatie op de verpakking niet leest wanneer hij/zij een voedingsproduct koopt en 6 op de 10 zijn niet geïnteresseerd in het meer gedetailleerd kennen van de samenstelling van een product. Bovendien is de consument in 2 op de 3 gevallen niet in staat om precies de voedingswaarde-informatie op de verpakking terug te vinden.... Maar de informatie slechts in beperkte mate kent. De consumenten hebben het echt moeilijk om op basis van de aanwezige voedingswaarde-informatie de goede producten te herkennen. Bovendien kunnen de consumenten hun lichaamsgewicht niet objectief evalueren. De analyse van de BMI (body mass index) toont aan dat ze hun eigen gewicht onderschatten. 35

Conclusies Maar de informatie slechts in beperkte mate kent. Het is ook zo dat de consumenten de aanbevolen hoeveelheden (AH) slecht kennen. De AH betreffende de consumptie van groenten en fruit wordt sterk onderschat (3 in plaats van 5 porties) en de AH bewegen wordt overschat (54 in plaats van 30 minuten). Voedingswaardeboodschappen met reële impact 9 op de 10 consumenten herinneren zich spontaan dat ze berichten over voeding en bewegen gezien, gelezen of gehoord hebben. De herinnering is er dus wel, maar is veel minder sterk bij de Nederlandstaligen. De veelheid en verscheidenheid van de boodschappen kunnen een zo hoog herinneringsgehalte verklaren. Een grote meerderheid van de consumenten herinnert zich slagzinnen over voedingswaarde en gezondheid met betrekking tot groenten en fruit, bewegen, evenwichtige voeding of water drinken. Echte interesse voor voedingswaarde- en gezondheidsboodschappen Quasi 1 op de consumenten wenst voedingswaarde-informatie te ontvangen: de vraag is groot. 1 op de 5 consumenten zegt ook dat hij/zij koop- of eetgewoonten veranderd heeft na het zien, lezen of horen van die berichten. 36

Conclusies Groot toepassingsgehalte van de voedingswaardetips Zodra een bericht over zout (meest recente campagne van de overheid) gekend is, wordt het advies ook heel vaak opgevolgd. De meerderheid van de respondenten voelt zich aangesproken door berichten die hen aansporen om na te denken, de zoutconsumptie te beperken en de gewoonten te veranderen. Er is één minpunt: meer dan 1 op de 5 respondenten vinden die oproepen irriterend en beschuldigend (vooral in de lage sociale groepen). Bijzondere aandacht moet aan dit probleem besteed worden bij volgende communicatieacties. De sociale groepen bepalen de verhouding tot de informatie De lage sociale groepen zoeken niet naar informatie, lezen de verpakking niet, interesseren zich weinig voor de voedingswaarde-etikettering en raadplegen minder vaak een voedingsdeskundige. De lage sociale groepen scoren lager voor een positieve indicator en hoger voor een negatieve indicator dan de gemiddelde en hoge sociale groepen. 37

Aanbevelingen De aanzet tot bewustwording over voedingsaangelegenheden is ten volle gerechtvaardigd. De acties die onder andere in het kader van het NVGP ondernomen worden, werpen vruchten af, al mogen die acties gerust uitgebreid worden, bijvoorbeeld om het gedrag van de risicogroepen te veranderen. Ze moeten ook vergezeld gaan van meer vrijwillige maatregelen, die nog te vaak ontbreken bij de openbare instanties. De overheid moet: Meer en betere maatregelen voor de bescherming van de consumenten voorzien. Hun samenwerking met de verbruikersorganisaties verbeteren. Meer controles voorzien en onder andere zorgen voor betere opvolging van de klachten over voedingswaarde-informatie en voedingswaardeclaims. Specifieke sensibilisatieactiviteiten rond voeding uitwerken, bestemd voor de risicogroepen. Betere maatregelen doorvoeren voor het beperken van de consumptie van producten die te veel suiker, te veel vet en te veel zout bevatten door specifieke informatie te verstrekken die het risico duidelijk toelicht. 38

Aanbevelingen Een taks invoeren op de producten die te veel suiker, te veel vet en te veel zout bevatten. De gezondheidsclaims verbieden en de aansporingen tot het consumeren van weinig evenwichtige voedingsproducten inperken. Meer samenhang creëren tussen de doelstellingen op het gebied van de volksgezondheid en het beperken van de reclame. In dat verband moet de overheid een federale reclameraad in het leven roepen en de reclames voor voedingsproducten die voor de kinderen bestemd zijn verbieden. 39

Verantwoordelijke uitgever : Marc Vandercammen OIVO Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties Stichting van openbaar nut Paapsemlaan 20 1070 BRUSSEL Tel. 02/547.06.11 - Fax 02/547.06.01 www.oivo.be Uitgave 2009 Catalogusreferentie : 964-09 D 2009-2492-57 Prijs : 40 OIVO Overnames voor niet-commerciële doeleinden toegelaten mits bronvermelding 40