Ik, leren en werken Begeleide externe stage Deel 3
Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marianne de Visser, Thea van der Waal Inhoudelijke redactie: Daphne Ariaens; Marian van der Meijs, werkzaam bij ICBA Titel: Begeleide externe stage ISBN: 978 90 3721 333 1 Edu Actief b.v. 2015 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl. 2
Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage 6 Hoofdstuk 2 Beginnen aan je externe stage 15 Hoofdstuk 3 Omgaan met collega s en klanten 27 Hoofdstuk 4 Hoe hoort het op het werk? 39 Hoofdstuk 5 Jezelf versterken door samenwerken 48 Hoofdstuk 6 Keuzes maken 59 Hoofdstuk 7 Herhaling 68 Hoofdstuk 8 Eindopdracht en reflectie 75 3
Voorwoord Dit leer-werkboek gaat over je externe stage met begeleiding van school. Je maakt kennis met verschillende werkplekken. En verschillende werkzaamheden. Je oefent in het kennismaken met nieuwe mensen. En een goede indruk maken. En hoe je omgaat met collega s op het werk. Je oefent met samenwerken en gesprekken voeren over het werk. Je leert waarom regels en veiligheid belangrijk zijn. Je leert hoe je omgaat met complimenten en kritiek. En je ontdekt welke werkplekken en werkzaamheden goed bij jou passen. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4
Voorwoord Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken kun je de StruX-kaarten gebruiken. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar www.strux.nl 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Ik, leren en werken. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet, kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. Beeldwoordenboek In dit boek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn belangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het beeldwoordenboek. Ga naar beeldwoordenboek.strux.nl. 5
Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage Dit hoofdstuk gaat over je voorbereiden op je externe stageplek. Je bereidt je voor op de eerste keer dat je met je begeleider naar je stageplek gaat. Je leert hoe belangrijk een eerste indruk is. En hoe je een goede indruk kunt maken. Je gaat nadenken over jouw talenten en interesses. Je leert wat een visitekaartje is. En je gaat zelf een visitekaartje maken. Weet je? De eerste indruk is: alles wat je ziet en hoort wanneer je iemand voor de eerste keer ontmoet. Wat zie je bij de eerste indruk? Als je iemand voor het eerst ontmoet maak je een eerste indruk. De ander beoordeelt jou op hoe jij overkomt. En jij beoordeelt de ander op hoe die op jou overkomt. Je ontmoet iemand voor de eerste keer. Je ziet: het uiterlijk: Hoe ziet iemand eruit en welke kleding heeft hij of zij aan? de houding: Hoe staat of zit iemand? de lichaamstaal: Wat laat iemand zien met zijn houding en bewegingen? 6
Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage Opdracht 1 Maken de mensen op de foto s een goede of een slechte indruk? Leg uit waarom je dat vindt. 7
Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage Opdracht 2 Deze opdracht doe je met de hele groep. In tweetallen speel je een ontmoeting. De groep kijkt naar jullie. Het lijkt of het geluid van de televisie uitstaat. Je mag geen geluid maken! Kies samen welke ontmoeting jullie gaan spelen. Of bedenk zelf een ontmoeting. Kies ook of je speelt dat je een goede of een slechte eerste indruk maakt. Ontmoeting 1: Ontmoeting 2: Ontmoeting 3: Ontmoeting 4: Ontmoeting 5: Er komt een nieuwe leerling in de groep. Je ontmoet elkaar op de gang. Je tante heeft een nieuwe vriend. Je ontmoet elkaar op haar verjaardag. Er komt een nieuwe speler in je sportteam. Je ontmoet elkaar in de kleedkamer. De koning bezoekt jullie school! Je ontmoet hem in de klas. Je maakt kennis met je begeleider op je stageplek. Je ontmoet hem in een kantoor. Na afloop zegt de groep of jullie een positieve of een negatieve indruk hebben gegeven. Wat hoor je bij de eerste indruk? Bij de eerste indruk let je niet alleen op uiterlijk, houding en lichaamstaal. Je let ook op de stem. Je spreekt iemand voor de eerste keer. Je hoort: hoe de stem klinkt: een harde of zachte stem, een hoge stem, een lage stem hoe iemand praat: duidelijk, onduidelijk, vriendelijk, kortaf wat iemand zegt: beleefd of onbeleefd, interessant of saai, belangrijk of onbelangrijk. Opdracht 3 Deze opdracht doe je met iemand anders. Je gaat oefenen om op verschillende manieren iets te zeggen. Je doet dat om de beurt. Als je aan de beurt bent, kies je hoe je iets gaat zeggen. Kies uit de volgende manieren: vrolijk - boos - verdrietig - verlegen - brutaal - keurig - verveeld - stoer. De ander probeert te raden hoe je het zegt. Probeer het ook eens met je ogen dicht te raden. Is dat makkelijker of moeilijker? Hoe komt dat denk je? 8
Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage Opdracht 4 Wat hoort bij de eerste indruk? Kruis het goede antwoord aan. b Iemand kan goed koffie inschenken. b Iemand heeft een vlek in zijn shirt. b Iemand heeft blond haar. b Iemand is niet goed te verstaan. b Iemand houdt van drop. b Iemand zit onderuitgezakt. b Iemand heeft een nette jurk aan. b Iemand kijkt je aan. b Iemand draagt een bril. b Iemand kan goed voetballen. Opdracht 5 Heb je pas geleden iemand voor het eerst ontmoet? Weet je nog wie dat was en waar dat was? Wat was je eerste indruk van deze persoon? Ik vond hem of haar, want ja/nee Een goede eerste indruk maken Wanneer je iemand voor de eerste keer ontmoet, krijgt deze persoon ook een eerste indruk van jou. Het is belangrijk dat je een positieve eerste indruk maakt. Dat doe je zo: Je kijkt iemand aan. Je praat duidelijk. Je ziet er verzorgd uit. Je hebt een positieve uitstraling. Je luistert goed. Je lichaamstaal is positief. Opdracht 6 Morgen ga je voor het eerst naar je nieuwe stageplek. Wat kun je de avond van tevoren al klaarleggen? 9
Hoofdstuk 1 Voorbereiden op je externe stage Opdracht 7 Met je begeleider ga je voor de eerste keer naar je stageplek. Je wilt een goede indruk maken. Vul de goede woorden in. Kies uit: vlekken schoon rechtop gewassen gaten vriendelijk gekamd gepoetst Ik heb mijn haar Ik heb mijn tanden Mijn kleren zijn In mijn broek zitten geen Op mijn shirt zitten geen Ik loop Ik kijk en Visitekaartje Mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten geven elkaar vaak een kaartje. Daar staat hun naam op, hun beroep, hun telefoonnummer en adres. Soms ook wat ze goed kunnen. Zo n kaartje heet een visitekaartje. Visitekaartje. 10