Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Vergelijkbare documenten
Fauna en wet Natuurbescherming

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Wet natuurbescherming

Documentnummer: Page 1 of 11

Statenmededeling. Implementatie Wet natuurbescherming: uitgangspunten voor Verordening natuurbescherming. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)

Bomen over de Wet natuurbescherming

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht. Juni 2016,

Bijlage 1 bij Statenvoorstel 81/16A Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

NOTITIE UITVOERINGSKADER WET NATUURBESCHERMING

subparagraaf Vrijstellingen van verboden ten aanzien van soorten

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beheerplannen in de praktijk

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Omgevingsverordening Gelderland vanwege vaststelling Natuurparagraaf

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Wet natuurbescherming: soortenbescherming in vogelvlucht

Wet natuurbescherming: hoofdlijnen soortenbescherming

Provinciale taken wet Natuurbescherming. November 2017, Jean-Paul de Poorter

Implicaties nieuwe Wet Natuurbescherming op (lang)lopende projecten. Alice Esmeijer-Liu 3 maart 2016

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening faunabeheer Noord-Holland.

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Voorwoord. 1 Overzicht van het internationale natuurbeschermingsrecht 1

Jacht en de positie van provincies onder de nieuwe Wet natuurbescherming

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

De Wet natuurbescherming

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

ZUID 22 SEP2016. provinoe H OLLAND. Lid Gedeputeerde Staten. Aan de leden van Provinciale Staten. memo Wet natuurbescherming. Geachte Statenleden,

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Overzicht van internationale context van de materiële voorschriften van het wetsvoorstel natuurbescherming. Behorende bij het antwoord op vraag nr.

Nota faunabeheer Noord-Brabant

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wet natuurbescherming

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

Conceptnota Faunabeheer Noord-Brabant

Faunabeheereenheid Limburg

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule

Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Toelichting Verordening natuurbescherming provincie Groningen

Faunabeheereenheid Limburg

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Gewijzigd Statenvoorstel

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

Cursus ontheffingverlening soortenbescherming onder de Wet natuurbescherming - introductie

16e wijzigingstranche Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (implementatie Wet natuurbescherming)

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Presentatie vernieuwing natuurwetgeving. Sander Hunink

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 13 september 2016, PZH (DOS );

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Vaststelling Verordening Wet natuurbescherming Zeeland 2017

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?

Grip op ecologische risico s met de Ecologische Kosten-Baten Analyse Aukje Beerens (ARCADIS)

Transitie naar Wet natuurbescherming Platform Natuur in de Gemeente - sessie Marieke Kaajan

PROVfNOALE STATLi«; VAN OVERIJSSEL Re9nr. PV)Zöl& l^c. Dat. ontv.: 2 4 FEB 2016

Soortenbescherming onder de Flora- en faunawet en de Wet natuurbescherming: wat gaat er in de praktijk veranderen?

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K.van Viegen (PVDD) (d.d.15 januari 2013) Nummer Onderwerp Natuurcompensatie

Actualiteitendag agrarisch recht natuurbescherming. 12 januari 2018 Franca Damen

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming

1 BKL: Besluit Kwaliteit Leefomgeving; BAL: Besluit Activiteiten Leefomgeving; OB: Omgevingsbesluit. Consultatieversie 21 november 2016

Onderzoek flora en fauna

Faunabeheereenheid Overijssel

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Actualiteiten natuurregelgeving 6 oktober 2016

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Belangrijkste punten uit de Wet natuurbescherming. Voorlichting folder NOJG inzake wet Natuurbescherming. Tussentitel Xxxx.

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Overijssel Vaststelling hoofdstuk 7 Omgevingsverordening Overijssel 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

omgevingsdienst HAAGLANDEN

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Actualiteiten Natuurbeschermingsrecht Vereniging voor Milieurecht Marieke Kaajan ENVIR Advocaten

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsneutrale Wijzigingsverordening Hoofdstuk 3 Natuur van de Omgevingsverordening Limburg 2014

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Transcriptie:

Bijlage 1 bij Statenmededeling Implementatie Wet natuurbescherming: Uitgangspunten voor de Verordening natuurbescherming Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden 1. Uitgangspunten voor Natura 2000 Natura 2000 - Uitgangspunten Verordening natuurbescherming 1 Beleidsneutraal: - Verordening stikstof en Natura 2000; - Vrijstelling van de vergunningplicht voor beweiden en bemesten; - Vrijstelling van de vergunningplicht voor beregening uit grondwater. 2 Nieuw: n.v.t. Samenvattende tabel onderdeel Natura 2000 Op basis van de huidige Natuurbeschermingswet 1998, zijn Provinciale Staten bevoegd algemene regels te stellen om verslechtering van de kwaliteit van de door voor stikstof gevoelige habitats in een Natura-2000 gebied te voorkomen en de in de beheerplannen beschreven resultaten te verwezenlijken. Deze bevoegdheid blijft ongewijzigd. De op basis hiervan vastgestelde Verordening stikstof zal daarom technisch geïntegreerd worden in de Verordening natuurbescherming. De beoogde beleidsherziening zal via een separaat traject verlopen. Provinciale Staten zijn tevens bevoegd ten aanzien van andere aspecten dan stikstof algemene regels te stellen ter bescherming Natura 2000-gebieden. Uitgangspunt is dat hiervan op korte termijn (tot 1 januari 2017) geen gebruik gemaakt zal worden. Nieuw in de Wnb is dat Provinciale Staten via een verordening vrijstelling kunnen verlenen van de vergunningplicht als op voorhand kan worden uitgesloten dat deze activiteiten de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000- gebied kunnen aantasten. Uitgangspunt is dat we de huidige vrijstellingen beleidsneutraal integreren in de Verordening natuurbescherming. Dit betreft twee vrijstellingen: 1. Vrijstelling voor beweiden en bemesten In 2016 heeft het rijk een vrijstelling voor beweiden en bemesten vastgesteld. Deze vrijstelling geldt momenteel landelijk en is met instemming van de provincies door het rijk vastgesteld. De onderbouwing voor deze vrijstelling is ontleend aan de PAS. Om administratieve en bestuurlijke lastenverzwaring te voorkomen is het

uitgangspunt om de vrijstelling te continueren en beleidsneutraal over te nemen in de Verordening natuurbescherming. 2. Vrijstelling voor beregening uit grondwater In 2014 hebben de waterschappen nieuw en flexibeler beregeningsbeleid vastgesteld. Dit nieuwe beregeningsbeleid van de waterschappen is tot stand gekomen op basis van een passende beoordeling. Omdat hiermee aan de eisen van de huidige Natuurbeschermingswet 1998 werd voldaan, hebben Gedeputeerde Staten in 2014 een beleidsregel vastgesteld, die samengevat inhoudt dat als agrariërs beregen conform het door de waterschappen vastgestelde beregeningsbeleid, een vergunning in het kader van natuur niet vereist is. Omdat Provinciale Staten op basis van de Wnb bevoegd zijn, vrijstelling te verlenen voor activiteiten, is het wenselijk dat de beleidsregel wordt geïntegreerd in de Verordening natuurbescherming en dat hiermee de huidige vrijstelling wordt gecontinueerd. In het Provinciaal Milieu- en Waterplan is opgenomen dat wij ons als verantwoordelijke voor het strategisch grondwaterbeleid commitment hebben gegeven aan dit nieuwe beregeningsbeleid van de waterschappen. Dit onder de voorwaarde dat het geen verdrogend effect heeft op de ecologische waarden in de Natura 2000- gebieden en de natte natuurparels. 2. Soortenbescherming Soorten - Uitgangspunten Verordening natuurbescherming 1 Beleidsneutraal: grotendeels overnemen van huidige vrijstellingen van het rijk 2 Nieuw: - Voor een beperkt aantal rode-lijst soorten die landelijk in een ongunstige staat van instandhouding verkeren, geldt dat deze op basis van de criteria uit de Wnb niet langer vrijgesteld kunnen worden; - Voor een soort die momenteel niet onder de landelijke vrijstelling valt, geldt dat deze vanwege de landelijk gunstige staat van instandhouding wel vrijgesteld kan worden; - GS kunnen de lijst met soorten waarvoor een provinciale vrijstelling geldt wijzigen. Samenvattende tabel onderdeel soorten Provinciale Staten zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor het doden, vangen en verstoren van beschermde soorten in relatie tot bepaalde in de wet genoemde belangen. Het gaat hierbij om soorten die overal kunnen voorkomen, ook buiten natuurgebieden zoals in stedelijk gebied. Het kan hierbij gaan om ruimtelijke ingrepen (zoals de aanleg van wegen, windmolenparken of bouw- en sloopwerkzaamheden) en bestaand gebruik en onderhoud (zoals natuurbeheer en landbouw). 2/6

Uitgangspunt bij het verlenen van vrijstellingen is om dit zo beleidsneutraal mogelijk te doen. Dat wil zeggen dat de vrijstellingen die momenteel gelden op basis van de huidige Flora- en faunawet zo veel mogelijk gecontinueerd worden. Een wettelijke eis hierbij is dat vrijstellingen alleen mogelijk zijn als zeker is dat de gunstige staat van instandhouding van de dier- en plantensoorten niet in het geding is. Alterra heeft onderzocht of de huidige vrijstellingslijst gecontinueerd kan worden. Dit is grotendeels het geval. Enkele soorten die momenteel nog landelijk zijn vrijgesteld betreffen rode lijst soorten waarbij de populatie afneemt (bunzing, wezel, hermelijn). Voor deze soorten is het uitgangspunt om deze betere bescherming tegen o.a. ruimtelijke ingrepen te bieden en deze daarom niet langer vrij te stellen. Bij een overtreding van verbodsbepalingen is dan een ontheffing nodig. Voor soorten die op basis van de huidige landelijke regelgeving niet zijn vrijgesteld, maar die landelijk in een gunstige staat van instandhouding verkeren, zullen we aanvullend vrijstellen. Dit betekent dat de vrijstellingslijst kan worden uitgebreid met het wild zwijn. 3. Faunabeheer (jacht, populatiebeheer en schadebestrijding) Faunabeheer - Uitgangspunten Verordening natuurbescherming 1 Beleidsneutraal: 1 Algemene eisen aan de Faunabeheereenheid zoals de omvang van het werkgebied en de loketfunctie van de FBE; 2 Algemene eisen aan de inhoud van het Faunabeheerplan zoals die nu gelden op basis van landelijke regelgeving; 3 Vrijstelling voor het verstoren van bepaalde beschermde diersoorten; 4 Toestaan van één-op-één beheermethode voor wilde zwijnen; 5 Eisen aan het indienen van een verzoek om tegemoetkoming in schade. 2 Nieuw: 1 Uitbreiding vrijstellingsmogelijkheden voor doden van schadeveroorzakende dieren en overlastbestrijding. Deze bevoegdheden worden vooralsnog, vanwege het ontbreken van een noodzaak, momenteel echter nog niet benut; 2 Eisen aan het bestuur van de Faunabeheereenheid; 3 Aanwijzing van middelen waarmee diersoorten verstoord, gevangen of gedood mogen worden (vooralsnog alleen middelen voor het doden van de woelrat) 4 Eisen aan Faunabeheerplan, onderdeel jacht; 5 Eisen aan Wildbeheereenheden; 6 Delegatiebepaling voor GS, zodat GS indien noodzakelijk tijdig kunnen ingrijpen via een wijziging van de bijlage. Samenvattende tabel onderdeel Faunabeheer 3/6

De positie van de Faunabeheerheid is in de Wnb versterkt. Nieuw in de Wnb is dat in het bestuur van de Faunabeheereenheid niet alleen jachthouders vertegenwoordigd moeten zijn, maar ook maatschappelijke organisaties. Dit vergroot een transparante aanpak. Ook de rol van het door de Faunabeheereenheid op te stellen Faunabeheerplan wordt groter omdat deze niet alleen voorziet in de beschrijving van een planmatige aanpak voor populatiebeheer, maar in een samenhangende beschrijving van populatiebeheer, schadebestrijding en de uitoefening van de jacht. Provinciale Staten kunnen eisen stellen aan de Faunabeheereenheid, het Faunabeheerplan en de Wildbeheereenheden. Daarnaast zijn Provinciale Staten, net als op basis van de huidige regelgeving, bevoegd vrijstelling te verlenen voor verbodsbepalingen. Beleidsneutrale uitgangspunten In de nieuwe Verordening zullen we de huidige provinciale en de per 1 januari 2017 te vervallen landelijke regelgeving beleidsneutraal integreren in de Verordening natuurbescherming. Dit betekent dat de algemene eisen die nu landelijk aan de Faunabeheereenheid en het Faunabeheerplan zijn gesteld beleidsneutraal zullen overnemen. Dit geldt ook voor de huidige provinciale Vrijstellingsverordening ex art 65 Flora- en faunawet. Kanttekening hierbij is dat op basis van de Wnb een aantal verbodsbepalingen niet langer van toepassing zijn en de noodzaak (en de mogelijkheid) voor een provinciale vrijstelling daardoor ontbreekt. Dit betekent dat de nieuwe vrijstellingslijst aanzienlijk korter zal zijn dan de huidige vrijstellingslijst zonder dat dit leidt tot een administratieve of bestuurlijke lastenverzwaring. Tot slot is een nieuw element in de Wnb dat PS bij verordening de één-op-één beheermethode 1 voor wilde zwijnen kunnen toestaan. Gedeputeerde Staten kunnen deze methode nu, onder voorwaarden, toestaan. Uitgangspunt is om dit te continueren onder de voorwaarde dat deze methode conform een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd Faunabeheerplan wordt uitgevoerd. Tot slot wordt voorgesteld de eisen die het Faunafonds momenteel stelt aan het indienen van een verzoek om tegemoetkoming in schade beleidsneutraal over te nemen. Nieuwe onderdelen Een belangrijk uitgangspunt in de Wnb is dat in het bestuur van de faunabeheereenheid maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn die het doel behartigen van een duurzaam beheer van populaties. Uitgangspunt bij de voorbereiding van de Verordening natuurbescherming is dat het een primaire verantwoordelijkheid is van het bestuur van de Faunabeheereenheid om zorg te dragen voor een brede, maatschappelijke samenstelling. Voornemen is wel om een bestuursreglement verplicht te stellen dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft. 1 Methode waarbij één persoon dieren opzettelijk verontrust met het oogmerk deze dieren binnen het schootsveld van één geweerdrager te drijven, opdat deze de dieren kan doden, en waarbij geen hond wordt ingezet. 4/6

De landelijke eisen die op basis van de huidige landelijke regelgeving aan de inhoud van een faunabeheerplan zijn gesteld, worden in de Verordening natuurbescherming grotendeels beleidsneutraal overgenomen. Een nieuw element in de Wnb is dat ook de jacht conform het faunabeheerplan moet worden uitgevoerd. Op basis van de Wnb zijn jachtaktehouders verplicht gegevens aan de Faunabeheereenheid te verstrekken over de aantallen dieren die zij hebben gedood en de aan de jachthouder gerichte verplichting tot het handhaven van een redelijke wildstand. Voornemen is om op deze aspecten nadere invulling te geven in de Verordening natuurbescherming, waarbij wordt opgemerkt dat de Provinciale Staten niet bevoegd zijn de jacht te verbieden of te beperken. Een nieuwe verplichting op basis van de Wnb is dat bij het verlenen van vrijstellingen ook de middelen, installaties of methoden aangewezen dienen te worden waarmee dieren mogen worden gevangen of gedood. Bij de aanwijzing van die middelen zal rekening worden gehouden met het zoveel mogelijk beperken van nadelige gevolgen voor het welzijn van dieren. De mogelijkheid om vrijstelling te verlenen in overlastsituaties binnen de bebouwde kom is ook nieuw ten opzichte van de huidige regelgeving. Uitgangspunt voor de Verordening natuurbescherming is dat gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling op basis van een door de gemeente vast te stellen soortenbeheerplan dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft. Om de Verordening natuurbescherming toekomstbestendig te maken, is het uitgangspunt dat in de Verordening natuurbescherming de kaders op hoofdlijnen staan. De uitwerking van deze kaders wordt grotendeels opgenomen in de bijlagen bij de verordeningen die Gedeputeerde Staten kunnen wijzigen. Dit betreft de aanwijzing van soorten die ter bescherming van bepaalde belangen (zoals voorkoming van landbouwschade of overlast) opzettelijk verontrust of gedood mogen worden, de aanwijzing van middelen en methoden waarmee dieren verstoord, gevangen of gedood mogen worden en de voorschriften die daarbij gelden. Op dit moment is er geen aanleiding de huidige vrijstellingen uit te breiden. 4. Houtopstanden Houtopstanden - Uitgangspunten Verordening natuurbescherming 1 Beleidsneutraal: overnemen van huidige uitvoeringsregelgeving rijk. 2 Nieuw: twee nieuwe vrijstellingen: - Vellingen op oevers van natuurlijke vennen; - Vellingen indien noodzakelijk voor uitvoering van een werk, én mits planologische compensatie is vereist o.b.v. Verordening Ruimte. Samenvattende tabel onderdeel Houtopstanden Het rijk heeft de huidige Boswet grotendeels beleidsneutraal geïntegreerd in de Wnb. Vanuit het principe decentraal-tenzij komt de uitvoeringsregelgeving van 5/6

het rijk te vervallen. Deze bevoegdheid wordt gedecentraliseerd aan provincies. Dit betekent dat PS de volgende verordenende bevoegdheden krijgen: - stellen van eisen aan de wijze waarop meldingen voor het vellen van houtopstanden moeten worden ingediend bij Gedeputeerde Staten; - stellen van eisen aan de wijze waarop men aan de herplantverplichting moet voldoen; - stellen van eisen aan de mogelijkheden voor een ontheffing van de meldings- en herplantplicht (bijvoorbeeld in het kader van omvorming van bos naar een ander natuur(doeltype) zoals heide). Omdat de huidige uitvoeringsregelgeving van het rijk in de praktijk goed functioneert voor zowel initiatiefnemers als het bevoegd gezag (nu deels rijk en deels GS; o.g.v. Wnb volledig GS), is het uitgangspunt om de huidige uitvoeringsregelgeving zo beleidsneutraal mogelijk te integreren in de Verordening natuurbescherming. Van dit uitgangspunt wordt op twee punten afgeweken. Uitgangspunt is om twee onderdelen, waar in de huidige situatie nog een ontheffing voor nodig is, een vrijstelling op te nemen in de Verordening natuurbescherming. Dit betreft een vrijstelling voor: - het vellen van houtopstanden op oevers van natuurlijke vennen. - Het vellen van houtopstanden als dat noodzakelijk is voor het uitvoeren van een werk, zoals de aanleg van een weg, mits daarvoor planologische compensatie is vereist op basis van de Verordening Ruimte 2014. 6/6