Kennis voor de samenleving

Vergelijkbare documenten
Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

2 Chinese Borden Elizabeth Koier, Barend van der Meulen, Edwin Horlings, Rosalie Belder. Rathenau Instituut

Keuzes voor de toekomst van de Nederlandse wetenschap

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN)

Chinese borden Universiteiten in en uit balans

constaterende dat, er aan universiteiten en hogescholen relatief veel mensen op basis flexcontracten werken;

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

D e n H a a g 2 mei T e l e f o o n n u m m e r E - m a i l

Tweede Kamer der Staten-Generaal

studenten die gekozen hebben voor een studie aan deze Universiteit.

Samenvatting. Samenvatting 9

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

Overzicht van onderzoeken door externe partijen (niet OCW of Inspectie) die impact hebben op de universiteiten Laatst bijgewerkt 26/04/16

Voorpublicatie Totale Onderzoek Financiering (TOF)

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Stimulering Europees Onderzoek

Reactie op Wetenschapsvisie 2025

Strategie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Profiel NWO. Voorzitter

Het Bedrijfslevenbeleid

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 26 februari 2018 Betreft Impuls voor toegepast onderzoek

Jaarcongres KIVI NIRIA Presentatie Alexander Rinnooy Kan Lid Innovatieplatform

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Totale Investeringen in Wetenschap en Innovatie

Profiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

Speech Thom de Graaf 25 augustus 2016 (lancering Onderzoek met impact) Kunt u zich na het voorbeeld van het mooie onderzoek van Cas Damen met het

Factsheet innovatiebeleid

HU GERICHT IN BEWEGING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Jane in de universitaire jungle

Vormgeving van samenwerking binnen praktijkgericht onderzoek

Begroting 2012 en 2013 Meta-data Monitor streefdoelen wetenschap

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda. Den Haag, maart 2019 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Kennismaking FIN SGF 3 september Beleid SGF Tom Oostrom, voorzitter

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 3 maart 2014 Betreft Uitwerking Begrotingsafspraken 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling

VISIETEKST POSTDOCTORAAL LOOPBAANBELEID EN LOOPBAANBEGELEIDING AAN DE UGENT

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2019 (hoofdstuk VIII) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN)

Toelichting op de NWO-bijdrage Topsectoren

Samenvatting. Balans van de topsectoren

Geachte dames en heren,

Advies Universiteit van Tilburg

Stimulering Europees Onderzoek

DE SECTORALE AANPAK VOOR HET VERSTERKEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK & ONDERWIJS VOOR DE MAATSCHAPPIJ

Nederland: de Maritieme Wereldtop

AWTI-werkprogramma 2018

AWTI-werkprogramma 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

rendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies

Samenvatting. Verwevenheid van onderzoek en hoger onderwijs 5

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting)

ALLOCATIEMODEL VERDELING RIJKSBIJDRAGE 2017 CREATING TOMORROW

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

INTERREG en kennisinstellingen Een succesvolle combinatie? Theo Miljoen en Benne Otten

Drijfveren van onderzoekers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Talent in eigen hand. De positie van jonge wetenschappers in Nederland. december 2006

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Onze visie INTERNATIONALE ONDERZOEKSUNIVERSITEIT

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

vra2007ocw Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid LIJST VAN VRAGEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Annick de Vries Rathenau Instituut

Agendabrief Topsectoren 2017 Verbinden om te vernieuwen

De voorzitter: Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Er zijn vijf deelnemers aan dit debat, van wie er twee gaan spreken.

rijksbijdrage. [1] In het sectorakkoord wo is afgesproken dat deze zogenoemde 2% profileringsmiddelen (welke geen

Het creëren van een innovatieklimaat

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

STRATAEGOS CONSULTING

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

Wetenschapsakkoord. Jos Engelen. Voorzitter algemeen bestuur NWO

Profiel NWO. Wetenschappelijke leden raad van bestuur, toekomstig domeinvoorzitters

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verslag van uitgeoefende activiteiten in Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut

Vitale Delta. AnneLoes van Staa namens alle leidende lectoren Adviesraad Vitale Delta 25 juni 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

7 januari Beste Collega s en studenten,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

28753 Publiek-private samenwerking Bedrijfslevenbeleid. Brief van de minister van Economische Zaken

Profiel. Universiteit Leiden. Vice-Rector Magnificus/lid college van bestuur

Transcriptie:

Kennis voor de samenleving Acht opties voor verbreding van het wetenschapsbeleid Bericht aan het Parlement Nederland is een kennissamenleving. Wetenschappelijke kennis, expertise en opleiding zijn cruciaal voor welvaart en welzijn. Het wetenschapsbeleid heeft daarom drie doelen: excellente wetenschap, ruimte voor talent en impact van wetenschap. Het beleid is in veel opzichten succesvol. Maar de druk op onderzoekers is groot en impact is moeilijk. Dit komt door de sterke focus op excellentie, door competitie om onderzoeksgeld, en bezuinigingen op toegepast onderzoek. Het is opvallend dat het beleid zich vrijwel uitsluitend richt op de universiteiten. Daarmee wordt een belangrijk deel van de capaciteit van het onderzoekssysteem genegeerd en neemt de druk op de universiteiten toe. We presenteren acht opties om het wetenschapsbeleid te verbreden naar het hele onderzoekssysteem, rekening te houden met verschillen tussen kennisinstellingen en de druk op de universiteiten te verminderen.

BAP Kennis voor de samenleving 25 mei 2018 2 Achtergrond In 2014 bracht de regering een nieuwe visie wetenschapsbeleid uit, met daarin drie doelstellingen voor 2025: excellente wetenschap, ruimte voor talent en maximale maatschappelijke impact. Ook werd besloten om de onderzoeksfinancieringsorganisatie NWO te reorganiseren. Het beleid gericht op de eerste doelstelling, excellente wetenschap, is ingezet in de jaren 90. Het heeft ertoe geleid dat Nederland, met weinig investeringen in R&D in vergelijking met andere landen, internationaal een sterke positie heeft. Het talentbeleid, gericht op de tweede doelstelling, helpt daaraan mee via onderzoekscholen, de Vernieuwingsimpuls van NWO en de European Research Council. Het succes komt ook door de sterkere competitie tussen jonge wetenschappers om onderzoeksplaatsen en -financiering. Daardoor ervaren deze dat er ondanks het talentbeleid juist minder ruimte voor hen is. In het maatschappelijke debat is veel aandacht voor werkdruk en competitiedruk. Tegelijkertijd blijven de directe R&D-uitgaven van de rijksoverheid voor universiteiten en universitair medische centra stijgen. Tabel 1: Directe R&D-uitgaven rijksoverheid, uitgesplitst naar ontvanger, 2016-2022, in miljoenen euro* 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2022 o.b.v. Index 2016 = 100 Onderzoeksbekostiging HO 2.768 2.845 2.836 2.848 2.870 2.895 2.917 105 - NWO hoofdbekostiging 454 439 458 457 412 455 457 101 - NWO overig 280 277 280 276 275 270 270 96 - ZonMw 119 140 150 143 136 122 111 93 - KNAW 66 69 69 69 69 69 69 104 - Internat.instellingen OCW 91 97 97 97 97 97 97 107 Subtotaal 3.778 3.867 3.890 3.890 3.859 3.908 3.921 104 - Programmafin. TNO 182 177 172 168 168 168 168 92 - Programmafin. GTI's 63 57 55 55 55 55 55 88 - DLO 147 142 127 123 122 122 123 83 Subtotaal TO2-Instituten 392 376 354 345 345 345 345 88 Overige uitgaven departementen 756 865 822 813 816 807 786 104 Totaal 4.926 5.107 5.066 5.048 5.020 5.060 5.052 103 *Bron: Overzicht Totale investeringen in Wetenschap en Innovatie (TWIN) 2016-2022. Den Haag: Rathenau Instituut, 2018. NWO heeft recent haar nieuwe strategie uitgebracht waarin ze oplossingen probeert te vinden voor de aanvraagdruk die de sterke competitie veroorzaakt. Ook start ze een financieringsprogramma voor de uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda. Dit wordt vooralsnog alleen vanuit het ministerie van OCW gefinancierd. Hiermee is een bedrag gemoeid tot 400 miljoen extra per jaar vanaf 2020. Echter, de uitgaven aan wetenschap en innovatie als percentage van het bruto nationaal product (bnp) dalen van 0,70% in 2016 naar 0,66% in 2022.

BAP Kennis voor de samenleving 25 mei 2018 3 Tabel 2: Totale uitgaven wetenschap en innovatie als % van het BNP* 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 R&D overheid inclusief Regeerakkoord (in miljoenen ) R&D overheid inclusief Regeerakkoord (als % bnp) 4.926 5.107 5.306 5.408 5.420 5.460 5.452 0,70 0,70 0,69 0,68 0,67 0,67 0,66 *Bron: Overzicht Totale investeringen in Wetenschap en Innovatie (TWIN) 2016-2022. Den Haag: Rathenau Instituut, 2018. Het beleid gericht op de derde doelstelling, om meer maatschappelijke impact te realiseren, heeft nog niet geleid tot stabiele resultaten. Ten eerste wordt van universiteiten verwacht dat ze naast het fundamenteel onderzoek en het onderwijs ook meer tijd besteden aan het realiseren van maatschappelijke impact. Universitaire onderzoekers blijken daar in de praktijk weinig tijd voor te hebben. Ten tweede gaan overheidsinvesteringen in universitair onderzoek gepaard met bezuinigingen op publieke kennisinstellingen. Ten derde gaat de ontwikkeling van lectoraten aan hogescholen langzaam. De ervaring en taak van hogescholen en publieke kennisinstellingen om impact te realiseren, worden in het wetenschapsbeleid nauwelijks gebruikt. Kenmerkend voor het Nederlands onderzoeksbeleid is de kloof tussen het wetenschapsbeleid en het beleid voor toegepast onderzoek. Het wetenschapsbeleid en het publieke debat focussen op de rol van de 13 onderzoeksuniversiteiten. Daarmee wordt maar 60% van het Nederlandse kennisecosysteem benut voor het realiseren van de verschillende doelstellingen. Ons onderzoek Naar aanleiding van de Wetenschapsvisie 2025, maakten we eerder op verzoek van de Tweede Kamer een analyse en langetermijnagenda voor het wetenschapsbeleid. Deze agenda is gebaseerd op onderzoek, gesprekken met stakeholders, en een scenariostudie over de toekomst van de universiteiten. In de afgelopen jaren heeft het Rathenau Instituut diverse aanvullende studies uitgevoerd die van belang zijn voor deze strategische kwesties. Strategische kwesties voor de Nederlandse wetenschap 2025* 1. Hoe kunnen de universiteiten, hogescholen en kennisinstituten hun publieke functie behouden? 2. Hoe kunnen we onderzoekssamenwerking tussen verschillende partijen het beste organiseren om impact te hebben, bijvoorbeeld binnen topsectoren, regionale hotspots of rond maatschappelijke uitdagingen? 3. Hoe kunnen instellingen internationaal leidend blijven of worden? 4. Hoe moeten universiteiten, hogescholen en kennisinstituten zich positioneren op Europees niveau: samenwerken met zusterinstellingen, de concurrentie aangaan of een andere taakverdeling? 5. In welke mate moeten we vasthouden aan het onderscheid tussen hogescholen, universiteiten en instituten? 6. Hoe realiseren we zwaartepuntvorming en profilering? 7. Welke rol moet NWO spelen in het wetenschapssysteem? 8. Welke rol heeft de nationale overheid in het wetenschapssysteem? 9. Hoe kunnen we talent van studenten en medewerkers ontplooien en benutten? *Bron: Keuzes voor de toekomst van de Nederlandse wetenschap, rapport voor de Tweede Kamer, 2015, Den Haag: Rathenau Instituut.

BAP Kennis voor de samenleving 25 mei 2018 4 Resultaten van onze studies 1. Het beleid om de impact van wetenschap te vergroten heeft nog niet geleid tot stabiele beleidsinstrumenten. Relatief veel aandacht gaat nu uit naar het beoordelen van impact bij individuele onderzoeksaanvragen en -evaluaties. Er is nauwelijks aandacht voor onderzoek gericht op impact. Expertise hiervoor buiten de universiteiten, aanwezig bij publieke kennisorganisaties, wordt nauwelijks benut (strategische kwestie 2 en 4). 2. De ontwikkeling van de lectoraten verloopt traag. De lectoraten zijn nauwelijks ingebed in het onderwijs. Er is in Nederland geen visie op de verdere ontwikkeling van de onderzoeksfunctie van hogescholen (strategische kwestie 2 en 5). 3. Publieke kennisorganisaties hebben vanuit hun opdracht veel expertise in het realiseren van impact van wetenschap. Met de 200 miljoen extra investeringen in toegepast onderzoek komt er een einde aan de bezuinigingen bij deze instellingen, maar dat leidt nog niet tot meer geld voor toegepast onderzoek, vanwege bezuinigingen bij andere ministeries (strategische kwesties 2, 5 en 8). 4. Het Nederlandse wetenschapssysteem is internationaal vooraanstaand. In internationale rankings staan de Nederlandse universiteiten hoog. Nederlandse onderzoekers verwerven relatief veel beurzen bij de European Research Council. Er is evenwicht in het wetenschappelijk talent dat vertrekt naar het buitenland en vanuit het buitenland hierheen komt (strategische kwesties 3 en 4). 5. De bekostiging van het universitaire onderzoek is sterk afhankelijk van competitieve financiering, waarbij NWO en het Europese Kaderprogramma H2020 de belangrijkste bronnen zijn. De mogelijkheden van universiteiten om strategische investeringen te doen zijn beperkt, omdat een groot deel van de eerste geldstroom opgaat aan zogenoemde matchingskosten: indirecte kosten die door NWO en het Kaderprogramma niet gedekt worden (strategische kwesties 4 en 7). 6. Het beleid voor excellent onderzoek heeft geleid tot concentratie van onderzoeksmiddelen, en tot inhoudelijke zwaartepunten in het onderzoek. Er zijn instituten en onderzoeksgroepen ontstaan rond excellente onderzoekers, die langdurig competitieve financiering aantrekken (strategische kwestie 6 en 7). 7. De Nederlandse overheid wil aansluiten bij de ambities van Europa om de onderzoeksintensiteit te verhogen (strategische kwestie 8). Daartoe is de ambitie geformuleerd om door te groeien naar een R&D-intensiteit van 2,5% van het bnp (nu 2,03%). Die groei komt er vooralsnog niet. Ook met de intensiveringen van het regeerakkoord zal er sprake zijn van een daling van het overheidsdeel van die R&Dintensiteit. In plaats van jaarlijks 400 miljoen extra is er jaarlijks 1,9 miljard extra nodig van de overheid om de ambities waar te maken. 8. De promotie heeft zich de facto ontwikkeld van een opleiding tot academisch onderzoeker, naar een academische opleiding tot onderzoeker: 70% van de gepromoveerden vindt werk buiten de academie, waarbij de kennis en vaardigheden verworven bij de promotie van belang zijn voor de functie (strategische kwestie 9).

BAP Kennis voor de samenleving 25 mei 2018 5 Minder druk, meer impact Om de doelen te halen van de wetenschapsvisie liggen er twee uitdagingen voor de komende jaren. 1. De eerste uitdaging is om de druk op wetenschappers, universiteiten en op NWO te verminderen. Zonder ingrijpen neemt deze verder toe, ten koste van de prestaties. Met de stijging van de middelen van NWO wordt de matchingsdruk op universiteiten groter. De kwaliteitsafspraken over het onderwijs en de stijging van studentenaantallen leiden tot meer onderwijstaken voor universitaire medewerkers. De aanvraagdruk bij NWO neemt niet af waardoor de kosten van de competitie toenemen en het voor NWO moeilijker wordt haar strategie goed uit te voeren. 2. De tweede uitdaging is om de publieke kennisorganisaties en hogescholen, die het realiseren van maatschappelijke impact als hun missie hebben, beter te betrekken bij het wetenschapsbeleid. Er is geen duidelijke nationale strategie voor de toekomst van het toegepaste en praktijkgerichte onderzoek, terwijl die nodig is om het beleidsdoel van maximale impact te halen. Acht opties voor verbreding van het wetenschapsbeleid Minder druk op universiteiten en meer impact van onderzoek worden mogelijk als het hele onderzoeksysteem benut wordt. Dan kan het kabinet een gedifferentieerder beleid voeren dat gebruik maakt van de verschillende missies en kwaliteiten van onderzoeksorganisaties. Hieronder acht opties die hieraan bijdragen. 1. Investeer in onderzoek aan hogescholen. Stimuleer hogescholen te investeren in praktijkgerichte, onderzoekintensieve opleidingen. Erken dat er ook beroepsgerichte opleidingen aan universiteiten zijn. 2. Ontwikkel in het wetenschapsbeleid een visie op de rol van TO2-instellingen, rijkskennisinstellingen en andere publiek kennisorganisaties en hun bijdrage aan internationale excellentie, impact van kennis en expertise en de opleiding van talent. 3. Sla een brug tussen de uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda, en de uitvoering van de kennisagenda s van topsectoren. Creëer en financier in dat kader programma s voor onderzoek en innovatie voor maatschappelijke uitdagingen zoals de overgang naar duurzame energieproductie en -consumptie, duurzame landbouw, en verantwoorde robotisering en digitalisering. Betrek andere overheden en ministeries bij de programmering én de financiering van het onderzoek. Maak in deze programma s ook gebruik van de expertise van publieke kennisorganisaties en hogescholen. 4. Differentieer in de structuur van het stelsel: ontwikkel een aantal echte Universities of Applied Science (universiteiten voor praktijkgericht onderzoek), gericht op professies waarvoor studenten geschoold moeten worden in praktijkgericht onderzoek en innovatie. Maak hiervoor ruimte in de volgende strategische agenda hoger onderwijs. Gebruik daarbij de ervaringen van andere Europese landen. 5. Differentieer in de sturing op universitair onderzoek. Accepteer dat niet iedereen boven anderen uitsteekt en stuur op excellentie voor wie echt uitstekend is en daarom extra financiering verdient. Creëer ook financieringsmogelijkheden voor andere onderzoekers. Dit kan bijvoorbeeld door de matchingsverplichting te verminderen en zo universiteiten meer ruimte te geven in de eerste geldstroom. Maak hiervoor ruimte in de volgende strategische agenda hoger onderwijs. 6. Differentieer in de financiering van het universitair onderzoek en breng meer variëteit in de koppeling tussen onderwijs en onderzoek. Dit kan door de bekostiging van universitair onderzoek minder afhankelijk te maken van studentenaantallen. Maak hiervoor ruimte in de volgende strategische agenda hoger onderwijs.

BAP Kennis voor de samenleving 25 mei 2018 6 7. Differentieer in universitair personeel: stimuleer universiteiten om in de aanstelling van personeel meer differentiatie aan te brengen en minder exclusief te selecteren op onderzoekscapaciteiten. Maak hiervoor ruimte in de volgende strategische agenda hoger onderwijs. 8. Breng de overheidsinvesteringen in onderzoek en de ambities voor een verhoging van onze R&D-intensiteit met elkaar in evenwicht. Gebruik de extra investeringen vooral voor de doelstelling meer impact te realiseren. Het Rathenau instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en technologie. We doen onderzoek en organiseren het debat over wetenschap, innovatie en nieuwe technologieën.