BESTUURS- EN MANAGEMENT ONDERSTEUNING HANDLEIDING WET DWANGSOM EN BEROEP BIJ NIET TIJDIG BESLISSEN

Vergelijkbare documenten
Handleiding Dwangsom bij niet tijdig beslissen Gemeente Hellevoetsluis

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (algemene versie)

Handleiding Wet dwangsom AANVRAAGfase

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In vervolg op [mijn brief / de hoorzitting] van [datum + evt. kenmerk] deel ik u het volgende mee.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (juridische versie)

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

Bijlage 2: De wetsveranderingen ten opzichte van de huidige Awb

Reglement bezwaarprocedure SVWN

KMS. Reglement klacht-bezwaar-beroep

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Awb Algemene wet bestuursrecht

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017

de Rechtspraak I I PER FAX

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

tegen een besluit Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker

Klachtenregeling studenten

Regeling klachten studenten HOOFSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Reglement Awb-bezwaarprocedure vrijstellingsverzoeken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid

Zienswijzen Er is een derde belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze te geven over de openbaarmaking van het document.

Klachtenreglement AZOMA (Ambulante Zorg Op Maat Amsterdam)

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332

Traagheid en stroperigheid bij bestuursorganen. Ermelo 10 oktober 2011 Mr B.K. Olivier

Klachtenregeling gemeentelijke ombudsman

Klachtenregeling Huis voor Klokkenluiders

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Klachtenregeling gemeente Schiedam

Leidraad voor het nakijken van de toets

de publiekrechtelijke beroepsorganisatie als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Advocatenwet;

Klachtenregeling Universiteit Twente

Klachtenreglement CIZ. Klachtenreglement CIZ - vastgesteld 31 december

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

Rapport. Datum: 16 mei 2003 Rapportnummer: 2003/124

Beslissing op bezwaar

Rapport. Datum: 12 september 2000 Rapportnummer: 2000/306

RAAD VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG

Skal-Reglement bezwaar

Regels gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid 2013

a. bestuur: de directie van P-Centrum Nederland B.V. b. betrokkene: degene op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft.

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Beslissing op bezwaar

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

2. Indienen van een aanvraag Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

Regeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Regeling klachtbehandeling werkzoekende/uitkeringsgerechtigde Senzer 2017

Referentie: Klachtenregeling Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Wilt u telefonisch informatie over de bezwaarschriftprocedure dan kan dat tijdens kantooruren via de telefoonnummers: of

REGLEMENT BEHANDELING KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Geschillencommissie 'Weer Samen Naar School' Wat als je er samen niet uit komt? Adres Geschillencommissie WSNS

cocensus Klachtenregeling Gemeenschappelijke Regeling Cocensus Versie: 01.2 Datum: 7 maart 2014 Klachtenregeling Cocensus Pagina 1

2 Bezwaar en administratief beroep

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen behandeling bezwaarschriften

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst. Hoogachtend,

De Vennootschap Onder Firma: EduLaw opleidingen VOF (hierna: EduLaw opleidingen),

Richtlijn klachtenprocedure Veiligheidsregio Brabant-Noord

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Bezwaarschriftenprocedure

Artikel 1 Definities. Artikel 2 Klachtrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:CRVB:2016:3297

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Klachten RvA

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

Rapport. Datum verzoek De Overijsselse Ombudsman ontving het verzoekschrift op 16 augustus Het betreft de gemeente Kampen.

Aankondiging van standaardverlenging termijn bij afdoening bezwaarschriften Gemeente Zaanstad Domein Bedrijfsvoering Afdeling Juridische Zaken

voorstel van het college aan de raad

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude JAARVERSLAG 2014

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Gemeente Albrandswaard

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Klachtenregeling van Smartonderwijs

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

heeft een schriftelijk verslag van de hoorzitting gemaakt en daarin staat ook dat er geen geluidsopname is.

Inventarisatie documenten Per onderdeel van uw verzoek vindt een inventarisatie van wel of niet bij RVO.nl aanwezige documenten plaats.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vaststelling Procesregeling bestuursrechterlijke colleges 2014

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Interne Klachtenregeling gemeente Valkenswaard 2011

Landelijk model klachtenregeling

De bezwaarprocedure van de gemeente Helmond

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Reglement van Orde Adviescommissie Regeling Specialismen Farmacie

Rapport. Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336

Klachtenregeling van MF-ondernemerspunt RBA

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

Klachtenregeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing

GEMEENTELIJKE DWANGSOMMEN

Beslissing op bezwaar

Klachtenregeling ZOOV 2017 Klachtenprocedure ZOOV Conceptversie december 2016

Transcriptie:

BESTUURS- EN MANAGEMENT ONDERSTEUNING HANDLEIDING WET DWANGSOM EN BEROEP BIJ NIET TIJDIG BESLISSEN afdeling BMO, augustus 2009

Inleiding... 3 Hoofdstuk 1 Wanneer is sprake van niet tijdig beslissen?... 4 1.1 Primaire fase: de aanvraag... 4 1.2 Fase van bezwaar en administratief beroep... 4 1.3 Opschorten en verdagen... 5 Hoofdstuk 2 Wat verandert er wanneer de wet in werking treedt?... 7 2.1 Dwangsom bij niet tijdig beslissen... 7 2.2 Direct beroep bij het niet tijdig nemen van een besluit... 8 2.3 Direct beroep én dwangsomregeling... 8 Hoofdstuk 3 De procedure in fasen binnen Hellevoetsluis... 9 3.1 Inleiding... 9 3.2 De ontvangstfase (actie vakafdeling)... 9 3.3 De opschorting (actie vakafdeling)... 9 3.4 De ingebrekestelling/dwangsomverzoek (actie BMO en vakafdeling)... 9 3.5 Afwijzen dwangsomverzoek (actie BMO)... 10 3.6 Toewijzen dwangsomverzoek (actie BMO)... 10 3.7 Hoogte en betaling van de dwangsom (actie BMO)... 10 3.8 Registratie (actie BMO)... 10 Hoofdstuk 4 Informatie voor burgers.11 Bijlage 1 Het wetsvoorstel : Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen... 12 Bijlage 2 Standaardbrieven.15 2

Handleiding Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Inleiding De overheid wil een betrouwbare partner zijn van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. In de wet staat dat de overheid dat onder andere moet doen door tijdig te beslissen op een aanvraag. De aanvrager heeft daar recht op. Tijdig betekent: binnen de geldende termijn. Dat kan een wettelijke of een redelijke termijn zijn. Een beslissing moet zonodig kunnen worden afgedwongen. Dat is de kern van het voorstel van de Tweede Kamerleden Wolfsen en Luchtenveld tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffende rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen door bestuursorganen. De Eerste Kamer heeft dit wetsvoorstel op 20 november 2007 aanvaard en treedt met ingang van 1 oktober 2009 in werking. De reden dat de wet nu pas inwerking treedt, heeft te maken de aanpassing van de beslistermijnen voor het beslissen op een Wob-verzoek en op bezwaren krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Vooruitlopend op deze wet heeft het college in haar vergadering van 2 september 2008, naar aanleiding van de rapportage werkgroep Burgeronderzoek naar klanttevredenheid, ingestemd met de aanbeveling om de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen als pilot vanaf 1 januari 2009 bij de afdelingen Sociale Zaken en Bouwen en Ruimte en Milieu in te voeren. De gemeente wil hiermee vooruitlopend op de Wet dwangsom haar dienstverlening verbeteren. In haar vergadering van 11 december 2008 heeft de raad de Verordening financiële compensatie bij niet tijdig beslissen vastgesteld. De pilot geldt momenteel voor een beperkt aantal besluiten, namelijk alleen voor de besluiten op aanvraag die worden genomen door de afdelingen Sociale Zaken en Bouwen en Ruimte en Milieu. In de eerste zeven maanden van de pilot heeft de gemeente geen ingebrekestelling ontvangen en geen dwangsom verbeurd. Na inwerkingtreding van de wet verandert het volgende: 1. Wanneer de gemeente de beslissing op een aanvraag niet tijdig heeft genomen, dan is het een dwangsom aan de aanvrager verschuldigd voor elke dag dat de beslissing uitblijft. Daarvoor gelden bepaalde voorwaarden. Deze dwangsom is nieuw. 2. Ook nieuw is dat de aanvrager niet eerst bezwaar hoeft te maken tegen het uitblijven van een beslissing. In plaats daarvan kan hij direct in beroep gaan bij de bestuursrechter. 3. Tenslotte worden de gronden waarop de beslistermijn kan worden opgeschort, verruimd. 3

Hoofdstuk 1 Wanneer is sprake van niet tijdig beslissen? Niet tijdig beslissen betekent dat de gemeente bij het nemen van een besluit een beslistermijn heeft overschreden. Dat kan een wettelijke termijn zijn. Als een wettelijke termijn ontbreekt, dan geldt een redelijke termijn. Wat redelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval. 1.1 Primaire fase: de aanvraag Onder een aanvraag wordt verstaan een verzoek van een belanghebbende (dit kan ook een derdebelanghebbende zijn) om een besluit te nemen. Dit kan bijvoorbeeld de aanvraag voor een vergunning, de aanvraag voor een uitkering of een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid bestuur zijn. Maar ook een personeelsbesluit kan een aanvraag zijn, wanneer dit een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit geldt ook voor een bezwaarschrift dat is ingediend tegen een besluit van de gemeente. Het verzoek tot het verrichten van een feitelijke handeling (zoals bijvoorbeeld een verzoek tot het dichten van een gat in het wegdek) is geen aanvraag. Wettelijke termijn Soms staat in de wet binnen welke termijn de gemeente moet beslissen. Het kan voorkomen dat de termijn eindigt in het weekend of op een feestdag. In dat geval wordt in beginsel de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Redelijke termijn Als er geen wettelijke termijn is vastgesteld, geldt een redelijke termijn. Wat een redelijke termijn is, is afhankelijk van de soort beslissing en kan enkele weken of maanden zijn, maar in uitzonderlijke gevallen zelfs enkele dagen. De gemeente moet in ieder geval binnen 8 weken een beslissing nemen of, als de gemeente ziet aankomen dat het er niet in slaagt binnen 8 weken te beslissen, aan aanvrager een redelijke termijn meedelen waarbinnen de beslissing wel zal worden genomen. Die redelijke termijn is niet vastgesteld op 8 weken en is afhankelijk van de complexiteit van de besluitvorming en het belang dat de aanvrager heeft bij een snelle beslissing. Op deze manier kan de gemeente de termijn verlengen. Een ingebrekestelling wegens niet tijdig beslissen zal bij het ontbreken van een wettelijke termijn dus in een aantal gevallen mogelijk zijn. Ten eerste zodra de door het bestuur meegedeelde redelijke termijn is verstreken. Ten tweede zodra acht weken zijn verstreken na ontvangst van de aanvraag door de gemeente en het bestuur geen mededeling doet. Een belanghebbende kan de gemeente niet in gebreke stellen als hij de termijn onredelijk vindt. Wel kan hij in dat geval bezwaar maken tegen de vastgestelde termijn. 1.2 Fase van bezwaar en administratief beroep Bezwaar De termijnen die gelden voor de fase van bezwaar zijn aangepast. Ook hier is het mogelijk onder bepaalde voorwaarden de termijn te verdagen of nog verder te verlengen (op te schorten). In artikel 7:10 van de Awb worden de beslistermijnen van een bezwaarschrift behandeld. Indien gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie dan wordt de beslistermijn verlengd van 10 naar 12 weken. Indien de 12 weken niet worden gehaald dan kan de beslissing ten hoogste 6 weken worden verdaagd (voorheen 4 weken). Hierdoor wordt de totale afhandelingstermijn van een bezwaarschrift 18 weken (voorheen 14 weken). Administratief beroep In artikel 7:24 van de Awb worden de beslistermijnen van een beroepschrift in het kader van administratief beroep behandeld. Indien gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie dan wordt de beslistermijn verlengd van 10 naar 12 weken. Indien de 12 weken niet worden gehaald dan kan de beslissing ten hoogste 10 weken (voorheen 8 weken) worden verdaagd. Hierdoor wordt de totale afhandelingstermijn van een beroepschrift 22 weken (voorheen was dit 18 weken). 4

1.3 Opschorten en verdagen De gemeente kan in bepaalde gevallen een termijn opschorten of verdagen. De nieuwe wet (artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht) biedt meer mogelijkheden om de termijn te verlengen. De beslistermijn wordt opgeschort (loopt niet door) in de volgende gevallen: 1. als de gemeente de aanvrager vraagt om zijn aanvraag aan te vullen, bijvoorbeeld door meer informatie te verschaffen. De beslistermijn wordt dan opgeschort op de dag nadat de gemeente de aanvrager uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvrager dat heeft gedaan of de gestelde termijn is verstreken; 2. als de gemeente wacht op informatie uit het buitenland, die onmisbaar is om te kunnen beslissen. Opschorting begint op de dag nadat de gemeente dit aan de aanvrager heeft meegedeeld en eindigt als de informatie binnen is. De opschorting eindigt óók als de informatie na een redelijke termijn nog steeds niet is ontvangen; 3. als de aanvrager schriftelijk instemt met uitstel (dit gold al voor bezwaar en administratief beroep, maar het geldt voortaan voor alle beschikkingen); 4. als de vertraging de schuld is van de aanvrager. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat de aanvrager een dag voor afloop van de beslistermijn een dik pak met aanvullende gegevens opstuurt, of als hij steeds opnieuw vraagt om uitstel van een hoorzitting of om nader onderzoek; 5. als de gemeente door overmacht niet in staat is te beslissen. Er moeten dan wel abnormale en onvoorziene omstandigheden zijn waarop de gemeente geen invloed heeft, zoals het volledig afbranden of onder water lopen van het gemeentehuis. Communicatie over opschorten in de bovenstaande gevallen 1, 2 en 3 verneemt de aanvrager altijd dat de beslistermijn is opgeschort; in de gevallen 1 en 3 wordt de aanvrager bovendien ingelicht wanneer de opschorting ten einde is; in geval 4 hoeft de gemeente de aanvrager niet in te lichten; in geval 5 moet de gemeente de aanvrager meedelen dat de beslistermijn is opgeschort; in de gevallen 2, 4 en 5 moet de gemeente de aanvrager meedelen wanneer de opschorting afloopt én binnen welke termijn alsnog een beslissing moet worden genomen (de resterende beslistermijn). In sommige gevallen kunnen opschorting en verdaging beide plaatsvinden. Ter illustratie volgt een voorbeeld. Voorbeeld Stel, de beslistermijn van beschikking X is zes weken, met de mogelijkheid van verdaging van nog eens twee weken. Bij ontvangst van de aanvraag wordt geconstateerd dat die onvolledig is. Daarom biedt de gemeente de aanvrager de mogelijkheid de aanvraag binnen vier weken aan te vullen. Dertien dagen later maakt de aanvrager van die mogelijkheid gebruik. Dan verloopt de procedure als volgt: 1 oktober: indiening aanvraag (einde termijn 1 oktober + 6 weken = 12 november); 4 oktober: bestuursorgaan biedt de gelegenheid aan te vullen; 17 oktober: ontvangst aanvulling; opschorting beslistermijn: 12 november + 13 dagen = 25 november. De gemeente heeft tot 25 november de tijd om de oorspronkelijke beslistermijn te verdagen. Als op 25 november geen beschikking is genomen én niet is verdaagd, is in dit voorbeeld sprake van niet tijdig beslissen. Is wel tijdig verdaagd, dan wordt de beslistermijn met maximaal 2 weken verlengd. De gemeente heeft dan tot 9 december de tijd om te beslissen. Na 9 december is sprake van niet tijdig beslissen. 5

Let op! Soms wordt met geautomatiseerde systemen de voortgang van de behandeling bewaakt of doorlooptijden gemeten. In dat geval zullen deze systemen moeten worden aangepast aan de nieuwe opschortingsgronden. Dat geldt ook voor de registratie van ingebrekestellingen en beroepschriften wegens niet tijdig beslissen en voor de registratie van dwangsommen. 6

Hoofdstuk 2 Wat verandert er wanneer de wet in werking treedt? 2.1 Dwangsom bij niet tijdig beslissen Vanaf de inwerkingtreding van de Wet dwangsom geldt de dwangsomregeling bij niet tijdig beslissen. Daarvoor moet aan twee voorwaarden worden voldaan. 1. De gemeente heeft niet tijdig beslist op een aanvraag. 2. De aanvrager heeft de gemeente schriftelijk in gebreke gesteld. Voorwaarde 1 Niet tijdig beslissen Zie voor een nadere toelichting Hoofdstuk 1. Voorwaarde 2 Ingebrekestelling Dit kan vanaf de eerste dag nadat de gemeente te laat is met beslissen. De wet stelt de eis dat een ingebrekestelling schriftelijk moet geschieden, verder is zij vormvrij. Dat betekent dat een ingebrekestelling ook verpakt kan zitten in een bezwaarschrift of een klacht die (mede) gericht is op niet tijdig beslissen door de gemeente. De gemeente heeft voor de ingebrekestelling een standaard formulier ontwikkeld. Indien twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling door de gemeente nog geen besluit is genomen, verbeurt het per dag dat het besluit uitblijft een dwangsom. De maximale looptijd van de dwangsom is 42 dagen en de dwangsom bedraagt ten hoogste 1.260,-. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen 20,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen 30,- per dag en de overige dagen 40,- per dag. De eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, is de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop: a) de beslistermijn is verstreken én b) de gemeente een schriftelijke ingebrekestelling van de aanvrager heeft ontvangen. Voorbeeld Als de ingebrekestelling op maandag is ontvangen, is de eerste dag waarover de dwangsom is verschuldigd de dinsdag twee weken later. De gemeente stelt uiterlijk binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was, het totaal bedrag aan verbeurde dwangsommen bij beschikking vast. De gemeente gaat uiterlijk binnen zes weken na de vaststelling over tot betaling aan de aanvrager. De dwangsomregeling ziet er, van de aanvraag tot de betaling van de dwangsom, als volgt uit: de aanvrager dient een aanvraag is; de beslistermijn, al dan niet verlengd, verstrijkt zonder beslissing; de aanvrager stelt de gemeente in gebreke; twee weken verstrijken zonder beslissing; de gemeente is een dwangsom verschuldigd voor elke dat de beslissing uitblijft; de maximale looptijd van de dwangsom bedraagt 42 dagen; de dwangsom bedraagt maximaal 1.260,-; de gemeente stelt binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd is het totaalbedrag van de verschuldigde dwangsommen bij beschikking vast; de gemeente betaalt binnen zes weken na de vaststelling van het totaalbedrag het verschuldigde bedrag aan de aanvrager. Let op! De gemeente tekent de datum van ontvangst van een aanvraag onverwijld aan en stuurt de aanvrager een bewijs van ontvangst (de ontvangstbevestiging). Deze bepaling en vastlegging van de datum van ontvangst is van belang voor alle betrokkenen, omdat vanaf die datum verschillende termijnen beginnen te lopen. Een ingebrekestelling die te vroeg is verstuurd, is ongeldig. Het is dus niet mogelijk om bij een aanvraag al een voorwaardelijke ingebrekestelling te voegen. Anders ligt het bij een ingebrekestelling 7

die per abuis een dag te vroeg is ingediend. Deze zou door de gemeente wel als geldig moeten worden verklaard. De dwangdom is dan twee weken en een dag later verschuldigd. Voorbeeld Is de ingebrekestelling op maandag ontvangen en had dat eigenlijk pas dinsdag moeten zijn, dan is de dwangsom verschuldigd met ingang van de woensdag twee weken later. 2.2 Direct beroep bij het niet tijdig nemen van een besluit Bij termijnoverschrijding door de gemeente heeft de aanvrager niet alleen recht op een dwangsom maar ook de mogelijkheid om direct beroep in te stellen bij de rechter. De aanvrager kan vanaf de eerste dag dat de gemeente te laat is met beslissen de gemeente in gebreke stellen. De enige eis is dat de ingebrekestelling schriftelijk moet gebeuren. Na de ingebrekestelling heeft de gemeente twee weken om alsnog te beslissen. Gebeurt dat binnen die twee weken niet, dan kan de aanvrager beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig beslissen. Voorbeeld Als de ingebrekestelling maandag verzonden is, kan het beroepschrift op zijn vroegst worden verstuurd op de dinsdag twee weken later. De rechtbank behandelt het beroep, zonder zitting, binnen acht weken. Als de rechter een zitting toch nodig acht, dan vindt de behandeling van het beroep binnen dertien weken plaats. Besluit de rechtbank dat het beroep gegrond is, dan moet de gemeente alsnog binnen twee weken beslissen. Let op! De regeling beroep bij niet tijdig beslissen geldt in alle gevallen waarin de gemeente de beslistermijn heeft overschreden. 2.3 Direct beroep én dwangsomregeling Twee weken nadat de gemeente een ingebrekestelling heeft ontvangen, gaat de dwangsom automatisch lopen. Twee weken nadat de aanvrager een ingebrekestelling heeft verzonden, kan hij een beroepschrift tegen het niet tijdig beslissen indienen. Of hij dat doet en zo ja, wanneer, bepaalt degene die beroep instelt zelf. De grens ligt bij het onredelijk laat instellen van beroep. De rechter bepaalt wat onder onredelijk laat moet worden verstaan, dus of de aanvrage op tijd is met het instellen van beroep. 8

Hoofdstuk 3 De procedure in fasen binnen Hellevoetsluis 3.1 Inleiding Op het moment van inwerkingtreding van de Wet dwangsom (1 oktober 2009) vervalt van rechtswege onze eigen dwangsomregeling welke met ingang van 1 januari 2008 bij de afdelingen Bouwen en Ruimte en Milieu en Sociale Zaken is ingevoerd. Verder is de Wet dwangsom vanaf 1 oktober 2009 van toepassing op alle besluiten. Dit heeft gevolgen voor alle werkprocessen binnen de gemeente. Ten eerste dient bij elke aanvraag (of bezwaarschrift) die binnenkomt een ontvangstbevestiging te worden gestuurd en moet worden geregistreerd wanneer de aanvraag (of bezwaarschrift) binnen is gekomen. Ten tweede dient in alle ontvangstbevestigingen te worden opgenomen dat het mogelijk is om bij niet tijdig beslissen van de gemeente om een dwangsom te verzoeken en direct beroep kan instellen. Ten derde dient duidelijk te zijn wanneer een beslistermijn kan worden opgeschort en dient het ook mogelijk te zijn om dit in een geautomatiseerd systeem te verwerken en bij te houden. 3.2 De ontvangstfase (actie vakafdeling) Als de vakafdeling een aanvraag heeft ontvangen, dient zij de ontvangst hiervan te bevestigen. Hiervoor kan de vakafdeling gebruik maken van de door BMO opgestelde ontvangstbevestiging (zie bijlage 2, standaardbrieven). In de ontvangstbevestiging wordt niet alleen de ontvangst van de aanvraag (zie hiervoor de datumstempel van DIV) bevestigd maar wordt tevens gewezen op de mogelijkheid tot het opleggen van een dwangsom aan de gemeente. Vanaf het moment van ontvangst van de aanvraag gaat de afhandelingstermijn lopen. De datum van ontvangst van de aanvraag is van groot belang. Let op! Wat hier voor aanvragen wordt vermeld, geldt ook voor bezwaren en administratieve beroepen. 3.3 De opschorting (actie vakafdeling) Door diverse omstandigheden kan het mogelijk zijn dat er niet tijdig kan worden beslist op een aanvraag. De gemeente heeft 1 maal de mogelijkheid om de beslistermijn te verdagen (zie artikel 4:14 Awb). De vakafdeling draagt zelf zorg voor het tijdig herkennen van een opschortingssituatie. Voor een verdere uitleg over het opschorten, wordt verwezen naar hoofdstuk 1.3. De vakafdeling bewaakt de afhandelingstermijn van de aanvraag. Een handig hulpmiddel kan hierbij een signaalfunctie in de software zijn. Het is van belang dat deze functie (indien mogelijk) wordt geactiveerd in het op de vakafdeling gebruikte computerprogramma waar de aanvragen in worden afgehandeld. 3.4 De ingebrekestelling/dwangsomverzoek (actie BMO en vakafdeling) Indien de vakafdeling niet tijdig beslist op een aanvraag kan de gemeente in gebreke worden gesteld. Deze ingebrekestelling dient schriftelijk te worden ingediend. De afdeling BMO beheert de ingebrekestellingen. Bij ontvangst van de ingebrekestelling toetst BMO of de ingebrekestelling ontvankelijk is. BMO brengt de vakafdeling op de hoogte van de ontvangen ingebrekestelling. De gemeente heeft nu nog twee weken de tijd om te beslissen. Voor het uitbetalen van de dwangsom heeft de gemeente een bank- of girorekening van de aanvrager nodig. Heeft de aanvrager dat niet vermeld in de ingebrekestelling dan dient BMO dat op te vragen. 9

Het ontbreken van een bank- of girorekeningnummer in de ingebrekestelling is overigens niet van belang bij de ontvankelijkheidtoets van de ingebrekestelling. Let op! De aanvrager kan twee weken na verzending van de ingebrekestelling direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig beslissen van de gemeente. 3.5 Afwijzen dwangsomverzoek (actie BMO) De gemeente heeft na ontvangst van de ingebrekestelling nog twee weken om te beslissen. Indien de vakafdeling binnen deze termijn alsnog een besluit neemt, wordt het verzoek om een dwangsom afgewezen. Het verzoek wordt ook afgewezen als sprake is van een van de uitzonderingssituaties van artikel 4:17, zesde lid Awb. Geen dwangsom is verschuldigd indien: a. het bestuursorgaan onredelijk laat in gebreke is gesteld, b. de aanvrager geen belanghebbende is, of c. de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijke ongegrond is. BMO verzorgt de schriftelijke afwijzing van het verzoek. Het afwijzen van het verzoek is tevens een besluit en staat dus open voor bezwaar en beroep. 3.6 Toewijzen dwangsomverzoek (actie BMO) Lukt het de vakafdeling niet om binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling een beslissing te nemen of is er geen sprake van een van de uitzonderingssituaties dan wordt het verzoek toegewezen. Op de 15 e dag na ontvangst van de ingebrekestelling wordt voor de eerste keer een dwangsom verbeurd. 3.7 Hoogte en betaling van de dwangsom (actie BMO) De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van het aantal dagen dat de gemeente in gebreke is, voor ten hoogste 42 dagen. De hoogte van de dwangsom is begrensd tot een maximum van 1.260,-. BMO berekent, nadat zij van de vakafdeling een kopie van de beslissing op de aanvraag heeft ontvangen, de hoogte van de dwangsom. In de beschikking inzake de toekenning van de dwangsom wordt dit bedrag opgenomen. Indien de aanvraag betrekking had op een beschikking waar leges voor verschuldigd zijn dan wordt het bedrag van de dwangsom in mindering gebracht op de te betalen leges. Is er geen sprake van verrekening dan wordt het bedrag op de bank- of girorekening van de aanvrager gestort. BMO zal hiertoe de financiële administratie opdracht geven. Waarbij de financiële consequenties ten laste van de vakafdeling die in gebreke is gebleven, worden gebracht. 3.8 Registratie (actie BMO) BMO registreert het aantal ontvangen ingebrekestellingen. Ook de afhandelingstermijn van de ingebrekestelling wordt door BMO bijgehouden. 10

Hoofdstuk 4 Informatie voor burgers Het is belangrijk dat burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties goed en volledig geïnformeerd worden over de wijze waarop een dwangsomverzoek kan worden ingediend. Die informatietaak ligt zowel bij de vakafdeling als bij BMO. De vakafdeling dient actief te informeren. Dit vindt onder meer plaats via de informatie in de ontvangstbevestiging. Vervolgens heeft BMO de taak informatie te verschaffen over de wijze waarop een dwangsomverzoek kan worden ingediend en de verdere afhandeling van het dwangsomverzoek. Via de internetsite wordt door de gemeente vanaf 1 oktober 2009 nadere informatie verstrekt over de Wet dwangsom. Tevens wordt daar informatie opgenomen over hoe een dwangsomverzoek kan worden ingediend. Voor een goede herkenning van een dwangsomverzoek wordt aan de website tevens een digitaal standaardformulier toegevoegd. 11

Bijlage 1 Het wetsvoorstel : Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: Het opschrift van afdeling 4.1.3 komt te luiden: AFDELING 4.1.3 BESLISTERMIJN EN DWANGSOM BIJ NIET TIJDIG BESLISSEN Na het opschrift van afdeling 4.1.3 wordt ingevoegd: 4.1.3.1 Beslistermijn In artikel 4:13, tweede lid, wordt «kennisgeving» vervangen door: mededeling. Artikel 4:14, derde lid, komt te luiden: 3. Indien, bij het ontbreken van een bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn, een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit binnen deze termijn aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn binnen welke de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. Artikel 4:15 komt te luiden: Artikel 4:15 1. De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het bestuursorgaan: a. de aanvrager krachtens artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, of b. de aanvrager mededeelt dat voor de beschikking op de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is, 2. De termijn voor het geven van een beschikking wordt voorts opgeschort: a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd, b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend, of c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven. 3. In geval van overmacht deelt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de aanvrager mede dat de beslistermijn is opgeschort, alsmede binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. 4. Indien de opschorting eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdelen b en c, zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. Na paragraaf 4.1.3.1 (nieuw) wordt een paragraaf 4.1.3.2 Dwangsom bij niet tijdig beslissen Artikel 4:16 Deze paragraaf is van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald. Artikel 4:17 1. Indien een beschikking op aanvraag niet tijdig wordt gegeven, verbeurt het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom voor elke dag dat het in gebreke is, doch voor ten hoogste 42 dagen. De Algemene termijnenwet is op laatstgenoemde termijn niet van toepassing. 2. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen 20 per dag, de daaropvolgende veertien dagen 30 per dag en de overige dagen 40 per dag. 3. De eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, is de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen. 12

4. Indien de aanvraag elektronisch kon worden gedaan, is artikel 4:3a van overeenkomstige toepassing op de ingebrekestelling. 5. Beroep tegen het niet tijdig geven van de beschikking schort de dwangsom niet op. 6. Geen dwangsom is verschuldigd indien: a. het bestuursorgaan onredelijk laat in gebreke is gesteld, b. de aanvrager geen belanghebbende is, of c. de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. 7. Indien er meer dan één aanvrager is, is de dwangsom aan ieder van de aanvragers voor een gelijk deel verschuldigd. 8. De in het tweede lid genoemde bedragen kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd voorzover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Artikel 4:18 1. Het bestuursorgaan stelt de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was. 2. De betaling geschiedt binnen zes weken nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Artikel 4:19 1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de beschikking op de aanvraag heeft mede betrekking op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, voorzover de belanghebbende deze beschikking betwist. 2. De administratieve rechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep inzake de beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is. 3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist. 4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening. Artikel 4:20 Het bestuursorgaan kan onverschuldigd betaalde dwangsommen terugvorderen voor zover na de dag waarop de beschikking, bedoeld in artikel 4:18, eerste lid, is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Artikel 7:1, eerste lid, komt te luiden: 1. Degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een administratieve rechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken, tenzij: a. het besluit in bezwaar of in administratief beroep is genomen, b. het besluit aan goedkeuring is onderworpen, c. het besluit een goedkeuring of een weigering daarvan inhoudt, d. het besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4, of e. tegen het besluit beroep openstaat met toepassing van afdeling 8.2.4a. In de artikelen 7:14 en 7:27 wordt «hoofdstuk 4» telkens vervangen door: hoofdstuk 4, met uitzondering van artikel 4:14, eerste lid, artikel 4:15 en paragraaf 4.1.3.2,. Na artikel 7:14 wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 7:14a Indien door een ander dan de aanvrager bezwaar is gemaakt tegen een besluit op aanvraag, wordt de aanvrager voor de toepassing van paragraaf 4.1.3.2 gelijkgesteld met de indiener van het bezwaarschrift. Na artikel 7:27 wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 7:27a Indien het beroep tegen een besluit op aanvraag is ingesteld door een ander dan de aanvrager, wordt de aanvrager voor de toepassing van paragraaf 4.1.3.2 gelijkgesteld met degene die het beroep heeft ingesteld. 13

Na afdeling 8.2.4 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende: AFDELING 8.2.4A BEROEP BIJ NIET TIJDIG BESLISSEN Artikel 8:55a 1. Deze afdeling is van toepassing indien: a. de wettelijke beslistermijn is overschreden en het bestuursorgaan geen mededeling heeft gedaan als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid; b. bij het ontbreken van een wettelijke beslistermijn de termijn van acht weken, bedoeld in artikel 4:13, tweede lid, is overschreden en het bestuursorgaan geen mededeling heeft gedaan als bedoeld in artikel 4:14, derde lid; of c. het bestuursorgaan niet tijdig beslist op bezwaar of in administratief beroep en geen mededeling heeft gedaan als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid. 2. Deze afdeling is voorts van toepassing indien paragraaf 4.1.3.2 van toepassing is. Artikel 8:55b 1. Indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, doet de rechtbank binnen acht weken nadat het beroepschrift is ontvangen en aan de vereisten van artikel 6:5 is voldaan, uitspraak met toepassing van artikel 8:54, tenzij de rechtbank een onderzoek ter zitting nodig acht. 2. Indien de rechtbank een onderzoek ter zitting nodig acht, deelt zij dit zo spoedig mogelijk aan partijen mede. 3. Indien de rechtbank een onderzoek ter zitting nodig acht, behandelt zij het beroep zo mogelijk met toepassing van artikel 8:52. In dat geval doet de rechtbank zo mogelijk binnen dertien weken uitspraak. Artikel 8:55c Indien het beroep gegrond is, stelt de rechtbank desgevraagd tevens de hoogte van de ingevolge artikel 4:17 verbeurde dwangsom vast. Artikel 8:55d 1. Indien het beroep gegrond is en nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de rechtbank dat het bestuursorgaan binnen twee weken na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een besluit bekendmaakt. 2. De rechtbank verbindt aan haar uitspraak een nadere dwangsom voor iedere dag dat het bestuursorgaan in gebreke blijft de uitspraak na te leven. 3. In bijzondere gevallen of indien de naleving van andere wettelijke voorschriften daartoe noopt, kan de rechtbank een andere termijn bepalen of een andere voorziening treffen. Artikel 8:55e 1. Indien tegen de met toepassing van artikel 8:54 gedane uitspraak verzet wordt gedaan, beslist de rechtbank daarover binnen zes weken. 2. Artikel 8:55, tweede lid, is niet van toepassing. 3. Indien het verzet gegrond is, beslist de rechtbank zo spoedig mogelijk op het beroep. 14

Bijlage 2 Standaardbrieven Ontvangstbevestiging Geachte heer, mevrouw, Wij hebben uw aanvraag ontvangen. Uw aanvraag wordt behandeld door de persoon/afdeling en is geregistreerd onder nummer. U krijgt binnenkort verder bericht over de behandeling van uw aanvraag. Wij moeten uw aanvraag binnen de wettelijke termijn behandelen. Wij mogen die termijn eenmaal verlengen. Als de beslissing niet op tijd wordt genomen, kunt u een dwangsom vragen voor elke dag dat de aanvraag te laat wordt behandeld. U kunt tevens direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. In de bijlage leest u daarover meer. U kunt daar ook de mogelijkheden voor verlenging en opschorting vinden. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met, via telefoonnummer 0181-330. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,. 15

Bijlage bij ontvangstbevestiging Uitleg Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Vanaf 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking getreden. Dit houdt in dat u een dwangsom kunt opleggen wanneer de gemeente tijdig op uw aanvraag of bezwaarschrift beslist. Dat kan bijvoorbeeld een aanvraag voor een bouwvergunning, een drank- en horecavergunning of een subsidie zijn. Welke voordelen heeft de wet voor u? Is de wettelijke of redelijke termijn verstreken en heeft de gemeente niet op uw aanvraag of bezwaarschrift beslist dan kunt u de gemeente een brief sturen waarin u vraagt om een dwangsom. Hiermee stelt u de gemeente in gebreke. De gemeente heeft dan nog twee weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Gebeurt dat niet, dan verbindt de nieuwe wet daaraan twee gevolgen: 1. De dwangsom begint automatisch te lopen Als u de gemeente in gebreke heeft gesteld en twee weken daarna is er nog geen beslissing, dan heeft u recht op een dwangsom voor elke dag dat de beslistermijn overschreden wordt. De dwangsom loopt ten hoogste 42 dagen en bedraagt maximaal 1.260,-. 2. U kunt direct beroep instellen Als u de gemeente in gebreke heeft gesteld en twee weken daarna is er nog geen beslissing, dan kunt u bovendien meteen beroep instellen bij de bestuursrechter. U hoeft dus niet meer eerst bezwaar te maken tegen het uitblijven van een beslissing. Verklaart de rechtbank het beroep gegrond, dan is de gemeente verplicht om alsnog binnen twee weken te beslissen. Wat is tijdig en welke termijnen gelden er? De wet bepaalt binnen welke termijn wij een beslissing op uw aanvraag of bezwaarschrift moeten nemen. Als er geen wettelijke termijn is, geldt een redelijke termijn. Wat redelijk is, hangt af van de soort beslissing. Wij kunnen de beslistermijn één keer verlengen. Als wij de termijn verlengen, geven wij ook meteen aan wat de nieuwe beslistermijn wordt. In sommige situaties kunnen wij de beslissing nog verder uitstellen. Bijvoorbeeld als de gemeente meer informatie van u nodig heeft om een goede beslissing te nemen. Of als u instemt met verder uitstel. Maar ook in geval van overmacht, bijvoorbeeld als het gemeentehuis is afgebrand. Hoe lang kunt u een dwangsom vragen? De dwangsom is een middel om te zorgen dat de gemeente op tijd een beslissing neemt. Dit werkt vooral als u tijdig aan de bel trekt. Tot zes weken na het aflopen van de beslistermijn kunt u verzoeken om de dwangsom op te leggen. Meer informatie Op onze internetsite vindt u meer informatie over de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. 16

Verlengen beslistermijn op grond van artikel 4:14 Awb Geachte heer, mevrouw, Wij willen u informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. In beginsel moeten wij binnen de wettelijke termijn een beslissing over uw aanvraag nemen. Het lukt ons niet binnen deze termijn tot een beslissing te komen. Op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht mogen wij deze termijn eenmaal verlengen. Voor [datum nieuwe termijn] kunt u van ons een beslissing verwachten. Als u dan nog geen beslissing hebt gekregen, kunt u ons een brief sturen waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn. Als wij dan nog niet binnen twee weken een beslissing hebben genomen, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U hoeft daar zelf niets voor te doen. U kunt tevens direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de ontvangstbevestiging. Uw aanvraag is in behandeling bij. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer 0181-330. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,. 17

Opschorten beslistermijn Geachte heer, mevrouw, Wij willen u informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. In beginsel moeten wij binnen de wettelijke termijn een beslissing over uw aanvraag nemen. Wij schorten deze termijn om de volgende reden op. 1. Wij hebben nog niet alle informatie van u gekregen die nodig is om een zorgvuldige beslissing te nemen. Op grond van de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen mogen wij de beslistermijn verlengen met de tijd die nodig is om aanvullende informatie van u te krijgen. Wij kunnen uw aanvraag nog niet behandelen, omdat wij nog [omschrijving van informatie] van u willen weten. Wij geven u de gelegenheid om [deze informatie] binnen twee weken na dagtekening van deze brief schriftelijk aan ons mee te delen. Wij wijzen u erop dat wij uw aanvraag niet in behandeling kunnen nemen, als u [deze informatie] niet binnen twee weken aan ons toestuurt. 2. Wij hebben advies gevraagd aan [externe adviseur] om een zorgvuldige beslissing over uw aanvraag te nemen. 3. U hebt ingestemd met verlenging van de beslistermijn in uw brief van/in het telefoongesprek van [datum]. Wij zullen de behandeling van uw aanvraag weer voortzetten nadat [reden hervatting beslissing]. 4. Er is sprake van overmacht. reden overmacht Uw aanvraag is in behandeling bij naam. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer 0181-330. U ontvangt bericht van ons, als de behandeling van uw aanvraag weer wordt voortgezet. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,. 18

Beëindigen opschorting beslistermijn Geachte heer, mevrouw, Wij willen u opnieuw informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. Wij schreven u eerder dat wij de beslistermijn hebben verlengd, omdat [reden opschorting]. Op [datum] hebben wij [reden beeindiging opschorting]. Dat betekent dat wij uiterlijk [nieuwe datum] een beslissing moeten nemen over uw aanvraag. Als u dan nog geen beslissing hebt gekregen, kunt u ons een brief sturen waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn. Als wij dan nog niet binnen twee weken een beslissing hebben genomen, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U hoeft daar zelf niets voor te doen. U kunt tevens direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de ontvangstbevestiging van uw aanvraag. Uw aanvraag is in behandeling bij naam. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer 0181-330. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,. 19

Ontvangstbevestiging ingebrekestelling Geachte heer, mevrouw, Wij hebben uw brief ontvangen, waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn met de beslissing over uw Aanvraag/ bezwaarschrift. Wij zullen proberen zo snel mogelijk alsnog een beslissing te nemen. Als dat over twee weken nog niet is gelukt, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U ontvangt daarover van ons bericht. U kunt dan tevens direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. Wij vragen u om ons het nummer van uw bank- of girorekening aan te geven. Mochten wij u een dwangsom moeten betalen, dan kunnen wij dat bedrag snel uitbetalen. Uw aanvraag is in behandeling bij mevrouw mr. 0181-330.. Voor vragen kunt u haar bellen op nummer Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling Bestuursondersteuning, mevrouw mr. S.J.A. Bronsveld. 20

Beslissing toekenning dwangsom Geachte heer, mevrouw, In deze brief willen wij u graag informeren over de dwangsom die u ons hebt opgelegd. U hebt ons in uw brief van datum meegedeeld dat wij de termijn hebben overschreden waarbinnen u een beslissing van ons had moeten krijgen. Wij hebben op datum die beslissing alsnog genomen. 1. Dit betekent dat wij u geen dwangsom hoeven te betalen, omdat wij binnen twee weken na uw herinnering alsnog een beslissing hebben genomen. Volgens de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen hoeven wij dan geen dwangsom te betalen, ook al zijn wij eigenlijk te laat met het nemen van een beslissing. 2. Dit betekent dat wij u een dwangsom moeten betalen van aantal dagen x bedrag in totaal totaal. [Wij verrekenen dit bedrag met de leges die u nog moet betalen. Daarom betalen wij u een bedrag van [bedrag] uit.] Dit zal zo snel mogelijk op uw bank- of girorekeningnummer worden gestort. Voor de vertraging bieden wij u onze excuses aan. [Wij vragen u om het nummer van uw bank- of girorekening aan te geven, zodat wij de dwangsom kunnen uitbetalen.] Uw brief is in behandeling bij mevrouw mr.. Voor vragen kunt u haar bellen op nummer 0181-330. Bezwaarclausule Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Het bezwaarschrift dient gemotiveerd te zijn en dient te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders binnen 6 weken na de verzenddatum van dit besluit. Wij verzoeken een kopie van dit besluit mee te zenden met het bezwaarschrift en in de rechterbovenhoek van uw bezwaarschrift te vermelden: AWBbezwaarschrift. Een bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, Postbus 13, 3220 AA te Hellevoetsluis. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling Bestuursondersteuning, mevrouw mr. S.J.A. Bronsveld. 21