Handleiding Dwangsom bij niet tijdig beslissen Gemeente Hellevoetsluis

Transcriptie

1 Handleiding Dwangsom bij niet tijdig beslissen Gemeente Hellevoetsluis Bestuursondersteuning, november 2008

2 Handleiding Dwangsom bij niet tijdig beslissen Inleiding In haar vergadering van 2 september 2008 heeft het college, naar aanleiding van de rapportage werkgroep Burgeronderzoek naar klanttevredenheid, ingestemd met de aanbeveling om de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen als pilot vanaf 1 januari 2009 bij de afdelingen Sociale Zaken en Bouwen en Ruimte en Milieu in te voeren. Dit houdt in dat de burger een dwangsom kan opleggen wanneer de gemeente niet op tijd reageert op een aanvraag om een vergunning of een ander besluit. De gemeente wil hiermee de dienstverlening verbeteren. In haar vergadering van 18 december 2008 zal de raad naar verwachting besluiten tot invoering van de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen. De pilot geldt voor een beperkt aantal besluiten, namelijk alleen voor de besluiten op aanvraag die worden genomen door de afdelingen Sociale Zaken en Bouwen en Ruimte en Milieu (hierna: SoZa en BRM). Deze handleiding is bedoeld voor intern gebruik binnen de gemeente. De handleiding bevat spelregels en procedures die gelden in de communicatie tussen de betrokkenen. Hoofdstuk 1 Wettelijk kader Landelijk zal naar alle waarschijnlijkheid uiterlijk 1 januari 2010 de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen worden ingevoerd. In hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht zullen de artikelen 4:16 tot en met 4:20 worden ingevoegd (zie bijlage 1). In deze artikelen wordt de dwangsomregeling geregeld. Artikel 4:16 Awb bepaalt wanneer de regeling van toepassing is, namelijk indien dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald. In artikel 4:17 Awb wordt de termijn geregeld vanaf wanneer een burger recht heeft op een vergoeding en de hoogte van de vergoeding. In artikel 4:17, zesde lid Awb wordt opgesomd wanneer er geen dwangsom is verschuldigd. Artikel 4:18 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vaststelt. In artikel 4:19 Awb wordt de mogelijkheid van bezwaar en beroep geregeld. Vanaf dat moment zal de Wet dwangsom voor alle afdelingen binnen onze gemeente gaan gelden. Om te kijken waar binnen onze organisatie eventuele knelpunten zitten, is besloten tot een proef binnen de hiervoor genoemde afdelingen. Gelet hierop zal de raad naar verwachting in haar vergadering van 18 december 2008 de Verordening Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen vast stellen. Hoofdstuk 2 De procedure in fasen De ontvangstfase (actie vakafdeling) Als de vakafdeling een aanvraag heeft ontvangen, dient zij de ontvangst hiervan te bevestigen. Tijdens de pilot dienen beide afdelingen gebruik te maken van de door BO opgestelde ontvangstbevestiging (zie bijlage 2, standaardbrieven). In de ontvangstbevestiging wordt niet alleen de ontvangst van de aanvraag (zie hiervoor de datumstempel van DIV) bevestigd maar wordt tevens gewezen op de pilot en de mogelijkheid tot het opleggen van een dwangsom aan de gemeente. Vanaf het moment van ontvangst van de aanvraag gaat de afhandelingstermijn lopen. De datum van ontvangst van de aanvraag dient dan ook nauwkeurig te worden vermeld in de daarvoor op de afdeling beschikbare programma s zoals SZW-net en SBA. Sociale Zaken De aanvragen bij Soza worden in SZW-net geboekt. Momenteel worden er geen ontvangstbevestigingen gestuurd. Tijdens de pilot moet wel een ontvangstbevestiging worden gestuurd. De ontvangstbevestiging kan in principe kort zijn. De ontvangstbevestiging wordt gestuurd op het moment dat de aanvraag in SZW-net wordt geboekt. Bouwen en Ruimte en Milieu Bij BRM is het gebruikelijk dat de ontvangstbevestiging pas wordt verstuurd als blijkt dat de aanvraag ontvankelijk is. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de beslistermijn vanaf het moment van ontvangst van de aanvraag al is gaan lopen. Aangezien de ontvangstbevestiging kort is, kan deze ook

3 voor de ontvankelijkheidstoets worden gezonden. In de ontvangstbevestiging staat immers dat op de aanvraag zal worden teruggekomen. In de brief over de ontvankelijkheid van de aanvraag kan vervolgens worden gewezen op de termijn die van toepassing is, omdat op dat moment ook pas duidelijk is, welke termijn van toepassing is. Indien de aanvraag nog niet-ontvankelijk is omdat bijvoorbeeld informatie ontbreekt dan kan dat in de brief over de ontvankelijkheid worden gemeld. Hierbij dient dan ook te worden opgenomen dat de dwangsom nog niet van toepassing is omdat er nog geen ontvankelijke aanvraag is. BRM heeft bij de verschillende aanvragen te maken met diverse termijnen. Bij een aanvraag om een lichte bouwvergunning is er bijvoorbeeld een fatale termijn. Dit houdt in dat als niet binnen de gestelde termijn wordt beslist de vergunning van rechtswege wordt verstrekt. Bij dergelijke aanvragen zal de beslistermijn over het algemeen worden gehaald. Bij een projectbesluit (voorheen vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19, eerste lid WRO) is een wettelijke beslistermijn van 6 maanden (artikel 3.11 Wro). Dit is een vrij lange beslistermijn. Deze beslistermijn dient dan ook goed met de aanvrager te worden gecommuniceerd. De opschorting (actie vakafdeling) Door diverse omstandigheden kan het mogelijk zijn dat er niet tijdig kan worden beslist op een aanvraag. De gemeente heeft 1 maal de mogelijkheid om de beslistermijn te verdagen (zie artikel 4:14 Awb). In artikel 2 van de Verordening wordt opgesomd in welke gevallen de termijn voor het geven van een beschikking kan worden opgeschort: a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager met uitstel heeft ingestemd; b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend; c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven, of d. gedurende de termijn dat het bestuursorgaan voor het nemen van een beschikking noodzakelijke informatie bij derden heeft opgevraagd, maar nog niet heeft ontvangen. Bovendien heeft de gemeente de mogelijkheid om de beslistermijn op te schorten als zij niet over alle informatie beschikt om te kunnen beslissen en de aanvrager conform artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen. In al deze gevallen mag de gemeente de beslistermijn opschorten. Een belangrijke regel hierbij is dat de gemeente in de opschortingsbrief een datum vermeld wanneer het besluit zal worden genomen. In de werkprocedure van de vakafdeling zal de mogelijkheid tot het opschorten van de beslistermijn duidelijk moeten worden opgenomen. Hierbij is het tevens van belang dat met externe adviserende partijen (bijvoorbeeld de SAOZ, welstandscommissie) afspraken worden gemaakt over de termijn waarbinnen zij het advies aan zullen leveren. De vakafdeling dient zelf zorg te dragen voor het tijdig herkennen van een opschortingssituatie en zal zelf de opschortingstermijn in de gaten moeten houden. Het bewaken van de afhandelingstermijn dient op de vakafdeling plaats te vinden. Een handig hulpmiddel kan hierbij een signaalfunctie in de software zijn. Het is van belang dat deze functies in de hiervoor genoemde programma s worden geactiveerd. De ingebrekestelling/dwangsomverzoek (actie BO en vakafdeling) Indien de vakafdeling niet tijdig beslist op een aanvraag dan kan de burger de afdeling in gebreke stellen. Deze ingebrekestelling dient schriftelijk te worden ingediend. BO zal de ingebrekestellingen gaan beheren. Bij ontvangst van de ingebrekestelling zal BO toetsen of de ingebrekestelling ontvankelijk is en aan de eisen voldoet. De ingebrekestelling dient de volgende onderdelen te bevatten: - naam, adres, handtekening van de aanvrager; - datum waarop de brief is verzonden; - een omschrijving van de aanvraag; - de datum en het nummer van de ontvangstbevestiging van de oorspronkelijke aanvraag. Voor het uitbetalen van de dwangsom heeft de gemeente een bank- of girorekening van de aanvrager nodig. Heeft de aanvrager dat niet vermeld in de ingebrekestelling dan dient BO dat op te vragen. Het ontbreken van een bank- of girorekeningnummer in de ingebrekestelling is overigens niet van belang bij de ontvankelijkheidtoets van de ingebrekestelling.

4 Als blijkt dat de ingebrekestelling nog niet alle gegevens bevat, stuurt BO de aanvrager een verzoek om aanvullende informatie. Gedurende het wachten op de aanvullende gegevens wordt de beslistermijn voor de gemeente opgeschort. Als de aanvrager niet reageert, dan wordt de ingebrekestelling niet in behandeling genomen. Afwijzen dwangsomverzoek (actie BO) Is de ingebrekestelling wel compleet dan zal BO de vakafdeling op de hoogte brengen van de ontvangen ingebrekestelling. Na ontvangst van de ingebrekestelling heeft de gemeente nog 14 dagen de tijd om alsnog op de oorspronkelijke aanvraag te beslissen. Indien de vakafdeling dus binnen deze termijn alsnog een besluit neemt dan wordt het verzoek om een dwangsom afgewezen. Het verzoek wordt ook afgewezen als sprake is van een van de uitzonderingssituaties van artikel 3, vijfde lid van de Verordening wordt het verzoek afgewezen. Geen dwangsom is verschuldigd indien: a. het bestuursorgaan onredelijk laat in gebreke is gesteld; b. het niet tijdig beslissen te wijten is aan de aanvrager; c. indien duidelijk is dat de aanvraag buiten behandeling zal worden gesteld; d. het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven; e. de aanvrager met uitstel akkoord is gegaan. BO verzorgt de schriftelijke afwijzing van het verzoek. Het afwijzen van het verzoek is tevens een besluit en staat dus open voor bezwaar en beroep. Toewijzen dwangsomverzoek (actie BO) Lukt het de vakafdeling niet om binnen 14 dagen na ontvangst van de ingebrekestelling een beslissing te nemen of is er geen sprake van een van de uitzonderingssituaties dan zal het verzoek worden toegewezen. Op de 15 e dag na ontvangst van de ingebrekestelling wordt voor de eerste keer een dwangsom verbeurd. Ter verduidelijking een voorbeeld. De termijn van twee weken (om alsnog te beslissen) vangt aan op de dag na die waarop de ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. Indien het bestuursorgaan bijvoorbeeld op maandag 2 augustus een ingebrekestelling ontvangt, is de eerste dag van de termijn dinsdag 3 augustus. De laatste dag van de termijn is dan maandag 16 augustus, zodat op dinsdag 17 augustus voor de eerste keer de dwangsom wordt verbeurd, indien nog steeds geen besluit is genomen. Hoogte en betaling van de dwangsom (actie BO) De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van het aantal dagen dat de gemeente in gebreke is, voor ten hoogste 42 dagen. De hoogte van de dwangsom is dan ook begrensd tot een maximum van 1.260,-. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen 20 per dag, daaropvolgende veertien dagen 30 per dag en de overige dagen 40 per dag. BO zal, nadat zij van de vakafdeling een kopie van de beslissing op de aanvraag heeft ontvangen, berekenen hoe hoog de dwangsom is. In het besluit inzake de toekenning van de dwangsom zal dit bedrag worden opgenomen. Indien de aanvraag betrekking had op een beschikking waar leges voor verschuldigd zijn dan wordt het bedrag van de dwangsom in mindering gebracht op de te betalen leges. Is er geen sprake van verrekening dan wordt het bedrag op de bank- of girorekening van de aanvrager gestort. BO zal hiertoe de financiële administratie opdracht geven. Registratie (actie BO) BO registreert het aantal ontvangen ingebrekestellingen. Ook de afhandelingstermijn van de ingebrekestelling zal door BO worden bijgehouden. Hoofdstuk 3 Taken van BO Na ontvangst van een ingebrekestelling heeft BO in alle fases van behandeling van een dwangsomverzoek, een inhoudelijke spil- en regiefunctie. Hij dient op de hoogte te zijn van alle contacten tussen vakafdeling en aanvrager. Het belangrijkste is dat BO op de hoogte wordt gebracht van het moment dat de vakafdeling een beslissing heeft genomen op de oorspronkelijke aanvraag.

5 Hoofdtaken BO heeft twee hoofdtaken: a. het administratief verwerken van de handelingen rondom de ingebrekestelling, in het bijzonder het voeren van de formele correspondentie; b. het beslissen op het verzoek om een dwangsom. De taken bedoeld onder a. kunnen in beginsel verricht worden door de bij BO aanwezige AJO (administratieve juridische ondersteuning). Een juridisch medewerker van BO is degene die taak b. verricht. Deze doet dit onder aansturing van het hoofd van BO. De beslissing op het dwangsomverzoek wordt door het college genomen. Hoofdstuk 4 Informatie voor burgers Het is belangrijk dat burgers goed en volledig geïnformeerd worden over de pilot en de wijze waarop zij een dwangsomverzoek in kunnen dienen. Die informatietaak ligt zowel bij de vakafdeling als bij BO. De vakafdeling dient actief te informeren. Dit zal plaatsvinden via de informatie in de ontvangstbevestiging. Vervolgens heeft BO de taak informatie te verschaffen aan aanvrager over de wijze waarop een dwangsomverzoek kan worden ingediend en de verdere afhandeling van het dwangsomverzoek. Via de Helius van november 2008 zal de gemeente bekend maken dat zij een proef zal gaan houden met een dwangsom bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag. In het artikel zal duidelijk worden gemaakt dat het betrekking heeft op de aanvragen die door de afdelingen SoZa en BRM in behandeling worden genomen. Op de internetsite wordt door de gemeente aangegeven dat er voor twee afdelingen een proef is met de dwangsom. Tevens zal daar meer informatie staan over hoe een burger een dwangsomverzoek kan indienen. Voor een goede herkenning van een dwangsomverzoek wordt aan de website tevens een digitaal standaardformulier toegevoegd. Hoofdstuk 5 Overige kwesties Afhandelingstermijn van brieven Bij de eerste gesprekken over het meedoen aan de pilot is door afdeling SoZa aangegeven dat zij ook meer informatie willen hebben over de afhandelingstermijn van gewone brieven. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de dienstverlening van de twee vakafdelingen is besloten om ook de afhandeling van gewone brieven mee te nemen in de pilot. Omdat in de verordening ervoor gekozen is om aan te sluiten bij de begrip beschikking als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht is het niet mogelijk om bij het niet tijdig beantwoorden van een brief een dwangsomverzoek in te dienen. Het meelopen met de pilot heeft puur betrekking op de controle die er periodiek zal plaatsvinden naar de termijn van beantwoording van een brief. Procedure De gewone brieven worden standaard door DIV in het postregistratiesysteem ingeboekt. Tijdens het inboeken wordt er een termijn ingegeven voor het afdoen van de brief. Deze termijn zal voor alle brieven van de twee pilot afdelingen op 6 weken worden gesteld. Een termijn van zes weken is redelijk. Het beheer van deze termijn dient op de vakafdeling plaats te vinden. De vakafdeling dient zelf de ontvangst van de brief te bevestigen. Het is via het postregistratiesysteem mogelijk om te kijken of er nog poststukken dienen te worden afgedaan. Via inkomende post -> tot.per verblijfplaats -> in linker kolom 1. Fatale termijn -> fatale termijn, kan per afdeling en ambtenaar worden gekeken naar de poststukken die binnen 14 dagen moeten worden afgedaan en de poststukken waarvan de afhandelingstermijn inmiddels is verstreken. Vanaf 1 januari 2009 zal de contactpersoon van BO samen met de contactpersonen van de vakafdeling monitoren hoe het staat met de afhandeling van de gewone brieven. Op 2 februari 2009 kunnen de contactpersonen kijken hoe het staat met de afhandeling van de brieven. Er is gekozen voor 2 februari 2009 (eerste maandag van de maand) zodat er dan toch tijd is om de brief af te doen

6 voordat de afhandelingstermijn verstrijkt. De brief kan in die periode worden afgedaan of er kan contact worden opgenomen met de burger om aan te geven waarom de brief nog niet kan worden afgedaan. Twee weken na de eerste van de maand zal de contactpersoon van BO contact opnemen met de contactpersonen op de vakafdeling om te kijken of de brieven zijn beantwoord en om te kijken wat de reden is dat de brieven nog niet zijn beantwoord en wat hier aan kan worden gedaan. Gelet op het aantal klachten die in 2008 zijn ontvangen over het niet tijdig beantwoorden van een brief is het de verwachting dat het aantal brieven dat niet binnen 6 weken wordt beantwoord gering zal zijn.

7 Bijlage 1 Het wetsvoorstel : Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: Het opschrift van afdeling komt te luiden: AFDELING BESLISTERMIJN EN DWANGSOM BIJ NIET TIJDIG BESLISSEN Na het opschrift van afdeling wordt ingevoegd: Beslistermijn Ba In artikel 4:13, tweede lid, wordt «kennisgeving» vervangen door: mededeling. Artikel 4:14, derde lid, komt te luiden: 3. Indien, bij het ontbreken van een bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn, een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit binnen deze termijn aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn binnen welke de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. Artikel 4:15 komt te luiden: Artikel 4:15 1. De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag na die waarop het bestuursorgaan: a. de aanvrager krachtens artikel 4:5 uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, of b. de aanvrager mededeelt dat voor de beschikking op de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is, 2. De termijn voor het geven van een beschikking wordt voorts opgeschort: a. gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd, b. zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend, of c. zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven. 3. In geval van overmacht deelt het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk aan de aanvrager mede dat de beslistermijn is opgeschort, alsmede binnen welke termijn de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. 4. Indien de opschorting eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdelen b en c, zo spoedig mogelijk mededeling aan de aanvrager, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. Na paragraaf (nieuw) wordt een paragraaf Dwangsom bij niet tijdig beslissen Artikel 4:16 Deze paragraaf is van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald. Artikel 4:17 1. Indien een beschikking op aanvraag niet tijdig wordt gegeven, verbeurt het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom voor elke dag dat het in gebreke is, doch voor ten hoogste 42 dagen. De Algemene termijnenwet is op laatstgenoemde termijn niet van toepassing. 2. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen 20 per dag, de daaropvolgende veertien dagen 30 per dag en de overige dagen 40 per dag. 3. De eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, is de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen.

8 4. Indien de aanvraag elektronisch kon worden gedaan, is artikel 4:3a van overeenkomstige toepassing op de ingebrekestelling. 5. Beroep tegen het niet tijdig geven van de beschikking schort de dwangsom niet op. 6. Geen dwangsom is verschuldigd indien: a. het bestuursorgaan onredelijk laat in gebreke is gesteld, b. de aanvrager geen belanghebbende is, of c. de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. 7. Indien er meer dan één aanvrager is, is de dwangsom aan ieder van de aanvragers voor een gelijk deel verschuldigd. 8. De in het tweede lid genoemde bedragen kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd voorzover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Artikel 4:18 1. Het bestuursorgaan stelt de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was. 2. De betaling geschiedt binnen zes weken nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Artikel 4:19 1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de beschikking op de aanvraag heeft mede betrekking op een beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom, voorzover de belanghebbende deze beschikking betwist. 2. De administratieve rechter kan de beslissing op het beroep of hoger beroep inzake de beschikking tot vaststelling van de hoogte van de dwangsom echter verwijzen naar een ander orgaan, indien behandeling door dit orgaan gewenst is. 3. In beroep of hoger beroep legt de belanghebbende zo mogelijk een afschrift over van de beschikking die hij betwist. 4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek om voorlopige voorziening. Artikel 4:20 Het bestuursorgaan kan onverschuldigd betaalde dwangsommen terugvorderen voor zover na de dag waarop de beschikking, bedoeld in artikel 4:18, eerste lid, is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

9 Bijlage 2 Standaardbrieven Ontvangstbevestiging Geachte heer, mevrouw, Wij hebben uw aanvraag ontvangen. Uw aanvraag wordt behandeld door de persoon/afdeling en is geregistreerd onder nummer. U krijgt binnenkort verder bericht over de behandeling van uw aanvraag. Wij moeten uw aanvraag binnen de wettelijke termijn behandelen. Wij mogen die termijn eenmaal verlengen. Als de beslissing niet op tijd wordt genomen, kunt u een dwangsom vragen voor elke dag dat de aanvraag te laat wordt behandeld. In de bijlage leest u daarover meer. U kunt daar ook de mogelijkheden voor verlenging en opschorting vinden. Vriendelijk verzoeken wij u om, als uw telefoonnummer bij afdeling nog niet bekend is, uw telefoonnummer telefonisch ( ) aan ons door te geven. Wij kunnen u dan bellen met vragen over de aanvraag. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,.

10 Bijlage bij ontvangstbevestiging Uitleg dwangsom bij niet tijdig beslissen Vanaf 1 januari 2009 doet het gemeentebestuur een proef met de dwangsom bij niet tijdig beslissen. Dit houdt in dat u een dwangsom kunt opleggen wanneer de gemeente niet op tijd reageert op uw aanvraag om een vergunning of een ander besluit. Wij willen onze dienstverlening hiermee verbeteren. Deze proef geldt voor een beperkt aantal besluiten. Uw aanvraag om [beslissing ] hoort daar bij. Welke termijnen gelden er? De wet bepaalt binnen welke termijn wij een beslissing op uw aanvraag moeten nemen. Wij kunnen de beslistermijn over uw aanvraag één keer verlengen. Als wij de termijn verlengen, geven wij ook meteen aan wat de nieuwe beslistermijn wordt. In sommige situaties kunnen we de beslissing nog verder uitstellen. Het nemen van een beslissing kan langer duren: - als wij nog informatie van u nodig hebben; - als wij nog informatie van anderen buiten de gemeente nodig hebben; - als u met uitstel instemt; - in geval van overmacht. De termijn gaat pas weer lopen als de reden van overmacht is opgelost, of als wij uw informatie of de informatie van anderen hebben ontvangen, of als de termijn voor het aanvullen van de gegevens ongebruikt is verstreken. U krijgt daarover van ons bericht. Wij geven daarbij aan wanneer de beslistermijn afloopt. Hoe legt u de gemeente een dwangsom op? Als die termijn niet wordt gehaald, kunt u ons een brief sturen, waarin u schrijft dat u de gemeente in gebreke stelt. Nadat wij deze brief hebben ontvangen hebben wij nog twee weken extra tijd om een beslissing te nemen. Daarna zijn wij u voor elke dag dat wij te laat zijn een dwangsom schuldig, tot een maximum van 1260,-. Na afloop van de aanvraagprocedure bepalen wij hoeveel wij u moeten betalen, eventueel met verrekening van de daarbij opgelegde leges. U ontvangt daarover een beslissing, waartegen bezwaar en beroep open staat. Hoe lang kunt u een dwangsom vragen? De dwangsom is een middel om te zorgen dat de gemeente op tijd een beslissing neemt. Dit werkt vooral als u tijdig aan de bel trekt. Tot zes weken na het aflopen van de beslistermijn kunt u verzoeken om de dwangsom op te leggen. Als u nog vragen heeft over de dwangsom bij niet tijdig beslissen kunt u contact opnemen met mevrouw mr. A.M. de Waard van de afdeling Bestuursondersteuning, telefoonnummer

11 Verlengen beslistermijn op grond van artikel 4:14 Awb Geachte heer, mevrouw, Wij willen u informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. In beginsel moeten wij binnen de wettelijke termijn een beslissing over uw aanvraag nemen. Het lukt ons niet binnen deze termijn tot een beslissing te komen. Op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht mogen wij deze termijn eenmaal verlengen. Voor datum nieuwe termijn kunt u van ons een beslissing verwachten. Als u dan nog geen beslissing hebt gekregen, kunt u ons een brief sturen waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn. Als wij dan nog niet binnen twee weken een beslissing hebben genomen, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U hoeft daar zelf niets voor te doen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de ontvangstbevestiging van uw aanvraag. Uw aanvraag is in behandeling bij. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,.

12 Opschorten beslistermijn Geachte heer, mevrouw, Wij willen u informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. In beginsel moeten wij binnen de wettelijke termijn een beslissing over uw aanvraag nemen. Wij schorten deze termijn om de volgende reden op. 1. Wij hebben nog niet alle informatie van u gekregen die nodig is om een zorgvuldige beslissing te nemen. Op grond van de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen mogen wij de beslistermijn verlengen met de tijd die nodig is om aanvullende informatie van u te krijgen. Wij kunnen uw aanvraag nog niet behandelen, omdat wij nog omschrijving van informatie van u willen weten. Wij geven u de gelegenheid om deze informatie binnen twee weken na dagtekening van deze brief schriftelijk aan ons mee te delen. Wij wijzen u erop dat wij uw aanvraag niet in behandeling kunnen nemen, als u deze informatie niet binnen twee weken aan ons toestuurt. 2. Wij hebben advies gevraagd aan externe adviseur om een zorgvuldige beslissing over uw aanvraag te nemen. Op grond van de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen mogen wij de beslistermijn verlengen met de tijd die nodig is om een standpunt van een externe adviseur te krijgen. 3. U hebt ingestemd met verlenging van de beslistermijn in uw brief van/in het telefoongesprek van datum. Wij zullen de behandeling van uw aanvraag weer voortzetten nadat reden hervatting beslissing. 4. Er is sprake van overmacht. reden overmacht Uw aanvraag is in behandeling bij naam. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer U ontvangt bericht van ons, als de behandeling van uw aanvraag weer wordt voortgezet. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,.

13 Beëindigen opschorting beslistermijn Geachte heer, mevrouw, Wij willen u opnieuw informeren over de behandeling van uw aanvraag, geregistreerd onder nummer. Wij schreven u eerder dat wij de beslistermijn hebben verlengd, omdat reden opschorting. Op datum hebben wij reden beeindiging opschorting. Dat betekent dat wij uiterlijk nieuwe datum een beslissing moeten nemen over uw aanvraag. Als u dan nog geen beslissing hebt gekregen, kunt u ons een brief sturen waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn. Als wij dan nog niet binnen twee weken een beslissing hebben genomen, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U hoeft daar zelf niets voor te doen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de ontvangstbevestiging van uw aanvraag. Uw aanvraag is in behandeling bij naam. Voor vragen kunt u hem/haar bellen op nummer Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling,.

14 Ontvangstbevestiging ingebrekestelling Geachte heer, mevrouw, Wij hebben uw brief ontvangen, waarin u ons meedeelt dat wij te laat zijn met de beslissing over uw aanvraag. Wij zullen proberen zo snel mogelijk alsnog een beslissing te nemen. Als dat over twee weken nog niet is gelukt, moeten wij u een dwangsom betalen voor elke dag dat wij te laat zijn. U ontvangt daarover van ons bericht. Wij vragen u om ons het nummer van uw bank- of girorekening aan te geven. Mochten wij u een dwangsom moeten betalen, dan kunnen wij dat bedrag snel uitbetalen. Uw aanvraag is in behandeling bij mevrouw mr Voor vragen kunt u haar bellen op nummer Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling Bestuursondersteuning, mevrouw mr. S.J.A. Bronsveld.

15 Beslissing toekenning dwangsom Geachte heer, mevrouw, In deze brief willen wij u graag informeren over de dwangsom die u ons hebt opgelegd. U hebt ons in uw brief van datum meegedeeld dat wij de termijn hebben overschreden waarbinnen u een beslissing van ons had moeten krijgen. Wij hebben op datum die beslissing alsnog genomen. 1. Dit betekent dat wij u geen dwangsom hoeven te betalen, omdat wij binnen twee weken na uw herinnering alsnog een beslissing hebben genomen. Volgens de Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen hoeven wij dan geen dwangsom te betalen, ook al zijn wij eigenlijk te laat met het nemen van een beslissing. 2. Dit betekent dat wij u een dwangsom moeten betalen van aantal dagen x bedrag in totaal totaal. [Wij verrekenen dit bedrag met de leges die u nog moet betalen. Daarom betalen wij u een bedrag van [bedrag] uit.] Dit zal zo snel mogelijk op uw bank- of girorekeningnummer worden gestort. Voor de vertraging bieden wij u onze excuses aan. [Wij vragen u om het nummer van uw bank- of girorekening aan te geven, zodat wij de dwangsom kunnen uitbetalen.] Uw brief is in behandeling bij mevrouw mr.. Voor vragen kunt u haar bellen op nummer Bezwaarclausule Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Het bezwaarschrift dient gemotiveerd te zijn en dient te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders binnen 6 weken na de verzenddatum van dit besluit. Wij verzoeken een kopie van dit besluit mee te zenden met het bezwaarschrift en in de rechterbovenhoek van uw bezwaarschrift te vermelden: AWBbezwaarschrift. Een bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, Postbus 13, 3220 AA te Hellevoetsluis. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen, hoofd van de afdeling Bestuursondersteuning, mevrouw mr. S.J.A. Bronsveld.