Die Queeste vanden Grale 5



Vergelijkbare documenten
Die Queeste vanden Grale 1

Die Queeste vanden Grale 6. Perchevaels aventuren van groten wondere.vi. 1

Die Queeste vanden Grale 2

Die Queeste vanden Grale 7


J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

hertaling Albert Verwey (soms iets herschikt) [of een eigen variante] Hadewijch s 7e visioen

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé


Fragment III. UniversiteitsBibliotheekAmsterdam, Fragment I A 24-c. Een fragment van Die Rose van Heinric bestaande uit twee hele stroken.

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

basiszinnen spreekvaardigheid

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

GEZONDHEID (La santé)

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Barema's op 01/09/2008 Barèmes au 01/09/2008

FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE

Die legende des heileghen bisscops Sinte Nyclaes

De moderne stad. New York. Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens. Bologna. Toronto (Can.)

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht

DREAMS NATURE GLAMOUR WINTER

Chapitre 4, Ensemble!

Aantekening Frans les pronoms personnels

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

De jeeste van Walewein

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

SEPT FONTAINES POUR LA SENNE ZEVEN FONTEINEN VOOR DE ZENNE HET BEURSPLEIN

Diplomatische editie bezorgd door Mike Kestemont en Willem Kuiper

Eik rustiek wit geolied Chêne rustique huilé blanc

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

Verhaal: Jozef en Maria

Par ici! Langs hier! HOME PAGE

TEKENLIJST SPIJKERSCHRIFT

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

Eik rustiek wit geolied Chêne rustique huilé blanc

Oyez Oyez Bonne gens!!!! Week-end médiéval au château féodal de La Roche-en-Ardenne!

Eik rustiek wit geolied Chêne rustique huilé blanc

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

cashback Du/Van 1/01/13 au/tot 28/02/13 Niet cumuleerbaar met andere acties / Offre non cumulable avec d autres actions.

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

De Bijbel open (31-08)

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

1. Korte samenvatting. Boekverslag door een scholier 1915 woorden 10 januari keer beoordeeld. Eerste uitgave 2004


Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

(Deel van) Zijn Lichaam

SPARKLING WHITES, SWEET DREAMS, MAJESTIC, HAZY WINTER

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Rumble in the Dungeon

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Op het potje Sur le petit pot

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1953 No. 14 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR BINNENLANDSE ZAKEN

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

De bruiloft van het Lam

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

Q-FA (4 zijden schoon)

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

Handleiding. SOLUS PA (Traditioneel rolluik) met Inus Keo schakelaar

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

9 composities voor jeugdkoor. D/2008/6045/130 Musicerende Jeugd eerste uitgave Musicerende Jeugd D/3750/1990/1. Zanglijnen: D/2011/6045/020

Versie Naviga Reglement Klasse. Règlement Naviga Classe

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

pagina 1 van 5 VAN IN

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF

Kerstfeest Ds. W.E. den Hertogschool

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24, , oct. Petit-déjeuner 14, ,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg

Stilte vooraf. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Uitleg

QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42

Servetten Serviettes. Langue. Taal. Nederlands. Français

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Er zal geen verzengende hitte, geen dorst en geen honger meer zijn want Hij zal ze weiden aan water dat vloeit uit het hart der woestijn.

We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77.

Transcriptie:

Van [...] vand[...] 1 D 2 aventure doet mi verstaen, Alse Galaat was gegaen Van Der Joncfrouwen Castele, 2612 Dat hi reet doe so vele Dat hi int Woeste Foreest quam, 2615 Daer hi Lancelote in vernam Ende met heme Perchevale, 2616 Ende hine 3 kinnetse niet wale Alse die gene die vor dien Selke wapine niet hadde gesien. 4 2620 ende Lanceloet reet op hem ende stac 2620 Soe dat sijn spere brac, Ende Galaat staken 5 soe weder Dat man ende part vel ter neder. 6 Hi trac tsward ende sloech op Perchevale 2625 2624 Ende dor sloech sine coifie 7 altemale 1. [Handschrift] In zijmarge omkaderd en met rood opgehoogd: van [...] vand[...], wat op basis van de inhoud van dit hoofdstuk gereconstrueerd zou kunnen worden als: Van Lancelote ende vanden Grale.V. 2. Rode initiaal D met ongekleurd penwerk, 5 schrijfregels diep. 3. [Tekstkritiek] De vertaler / vertaling is abuis. Het is niet Galaat die Lanceloet en Perchevael niet herkent, maar het zijn Lanceloet en Perchevael die Galaat niet herkennen, en hem daarom aanvallen. De corrector had dit moeten verbeteren in: *Sine kinnetden hem niet wale 4. [Vertaling] [66] Or di li contes que qant Galaad se fu partiz dou Chastel as Puceles, que il chevaucha tant par ses jornees que il vint en la Forest Gaste. Un jor li avint que il encontra Lancelot et Perceval qui chevauchoient ensemble ; et nel connurent pas, come cil qui tiex armes n avoient pas aprises a veoir. 5. [Woordverklaring] staken: stak hem 6. [Vertaling] Si li adrece Lancelot touz premiers et li brise sa lance en mi le piz. Et Galaad le fiert si durement que il abat et lui et le cheval tout en un mont, mes autre mal ne li fist. 7. [Woordverklaring] coifie: gevoerde (leren) hoofdbescherming, soms met een ijzeren kapje, waaroverheen de capuchon van de halsberch ging, en daar weer overheen de helm 139

Soe dat hi moeste met allen 1 Neder vanden parde vallen. 2 Ende dit was vor ene cluse 2628 Daer ene clusenersse vor hare huse 2630 Sat ende sach algader toe, Ende si seide te Galate doe: God moet sijn in u gelede! 3 2632 Hadden si u gekint bede Also wel alsic u kinne, 2635 Ic ben seker in minen sinne Sine hadden niet u dorren 2636 Bestaen 4 no te uwert 5 porren. 6 Ende Galaat sorgede alse houde 7 [136va] Datmenne alsoe kinnen 8 soude. 9 2640 Hi reet wech al dat hi can geriden, 2640 Ende si volgeden hem tien tiden. 10 Si waren gram in harre gedochten 1. [Woordverklaring] met allen: helemaal 2. [Vertaling] Puis trait l espee qant il ot le glaive brisié et fiert Perceval si durement que il li trenche le hiaume et la coife de fer ; et se l espee ne li fust tornee en la main, ocis l eust sanz faille. Et neporquant il n a mie tant de pooir qu il remaigne en sele ; ainz vole jus si vainz et si maz del grant cop qu il ot receu qu il ne set s il est nuiz ou jors. 3. [Vertaling] Et cele joste fu fete devant un hermitage ou une recluse manoit. Et qant ele en vit Galaad aler, si li dist : «Ore alez a Dieu qui vos conduie! 4. [Woordverklaring] dorren bestaen: durven aanvallen 5. [Handschrift] Bestaen no te vwer<+t> porren 6. [Vertaling] Certes, se il vos conneussent aussi bien come je vos conois, il n eussent ja tant de hardement que il a vos se preissent.» 7. [Woordverklaring] sorgede alse houde: was er zeer bezorgd voor 8. [Woordverklaring] kinnen: herkennen 9. [Vertaling] [67] Et quant Galaad ot ceste parole, si a grant poor de conoissance. 10. [Vertaling] Si broche cheval des esperons et s en vet si grant oirre come il puet del cheval trere. Et quant il se sont aperceu que il s en vet, si montent en lor chevaus au plus tost que il onques pueent. 140

Dat sine niet verhalen 1 en 2 mochten. 3 Si voren int Woeste Foreest mettien 2645 2644 Alsine niet en mochten gesien, Ende Perchevael seide also houde Dat hi weder keren woude. 4 Ende Lanceloet, die niet keren en 5 wilde, 2648 Hi reet naden riddere metten witten scilde. 6 2650 al Dus reet hi daer op ende neder Int foreest wech ende weder, Daer ne geleide die aventure. 7 2652 Ende hi reet so verre al dure Dat hi in een vuste 8 velt quam, 2655 al Daer hi enen steen staende vernam 1. [Woordverklaring] verhalen: inhalen 2. [Handschrift] Dat sine niet verhalen <+en> mochten 3. [Vertaling] Et quant il voient que il ne le porront aconsivre, si retornent tant dolent et tant corrocié que il voldroient morir sanz demorance, car or heent il trop lor vies ; 4. [Vertaling] si se metent en la Forest Gaste. Einsi est Lanceloz remes en la Forest Gaste dolenz et corrociez dou chevalier qu il a perdu. Si dist a Perceval : «Que porrons nos fere?» et il respont qu il ne set nul consoil metre en ceste chose. Car li chevaliers s en vet si grant oirre qu il nel porroient aconsivre. «Et vos veez, fet il, que la nuiz nos a sorpris en tel leu dont nos ne porrions ja mes issir se aventure ne nos en gitoit fors. Et por ce m est il avis que mielz nos vendroit retorner au chemin. Car se nos començons ci a desvoier, je ne cuit mie que nos reveignons au droit chemin mes en piece. Or en feroiz ce que vos plaira : car je voi plus nostre preu ou retorner que en l aler.» [68] Et Lanceloz dit que el retorner ne s acorderoit il mie volontiers, ainz ira aprés celui qui l escu blanc emporte : car il ne sera ja mes aeise devant que il savra qui il est. «Tant vos poez vos bien soffrir, fet Perceval, que li jorz de demain soit venuz. Et lors en irons moi et vos aprés le chevalier.» Et il dit que il n en fera riens. «Or vos conseut Diex, fet Perceval, car je n irai mes hui avant, ainz retornerai a la recluse qui dist que ele le devoit bien conoistre.» Einsi se departirent li compaignon ; si s en revint Perceval a la recluse. 5. [Handschrift] Ende lanceloet die niet keren <+en> wilde 6. [Vertaling] Et Lancelot chevaucha aprés le chevalier 7. [Vertaling] tout le travers de la forest en tel maniere qu il ne tient ne voie ne sentier, ainz s en vet si come aventure le meine. 8. [Woordverklaring] vuste: woest 141

Daer letteren waren gescreven an, 2656 Mar hine mochter niet gelesen dan Om dat nacht was. 1 Hi sach saen Ene capelle daer bi staen. 2 2660 Hi voer ter capellen ward 2660 Ende bant an enen boem sijn part Ende hinger sinen scilt oec an Ende ginc in die capelle dan, Die out ende 3 gevallen 4 was, 2665 2664 Ende hi ward geware das Datten ingange waren doe Iserine traelgen, di waren soe Vaste te gadere gevoget 5 dat daer 2668 Nieman in comen en 6 mochte vor waer. 7 2670 Ende hi sach daer binnen met sindale 8 Enen outaer 9 gepareert wale Ende oec met sidinen cleden 2672 Ende met anderen rijcheden, 1. [Vertaling] Et ce li fet mout mal que il ne voit ne loign ne pres ou il puisse prendre sa voie : car mout ert la nuiz oscure. Et neporec tant a alé que il vint a une croiz de pierre qui ert au departement de deus voies en une gaste lande. Et il resgarde la croiz quant il fu pres et voit par dejoste un perron de marbre ou il avoit letres escrites, ce li ert avis. Mes li tens ert si oscurs que il ne pooit conoistre que eles voloient dire. 2. [Vertaling] Et il resgarde vers la croiz et voit une chapele mout anciene, 3. [Handschrift] Die out en[-te]<+de> geuallen was 4. [Woordverklaring] gevallen: vervallen 5. [Woordverklaring] gevoget: gevoegd 6. [Handschrift] Nieman in comen <+en> mochte vor waer 7. [Vertaling] et il s i adrece car il i cuide trover gent. Et quant il est auques pres, si descent et atache son cheval a un chesne et oste son escu de son col et le pent a l arbre. Puis vient a la chapele et la troeve gaste et decheue, et entre dedenz, et troeve a l entree unes prones de fer qui estoient serrees et jointes en tel maniere que len n i poïst mie legierement entrer. 8. [Woordverklaring] sindale: fijn linnen 9. [Woordverklaring] outaer: altaar 142

Ende hi sach vor den outare 2675 Enen selverinen candelare Daer.VIJ. stallichte 1 op stonden, 2676 Die clare bernden tien stonden. 2 ende Hine waende niet in sulker 3 stede ge Vonden hebben so grote clarhede. 4 2680 Hi was drove in sijn gedochte 2680 Dat hi niet in comen en 5 mochte Ende kerde ter crucen al drove Ende dede den 6 parde sine behove 7 Ende lach neder vor di cruce daer 2685 2684 Ende ward in slape daer naer. 8 Ende hem dochte daer hi lach, Dat hi enen riddere comen sach Al siec in ene laytire, 9 2688 Clagende in drover manire. 10 2690 1. [Woordverklaring] stallichte: kaarsen 2. [Vertaling] Et il resgarde par mi les prones et voit la dedenz un autel qui ert mout richement aornez de dras de soie et d autres choses, et devant avoit un grant chandelabre d argent qui sostenoit sis cierges ardanz qui gitoient grant clarté. 3. [Handschrift] ende Hine waende niet in sulke<+r> stede 4. [Vertaling] Et qant il voit ce, si a talent d entrer enz por savoir qui i repere : car il ne cuidoit mie qu en si estrange leu eust si beles choses come il voit ci. 5. [Handschrift] Dat hi niet in comen <+en> mochte 6. [Handschrift] Ende dede <+den> parde sine behoue 7. [Woordverklaring] dede den parde sine behove: gaf het paard te eten en te drinken 8. [Vertaling] Et il vet regardant les prones. Et quant il voit qu il n i porra entrer, si est tant dolenz qu il se part de la chapele et vient a son cheval et l en meine par le frain jusqu a la croiz ; puis li oste la sele et le frain et le lesse pestre ; et deslace son hiaume et le met devant soi, et oste s espee et se couche sor son escu devant la croiz et s endort assez legierement, a ce que il estoit las, se ne fust ce qu il ne put oublier le Bon Chevalier qui le blanc escu emporte. 9. [Woordverklaring] laytire: draagbaar 10. [Vertaling] [69] Et quant il s est grant piece esperiz, si voit venir, en une litiere que portoient dui palefroi, un chevalier malade qui mout se plaignoit angoisseusement. 143

Ende Lanceloet en 1 spraker niet toe Alse dies gene macht en 2 hadde doe. 3 Die riddere seide droeffelike: 2692 Ay God, Here van hemelrike, Weltijt sal comen vore mi 2695 Dat heilege vat daer ic bi Van minen rouwe quite sal wesen? 4 2696 Ay God, was oit man vor desen In so groten ongemake [136vb] Alsic ben om ene cleine sake? 5 2700. Al ne sprac Lanceloet niet, dat 6 si u cont, 2700 Hi verstoet wel ende horde ter stont Des goets mans clage, ende daer nare Sach hi daer den candelare Comen, die hi in di capelle vor dien 2705 2704 Met bernenden kerssen hadde gesien. 7 Nochtan hi niet gesien ne mochte 1. [Handschrift] Ende lanceloet <+en> spraker niet toe 2. [Handschrift] Alse dies gene macht <+en> hadde doe 3. [Vertaling] Et quant il aproche de Lancelot, si s arreste et le regarde ne mot ne dit, car il cuide que il se dorme. Et Lancelot ne li dist mot, come cil qui ert en tel point que il ne dormoit bien ne ne veilloit bien, ainz someilloit. 4. [Vertaling] Et li chevaliers de la litiere, qui se fu arrestez a la croiz, se comença a plaindre mout durement et disoit : «Ha! Diex, faudra me ja mes ceste dolor? Ha! Diex, quant vendra li Sainz Vessiaus par qui la force de ceste dolor doit remanoir? 5. [Vertaling] Ha! Diex, soffri onques mes nus hom autant de mal come je sueffre, et por petit de meffet?» 6. [Handschrift] Al ne sprac lanceloet niet <+dat> si v cont 7. [Vertaling] [70] Grant piece se complaint einsi li chevaliers et se demente a Dieu de ses maus et de ses dolors. Et Lancelot ne se remue ne ne dist mot, car il est ausi come entransés, et neporec il le voit bien et entent ses paroles. Et quant li chevaliers a grant piece atendu en tel maniere, si se resgarde Lancelot et voit venir devers la chapele le chandelabre d argent que il avoit veu en la chapele o les cierges, et il resgarde le chandelabre qui vient vers la croiz, 144

Wine 1 daer gedragen brochte. 2 Daer na sach hi dat heilege vat 2708 Dat hi gesien hadde vor dat 2710 Tes Conincs Vischers. 3 Hem dochte das Dattet dat heilege Grael was. 4 ende Alst di sieke riddere hadde gesien, 2712 Hi liet hem neder vallen bi dien Van daer hi stont 5 al toter eerden 2715 Ende seide met groter werden: Ay soete Here van hemelrike, 2716 Ic bidde u alsoe gewaerlike Alse gi menege miracule doet In dit lant ende elre, Here goet, 2720 Mettesen vate, soe biddic U 2720 Dat gi mi vorsiet 6 nu Van minen vernoie dat van dien Mi so vele goets mote gescien Dat ic mote m[ak]en mine vard 2725 2724 Alse andere ridderen ter questen ward. 7 Ende hi croep al toter taflen toe Metter cracht van sinen armen doe, 1. [Handschrift] Wi[-se]<+ne> daer gedragen brochte 2. [Vertaling] mes il ne voit mie qui le porte, si s en merveille trop. 3. [Handschrift] Tes conincs vischers. hem dochte das [Vertaling] Et aprés voit venir sor une table d argent le Saint Vessel que il ot jadis veu chiés le Roi Pescheor, 4. [Vertaling] celui meismes que len apeloit le Saint Graal. 5. [Woordverklaring] stont: in zijn draagbaar lag 6. [Woordverklaring] vorsiet: verlost 7. [Vertaling] Et si tost come li chevaliers malades le voit venir, si se lesse chaoir a terre de si haut come il estoit et joint les mains encontre et dit : «Biau sire Diex, qui de cest Saint Vessel que je voi ci venir avez fet tant bel miracle en cest païs et en autre, Pere, regardez moi par vostre pitié, en tel maniere que cist maus dont je me travail me soit assouagemenz en brief terme, si que je puisse entrer en la Queste ou li autre preudome sont entré.» 145

Ende hi helsde tier stont 2728 Den steen daer die tafle op stont, 2730 Ende dede soe vele 1 dat hi die selverine Tafle custe met groter pine Daer dat heilege vat op 2 stont doe, 2732 Ende deder ane sine ogen toe, 3 Ende hi seide te hant na desen: 2735 Genade God, ic ben genesen! 4 Ã Alst 5 tfat een stic gesijn hadde daer, 2736 Die candelaren kerden daer naer In die capelle, 6 ende mede tfat, al Soe dat Lanceloet nemmer en 7 sach dat 2740 No int wech dragen no int bringen 2740 Wiet droech, ende 8 dat was bi dien dingen Dat hi was bi aventuren Moede ende swaer tier uren Van pinen die hi hadde gedaen, 2745 2744 Oft dat hi met selker sonden was bevaen 9 Dat hijt 10 mahlicht 11 daer bi liet 1. [Handschrift] Ende dede soe <+vele> dat hi die seluerine 2. [Handschrift] Daer dat heilege uat <+op> stont doe 3. [Woordverklaring] deder ane sine ogen toe: keek er aandachtig naar 4. [Vertaling] [71] Et lors s en vet trainant a la force de ses braz jusq au perron ou la table seoit et li Sainz Vessiaus desus. Et il se prent a deus mains et se tire contremont et fet tant qu il bese la table d argent et la toche a ses euz. Et quant il a ce fet, si se sent ausi come toz alegiez de ses maus : si gite un grant plaint et dit : «Ha! Diex, gariz sui!» et ne demora gaires que il s endort. 5. [Handschrift] Ã Alst <+tfat> een stic gesijn hadde daer 6. [Handschrift] In die capelle. ende mede tfat 7. [Handschrift] al Soe dat lanceloet nemmer <+en> sach dat 8. [Handschrift] Wiet droech <+ende>. dat was bi dien dingen 9. [Handschrift] Oft dat hi met selker sonden was be[-g]<+v>aen 10. [Woordverklaring] mahlicht: mogelijk, waarschijnlijk 11. [Handschrift] Dat hijt ma[-c]hlicht daer bi liet 146

Dat hi hem en verporde niet Alsi hem dat Grael sach so nare, 2748 Ende voer ofter hem niet om en 1 ware, 2 2750 Daer men hem af in vele lande Sider seide menege scande, Ende daer omme t ere meneger stede 2752 So mesfielt hem oec sider mede. 3 ende Alse dat Grael, alsict oec las, 2755 In die capelle gekeert was, Die riddere stont op al gesont 2756 Ende custe dat cruce ter stont. 4 Doe quam een sciltknecht tot hem dare [136vc] Ende vragede hoet met hem ware. 2760 ende Hi seide: Wel, 5 mer ic hebbe gesien 2760 Hier harde groet wonder gescien Van dien riddere, dien gi daer siet Slapen. 6 Hine 7 dede soe vele niet Dat hi hem op lichte, alsi vernam 2765 1. [Handschrift] Ende voer ofter hem niet om <+en> ware 2. [Woordverklaring] voer ofter hem niet om en ware: zich gedroeg alsof het hem niet interesseerde 3. [Vertaling] Et quant li Vessiaus ot une piece demoré ilec, si s en rala li chandelabres en la chapele et li Vessiaus avec, si que Lancelot ne sot ne a l aler ne au venir par cui il i pot estre aportez. Et neporquant einsi li avint, ou parce qu il ert trop pesanz dou travail que il avoit eu, ou par pechié dont il ert sorpris, que il ne se remua por la venue del Saint Graal ne ne fist semblant qu a riens l en fust ; dont il trova puis en la Queste qui mainte honte l en dist et assez l en mesavint en maint leu. 4. [Vertaling] Quant li Sainz Graalz se fu partiz de la croiz et entrez en la chapele, si se dreça li chevaliers de la litiere sainz et haitiez et besa la croiz. 5. [Handschrift] ende Hi seide wel. mer ic hebbe gesien 6. [Vertaling] Et maintenant vint ilec un escuiers qui aportoit unes armes mout beles et mout riches ; et vet la ou il voit le chevalier, si li demande coment il li est avenu. «Par foi, fet il, bien. Dieu merci : je fui tantost gariz come li Sainz Graalx me vint visiter. Mes merveille me semble de cel chevalier qui la se dort, 7. [Handschrift] Slapen. hine dede soe vele niet 147

2764 Dat 1 heilege Grael op hem quam. 2 ende Die knape seide tien stonden: Hi mach wel sijn in enege hoefsonden Dat God niet en 3 wilde gehingen van dien 2768 Dat hi miracule hadde gesien? 4 2770. Hi seide doe: Wie dat hi si, Hi es ongevallech, 5 dat 6 donke mi. 7 ende Hi es vanden gesellen, wanic wale, 2772 Vander questen vanden Grale. 8. Die riddere wapende hem metter vard 2775 Ende sat doe op Lanceloets part Ende hief sine hant opward gereet 2776 Ende swoer aldus enen eet: Alsoe hulpe mi God, onse Here, Ende theilege Grael, dat ic nembermere 2780 Van wandelne niet en 9 sal finieren 2780 Eer ic weet in wat manieren Dat heilege Grael geoppenbart es Binnen den conincrike van Logers In soe vele steden. 10 Doe seide saen 2785 1. [Woordverklaring] Dat: Dat het 2. [Vertaling] qui onques ne s esveilla de sa venue.» 3. [Handschrift] Dat god niet <+en> wilde gehingen van dien 4. [Vertaling] «Par foi, fet li escuiers, ja est aucuns chevaliers qui maint en aucun grant pechié dont il ne se fist onques confés, dont il est par aventure si corpables vers Nostre Seignor que il ne li plaist mie qu il veist ceste bele aventure.» 5. [Woordverklaring] ongevallech: ongelukkig 6. [Handschrift] Hi es ongeuallech <+dat> donke mi 7. [Vertaling] «Certes, fet li chevaliers, qui que il soit, il est meschaanz ; 8. [Vertaling] et si cuit je bien que ce soit aucuns des compaignons de la Table Reonde qui sont entré en la Queste dou Saint Graal.» 9. [Handschrift] Van wandelne niet <+en> sal finieren 10. [Vertaling] «Sire, fet li escuiers, ge vos ai voz armes aportees, si les prenez quant vos plaira.» [72] Et li chevaliers li respont que d autre chose n avoit il mestier. Si s arme et prent 148

2784 Die knape: Gi hebter gnoech toe gedaen. 1 Entie riddere sciet vander steden. 2 Ende alsi ene halve mile hadde gereden, Rechte hem op Lanceloet ende sat 2788 Ende ward doe pensende om dat 2790 Dat hi gesien hadde in die stede, Wedert droem was so warhede. 3 Hi ginc in die capelle daer naer 2792 Ende sach den candelare opten outaer. 4 mer Vanden Grale en 5 mochti niet sien. 6 2795 Nochtan haddi groten wille te dien. 7 les chauces de fer et le hauberc. Et li escuiers vient a l espee Lancelot, si li baille et le hiaume ausi, puis vient au cheval Lancelot et li met la sele et le frain. Et quant il l ot apareillié, si dist a son seignor : «Sire, montez : que a bon cheval ne a bone espee n avez vos mie failli. Certes, ge ne vos ai chose bailliee qui mielz ne soit emploiee en vos que en cest mauvés chevalier qui ci gist.» La lune estoit levee bele et clere, car ja ert passee la mie nuit. Et li chevaliers demande a l escuier coment il conoist l espee ; et cil dit que il la cuide bien conoistre a la biauté que ele a : et il l ot ja trete dou fuerre, si l avoit trouvee si bele que il l avoit trop couvoitiee. Et quant li chevaliers fu apareilliez et montez el cheval Lancelot, si tent la main vers la chapele et jure que, se Diex li ait et li saint, il ne finera ja mes d errer devant que il savra coment ce est que li Sainz Graaux s apert en tanz leux ou roiaume de Logres, et par qui il fu aportez en Engleterre et por quel besoign, se aucuns autres n en set ainz de lui veraies noveles. 1. [Vertaling] «Si m ait Diex, fet li vaslez, assez en avez dit. Or vos doint Diex a honor partir de ceste Queste, et a sauveté de l ame : car certes sanz peril de mort ne la poez vos mie longuement maintenir.» «Se ge i muir, fet li chevaliers, ce sera plus m anors que ma honte. Car a ceste Queste ne doit refuser nus preudons ne por mort ne por vie.» 2. [Vertaling] [73] Et lors se part de la croiz entre lui et son escuier, si emporte les armes Lancelot et chevauche si come aventure le meine. 3. [Vertaling] Et quant il se pot bien estre esloigniez de mie liue et plus, si avint que Lancelot se leva en son seant come cil qui lors a primes s estoit esveilliez dou tout. Si se porpense se ce qu il a veu a esté songes ou veritez, car il ne set s il a veu le Saint Graal ou se il l a songié. 4. [Vertaling] Et lors se drece et voit le chandelabre devant l autel, 5. [Handschrift] mer Vanden grale <+en> mochti niet sien 6. [Vertaling] mes de ce qu il plus voudroit veoir ne voit il riens, ce est dou Saint Graal, 7. [Vertaling] dont il voldroit savoir veraies noveles s il pooit estre. 149

à Alse Lanceloet dus lange stonde 2796 Omt Grael pensde in der stonde Alse diet gerne sien soude, Hort hi ene stemme also houde 2800 Die hem in deser maniren sprac toe: 2800 Lanceloet, harder dan een steen, seitsoe, Bittere dan thout ende mere Veronward 1 in allen kere 2 Dan di ondrachteche 3 vigeboem 4 nu, 2805 1. [Handschrift] Veronward [-met] in allen kere 2. [Woordverklaring] Bittere dan thout ende mere Veronward in allen kere: bitterder dan het hout en meer veracht in elk opzicht 3. [Handschrift] Dan di ondrachtech<+e> vigeboem nv 4. [Woordverklaring] De parabel van de onvruchtbare c.q. vruchtloze vijgenboom vindt men in Mattheus 21, 18-19: Toen hij [Jezus, W.K.] vroeg in de morgen naar de stad [Jeruzalem, W.K,] terugkeerde, kreeg hij honger. Langs de weg zag hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei hij tegen de boom: Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen! (Nieuwe Bijbelvertaling, on-line editie) Vergelijk Marcus 11, 12-14: Toen ze de volgende dag uit Betanië vertrokken, kreeg hij honger. Hij zag in de verte een vijgenboom die in blad stond en ging erheen in de hoop iets eetbaars te vinden, maar toen hij bij de boom gekomen was, vond hij geen vruchten; het was namelijk nog niet de tijd voor vijgen. Hij zei tegen de boom: Nooit ofte nimmer zal er nog iemand vruchten van jou eten! In het zogeheten Pseudo-Bonaventura Ludolfiaanse leven van Jezus, ed. CD-ROM Middelnederlands wordt deze scène als volgt naverteld en geïnterpreteerd: In desen weghe als hi op clam tot Iherusalem, so wanen sommighe lude, dat hem hongherde ende dat hi ghinc tot enen vigheboem. Ende als hi daer aen niet en vant dan blader, den vermaledide hi ende altehants verdorrede hi. Dit is in enen gheesteliken sinne te verstaen, want onse Heer wiste ende bekende, dattet doe gheen tijt en was, dat die vighen op bomen stonden. Mar biden groenen boem van bladeren sonder vruchte machmen verstaen ypocriten ende ghevensde menschen, die een schijn hebben van buten, mar die ydel ende onvruchtbaer sijn van binnen, dat die vermaledijt sijn. Hoewel deze interpretatie heel goed past in de Queeste vanden Grale denk ik (W.K.) toch dat gelet op Jezus gang naar Jeruzalem hier de stad Jeruzalem c.q. de Tempel bedoeld zijn, die onvruchtbaar zullen blijken te zijn omdat zij Jezus niet accepteren en erkennen als de Messias en de Zoon van God en daarom zullen verdorren door de wraak van God uit handen van Titus (en Vespasianus) en het jaar 70. 150

2804 Hoe warstu soe coene 1 dattu In steden quaems daer tgrael es? 2 Ganc dire veerde ende wes 3 seker des Datter die stede af heeft genomen 2808 Smette 4 datture so na beste 5 comen! 6 2810 ende Lanceloet sciet doe van dier stede Wenende ende suchtende mede Alse dien dochte dat hi nembermere 2812 Vercrigen en 7 mochte gene ere, Na dat hi falgiren moeste 8 van dien 2815 Dat hi tgrael nine mach sien Noch daer af gevreischen niemare, 2816 Ende hi pensde doe daer nare Dat hi nembermer te gemake [137ra] Ne worde bi ne gere sake 2820 Hine soude weten die warheit das 2820 Twi hi alsoe geheten was, Ende hi keerde ter crucen daer naer. 9 1. [Woordverklaring] (over)moedig 2. [Vertaling] Quant Lancelot ot grant piece resgardé devant les prones por savoir se il verroit riens de la chose que il plus desirroit, si ot une voiz qui li dist : «Lancelot, plus durs que pierre, plus amers que fuz, plus nuz et plus despris que figuiers, coment fus tu si hardiz que tu ou leu ou li Sainz Graalx reperast osas entrer? 3. [Handschrift] Ganc dire veerde ende [-b]<+w>es seker des 4. [Woordverklaring] [er]af heeft genomen Smette: er door bezoedeld is 5. [Handschrift] Smette datture so na bes<+te> comen 6. [Vertaling] Va t en de ci, car li leux est ja toz empulentez de ton repere.» 7. [Handschrift] Vercrigen <+en> mochte gene ere 8. [Handschrift] Na dat hi falgiren moeste[-n] van dien 9. [Vertaling] [74] Et quant il ot ceste parole, si est tant dolenz qu il ne set que il doie fere. Si se part maintenant d iluec sospirant dou cuer et lermoiant des eulz, si maudit l ore qu il fu nez, car ce set il bien qu il est venuz au point qu il n avra ja mes honor, puis qu il a failli a savoir la verité del Saint Graal. Mes les trois paroles dont il a esté apelez n a il pas oubliées ne n oubliera ja mes tant come il vive, ne ne sera granment aeise devant que il sache por quoi il fu einsi apelez. Et quant il est venuz a la croiz, 151

mer Hine vant no helm no scilt daer Noch oec part. 1 Doe 2 seide hi: 2825 2824 Acharme keytijf, layse, wats mi? 3 gesciet Ay God Here, nu ten stonden Bliken oppenbare wel minne 4 sonden Ende min quade leven mede. 5 2828 Ende mine grote keytivechede 2830 Hevet mi meer dan andere sake Ontkeert 6 van desen 7 ende gedaen t ongemake, want Bedie alsic beteren soude 2832 Quam die viant alsoe houde Die mi destruerde ende nam daer naer 2835 Dat ic niet en 8 mochte sien claer, Want ic was 9 van dien stonden 2836 Dat ic riddere ward al vol sonden, Ende ic waser in vord an Meer dan enech ander man. 10 2840 al Dus lasterde hem selven Lanceloet 1. [Vertaling] si ne troeve ne son hiaume ne s espee ne son cheval : 2. [Handschrift] Noch oec part. doe seide hi 3. [Vertaling] si s aparçoit maintenant qu il a veu vérité. Et lors comence un duel grant et merveilleux, et se clame chaitif dolent et dit : «Ha! Diex, 4. [Handschrift] Bliken oppenbare wel min<+ne> sonden 5. [Vertaling] or i pert mes péchiez et ma mauvese vie. 6. [Woordverklaring] Ontkeert: in verwarring gebracht 7. [Handschrift] Ontkeert <+van desen> ende gedaen tongemake 8. [Handschrift] Dat ic niet <+en> mochte sien claer 9. [Handschrift] Want ic was [-al] van dien stonden 10. [Vertaling] Or voi je bien que ma chetivetez m a confondu plus que nule autre chose. Car quant je me deusse amender, lors me destruit li anemis, qui m a si tolue la veue que je ne pui veoir chose qui de par Dieu soit. Et ce n est mie de merveille se je ne puis veoir cler : car des lors que je fui primes chevaliers ne fu il hore que je ne fusse coverz de teniebres de pechié mortel, car tout adés ai habité en luxure et en la vilté de cest monde plus que nus autres.» 152

2840 Ende hadde droefheit harde groet. 1 Ã Des ander dages alsi hadde gehort Die vogeline weder ende vort Achter bosche singen, daer hi 2845 2844 Menechwerf hadde verhoget bi, Ende hi hem sach so berecht dan Dat 2 hem gene bliscap en ginc an, Hi wiste te hant wel ende vernam 2848 Dat onse Here op hem was gram, 2850 Want hi hadde gefalgirt in dien Daer hi meest in waende hebben gesien Bliscapen ende eren altemale, 2852 Dat was int soeken vanden Grale. 3 Doe ginc hi drove te bosce ward 2855 Sonder scilt ende helm ende part, al Soe dat hi omtrent primtijt 4 quam 2856 Daer hi ene hermitage vernam Ende enen hermite gereet daer toe Dat hi messe soude singen doe. 5 2860 1. [Vertaling] Einsi se despit et blasme Lancelot mout forment et fet son duel toute la nuit. 2. [Handschrift] Da[-n]<+t> hem gene bliscap <+en> ginc an 3. [Vertaling] Et quant li jorz parut biaus et clers et li oiselet comencerent a chanter parmi le bois et li soleux comença a luire par mi les arbres, et il voit le biau tens et il ot le chant des oisiaus dont il s ert maintes foiz esjoiz, et lors se voit desgarni de toutes choses, et de ses armes et de son cheval, et bien set de voir que Nostre Sires s est corrociez a lui ; si ne cuide ja mes venir a cel point qu il truist chose ou monde qui sa joie li poïst rendre. Car la ou il cuidoit joie trover et toutes honors terrianes a il failli, ce est as aventures dou Saint Graal ; et ce est une chose qui mout le desconforte. 4. [Woordverklaring] primtijt: het eerste uur van de dag die in theorie begint om 06:00 (en eindigt om 18:00) 5. [Vertaling] [75] Et quant il s est grant piece plainz et dementez et regretee sa maleurté, si se part de la croiz et s en vet par mi la forest tot a pié, sanz hiaume et sanz espee et sanz escu. Si ne retorne mie a la chapele ou il ot oïes les trois merveilleuses paroles, ainz s en torne par un sentier, et tant que il vint a hore de prime en un tertre ou il troeve un hermitage et l ermite qui voloit comencier la messe et estoit ja garniz des armes de Sainte Eglise. 153

Hi knielde ende bat genaden 2860 Gode van sinen mesdaden. 1 Ende alse die messe was gedaen, Hi sprac an dien hermite saen Ende seide hem tien stonden 2865 2864 Dat hi was een ridder 2 vander Tavelronden Ende bat dat hine beraden soude. 3 Die goede man vrageden also houde Waer af hi raet sochte, ende seide: Wildi 2868 Biechte hier spreken jegen mi? 4 2870 Jaic. 5 Hoe 6 es u name dan? 7 Ic hete Lanceloet, entie coninc Ban Was min vader wilen ere. 8 2872 Die goede man seide doe: Here, Gi sijt sculdech dipelike 2875 Te dankene den Here van hemelrike Dat Hi u heeft gemaect so scone 2876 Ende so werd, dat onder den trone Uwer gelike van werdecheden [137rb] 1. [Vertaling] Et il entre en la chapele mornes et pensis et tant dolenz que nus plus. Si s agenoille en mi le chancel et bat sa corpe et crie merci a Nostre Seignor des males oevres que il a fetes en cest siecle. Si escouta la messe que li preudons chanta entre lui et son clerc. 2. [Handschrift] Dat hi was een <+ridder> vander tauelronden 3. [Vertaling] Et quant ele fu chantee et li preudons se fu desgarniz des armes Nostre Seignor, Lancelot l apela maintenant et le trest a une part et li prie por Dieu qu il le conseult. Et li preudons li demande dont il est ; et il dit qu il est de la meson le roi Artus et compainz de la Table Reonde. 4. [Vertaling] Et li preudons li demande : «De quoi volez vos conseil? Est ce de confession?» 5. [Vertaling] «Sire, oïl», fet il. 6. [Handschrift] Iaic. hoe es v name dan 7. [Vertaling] «Et de par Nostre Seignor», fait li preudons. [76] Et lors l en meine devant l autel et s asieent ensemble. Et lors li demande li preudons coment il a non. 8. [Vertaling] Et il dit qu il a non Lancelot dou Lac et fu filz le roi Ban de Benoyc. 154

Niewer en es no van stoutheden, 2880 Want hi hevet u sin 1 gegeven 2880 Ende gedinkenesse 2 daer neven Daer gi hem af weder sculdech sijt Alsulke doget t alre tijt Dat in u behouden si Sine ere, 2885 2884 Ende dattie duvel nu mere Geen deel en hebbe daer af Dat u God soe mildelike gaf, ende heeft 3 Hi u vor desen 2888 Milder dan anderen lieden gewesen. 4 2890 Dies suldi Hem danken nu, Want men soudet 5 mere lachteren an u, en dedijs niet Na dat mi donket, in dien 2892 Dat ic van buten an u mach sien, ende Soe wardi 6 dan sijn viant daer af, 2895 Dat Hi u dit soe mildelike gaf, ende Hi saelt u t onnutte keren daer bi 2896 In corten tiden, en si dat gi Hem met biechten bid genaden 1. [Woordverklaring] sin: ratio 2. [Woordverklaring] gedinkenesse: geheugen 3. [Handschrift] ende [-Bedie] heeft hi v vor desen 4. [Vertaling] Et quant li preudons ot que ce est Lancelot dou Lac, li hons ou monde de qui len disoit plus de bien, si est toz esbahiz de ce qu il li voit si grant duel demener. Et il li dit : «Sire, vos devez a Dieu mout grant guerredon de ce que il vos a fet si bel et si vaillant que nos ne savons ou monde ne de biauté ne de valor vostre pareil. Il vos a presté le sens et la memoire que vos avez : si l en devez faire si grant bonté que s amors soit sauve en vos, en tel maniere que li deables n i ait preu ou large don que il vos a doné. Si le servez de tout vostre pooir et fetes ses comandemenz. Si ne servez pas dou don qu il a doné son anemi mortel, ce est le deable. Car se il vos a esté plus larges que a autre et il ore i perdoit, mout vos en devroit len blasmer. 5. [Handschrift] Want men [-sal]<+soude> dat <+[-mer]> lachteren an v 6. [Handschrift] ende Soe [-sidi]<+wardi> dan sijn viant daer af 155

Ende u berouwen uwe mesdaden 2900 Ende betert mede u leven. 1 2900 Wildi u hem aldus op geven Ende genade bidden in dier manieren, Wet wel, Hi es so godertieren, Hi sal u lichtere 2 doen wesen 2905 2904 Dan gi oit ward vor desen. 3 ende Doe seide Lanceloet: Ay here, Ene dinc wantroest mi sere: God onse Here onste mi dat Hi 2908 In mine kinscheide versach mi 2910 Van allen gratien die dan 1. [Vertaling] Si ne resemblez mie le mauvés serjant dont il parole en l Evangile, dont li uns des evangelistres fet mencion et dit que uns riches hons bailla a trois de ses serjanz grant partie de son or. Car il bailla a l un un besant et a l autre en bailla deus et au tierz en bailla cinc. Cil a qui il bailla les cinc les monteplia en tel maniere que quant il vint devant son seignor et il dut fere conte et reson de son gaang, si dist : «Sire, tu me baillas cinc besanz : voiz les ci et cinc autres avec que je ai gaangniez.» Et quant li sires l oï, si respondit : «Vien avant, serjanz bons et loiaux : je t acoil en la compaignie de mon ostel.» Apres revint li autres qui les deus besanz avoit receuz, et dist a son seignor que il en avoit deus autres gaangniez. Et li sires li respondi tout ainsi come il avoit fet a l autre serjant. Mes il avint que cil qui n en avoit que un receu ot le suen enfoï en terre et se fu esloigniez de la face son seignor et n osa venir avant. Cil fu li mauves serjanz, cil fu li faux symoniaux et li ypocrites de cuer ou li feux dou Saint Esperit n entra onques. Et por ce ne puet il eschaufer de l amor Nostre Seignor ne embraser cels a qui il anonce la sainte parole. Car si com la divine Escriture dit : «Cil qui n art, il ne brulle mie», ce est a dire : Se li feux dou Saint Esperit n eschaufe celui qui raconte la parole de l Evangile, ja li hons qui l oie n en ardra ne n en eschaufera. [77] Ceste parole vos ai je trete por le large don que Nostre Sires vos a doné. Car je voi qu il vos a fet plus bel que nul autre et meillor, ce m est avis par les choses qui defors en aperent. Et se vos de cest don qu il vos a fet estes ses anemis, sachiez qu il vos tornera a noient en assez petit de tens, se vos prochainement ne li criez merci en confession veraie et en repentance de cuer et en amendement de vie. 2. [Woordverklaring] lichtere: minder bezwaard (door zonden) 3. [Vertaling] Et je vos di veraiement que se vos en tel maniere li criez merci, il est tant debonaires et tant aime le verai repentement dou pecheor plus qu il ne fet le dechoiement, si vos relevera plus fort et plus viguereus que vos ne fustes onques nul jor.» 156

Hebben mochte enech man Ende om di milde gichte di Hi mi gaf, 2912 Soe benic nu in vresen daer af Dat ic gejugeert mach wesen 2915 Ter eweliker doet na desen. 1 Ã Alse die gode man dit horde, 2916 Hi seide wenende dese worde: Wie dat in sonden leget stille Ende gene beteringe doen en wille 2920 Ende also stervet, hi es gewaerlike 2920! Dan 2 verloren ewelike. 3 Ne ware, als gi moget verstaen, Dat liede uten wege gaen 4 Ende weder keren alsijs werden geware, 2925 2924 Aldus eest vanden sondare Die slaept in sine hoeft sonden Ende ontweget es lange stonden, Als hi hem dan bekinnet des 2928 Dat hi uten rechten wege es 2930 1. [Vertaling] «Sire, fet Lancelot, ceste semblance que vos m avez ci mostree, de ces trois serjanz qui avoient receuz les besanz, me desconforte assez plus que nule autre chose. Car je sai bien que Jhesucrist me garni en m enfance de toutes les bones graces que onques nus hons poïst avoir ; et por ce qu il me fu si larges de prest et je li ai si mal rendu ce qu il m ot baillié, sai je bien que je en serai jugiez come li mauvés serjanz qui le besant repost en terre. Car j ai servi toute ma vie son anemi et l ai guerroié par mon pechié. Et si me sui ocis en la voie que len troeve au comencement large et enmielee : ce est li comencemenz de pechié. Li deables m a mostree la douçor et le miel ; mes il ne me mostra mie la peine pardurable ou cil sera mis qui en cele voie demore». 2. [Handschrift] Nota Dan verloren ewelike 3. [Vertaling] Et quant li preudons oï ceste parole, si comença a plorer et dist a Lancelot : «Sire, de cele voie que vos dites sai je bien que nus n i demore qui ne soit morz pardurablement. 4. [Woordverklaring] uten wege gaen: het rechte pad verlaten 157

Hi soeke 1 dan te hant daer nare sinen 2 gerechten Sceppare, Die ropet t allen tiden Ic bem 2932 Gelove der warheit ende leven! 3 tot hem. 4 Ende hi togede hem ene figure 2935 Van enen crucifixe tier ure Ende seide: Dit cruce hevet ontaen 5 2936 Die arme oft elken soude ontfaen. 6 Also hevet onse Here ontaen nu [137rc] Die arme alse t ontfane u 2940 Ende anderen sonderen die des roken, 7 2940 Dair si genaden willen soeken. 8 Wet wel dat Hi in gere maniren U ne sal willen faelgieren, Wildi u offeren hier in der 9 sonde 2945 1. [Handschrift] Hi soeke[-ns] dan te hant daer nare 2. [Handschrift] [-Tot] sinen gerechten sceppare 3. [Woordverklaring] Gelove der warheit ende leven: parafrase van de uitspraak: Ik ben de weg, de waarheid en het leven (Johannes 14, 6) 4. [Vertaling] Mes ausi come vos veez que li hons forsvoie aucune foiz en son chemin quant il s endort et il revient arriere si tost com il est esveilliez, tout ausi est dou pecheor qui s endort en pechié mortel et torne fors de la droite voie, et il retorne a son chemin, c est son creator, et s adrece a aler au Haut Seignor qui crie toz jorz : «Je sui voie et veritez et vie.» 5. [Woordverklaring] ontaen Die arme oft elken soude ontfaen: de armen uitgestrekt om iedereen te ontvangen 6. [Vertaling] [78] Lors se resgarde et voit une croiz ou li signes de la Veraie Croiz ert peinz ; si la mostre a Lancelot et li dit : «Sire, veez vos cele croiz?» «Oïl,» fet il. «Or sachiez veraiement, fet li preudons, que cele figure a estenduz ses braz ausi come por recevoir chascun. 7. [Woordverklaring] die des roken: die de intentie hebben 8. [Vertaling] Tout en tel maniere a Nostre Sires estendu ses braz por recevoir chascun pecheor, et vos et les autres qui a lui s adrecent, et crie toz dis : «Venez, venez!» Et puis qu il est si debonaires qu il est adés prest de recevoir cels et celes qui a lui revienent, 9. [Handschrift] Wildi v offeren hier in <+der> sonde[-n] 158

2944 Al beliende metten monde, 1 Ende u die sonden dan rouwen, Met herten ende met trouwen Ende met warechteger beteringen 2948 Met levene tot al dien dingen, 2950 Ende segt hier u leven goede Vore mi, die ben Sijn bode, Ende ic sal u hulpen ende beraden 2952 Na mine macht van uwen mesdaden. 2 Ã Lanceloet pensede lange stont 2955 Dat hi niet en 3 wilde maken cont Dat wesen ende die minne 2956 Van hem ende vander coninginne, want Daer ware hem vernoy te 4 groet toe. 5 Ende hi versuchte sere doe 2960 Ende so dipe dat hi in langen 6 wort 2960 Spreken en 7 mochte no bringen vort. 8 Niet bedi hine had gerne gedaen, Haddi gedorren, sonder waen. 9 1. [Handschrift] Al beliende metten monde[-n] 2. [Vertaling] sachiez que il ne vos refusera ja, se vos vos offrez a lui en tel maniere com je vos di, de veraie confession de bouche et de repentance de cuer et en amendement de vie. Et dites orendroit vostre estre et vostre afere a lui en audience devant moi, et je vos aiderai a secorre a mon pooir, et vos conseillerai de quan que je porrai.» 3. [Handschrift] Dat hi niet <+en> wilde maken cont 4. [Handschrift] want Daer ware hem [-te] vernoy <+te> groet toe 5. [Vertaling] [79] Et Lancelot pense un petit, come cil qui onques ne reconut l afere de lui et de la reine, ne ne dira tant come il vive, se trop granz amonestemenz a ce ne le meine. 6. [Woordverklaring] in langen: gedurende een lange tijd 7. [Handschrift] Spreken <+en> mochte no bringen vort 8. [Vertaling] Si giete un sospir dou parfont dou cuer et est tel atornez qu il ne puet issir parole de sa bouche. 9. [Vertaling] Et neporec il le diroit volentiers, mes il n ose, come cil qui plus est coarz que hardiz. 159

ende Die goede man bat hem boude 2965 2964 Dat hi sine sonden belien soude Ofte neen, hi ware verloren, Ende hi leide hem te voren Van dien lienne 1 soude hem geven 2968 God onse Here d ewelike leven, 2970 Ende van verhoelnen 2 sonden d ewelijc doet. 3 ay Ic ben verloren, seide doe Lanceloet, Bider sonden die ic hebbe gedaen 2972 Met mire vrouwen sonder waen, Des conincs Arturs wif, die coninginne, 2975 Met onser tweer dulre 4 minne, Die mi alt gout ende tselver gaf 2976 Daer ic melde gesijn hebbe af Met dat ic dicke hebbe gegeven. 5 Bi hare hebbic oec gedreven 2980 Grote feeste te vele steden 2980 Ende alle die grote preusheden 6 Die ic dede harentare, Quamen mi alle van hare. 7 Si sette mi uter armoede 2985 1. [Woordverklaring] dien lienne: dat uitspreken 2. [Handschrift] Ende van verhoelne<+n> sonden dewelijc doet 3. [Vertaling] Et li preudons l amoneste toutevoies de regehir son pechié et de laissier le tout, car autrement est il honiz s il ne fet ce qu il li amoneste, et li promet la vie pardurable por le gehir et enfer por le celer. 4. [Woordverklaring] dulre: dwaze 5. [Vertaling] Si li dit tant par bones paroles et par bons essamples que Lancelot li comence a dire: «Sire, fet Lancelot, il est einsi que je sui morz de pechié d une moie dame que je ai amee toute ma vie, et ce est la reine Guenievre, la fame le roi Artus. Ce est cele qui a plenté m a doné l or et l argent et les riches dons que je ai aucune foiz donez as povres chevaliers. 6. [Woordverklaring] preusheden: daden van dapperheid 7. [Vertaling] Ce est cele qui m a mis ou grant boban et en la grant hautece ou je sui. Ce est cele por qui amor j ai faites les granz proeces dont toz li mondes parole. 160

2984 In riecheiden 1 ende in groten goede. 2 ende Ic weet wel dat onse Here Te mi ward Hem belget sere Om dat onsuver leven 2988 Dat ic met hare hebbe gedreven, 2990 Dat Hi mi 3 sider gisternavont Wel hevet gemaket cont. 4 Ã Hi vertelde den goeden man al 2992 Van daer te voren sijn ongeval Ende bat den goeden man raet 2995 Na dien dat hem gescepen staet. 5 Hier ne doech geen raden an, 2996 Seide te hant die goede man, Gine gelovet onsen Here [137va] Dat gi ten sonden en kert nembermere! 6 3000 Wildi af staen van uwen mesdaden 3000 Ende Gode bidden daer af genaden, Hi sal u te Sinen serjant Weder ropen dan altehant. 7 Mar inden poente dat met u staet, 3005 1. [Handschrift] In riecheiden. ende in groten goede 2. [Vertaling] Ce est cele qui m a fet venir de povreté en richece et de mesaise a toutes les terriannes beneurtez. 3. [Handschrift] Dat hi mi [-wel] sider gisternauont 4. [Vertaling] Mes je sai bien que par cest pechié de li s est Nostre Sires si durement corociez a moi qu il le m a bien mostré puis ersoir.» 5. [Vertaling] [80] Et lors li conte coment il avoit veu le Saint Graal si q onques ne s estoit remuez encontre lui, ne por honor de lui ne por amor de Nostre Seignor. 6. [Vertaling] Et quant il ot au preudome conté tout son estre et toute sa vie, si li prie por Dieu qu il le conseult. «Certes, sire, fet il, nus consauz ne vos i avroit mestier se vos ne creantez a Dieu que ja mes en cestui pechié ne rencharroiz. 7. [Vertaling] Mes se vos del tout vos en voliez oster et crier merci et repentir vos de bon cuer, encore cuit je que Nostre Sires vos rapeleroit o ses serjanz et vos feroit ovrir la porte des cielx, ou la vie pardurable est apareilliee a çax qui laienz entreront. 161

3004 Sone mach u hulpen geen raet... 1 ende Lanceloet sprac: Here, ic sal Doen dat gi mi beveelt al. 2 Gelovet mi dan, 3 sprac di gode man, 3008 Dat gi nembermer en 4 mesdoet vort an 3010 Metter coninginne oft met anderen wive Ende af staet oec t al uwen live! 5 ende Doe geloefdi hem alsoe. 6 3012 Ende Lanceloet vertelde hem daer doe, Alsoe als hi hadde gehort 3015 In die capelle, vander stemmen d wort. 7. Ende hi seide: Nu nemet goem, 8 3016 Du beste 9 een ondrachtech vigeboem!. Ay here, segt mi van desen Watter bi betekent mach wesen. 3020 1. [Vertaling] Mes en cel point ou vos estes ore ne vos porroit avoir mestier consauz. Car ce seroit ausi come cil qui fet drecier sor fondement mauvés une tor fort et haute : si li avient, quant il a grant piece maçonné, que tout ce qu il a fet chiet en un mont. Tout ausi seroit perdue en vos la peine nostre, se vos ne la receviez de bon cuer et metiez a oevre. Et ce seroit la semence que len gite sus la roche, que li oiesel enportent et degietent et ne vient a nul preu.» 2. [Vertaling] «Sire, fet il, vos ne me diriez chose que je ne face, se Diex me done vie.» 3. [Handschrift] Gelouet mi <+dan> sprac di gode man 4. [Handschrift] Dat gi nembermer <+en> mesdoet vort an 5. [Vertaling] «Dont vos requier je, fet li preudons, que vos me creantez que ja mes ne mefferoiz a vostre creator en fesant pechié mortel de la reine ne d autre dame ne d autre chose dont vos le doiez corroder.» 6. [Vertaling] Et il li creante come loiaux chevaliers. 7. [Vertaling] «Or me contez encore, fet li preudons, dou Saint Graal coment vos est il avenu.» [81] Et il li conte et devise les trois paroles que la voiz li ot dites en la chapele, la ou il fu apelez pierre et fust et figuiers. «Et por Dieu, fet il, dites moi la senefiance de ces trois choses. Car je n oï onques mes parole que je desirrasse tant a savoir come ceste. Et por ce vos pri je que vos m en façoiz certain : car je sai bien que vos en savez la vérité.» 8. [Woordverklaring] nemet goem: begrijp 9. [Handschrift] Du best<+e> [e]en ondrachtech vigeboem 162

ende Hi seide: Mine wondert niet des 3020 Dat dit tot di geseit es. 1 want Du heves gesijn eenperlike 2 Dier 3 wonderlijcster een van ertrike. 4 ende Datmen di herder dan steen hiet 3025 3024 Es te verstane, diet wel besiet, Die sondere die in sine sonden Verslapen es lange 5 stonden, Die soe hard hevet die herte sijn 3028 Datse niet vermoruwet en 6 mach sijn 3030 Met watere noch met vire. 7 Bedie in en gere manire en Mach tfier vanden Heilegengest vinden 3032 Stede 8 noch mede comen binden Vate dat vol es van vulen sonden, 3035 Want dat vat 9 ne mach te genen stonden Des Heilechs 10 Geests gratie ontfaen, 1. [Vertaling] Lors comence li preudons a penser grant piece ; et quant il parole, si dist : «Certes, fet il, Lancelot, je ne me mervoil mie se ces troi paroles vos ont esté dites. 2. [Woordverklaring] eenperlike: voortdurend 3. [Handschrift] Die<+r> wonderlijcste<+r> een van ertrike 4. [Vertaling] Car vos avez esté toz dis li plus merveilleus bons dou monde 5. [Handschrift] Verslapen es lange[-n] stonden 6. [Handschrift] Datse niet vermoruwet <+en> mach sijn 7. [Vertaling] et por ce n est il mie merveille se len vos dit plus merveilleuses paroles qu a autres. Et puis que vos avez talent de savoir en la verité, je la vos dirai volentiers. Ore escoutez. «Vos me contez que len vos dist : «Lancelot, plus durs que pierre, plus amers que fuz, plus nus et plus despris que figuiers, va t en de ci.» En ce que len vos apela plus durs que pierre puet len une merveille entendre. Car toute pierre est dure de sa nature et meesmement l une plus que l autre. Et par la pierre ou len troeve durté puet len entendre le pecheor, qui tant s est endormiz et endurciz en son pechié que ses cuers en est si endurciz qu il ne puet estre amoloiez ne par feu ne par eve. 8. [Handschrift] Stede[-n] noch mede comen binden 9. [Handschrift] Want dat <+vat> ne mach te genen stonden 10. [Handschrift] Des heilech<+s> geest<+s> gratie ontfaen 163

3036 Die niweren en 1 wille, sonder waen, Herbergen daer Sijn viant es, Mar in steden, des sijt gewes, 3040 Die suver ende cleinlijc 2 si. 3 3040 al Dus bestu geheten hier bi Harder dan steen. 4 Nu verstant: Du heves wel 5 gehort vanden serjant Die de rike man sine besante 6 gaf 3045 3044 Om bate 7 te doene? 8 Hort mer hier 9 af! God hevet di in dit leven Vele merre gratie gegeven Dan Hi enegen anderen dede. 10 3048 want Hi hevet di gegeven scoenhede, 3050 1. [Handschrift] Die niweren <+en> wille sonder waen 2. [Woordverklaring] cleinlijc: schoon 3. [Vertaling] Par feu ne puet il estre amoloiez, car li feus dou Saint Esperit n i puet entrer ne trover leu, por le vessel qui est orz et les desviez pechiez que cil a acreuz et amoncelez de jor en jor. Et par eve ne puet il estre amoloiez, car la parole dou Saint Esperit, qui est la douce eve et la douce pluie, ne puet estre receue en son cuer. Car Nostre Sires ne se herbergera ja en leu ou ses anemis soit, ainz veut que li ostiex ou il descendra soit nez et espurgiez de toz vices et de toutes ordures. 4. [Vertaling] Et par cele entencion est li pechierres apelez pierre, por la grant durté que Nostre Sires troeve en lui. Mes ce covient veoir par droit coment tu es plus durs que pierre, ce est a dire coment tu es plus pecheors de toz autres pecheors.» 5. [Handschrift] Du heues <+wel> gehort vanden seriant 6. [Woordverklaring] besante: Byzantijnse gouden munt 7. [Woordverklaring] bate: iets goeds 8. [Vertaling] [82] Et quant il a ce dit, si comence a penser et maintenant li respont : «Je te dirai coment tu es plus pechierres d autres pecheors. Tu as bien oï des trois serjanz a qui li riches bons bailla les besanz a acroistre et a monteploier. 9. [Handschrift] Om bate te doene hortmer <+hier> af 10. [Vertaling] Li dui qui plus en avoient receuz en furent serjant bon et loial et sage et porvoiant. Et li autres, cil qui moins en avoit receu, en fu serjanz fox et desloiax. Or garde se tu porroies estre de ses serjanz a qui Nostre Sires bailla les cinc besanz a monteploier. Il m est avis qu il te bailla mout plus. Car qui or regarderoit entre chevaliers terriens, il m est avis qu il ne troveroit pas home a qui Nostre Sires donast tant de grace com il t a presté. 164