Het proefproject Brussels Green Fields Een mechanisme ter financiering van bodemsaneringsoperaties 8 mei 2009
Deel 1: Een overzicht van de problematiek van de brownfields Deel 2: Hoe het overheidsoptreden organiseren? Deel 3: Het Brussels Green Fields -project
Deel 1: Een overzicht van de problematiek van de brownfields Deel 2: Hoe het overheidsoptreden organiseren? Deel 3: Het Brussels Green Fields -project
Bodemverontreiniging en ontwikkeling Heel kort samengevat kunnen we stellen dat de belangrijkste redenen die een (her)ontwikkeling van verontreinigde sites in de weg staan, de volgende zijn: - De met de saneringsoperaties gepaard gaande meerkosten; - De grotere risico s in vergelijking met niet-verontreinigde terreinen; - Het feit dat het zo moeilijk is om een financiering te krijgen voor het verrichten van dergelijke saneringsoperaties (met name omwille van de zwakheid van de geboden garanties); - Het feit dat projectverantwoordelijken onvoldoende op de hoogte zijn van de mechanismen die hen zouden kunnen helpen om deze verschillende horden te nemen. Bijgevolg zullen projectverantwoordelijken, bij gelijkwaardige financiële voorwaarden, eerder geneigd zijn om voor een niet-verontreinigde site te opteren en dat zelfs wanneer deze aanvankelijk duurder blijkt te zijn. De belangrijkste uitdaging om de (her)ontwikkeling van braakliggende terreinen te bevorderen (met name om te vermijden dat bepaalde activiteiten zouden verdwijnen), is dus het verkleinen van dit verschil in aantrekkelijkheid dat er tussen brownfields en greenfields bestaat.
De hoofdlijnen van het overheidsoptreden De middelen waarover de overheid beschikt om op dit vlak iets te ondernemen, kunnen we in feite in de volgende drie hoofdcategorieën onderverdelen: - Financiële stimuli die de impact van de met de saneringsoperaties gepaard gaande meerkosten beperken; - Maatregelen om de risico s te beperken of af te dekken; - Maatregelen om de projectverantwoordelijken te begeleiden. Uit een analyse van de beleidsmaatregelen die ter zake in het buitenland getroffen werden, blijkt intussen dat er voor elk van deze drie hoofdcategorieën een veelvoud aan bruikbare mechanismen bestaat. De soepelheid van het overheidsoptreden en het vermogen om elk geval apart te bekijken, is daarbij onontbeerlijk, gelet op de specifieke uitdagingen waarmee elke verontreinigde site ons confronteert. Hoewel de ondernomen acties zich natuurlijk in een specifiek algemeen kader dienen te situeren, moeten de modaliteiten van het overheidsoptreden, om goed te zijn, op een ad hoc basis voor elk project afzonderlijk bepaald worden.
De juiste redenen om ons hiervoor te interesseren Collectieve voordelen in de ruime zin van het woord Deze collectieve voordelen, die niet altijd vanuit een strikt financieel oogpunt kwantificeerbaar zijn, zijn degene waaraan we spontaan denken, wanneer de sanering van een verontreinigde site en het hergebruik ervan voor een sociaaleconomisch project overwogen wordt: - Kwaliteit van het milieu, - Kwaliteit van de territoriale en stedenbouwkundige ontwikkeling, - Economische en sociale ontwikkeling.
De juiste redenen om ons hiervoor te interesseren Financiële voordelen voor de privésector De door de privéontwikkelaar gerealiseerde winst: - Ofwel door de gronden na het verrichten van de saneringsoperaties te verkopen; - Ofwel door de exploitatie van het project en de infrastructuur die er op de site na de sanering ervan (her)ontwikkeld zullen worden. Financiële voordelen voor de overheid De niet-gebruikte sites vormen een last, terwijl de sites waarop projecten ontwikkeld werden, inkomsten genereren. Een (her)ontwikkeling van verontreinigde sites resulteert dan ook in: - Een verhoging van de fiscale inkomsten (taksen, inkomstenbelastingen, grondbelastingen,...), - Een verhoging van het gebruikspercentage van de beschikbare infrastructuur en de aangeboden overheidsdiensten (en dus een verlaging van hun relatieve kostprijs).
De juiste redenen om ons hiervoor te interesseren Landen die programma s uitwerkten ter bevordering van de (her)ontwikkeling van verontreinigde sites, hebben allemaal vastgesteld dat de financiële inspanningen die ze leverden om deze (her)ontwikkelingsdynamiek te stimuleren, ruimschoots gecompenseerd werden door de omvang van de ermee gegenereerde privé-investeringen en de nieuwe fiscale inkomsten die eruit voortvloeiden. ( ) uit de analyse blijkt dat de groep die instaat voor de heraanleg van de rehabiliteerbare verontreinigde stedelijke sites in Canada, het hoogste multiplicerende rendement van eender welke economische sector haalt. De overheidsmiddelen die aan de heraanleg van rehabiliteerbare verontreinigde stedelijke sites besteed zouden worden, zouden dus een groter multiplicatoreffect hebben dan een investering in eender welke andere sector. ( ) Passage uit: Réhabiliter le passé, construire l avenir: une stratégie nationale des sites urbains contaminés réhabilitables pour le Canada - nationale conferentie over milieu en economie, 2003
Deel 1: Een overzicht van de problematiek van de brownfields Deel 2: Hoe het overheidsoptreden organiseren? Deel 3: Het Brussels Green Fields -project
Welke zijn de prioritaire sites? Criteria die verband houden met de categorie van site Kostprijs aankoop + sanering Voor te behouden sites Te ondersteunen sites Zichzelf terugverdienende sites Waarde van het terrein eenmaal gesaneerd
Welke zijn de prioritaire sites? Criteria die verband houden met het voorziene type van herontwikkeling Criterium van de doeltreffendheid van de toegekende steun: Ratio bedrag van de subsidie / (directe en indirecte) financiële gevolgen voor de overheid ; Ratio bedrag van de subsidie / collectieve financiële gevolgen ; Ratio bedrag van de subsidie / stijging van de waarde van het terrein (vóór sanering na sanering) ; Mooi meegenomen -effect: Zou het project ook zonder de tussenkomst van de overheid niet rendabel zijn? Criteria die verband houden met het (her)ontwikkelingsproject: Voorspelbare economische gevolgen (voor de overheid en voor de privésector); Voorspelbare gevolgen op sociaal vlak en inzake openbare dienstverlening; aantal gegenereerde (of behouden) banen; Bijdrage aan de heropleving van een bepaalde wijk; integratie ervan in de voornemens van de overheid en afstemming ervan op de territoriale planningshulpmiddelen voor het gebied in kwestie. Financiële criteria: Kwaliteit van het financiële plan van de hele operatie (sanering + (her)ontwikkeling); Financiële soliditeit van de projectverantwoordelijke.
Kosten-batenanalyse Financiële aspecten voor de privésector 1 Operationele winst en/of meerwaarde op het terrein na sanering 4 Kosten van sanering en (her)ontwikkeling Financiële aspecten voor de overheid 2 Bijkomende fiscale inkomsten (Gewest en Gemeente) 5 Kosten verbonden aan de geïntroduceerde overheidsstimuli (bv. subsidies) Collectieve, sociale en milieuaspecten 3 Positieve gevolgen op milieu-, sociaal, economisch en andere vlakken 6 Negatieve gevolgen van de uit te voeren werkzaamheden (impact beperkt in de tijd) Totale baten = 1 + 2 + 3 Totale kosten = 4 + 5 + 6 Alleen met een analyse van de totale kosten / totale baten geval per geval zal men kunnen bepalen of een tussenkomst van de overheid al dan niet opportuun is.
Deel 1: Een overzicht van de problematiek van de brownfields Deel 2: Hoe het overheidsoptreden organiseren? Deel 3: Het Brussels Green Fields -project
De principes van Brussels Green Fields Nagestreefde doelstellingen De sanering van ongebruikte verontreinigde terreinen in Brussel stimuleren; Een evenwichtige territoriale ontwikkeling bevorderen door de verspilling van oppervlakken te verminderen door ervoor te zorgen dat verwaarloosde sites opnieuw bruikbaar worden; De ontwikkelaars van economische projecten ondersteunen, die zich, samen met hun project, achter een beleid van duurzame ontwikkeling willen scharen door de realisatie van hun project op een verontreinigde site te plannen (en daarmee een stadskanker elimineren); Een verbetering van de aantrekkelijkheid van de zone en het leefklimaat bevorderen door de eliminatie van stadskankers en de vestiging, op deze locaties, van ondernemingen met een economische activiteit; De ontwikkeling van de werkgelegenheid bevorderen door voorrang te geven aan (her)ontwikkelingsprojecten die economische activiteit genereren.
De principes van Brussels Green Fields Een tussenkomst van de overheid rond 3 hoofdlijnen Hoofdlijn 1 technische en administratieve begeleiding: Begeleidingscel gespecialiseerd in de aanpak van bodemsaneringen die de rol van adviseur en uniek loket zal vervullen. Hoofdlijn 2 financiële tussenkomst in de vorm subsidies: Mechanisme van gap funding waarmee men het verschil in kostprijs van de ontwikkeling van een project op een brownfield (verontreinigd terrein) in plaats van op een greenfield (niet-verontreinigd terrein) wil wegnemen. Hoofdlijn 3 actie in overleg en samenspraak met de Brusselse instanties belast met de ondersteuning van de projectontwikkelaars: (Leefmilieu Brussel, het BAO, de GIMB, het Brussels Waarborgfonds, ) om de projectontwikkelaars een geïntegreerde begeleiding te kunnen bieden voor hun hele project (deel bodemsanering + deel economisch project ) die alle aspecten van het ontwikkelingsproject omvat (administratief, financieel, reglementair, zoektocht naar partners, infrastructuur, enz.).
De principes van Brussels Green Fields Wie kan er van deze steun genieten? Krachtens het principe van de vervuiler betaalt kan er geen enkele financiële steun toegekend worden, als de identiteit van de vervuiler achterhaald kan worden. Men kan dus alleen in de volgende gevallen van de steun genieten: - Wanneer de vervuiler niet gekend is: In dat geval komen alle kosten van de sanering van de verontreiniging in aanmerking voor de steun; - Wanneer de verantwoordelijke van een deel van de verontreiniging gekend is: In dat geval komt alleen het deel van de kosten van de sanering van de verontreiniging waarvan de verantwoordelijke niet gekend is, in aanmerking voor de steun; - Wanneer de verantwoordelijke van de verontreiniging een exploitant is, die zich kan beroepen op de afwijking die door artikel 24 2, al. 2 beoogd wordt: In dat geval komen de kosten van de sanering van de met zijn activiteit verband houdende verontreiniging wel in aanmerking voor de steun. Wanneer de vervuiler gekend is, maar deze zich in de financiële onmogelijkheid bevindt om de kosten van een sanering te dragen, kan een derde die de plichten ter zake van de vervuiler in kwestie overneemt, wel van de steun genieten, op voorwaarde dat er geen familiale (tot in de 3de graad) of structurele (gekruiste aandeelhouderschap, dochterondernemingen, ) banden tussen deze derde en de vervuiler bestaan.
De principes van Brussels Green Fields Specifieke verplichtingen met betrekking tot het EFRO De site moet gelegen zijn in de PIZ; De site moet opgenomen zijn in de inventaris van de verontreinigde sites van Leefmilieu Brussel; De activiteit van de projectverantwoordelijke moet een economische activiteit zijn, die voor banen zorgt (zo zullen bv. woningprojecten niet gefinancierd kunnen worden); Bij de toekenning van de saneringsopdrachten moeten de mededingingsregels gerespecteerd worden, die ook voor openbare aanbestedingen gelden; Alle op de sites opgetrokken (of gerenoveerde) gebouwen zullen hoge energieprestaties moeten leveren. De sites mogen niet in aanmerking komen voor de tussenkomst van een sectoraal fonds De terreinen die in aanmerking komen voor de tussenkomst van een sectoraal fonds (BOFAS, PREMAZ, ), kunnen niet genieten van het Brussels Green Fields -programma.
De prioritaire interventiezone Ligging: in een PIZ
Opgenomen in de inventaris van verontreinigde bodems Aantal sites opgenomen in de inventaris van potentieel verontreinigde bodems Totale oppervlakte van de in de inventaris opgenomen sites (uitgedrukt in m²) Het hele Gewest PIZ EFRO % van de PIZ ten opzichte van het hele Gewest 6.500 sites 4.037 sites 62 % 12.750.000 m² 8.930.000 m² 70 % Van de potentieel verontreinigde sites van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt een groot deel in werkelijkheid binnen de PIZ.
De principes van Brussels Green Fields Twee oproepgolven tot indiening van projecten De oproepen tot indiening van projecten zullen in twee fasen gelanceerd worden tussen 2009 en 2013. (Voor elke fase zal voor de te verrichten saneringsoperaties een budget van 7,5 miljoen voorzien worden.) De selectie van de weerhouden projecten zal daarbij met name op basis van de volgende criteria gebeuren: - De doeltreffendheid van de toegekende subsidies (daadwerkelijk impact van de financiële tussenkomst op het opnieuw bruikbaar maken van de niet-gebruikte verontreinigde terreinen); - Het belang van de impact van de beoogde behandeling voor milieu en volksgezondheid; - De bijdrage aan de heropleving van de buurt; - De impact in termen van door de activiteit gecreëerde banen; - De energieprestatie van de opgetrokken of gerenoveerde gebouwen; - De economische soliditeit van het project en van de projectverantwoordelijken.
Hoe groot zal de tussenkomst zijn? Subsidie ten belope van 50 à 75 % van de met de sanering verband houdende kosten: - Studies; - Sanerings- of risicobeheerswerken; - Specifiek aan de saneringsoperaties gekoppelde verzekeringspremies; - Monitoringvoorzieningen; - Intercalaire interesten; enz. Geplafonneerd op het bedrag dat overeenstemt met de GAP FUNDING : kostprijs van de saneringsoperaties verminderd met de stijging van de waarde van het terrein na de sanering ervan
Totale kostprijs op greenfield Het principe van de GAP FUNDING Totale kostprijs op brownfield GAP FUNDING Waarde niet-verontreinigd Waarde terrein terrein na sanering greenfield brownfield Kostprijs van de aankoop van de site Kostprijs van de saneringsoperaties Kostprijs van de realisatie van het project 75 % van de kostprijs GAP FUNDING van de sanering Waarde terrein vóór sanering
Verwachte resultaten Directe resultaten Begeleiding van 120 projectontwikkelaars die hun project op een verontreinigde site willen realiseren; Daadwerkelijke financiële ondersteuning van 60 bodemsaneringsoperaties; Opnieuw bruikbaar maken van 60 bevroren verontreinigde sites, goed voor een totale oppervlakte van ongeveer 12 hectare; Financiële tussenkomst ten belope van 75 % van de met het saneringsproces verband houdende kosten (tussenkomst van 15 miljoen op een geraamd totaal van 20 miljoen); Omvangrijke begeleiding door het BAO, de GIMB en het Waarborgfonds van 60 projectontwikkelaars. Indirecte resultaten +/- 20.000 mandagen aan door de saneringswerken gecreëerde banen; Verhoging van de fiscale inkomsten van het Gewest en de Gemeenten ten belope van het equivalent van +/- 12 hectare aan opnieuw bruikbaar gemaakte economische sites; Realisatie in de PIZ van 60 economische projecten op de opnieuw bruikbaar gemaakte sites.
Bedankt voor uw aandacht