NOTITIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING HUISVESTING ARBEIDSMIGRANTEN. april 2016

Vergelijkbare documenten
Buitengebied 3e herziening

KAPELLE BUITENGEBIED 3 E HERZIENING

Onderwerp : Landschappelijke inpassing De Hees 63, Kronenberg MEMO Projectnummer : 211x06961 Datum : 7 augustus 2015

Toelichting Landschappelijk Inpassingsplan Vaartdijk 5 te Someren

Landschappelijke inpassing

Nummer : 2011/60 Datum : 8 november 2011 Onderwerp : Huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten

MINICAMPING LEEUWE PLAN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. eigenaar: fam. A. Leeuwe Zuidwelleweg SG NOORDWELLE. plan datum: 20 juli 2010

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

Erfadvies Hogeveldseweg Echteld Gemeente Neder-Betuwe. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2016

Beplantingsplan vleeskuikenhouderij Struiken 3a Maasbree Drissen CV

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

INRICHTINGS- EN INPASSINGSPLAN DE ZOETE KERS RENESSE actualisatie inrichtingsplan en uitwerking landschappelijke inpassing JUNI 2012

Huisvesting arbeidsmigranten Omschreven voorzieningen uit de "Handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden"

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

GEMEENTE LEUDAL. Toelichting landschappelijke inpassing. Nijken 16 te Roggel

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan

Landschappelijk inpassingsplan

ZONNEPARK L.SLIKWEG ZIERIKZEE

Landschappelijke Inpassing Heikantsestraat Ulicoten

Groenschets. Ten behoeve van Nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas Februari 2013

Landschapsplan in het kader van

Landschappelijke inpassing ten behoeve van bestemmingsplanwijziging voor het bouwen van een woning aansluitend aan Maagdenweg 1 te Aardenburg

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens

Landschappelijk inpassingsplan Kooikamp 9, Sleeuwijk

clusters aan de Groenestraat

Erfbeplantingsplan Zwarteberg 2, Posterholt

Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning

: Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering Waatselaarstraat 3 Gemeente Oss

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

BUNGALOWPARK NIEUWVLIET-BAD

Huisvesting voor tijdelijke arbeidsmigranten.

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok.

B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n

landschapsplan Udenseweg 45, Zeeland

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg

Erfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel. i.o.v. dhr. C. van Thiel

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Ruimtelijke beleidsnotitie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning. Barry Wopereis Edwin Hondorp Datum: 20 februari 2018

: Advies landschappelijke inrichting Lidl MEMO

Nederweert en Eind tekenen de horizon

HUISVESTING VAN TIJDELIJKE BUITENLANDSE ARBEIDSKRACHTEN IN DE LAND- EN TUINBOUW BELEIDSHANDREIKING

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Landschappelijke Inpassing Toelichting

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan

Landschappelijk inpassingsplan. Vijfhuizenbaan 14 Riel

Een handreiking voor het huisvesten van arbeidsmigranten op de Bevelanden oktober 2011

Ruimtelijke onderbouwing verzoek tot bouwen loods Rijksstraatweg 3 te Bruinisse

Landschappelijke inpassing

Beplantingsplan Camping de Peelpoort. Gezandebaan 29A te Heusden i.o.v. Dhr. T. van Maris

Landschappelijke inpassing

verblijfsruimte: ruimte voor het verblijven van mensen;

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WAARDJESWEG 15 ASTEN

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

Erfbeplantingsplan Bloemenkwekerij van Thiel Kapelweg 33 Handel. i.o.v. dhr. C. van Thiel

Middeldijk 86 Barendrecht

NOTITIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

Landschappelijk inpassingsplan: Vormverandering bouwvlak. Groenewoudsedijk 2 te Oostelbeers

Landschappelijk inpassingsplan t.b.v. vergroting van het agrarisch bouwblok aan de Schellebaan 2 te Riel

Ruimtelijke Onderbouwing. Eikenkamp 5 te Hattemerbroek

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart

BEANTWOORDING INGEKOMEN ZIENSWIJZEN SAMENVATTING ZIENSWIJZE. Wijzigingsplan Zijderveldselaan te Zijderveld

Landschappelijke inpassing nieuwbouw MTS Vroege te Dalen

Landschappelijk advies Sanering en nieuwbouw in buitengebied Gebroeders Maas Holding B.V. Hillegom

Erftransformatie Oostendorperstraatweg 22A Oostendorp Gemeente Elburg. Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Februari 2011

BEELDKWALITEITSPLAN SCHUILGELEGENHEDEN, OMHEININGEN EN PAARDENBAKKEN

landschappelijk inpassingsplan Hummersumseweg ong. Heijen gemeente Gennep

Landschappelijke Inpassing Zonnepark Ceresweg in Tholen

L a n d s c h a p s p l a n. Uilenburgsestraat 12 Heteren H. Crum Jens ONTWERPERS

Landschaps-, natuur- en waterplan in het kader van Wijziging Bestemmingsplan, zijnde bouwvlak, tbv de bouw van de mestsilo

Landschappelijk advies. Ontwikkeling Heereweg 460/460a, Lisse

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

De in deze bijlage genoemde landschappelijke deelgebieden zijn weergegeven op de bij deze bijlage behorende

INRICHTINGSVOORSTEL BEELDKWALITEITSPLAN AKKERWEG 6 TE RIEL

BESTEMMINGSREGELS. Hoofdstuk 1. Inleidende regels. Artikel 1. Begrippen. Artikel 2. Agrarische bedrijfsdoeleinden

Landschapsplan van het perceel Beilerweg 8 te Wijster t.b.v. nieuwbouw Varkensvleesstal

SLUIS Ruimtelijke kwaliteit recreatieterreinen Toetsing en inspiratie

Bijlage 1: Handreiking erfinrichting

Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout

ª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies

groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. bestemmingsplan Schoolweg 2 - Den Bommel. 27 september 2017

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

4.10. Landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteitsverbetering

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN BEERSEWEG 9 OIRSCHOT. Gemeente Oirschot

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

Homoetsestraat Landschapsplan

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones

Inpassingsplan Dachser. Zuidelijke Dwarsweg Waddinxveen

Landschappelijke inpassing BERGHEMSEWEG 15 Berghemseweg 15, 5373 KG Herpen - PNR 5373KG / (print op A3)

REALISEREN VAN RECREATIEAPPARTEMENTEN

Landschappelijk Inpassingsplan

Transcriptie:

NOTITIE LANDSCHAPPELIJKE INPASSING HUISVESTING ARBEIDSMIGRANTEN april 2016 opdrachtgever: Gemeente Kapelle adviseur: Buro Ruimte & Groen - Borssele

INHOUD A) INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 3 B) VISIE EN UITGANGSPUNTEN 7 C) RICHTLIJNEN 9 D) SAMENVATTING VOORSTEL 14 BIJLAGEN: UITGETEKENDE SITUATIES 2

INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 3

INLEIDING AANLEIDING Zuid-Beveland is van oudsher een belangrijke fruitteeltgebied. Kapelle ligt hier als de bloesem van Zeeland middenin. In regio de Bevelanden, waar Kapelle onderdeel van uit maakt, worden in toenemende mate buitenlandse werknemers te werk gesteld in de agrarische sector, met name in de fruitteelt. Zij spelen een belangrijke rol in de economie van de regio. Landelijke is de verwachting dat de instroom van deze arbeidsmigranten de komende jaren nog zal toenemen. De verwachting voor de regio wijkt hier niet van af. De arbeidsmigranten hebben voor de periode dat ze hier komen werken een dak boven hun hoofd nodig. In de praktijk blijkt nog wel eens dat er slechte woonsituaties zijn of illegale praktijken of dat er problemen van openbare orde zijn. De gemeente Kapelle onderkent het belang van een goede huisvesting en wil zich sterk maken om te komen tot structurele oplossingen. Een belangrijk onderdeel hierbij is de landschappelijke inpassing aangezien het locaties betreft die allen in het buitengebied liggen. WEMELDINGE OPGAVE Kapelle is er trots op de bloesem van Zeeland te zijn en wil dit graag zo houden. Verrommeling van het buitengebied dient daarom zoveel mogelijk voorkomen te worden. Daarom wil de gemeente graag handvatten hebben voor de landschappelijk inpassing van de huisvesting voor arbeidsmigranten. Buro Ruimte & Groen is gevraagd hier een beleidsnotitie voor op te stellen. OPZET NOTITIE Na een korte inventarisatie van de situatie en het bestaande beleid wordt een visie gegeven op de inpasbaarheid en worden randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld voor de huisvesting zelf, voor de toepasbaarheid in het landschap en worden aanwijzingen gegeven voor concrete landschappelijke inpassingsmaatregelen. Hiermee is een handreiking richting gemeente gegeven om te komen tot een afgewogen beleid inzake huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied. Bij het opstellen van deze notitie is gebruik gemaakt van de kennis en expertise van de gemeentelijke medewerkers C. Uitterhoeve, A. Lamper en E. Philipse. Tevens is overleg gepleegd met dhr. R. Louwes van Rho-adviseurs. KAPELLE BIEZELINGE SCHORE spreiding van de bij de gemeente Kapelle bekende locaties opvang arbeidsmigranten middels agrarische camping 4

HUIDIGE SITUATIE EN PROBLEEM SITUATIE Het gaat in deze notitie over de inpassing van huisvesting voor seizoensgebonden arbeidsmigranten. Deze arbeidskrachten zijn een korte periode, met name tijdens de oogstperiode, op een agrarisch bedrijf werkzaam. Hierbij gaat het om een piekbelasting van een aantal weken per agrarisch bedrijf. Een groot deel van deze arbeidskrachten gaat na de oogstperiode weer terug naar het land van herkomst om daar bijvoorbeeld weer te gaan studeren. Het streven is om deze groep arbeidskrachten zo veel als mogelijk te huisvesten op het agrarisch bedrijf. Voor deze seizoensgebonden arbeidsmigranten is onder andere huisvesting mogelijk op een agrarische camping en in een inpandige voorziening op het agrarisch bedrijfsvlak. In deze notitie wordt het fenomeen agrarische camping nader uitgewerkt. AGRARISCHE CAMPING Op deze camping, bedoeld voor de opvang van arbeidsmigranten, die gelegen is binnen of aansluitend aan het bouwvlak van het bestemmingsplan, mogen onder voorwaarden stacaravans of woonunits worden geplaatst. Het gaat dan kort gezegd om: maximaal 5 eenheden (verplaatsbaar: stacaravans of woonunits) binnen het bouwvlak gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m; voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening en regelgeving; afstand tussen voorzieningen arbeidsmigranten en bedrijfswoning minimaal 5 m; voorzien in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak, bestaande uit een dichte beplantingsstrook van minimaal 10m breed met opgaande streekeigen boom en struiksoorten. PRAKTIJK In de praktijk blijkt dat 90% van de fruitteeltbedrijven waar arbeidsmigranten middels een agrarische camping worden opgevangen niet voldoet aan bovengenoemde criteria. Met name het laatste punt ten aanzien van de landschappelijke inpassing is daarbij een struikelblok. Realisatie van een dergelijke (10m) brede landschappelijke voorziening frustreert de bedrijfsvoering in hoge mate. Ook de eis om binnen het bouwblok te blijven stuit soms op problemen aangezien de vorm van het bouwblok niet altijd logisch samenvalt met de locatie van de agrarische camping. Betreffende bedrijven en brancheorganisaties geven richting gemeente aan dat deze regel niet werkbaar is in de praktijk. De gemeente Kapelle wil daarom zoeken naar een regeling die enerzijds voorziet in een adequate landschappelijke inpassing maar die anderzijds de bedrijfsvoering niet te veel bemoeilijkt. Bij de gemeente Kapelle zijn op dit moment zo n 14 situaties bekend waar dit probleem speelt. Deze zijn als leidraad/voorbeeld gebruikt in deze notitie om concrete en op de praktijk gerichte handvatten te kunnen geven. ONDERZOEKSVRAAG De volgende onderzoeksvraag is geformuleerd: BESTAAND BELEID: 2 e herziening bestemmingsplan buitengebied gemeente Kapelle, blz 118. 7.3.5 Huisvesting arbeidsmigranten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 7.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels: a. afwijking wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits; b. afwijking wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak; c. afwijking wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf waarbij geldt dat ten hoogste huisvesting geboden mag worden aan één arbeidsmigrant per hectare bij het bedrijf behorende agrarische gronden; d. de afwijking wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden/woonunits en stacaravans ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m; e. stacaravans of woonunits mogen buiten het seizoen blijven staan (niet gebruikt), mits voorzien is in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak, bestaande uit een dichte beplantingsstrook met opgaande streekeigen boom en struiksoorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 m; f. de gezamenlijke oppervlakte inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs en slaapruimten van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen, woonunits en stacaravans voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt gezamenlijk ten hoogste 500 m²; g. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving; h. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 m; i. afwijking wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak, bestaande uit een dichte beplantingsstrook met opgaande streekeigen boom en struiksoorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 m; alvorens afwijking te verlenen vraagt het bevoegd gezag schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; j. afwijking wordt verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing; k. als de oppervlakte gebouwen met meer dan 20%, of meer dan 250 m2 wordt vergroot, dient van dat meerdere ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorend tot het agrarisch bedrijf of elders te worden gesloopt; l. huisvesting dient te voldoen aan de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) zoals deze gelden op het moment van ontvangst van de aanvraag. Hoe kan de huisvesting voor seizoensgebonden arbeidsmigranten middels een agrarische camping landschappelijk gezien adequaat worden ingepast zonder dat dit een belemmering vormt voor de bedrijfsuitoefening. 5

LANDSCHAPPELIJKE CONTEXT Het landelijk gebied van de gemeente Kapelle kenmerkt zich door voornamelijk oudlandgebied met een patroon van verdichte kreekruggebieden en open poelgebieden (Kapelse Moer, polder tussen Kattendijke, Goes en Kapelle). Langs de randen (Ooster- en Westerschelde) zijn enkele nieuwere polders met een open en grootschalig karakter aanwezig. Het overgrote deel van de fruitteeltbedrijven bevindt zich in het oudlandgebied, van oudsher op de kreekruggronden (hoger, droger, zoeter). Alle dorpen en de verbindingen ertussen bevinden zich op de kreekruggen. Kenmerkend voor deze gebieden is de sterke verdichting door enerzijds bebouwing en anderzijds beplanting bestaande uit laanbomen, erfbeplantingen en uitgestrekte fruitteeltgebieden. Veel fruitboomgaarden zijn omgeven door (elzen)singels waardoor een vrij verdicht landschap ontstaan is. Door de groene verdichting is bebouwing in het algemeen en huisvesting voor arbeidsmigranten minder goed zichtbaar vanuit de omgeving en de openbare weg. Meestal is sprake van lage units (ca 3m hoog) die naast, achter of tussen bestaande bedrijfsbebouwing zijn gesitueerd. Zij vormen vaak een geheel met de reeds aanwezige bebouwing en erfinrichting. Van de 12 door de gemeente genoemde locaties zijn de meeste, met name in de zomer, redelijk uit het zicht door omringende boomgaardbeplantingen. Op een aantal plaatsen waar de units dichter bij de openbare weg liggen en beplanting ontbreekt zijn ze wel goed zichtbaar. Wellicht heeft dit ook te maken met de vrij sterke witte kleurstelling die in een groene omgeving domineert. kreekruggenpatroon witte units in een groene omgeving verdichte fruitteeltgebieden 6

VISIE EN UITGANGSPUNTEN 7

UITGANGSPUNTEN / OPLOSSINGSRICHTING De gemeente Kapelle is op zoek naar een landschappelijk inpassingkader voor de huisvesting (middels een agrarische camping) van arbeidsmigranten. Een adequate landschappelijke inpassing is ook door de provincie Zeeland gewenst. Het inpassen van landschappelijk storende elementen en overgangen is nodig. Anderzijds moet dit de bedrijfsvoering niet frustreren. Het gewenste kader moet bestaan uit: a) richtlijnen voor de huisvestingselementen zelf: hoogte, maximale afmetingen, kleur; b) richtlijnen voor de locatie van de elementen op het perceel in relatie tot het bouwvlak, bestaande bebouwing en perceelsgrens/openbare weg; c) richtlijnen voor de (groene) inpassing en afscherming van de elementen met eisen aan lengte, breedte, hoogte, sortiment, plantafstand en levermaat. In de aanvraag voor huisvesting dient de initiatiefnemer op tekening (schaal 1:500) aan te geven waar de elementen geplaatst en hoe deze ingepast worden, rekening houdend met de aangegeven richtlijnen. Wat de inhoud van deze richtlijnen is wordt hierna omschreven. 8

RICHTLIJNEN 9

RICHTLIJNEN HUISVESTINGSELEMENTEN ZELF De huisvestingselementen bestaan voornamelijk uit stacaravans en woonunits. Terughoudendheid in materiaal en vormgeving dient betracht te worden waarbij aansluiting gezocht kan worden bij de donkere kleurstelling van schuurtjes en opstallen zoals deze van origine op de Zeeuwse erven voorkomen. Dit mag overschilderd materiaal zijn of een donkere (hout)bekleding. Er mogen maximaal 5 elementen (stacaravans of woonunits) geplaatst worden met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250m2. Afzonderlijke elementen dienen minimaal 5m uit elkaar geplaatst te zijn en ook minimaal 5m uit bestaande bebouwing. Zo wordt voorkomen dat nieuwe elementen aan bestaande worden geplakt. De eis van minimaal 5m komt ook voort uit de brandveiligheidseisen. De elementen mogen niet hoger zijn dan een begane grondlaag: maximaal 3,5 m. De randvoorwaarden ten aanzien van de huisvestingselementen zelf op een rijtje: donkere kleurstelling, bv zwart, antraciet, donkergroen maximaal 5 elementen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 250m2 elementen minimaal 5m uit elkaar (eisen brandweer) en minimaal 5 m uit bestaande bebouwing maximale hoogte 3,5m 10

RICHTLIJNEN LOCATIE Daarnaast zijn een aantal richtlijnen voor de locatie van de huisvestingselementen opgesteld. Hierbij gaat het om de relatie tot de bestaande bebouwing, de perceelsgrenzen en de openbare weg. De volgende uitgangspunten worden in principe gehanteerd voor de locatie: plaatsing minimaal 20m vanaf as openbare weg (of fietspad); 5m uit bestaande bebouwing; plaatsing binnen of aansluitend aan bouwvlak. Dit alles op voorwaarde van een deugdelijke landschappelijke inpassing van het geheel. Deze bestaat in basis uit een dubbele (elzen)haag aan drie zijden van de ontwikkeling zoals hierna verder wordt uitgewerkt. In een aantal gevallen is het wenselijk, gezien de bestaande situatie, huisvestingselementen (deels) vóór de 20m-lijn te plaatsen. In dat geval gelden zwaardere eisen met betrekking tot de landschappelijke inpassing. Deze zullen hierna verder worden uitgewerkt. 11

RICHTLIJNEN INPASSING Wanneer de elementen en de locatie voldoen aan de gestelde richtlijnen is plaatsing mogelijk onder voorwaarde van een adequate landschappelijke inpassing. In alle gevallen dient een jaarrond gesloten beeld nagestreefd te worden waarbij aan minimaal 3 zijden van de locatie een groene afscherming in de vorm van streekeigen beplanting wordt aangebracht. In het huidige bestemmingsplan is opgenomen dat de landschappelijke inpassing moet bestaan uit een dichte beplantingsstrook met opgaande streekeigen boom en struiksoorten met een breedte van ten minste 10 m. Gezien de onwerkbare situatie die dit met zich meebrengt voor de betrokken bedrijven is gezocht naar een smaller alternatief waarmee toch een adequate inpassing is gegarandeerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: A) locaties gesitueerd op meer dan 20 meter (>20m) uit de as van de openbare weg; B) locaties gesitueerd binnen 20 meter (<20m) uit de as van de openbare weg. Voor laatstgenoemde locaties gelden strengere inpassingseisen gezien de zichtbaarheid vanaf de openbare weg. In principe gelden de volgende richtlijnen bij locaties op meer dan 20m uit de as van de openbare weg: hoge haag aan 3 zijden van de ontwikkeling, waarbij ten behoeve van de toegang een ruimte vrijgehouden mag worden; streekeigen element: (elzen)haag; sortiment: Alnus glutinosa (kleverige els), Alnus cordata (hartbladige els); dubbele plantrij: 2x2st/m1, verschoven verband, 0,7 m uit elkaar; alternatief: Carpinus betulus (haagbeuk) of Ligustrum vulgare / ovalifolium (liguster) dubbele plantrij: 2x3st/m1, verschoven verband, 0,5 m uit elkaar; principe inpassing locaties op min 20m uit as van de openbare weg. eisen plantmateriaal: bos/haagplantsoen in levermaat 120-150; uiteindelijke hoogte en breedte: 4m hoog, breedte 2m (alternatief: 1,5m breed). Hiermee wordt afgeweken van de 10m strook. Dit is mogelijk omdat: a) Het gekozen beplantingstype (geschoren haag) een veel dichter beeld geeft dan een los uitgroeiende beplanting waardoor een smaller element evenveel afscherming geeft; b) Dit element beter aansluit bij de streekeigenheid van het gebied waar boomgaarden met omringende elzenhagen domineren; c) Er sprake is van een met groen verdicht landschapsbeeld (boomgaarden/elzenhagen) in de huidige situatie wat al een groene inbedding geeft voor nieuwe ontwikkelingen. plantprincipe bij toepassing elzenhaag: dubbele plantrij: 2x2st/m1, 0,7 m uit elkaar. 12

Bij een situering binnen de 20 metergrens gelden strengere eisen ten aanzien van de landschappelijke inpassing: situering direct aansluitend aan bouwblok beplantingsstrook van 7m breed met een beplanting struikvormers (enkele boomvormers zijn ook toegestaan); aan minimaal 3 zijden van de ontwikkeling waarbij ten behoeve van de toegang een ruimte vrijgehouden mag worden; streekeigen sortiment met soorten als Acer campestre (veldesdoorn), Ligustrum vulgare / ovalifolium (liguster), Cornus sanguinea (kornoelje), Viburnum opulus, etc. 5 plantrijen, 1 st/m1, rijen 1m uit elkaar, randafstand 1,5m; eisen plantmateriaal: bosplantsoen in levermaat 120-150; uiteindelijke hoogte: struweel 4m hoog. Ook hier wordt (iets) afgeweken van de 10m strook (7m). Dit is mogelijk omdat: a) Het gekozen beplantingstype door het toepassen van een dicht plantverband (1x1m) en halfwintergroene soorten (liguster) een veel dichter beeld geeft; b) Er sprake is van een met groen verdicht landschapsbeeld (boomgaarden/elzenhagen) in de huidige situatie wat al een groene inbedding geeft voor nieuwe ontwikkelingen. principe inpassing locaties binnen de 20m-grens plantprincipe: 5 plantrijen: 1st/m1, rijen 1m uit elkaar, verschoven verband, randafstand 1,5m. 13

SAMENVATTING VOORSTEL 14

SAMENVATTING VOORGESTELD BELEID VOORWAARDEN TEN AANZIEN VAN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING De randvoorwaarden ten aanzien van de huisvestingselementen zelf: donkere kleurstelling, bv zwart, antraciet, donkergroen maximaal 5 elementen met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 250m2 elementen minimaal 5m uit elkaar en minimaal 5 m uit bestaande bebouwing maximale hoogte 3,5m De volgende uitgangspunten worden in principe gehanteerd voor de locatie: plaatsing minimaal 20m vanaf as van de openbare weg (of fietspad); 5m uit bestaande bebouwing adequate landschappelijke inpassing In principe gelden de volgende richtlijnen ten aanzien van de landschappelijke inpassing: hoge haag aan 3 zijden van de ontwikkeling, waarbij ten behoeve van de toegang een ruimte vrijgehouden mag worden; streekeigen element: (elzen)haag; sortiment: Alnus glutinosa (kleverige els), Alnus cordata (hartbladige els); dubbele plantrij: 2x2st/m1, 0,7m uit elkaar; alternatief: Carpinus betulus (haagbeuk) of Ligustrum vulgare/ovalifolium (liguster) dubbele plantrij: 2x3st/m1, verschoven verband, 0,5 m uit elkaar; eisen plantmateriaal: bos/haagplantsoen in levermaat 120-150; uiteindelijke hoogte en breedte: 4m hoog, breedte 2m (alternatief: 1,5m breed) Bij een situering binnen de 20 metergrens gelden strengere eisen ten aanzien van de landschappelijke inpassing: beplantingsstrook van 7m breed met een beplanting van struikvormers (boomvormers wel toegestaan) beplanting in 5 plantrijen; aan minimaal 3 zijden van de ontwikkeling waarbij ten behoeve van de toegang een ruimte vrijgehouden mag worden; streekeigen sortiment met soorten als Acer campestre (veldesdoorn), Ligustrum vulgare/ovalifolium (liguster), Conus sanguinea (kornoelje). eisen plantmateriaal: bosplantsoen in levermaat 120-150; uiteindelijke hoogte struweel: 4m hoog. 15

IMPLEMENTATIE IN BELEID De hoofdzaken van deze notitie dienen verankerd te worden in het gemeentelijk beleid. De volgende zaken zijn daarbij van belang voor een juiste uitvoering: 1. Er dienen heldere afspraken gemaakt te worden tussen gemeente en ondernemer over te nemen maatregelen ten aanzien van de landschappelijke inpassing; 2. Voorafgaand aan de verlening van de omgevingsvergunning kan dit in een privaatrechtelijke overeenkomst worden vastgelegd; 3. Door de gemeente dient gecontroleerd te worden of de ondernemer zich aan de gemaakte afspraken houdt, waar nodig dient handhavend opgetreden te worden; 4. Bij bestaande situatie geldt een overgangstermijn om over te schakelen naar de gewenste situatie: vóór 1 januari 2018 dienen de maatregelen gerealiseerd te zijn. 16

Buro Ruimte & Groen Plein 19 4454 AS Borssele 0113-354074 info@ruimte-groen.nl www.ruimte-groen.nl

BIJLAGE UITGETEKENDE SITUATIES EEWEG 6 SCHORE EVERSDIJKSEWEG 18A - KAPELLE DIJKWELSEWEG 21 KAPELLE POSTWEG 29A - KAPELLE LURPSEWEG 5 - KAPELLE WEMELDINGSE ZANDWEG 12 KAPELLE WEMELDINGSE ZANDWEG 15 KAPELLE KLAPWEG 1-3 - KAPELLE ZWAAKSEWEG 7 - WEMELDINGE

EEWEG 6 - SCHORE 19

EVERSDIJKSEWEG 18A - KAPELLE 20

optie verplaatsing buiten 20m zone optie handhaving huidige locatie DIJKWELSEWEG 21 - KAPELLE 21

POSTWEG 29A - KAPELLE 22

LURPSEWEG 5 - KAPELLE 23

WEMELDINGSE ZANDWEG 12 - KAPELLE 24

WEMELDINGSE ZANDWEG 15 - KAPELLE 25

KLAPWEG 1-3 - KAPELLE 26

optie verplaatsing binnen bouwblok elzenhaag 2m ZWAAKSEWEG 7 - WEMELDINGE 27

Buro Ruimte & Groen Plein 19 4454 AS Borssele 0113-354074 info@ruimte-groen.nl www.ruimte-groen.nl 28