HANDLEIDING TALENTENQUIZ
STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe sessies. (https://www.stichtingmove.nl/move_pagina_voor_studenten/) 2. Bekijk de Powerpoint en lees de handleiding door (vanaf pagina 3) 3. Spreek van te voren af binnen de commissie wie welke taak op zich neemt. Wie legt het doel van de quiz en de spelregels uit, wie bestuurt de Powerpoint, wie helpt de kinderen tijdens de quiz als ze vragen hebben, wie verdeelt de kinderen aan de hand van de uitkomsten, wie doet een spelletje tussendoor? 4. Zorg ervoor dat je voorbereid naar de klas gaat. Heb je met de docent overlegd of er een digiboard is? Heb je voldoende quizbriefjes geprint en uitgeknipt? Staat de Powerpoint klaar? 5. Vertel de kinderen het doel van de quiz en leg de spelregels uit (zie pagina 4 in de klas ). Maak met de kinderen de oefenvraag. Ga niet verder voordat alles voor iedereen helder is. 6. Start de quiz: lees de stellingen hardop voor en benoem de kleuren erbij 7. Aan het einde van de quiz: Laat de kinderen hun kruisjes tellen 8. Bespreek de rollen: waar zijn de kinderen goed in, wat kunnen ze doen in de voorbereiding en wat kunnen ze doen tijdens de feestelijke onthulling? Neem dan de briefjes in 9. Verdeel de kinderen in ongeveer gelijke groepjes aan de hand van hun uitkomsten en hun keuzes. Vraag zo nodig hulp van de leerkracht bij het indelen van de groepjes. In de tussentijd kunnen de kinderen een spelletje spelen, zie hiervoor het Move-spellenboek 10. Maak bekend welke kinderen in welk groepje zijn ingedeeld en laat de kinderen in de groepjes zitten. Zorg dat de student vanuit zijn/haar commissierol aansluit bij het bijbehorende groepje 11. Bespreek klassikaal wat de groepjes moeten gaan doen en ga aan de slag 12. Laat alle groepjes nadenken over de taken en verantwoordelijkheden binnen de groep. Dit kan in de vorm van een to-do lijst of een poster. Hang deze bijvoorbeeld op in de klas zodat de kinderen hier ook tussen de Movesessies door op terug kunnen vallen. Als er tijd over is: versier de poster, geef het groepje een teamnaam, etc. 13. Aan het einde van de sessie: blik terug op wat de kinderen gedaan hebben. Wat vonden ze ervan? 14. Blik vooruit op de volgende sessie 4 en de afsluiting, maak per groepje duidelijk wat de verwachtingen zullen zijn in de komende sessies. 2
HANDLEIDING In de derde bedenk & doe sessie selecteren jullie één realistisch idee met de kinderen. Vervolgens gaan jullie met de kinderen nadenken over de benodigde middelen en taken om het idee uit te kunnen voeren. Om dit goed te laten verlopen, doen jullie in de derde sessie de talentenquiz met de kinderen. Aan de hand van deze quiz worden de kinderen in vier talentrollen verdeeld en kunnen ze vanuit hun rol aan de slag met de uitvoering van de taken. Bij iedere rol horen talenten en taken die goed bij de kinderen passen. Zo leren ze waar ze goed in zijn en worden hun talenten tijdens het project optimaal benut. De quiz neemt ongeveer een dertig minuten in beslag. Houd daar rekening mee in je planning van de derde sessie. DOELEN TALENTENQUIZ Kinderen op een speelse manier laten nadenken over hun talenten Basis voor rolverdeling in de uitvoering Kinderen bewust maken dat je iedereen nodig hebt voor een geslaagd project BENODIGDHEDEN & VOORBEREIDING Powerpoint met de quiz op digibord. De Powerpoint met de kleurenquiz is op de studentenpagina te vinden. Loop van te voren ook zelf de dia s door zodat je weet welke vragen er gaan komen. Briefjes om kleuren op aan te kruisen. De kinderen krijgen een papiertje van jullie waar ze de quiz op kunnen maken. Zorg dat je deze voor de sessie in de juiste hoeveelheid hebt uitgeprint. De briefjes staan ook op de studentenpagina. 3
IN DE KLAS UITLEG VAN DE QUIZ AAN DE KINDEREN Leg de kinderen uit dat je tijdens een project iedereen nodig hebt. Iedereen is ergens goed in. Door deze quiz leren de kinderen na te denken over wat ze echt leuk vinden en waar ze goed in zijn. Zo ontdekken ze hun talenten en kunnen ze deze optimaal inzetten tijdens het project! Leg uit dat de kinderen straks een quiz gaan maken, waarbij je moet kiezen tussen twee stellingen. Gebruik hiervoor de voorbeeld stelling. Beantwoord eventuele vragen of opmerkingen, er zullen kinderen zijn die van katten en honden houden of niet van beide. Leg dan uit dat ze toch moeten kiezen wat het best bij hen past. De voorbeeldvraag bevat geen kleur, de echte vragen wel. Deel de briefjes uit en bespreek de spelregels: De kleur van de stelling waar jij je het meeste in herkent kruis je aan op je blaadje. Je moet kiezen, misschien herken je je niet helemaal in de stelling, maar je kiest altijd een van de twee waar je je het beste in vindt passen! Er is geen goed of fout antwoord en houd je antwoorden voor jezelf, niet spieken bij de ander en niet overleggen! We doen de test in stilte en maken hem individueel. In totaal heb je straks 14 kruisjes gezet. SPELUITVOER (15 minuten) Na de uitleg kan de quiz beginnen. Op de eerste slide staan de volgende vragen: Vraag 1 Als je graag computerspelletjes speelt, zet je een kruisje achter blauw. Als je graag een boek leest, zet je een kruisje achter oranje. Vraag 2 Als je graag bordspelletjes speelt, zet je een kruisje achter groen. Als je graag een instrument speelt of zou willen bespelen, zet je een kruisje achter geel. Check bij deze eerste vragen of alle kinderen het echt snappen. Let op: als je dit spel met groep 6 speelt zal je meer stellingen moeten uitleggen dan als je het met groep 8 speelt. Zeg tegen de kinderen dat als ze een stelling niet begrijpen hun vinger mogen opsteken en dat jullie het dan uitleggen. Vervolgens ga je alle slides af met de verschillende stellingen. TIP: Sommige kinderen vinden het lastig om de kleuren te onderscheiden. Ook omdat digiborden de kleuren van de Powerpoint vervagen. Zeg daarom voor iedere stelling altijd de bijbehorende kleur. Slide: Optellen maar! Zo, klaar! Nu mogen jullie gaan tellen hoeveel kruisjes je van elke kleur hebt en dit getal erachter zetten! De kleur waar de meeste kruisjes bijstaan, is de rol die goed bij je past. Door het spel heb je nu een beetje ontdekt waar je goed in bent, kijk maar naar de kleuren op je blaadje. Je zult zien dat je achter meerdere kleuren kruisjes hebt, maar van welke kleur heb je de meeste kruisjes? Schrijf die op je blaadje. En welke rol hoort daarbij? Omcirkel die rol. Slide: Op de volgende slide staan de vier rollen: De Verkenner, de Regelaar, de Ontwerper en de Verteller. De slides daarna gaan dieper in op deze rollen. Slide: Blauw: De Verkenner is goed in rekenen en dingen onderzoeken, kan goed uitrekenen wat iets kost en bedenkt welke kosten er gemaakt moeten worden tijdens het project. Denk aan het maken van een boodschappenlijst voor de afsluiting en nadenken over alle benodigde materialen. Tijdens de afsluiting zorgen de regelaars ervoor dat alles aanwezig is, goed opgebouwd en opgeruimd moet worden. Slide: Geel: De Ontwerper kan goed ideeën bedenken, kan goed tekenen of houdt van dansen en zingen. Dit is erg belangrijk als je uitnodigingen moet ontwerpen of een voorstelling wilt geven! De ontwerper houdt zich dus vooral bezig met de creatieve invulling van het project. 4
Slide: Groen: De Regelaar kan goed plannen, organiseren en netjes werken. Dit is belangrijk als je wilt dat alles goed verloopt en er mooi uitziet! De Regelaar kan een draaiboek maken en de taken verdelen. De regelaar zorgt er bij de afsluiting voor dat alles op rolletjes verloopt. Slide: Oranje: De Verteller kan goed praten, schrijven en naar anderen luisteren. Dit is belangrijk als je iets moet presenteren of mensen wilt uitnodigen voor de afsluiting van het project. De Vertellers zijn de gastvrouwen/gastheren voor de bezoekers van de afsluiting. Slide: Wat kan jij bijdragen? met hierop de voorbeeldtaken voor bedenk & doe sessie 4. Hier kunnen alle taken worden opgeschreven bij de juiste groep. Zo krijgen de kinderen een goed beeld voor welke taak ze kiezen. Leg de kinderen uit dat als ze een andere rol ook heel leuk vinden, ze deze er bij kunnen schrijven op het blaadje. Vertel de kinderen: De juf/meester gaat nu samen met een paar van ons de rollen verdelen en kijken daarbij naar je talenten of wat je leuk vindt. Dit is vaak hetzelfde. Denk maar na; vaak vind je iets waar je goed in bent ook leuk. Nu mag je jouw briefje inleveren en gaan we nu nog een spelletje doen, daarna hoor je jouw rol. INDELING KINDEREN (10 minuten) Een deel van jullie gaat de kinderen indelen, terwijl een ander deel de kinderen bezig houdt door middel van een spel. Laat kinderen zo veel mogelijk bij hun voorkeur blijven, let op verdeeldheid. Tijdens het verdelen van de kinderen in groepjes kunnen een paar van jullie ook klassikaal bedenken wat er allemaal moet gebeuren en deze taken verdelen over de rollen. AFSLUITING (5 min) Maak bekend wie welke rol heeft. Probeer dit op een feestelijke manier te doen. Door ze bijvoorbeeld een eigen poster te laten maken, waar hun taken opstaan. Het is ook leuk om de kinderen een teamnaam te laten bedenken die ze op deze poster kunnen zetten. Benadruk nogmaals dat iedere rol even belangrijk is en dat je iedereen nodig hebt. Geef een doorkijkje naar de vierde bedenk & doe sessie door te vertellen dat jullie dan aan het hand van de rollen en taken aan de slag gaan met het uitvoeren van het idee. Geef evt. kleine opdrachtjes mee per rol waarmee ze zich thuis kunnen voorbereiden op hun rol. Bijvoorbeeld: o Verkenner: Uit zoeken wat iets kost of wat je nodig hebt o Ontwerper: Tekening voor uitnodiging maken o Regelaar: Boodschappenlijstje voor afsluiting maken o Verteller: Uitnodiging schrijven 5
BIJLAGE: VOORBEELDTAKEN PER ROL TIJDENS HET PROJECT Wat de projecttaken gedurende de uitvoering zijn hangt gedeeltelijk af van het projectidee. Deze taken brengen jullie samen met de kinderen in beeld en verdelen jullie dan over de rollen of voeren jullie met z n allen uit. Daarnaast zijn er een aantal taken die bij (vrijwel) alle projecten terugkomen. Deze taken zie je ter voorbeeld in onderstaand schema verdeeld over de rollen. De Verkenner Begroting maken Boodschappenlijst Uitzoeken waar kopen/huren Zorgen dat alle materialen aanwezig zijn De Ontwerper Flyers en uitnodigingen maken Voorstelling/dansje maken Ontwerp maken voor het project Foto s of vlogs maken of een optreden geven De Regelaar Draaiboek maken Extra activiteit bedenken bij onthulling van bijv. muurschildering Plattegrond maken van de locatie Alles achter de schermen regelen (security/ceremoniemeester) De Verteller Speech schrijven voor de onthulling Info verzamelen voor opp de uitnodiging Gasten opbellen/uitnodigen Speechen en de gasten verwelkomen 6