3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Vergelijkbare documenten
Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Beslissing op bezwaar

6. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit besluit.

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Beslissing op bezwaar

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Veiligheid en Justide

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Hoofdstuk I. Definities

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Ministerie van Veiligheid en Justitie

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Kabinet Minister-President

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

PROCEDURE, STROOMSCHEMA EN CHECKLISTEN Openbaarheid van bestuur (Wob)

Beslissing op bezwaar

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 28 DEC Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Beslissing op bezwaar

Aangetekend verstuurd Molenaar Abeln advocaten Carel H.J.M. Abeln J.J. Viottastraat JT AMSTERDAM

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Waarnemend Manager Leveranciersmanagement ICT (Deel)beslissing op uw verzoek in het kader van Wet openbaarheid bestuur

Onder verwijzing naar uw per gestuurde brief van 6 februari 2013 bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

4 MEI 217. Ministerie van Volksgezondheid,

Arrondissementsparket Noord-Holland

Beslissing op bezwaar

Gemeente Amsterdam. Aan. Bijlage 2 Inventarislijst. november Geachte heer

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Werkinstructie Geheimhouding en besloten vergaderen

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Toelichting Zienswijzeprocedure

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: 27692/ Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

45. WOB en bescherming persoonsgegevens

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit Ik heb besloten uw verzoek af te wijzen aangezien de betreffende documenten reeds openbaar zijn.

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

23JAN 2û19. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inventarisatie documenten

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Inspectie Leefomgeving en Transport. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. P1RRl Uh Uwkenmerk. Datum. Onderwerp Besluit op Wob-verzoek.

Besluit toestemming nevenactiviteit

Ministerie van Economische Zaken

Beslissing op bezwaar

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

9 NOV Nucleaire Veiligheid. Stralingsbescherming. Datum. Betreft Besluit op Wob-verzoek inzake de Stichting Beheer Ons kenmerk

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Transcriptie:

Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. A. Verzoek om openbaarmaking 1. Bij e-mail van 12 juni 2017 heeft [verzoeker] (hierna: verzoeker) het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) verzocht om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie te verstrekken. Het verzoek heeft betrekking op contacten tussen het Commissariaat met personen en bedrijven die in opdracht van het Commissariaat werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van en naar aanleiding van onderzoeken die in 2008 hebben plaatsgevonden naar mogelijk onrechtmatig handelen bij de Nederlandse Moslim Omroep (hierna: NMO) en de Joodse Omroep. 2. Bij e-mail van 16 juni 2017, kenmerk 678047/690576, heeft het Commissariaat de ontvangst van het verzoek om informatie aan verzoeker bevestigd. Daarnaast heeft het Commissariaat verzoeker meegedeeld dat de beslissing met vier weken is verdaagd op grond van artikel 6, tweede lid, van de Wob. B. Relevante bepalingen 3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. C. Beoordeling 4. Het uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en democratische bestuursvoering, voor een ieder een recht op openbaarmaking van de informatie bestaat. Bij de afweging omtrent het openbaar maken van informatie mag de persoon of het oogmerk van de verzoeker geen enkele rol spelen. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt. 5. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob, kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. Als gevolg hiervan is een bestuursorgaan niet op grond van de Wob verplicht om informatie te verstrekken, wanneer sprake is van open vragen. Zo heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 7 augustus 2013 als volgt geoordeeld: 1

Zoals de rechtbank met juistheid heeft vastgesteld, heeft [appellant] bij genoemde e- mail van 2 februari 2012 vier informatieve vragen aan de gemeente gesteld en daarin niet verzocht om documenten. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de e-mail van 2 februari 2012 geen verzoek, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wob, bevat. 1 6. Ook moet een verzoek om informatie op grond van de Wob betrekking hebben op een bestuurlijke aangelegenheid. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 september 2008, kan een verzoek om informatie die geen betrekking heeft op een bestuurlijke aangelegenheid, niet gezien worden als een op de Wob gebaseerd verzoek. 2 7. Tot slot zal een bestuursorgaan het verstrekken van de gevraagde informatie op grond van de Wob achterwege moeten laten indien de documenten niet bij het bestuursorgaan berusten. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, is het, wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, [het bestuursorgaan] in beginsel aan degene die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat een bepaald document toch onder dat bestuursorgaan berust. 3 8. Naar aanleiding van het verzoek om informatie heeft het Commissariaat onderzocht welke documenten een antwoord kunnen bevatten op de in het verzoek gestelde vragen. Voor zover deze informatie is neergelegd in documenten, heeft het Commissariaat overeenkomstig artikel 3, vijfde lid, van de Wob onderzocht of het verstrekken van informatie wellicht achterwege moet blijven in verband met één of meer uitzonderingsgronden die genoemd worden in artikel 10 en 11 van de Wob of in verband met de regeling die is verwoord in artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering. Artikel 365 Wetboek van Strafvordering 9. Ten aanzien van dit verzoek op grond van de Wob doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat een document onderdeel is van een strafdossier. Artikel 365, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat desgevraagd de voorzitter van de rechtbank die het vonnis in een strafzaak heeft gewezen een afschrift van het vonnis en het procesverbaal der terechtzitting aan ieder ander dan de verdachte of zijn raadsman verstrekt. De verstrekking kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd ter bescherming van de belangen van degene ten aanzien van wie het vonnis is gewezen of van de derden die in het vonnis of in het proces-verbaal worden genoemd. Artikel 365, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een verzoek tot verstrekking van een afschrift of uittreksel van andere tot het strafdossier behorende stukken dient te worden afgewezen. 10. Het is vaste jurisprudentie dat artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering een bijzondere en uitputtende openbaarmakingsregeling bevat en daarom voor gaat op de 1 Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 7 augustus 2013, ECLI:NL:RVS:2013:642, overweging 3.1. 2 Zie de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 17 september 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BF0976, overweging 2.3. 3 Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 15 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2216, overweging 4.1. 2

bepalingen van de Wob. 4 Op grond van artikel 365, vierde en vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering en de daarop gebaseerde jurisprudentie, verstrekt het Commissariaat derhalve geen documenten die onderdeel zijn van een strafdossier. Informatie in documenten in de zin van de Wob 11. Het Commissariaat beschikt over een aantal documenten in de zin van de Wob die een antwoord kunnen bevatten op de vragen die in het verzoek zijn geformuleerd. Deze documenten zijn reeds als gevolg van eerdere verzoeken op grond van de Wob openbaar gemaakt. 5 Bij het openbaar maken van deze documenten heeft het Commissariaat destijds geoordeeld dat deze documenten persoonsgegevens bevatten. Tevens heeft het Commissariaat bij het openbaar maken van de documenten met nummers 1 en 2 geoordeeld dat deze bepaalde passages met bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevatten. Deze gegevens bestaan uit vertrouwelijk aan de overheid verstrekte prijsopgaven en uurtarieven. Het Commissariaat verstrekt verzoeker een exemplaar van deze reeds eerder openbaar gemaakte documenten waarin de persoons- en bedrijfsvertrouwelijke gegevens onleesbaar zijn gemaakt. 12. Het Commissariaat beschikt niet over andere documenten in de zin van de Wob en alleen over een document dat niet door het Commissariaat openbaar kan worden gemaakt omdat het onderdeel is van een strafdossier. Voor de openbaarmaking van dat document dient verzoeker zich op grond van artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering te richten tot de voorzitter van de betreffende rechtbank. Gelet op het voorgaande moet het verzoek van verzoeker formeel te worden afgewezen. Openbaarmaking 13. Op grond van artikel 8 van de Wob besluit het Commissariaat de tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat ziet daartoe verder geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob. 4 Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 26 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:614. 5 Zie hiervoor de besluiten van het Commissariaat voor de Media op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 4 mei 2010, kenmerk 21577/2010004930 respectievelijk van 9 mei 2017, kenmerk 668532/686086. 3

D. Besluit 14. Het Commissariaat besluit: I. verzoeker informatie te verstrekken voor zover deze is neergelegd in reeds openbaar gemaakte documenten. Voor een nadere specificatie per document wordt verwezen naar bijlage 2 inventarisatielijst; II. het verzoek van verzoeker voor zover dit bestaat uit informatieve vragen of uit vragen die geen betrekking hebben op een bestuurlijke aangelegenheid van het Commissariaat af te wijzen; III. het verzoek van verzoeker voor zover dit betrekking heeft op een document dat onderdeel is van een strafdossier, af te wijzen; IV. de volledige tekst van dit besluit openbaar te maken, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, door publicatie op zijn website. Hilversum, 5 september 2017 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. Bijlagen: - Juridisch kader - Inventarislijst 4

Bijlage 1: Juridisch kader Artikel 3 Wob 1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. 2. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de bestuurlijke aangelegenheid of het daarop betrekking hebbend document, waarover hij informatie wenst te ontvangen. 3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen. 4. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan de verzoeker zo spoedig mogelijk om zijn verzoek te preciseren en is het hem daarbij behulpzaam. 5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Artikel 10 Wob 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. [ ] Artikel 11 Wob 1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. 2. Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt. 3. Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de adviescommissie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt. 5

4. In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 1 Wbp In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; [ ] Artikel 365 Wetboek van Strafvordering 4. De voorzitter verstrekt desgevraagd een afschrift van het vonnis en het proces-verbaal der terechtzitting aan ieder ander dan de verdachte of zijn raadsman, tenzij verstrekking naar het oordeel van de voorzitter ter bescherming van de belangen van degene ten aanzien van wie het vonnis is gewezen of van de derden die in het vonnis worden genoemd, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de voorzitter een geanonimiseerd afschrift of een uittreksel van het vonnis en het proces-verbaal verstrekken. 5. Onder het vonnis zijn begrepen de stukken die aan de uitspraak zijn gehecht. Van andere tot het strafdossier behorende stukken wordt geen afschrift of uittreksel verstrekt. 6

Bijlage 2: Inventarislijst 1. Offerte van Hoffmann Bedrijfsrecherche aan het Commissariaat voor de Media voor het instellen van een onderzoek d.d. 9 juli 2008 2. Brief van Hoffmann Bedrijfsrecherche aan het Commissariaat voor de Media betreffende het uitbreiden van de onderzoeksdoelstellingen d.d. 9 september 2008 3. Besluit van het Commissariaat voor de Media op grond van de Wet openbaarheid van bestuur betreffende het verzoek tot openbaarmaking van het onderzoeksrapport van Hoffmann Bedrijfsrecherche 7