Inspectie Leefomgeving en Transport rie van Infrastructuur en Milieu

Vergelijkbare documenten
Inspectie Leefomgeving en Transport Minisrerie van Infrastructuur en Milieu

Bij deze procedure heb ik de volgende onderdelen beoordeeld: de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus AW Den Haag

College van Burgemeester en Wethouders van Enschede Postbus AA Enschede

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p.a. DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus AV Schiedam

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant t.a.v. de heer T. de Rijk Postbus AB Tilburg

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

Actualisatie PGS 15. Dré Mevissen

Gedeputeerde Staten van Limburg Postbus MA Maastricht

Oosterhout. IlllllllllllillllOllllllll. gemeente. Aan de gemeenteraad. k FEB Uitspraak rechtbank inzake beroep ILT tegen vergunning ELD

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p/a DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus 843, 3100 AV Schiedam

PGS 15 in de praktijk Wanneer is een brandcompartiment PGS 15-proof?

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus MC s-hertogenbosch

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

Actualisatie PGS 15. Dré Mevissen

CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van lnfrasrrucwur en Milieu

Beschrijving. Adviesvraag. Gelijkwaardige brandveiligheid in tweelaagse kippenstal. Advies Definitief

EVO PGS-15 Checklist

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus MC 's-hertogenbosch. Datum 14 september 2015 Betreft Aanvraag milieuvergunning Stahl Waalwijk

Gedeputeerde Staten van Limburg Postbus MA Maastricht

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS Luchthaven Schiphol

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Themabijeenkomst VBE PGS 15. Richtlijn opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Betreft: Beroepsschrift inzake besluit op bezwaar inzake handhavingsverzoek mbt brandveiligheid Hummel Recycling BV

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

De belangrijkste veranderingen in de PGS juni 2016 Dina Rezvanova Rijkswaterstaat/Infomil

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

Kinderopvang Onroerend Goed B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

Herziening PGS 15. CTGG-dag 27november Macco Korteweg Maris Beleidsmedewerker (transport)veiligheid

Beschrijving ADVIES. Ontsluiting woningen via extra beschermde vluchtroute. Adviescommissie praktijktoepassing Brandveiligheidsvoorschriften

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Bekendmaking van rechtswege verleende omgevingsvergunning

Beoordeling brandoverslag. Instructie. Versie 1.1. Datum 6 januari 2011 Status Definitief

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Vitesse Logistics B.V. te Venlo. Zaaknummer:

Beschrijving. WBDBO winkelruit na verwijderen sprinkler. Advies Definitief

Stralingsberekening NEN 6068

De inspectie is uitgevoerd samen met mevrouw. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid

PGS 15 - brandbeveiligingsinstallaties. Mei 2006 Ernst Rijkers

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beschrijving. Verbouwniveau brandwerende doorvoering. Advies Definitief

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

Beschikking Omgevingsvergunning

Beheersbaarheid van Brand Project:

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus MC 's-hertogenbosch

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. Intrekken deel terrein SSC- Akzo Nobel. Akzo Nobel Industrial Chemicals. Oosterhorn 4 te Farmsum

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

* *

2 3 DEC Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Stichting Laka. Ketelhuisplein RD AMSTERDAM.

WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

PGS 15: 2011 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

Omgevingsgvergunning

ADVIES. Registratienummer: 1308 Brandwerend rolscherm OV-busterminal Trefwoorden: Brandwerendheid, beoordelingscriteria, EI, EW Datum: 3 oktober 2013

GR BAR-organisatie INGEKOMEN reg. nr. de Rechtspraak. 3 m m

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: [appellante], gevestigd te [plaats],

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Verzoek wijziging milieuvoorschriften. Haven Maastricht B.V.

Gewaamierkte documenten

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. milieuneutrale verandering

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / deze uitspraak

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

Gedeputeerde Staten van Limburg Postbus MA Maastricht

FUIVLb. 30 On /54. Bosma Transport en Opslag B.V. Energielaan ST Heerenveen. Grou, 30 oktober 2018

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655

Beantwoording nog openstaande aanvullende vragen naar aanleiding van vergunningaanvraag diverse opslagen (OLO )

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

PGS 15. Verdiepingscursus juni oostkracht10.nl milieu & veiligheid

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Transcriptie:

- Inspectie Leefomgeving en Transport rie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: Postbus 16191, 2500 BD Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Postbus 20019 2500EA DEN HAAG Datum 29 maart 2016 Onderwerp hoger beroepschrift Team Juridische Zaken Kon ingskade 4 Den Haag Postbus 16191 2500 BD Den Haag T 070 456 18 66 F 070 456 27 99 www.ilent.ni Contactpersoon mr. H.J. t Hart Edelachtbaar college, In de brief van 25 februari 2016 heb ik pro forma hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 januari 2016, met - zaaknummer 15 / 114 WABOM PETE. In uw brief van 29 februari 2016 heeft u mij in de gelegenheid gesteld de gronden van het hoger beroepschrift aan te voeren. Ons kenmerk C-4-16-0003.001 Uw kenmerk 201601457/1/Al Biilage(n) Inleiding: De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport (hierna appellante) beoordeelt de afgifte van inrichtingsvergunningen van risicobedrijven op de naleving van de regels die in het relevante BBT-informatiedocument (BBT) in Nederland zijn vastgesteld. Appellante is op grond van artikel 6.3 lid 2, van het Besluit omgevingsrecht aangewezen als adviseur met betrekking tot vergunningen. Naar aanleiding van de aanvraag door European Liquid Drumming B.V. (hierna ELD) is door appellant een zienswijze ingediend. De zienswijze had betrekking op de vakgrootte, de uitstroom en de opvang van het product. Naar aanleiding van deze zienswijze zijn door de burgemeester en wethouders van Oosterhout (verder: de gemeente ) in het ontwerpbesluit in afwijking van de BBT (gedeeltelijk) gewijzigde voorschriften opgenomen. Appellante vindt dat het besluit niet geaccepteerd kan worden omdat het vereiste beschermingsniveau niet wordt gerealiseerd. Dit met het oog op het realiseren van een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu deze door de gemeente gemotiveerde afwijking van de BBT, omdat binnen de inrichting van ELD een zogenoemd total fludding brandbestrijdings-systeem is geïnstalleerd. 1 als best beschikbare techniek Op 6 januari 2016 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de omgevingsvergunning voor ELD. In die uitspraak is het beroep van de ILT ongegrond verklaard. Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 15); 2011 versie 1.0 (december 2011) Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Pagina 1 van 9

Gronden beroep: Appellante is van mening dat de motivering van de rechtbank onvoldoende is en de rechtbank ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat de van de voorschriften van PGS 15 afwijkende maatregelen zoals vergund bij ELD een gelijkwaardig beschermingsniveau van de brandveiligheid bieden. De vergunning en het samenstel van Bouwkundige maatregelen, aanwezige Installaties en Organisatorische maatregelen (BIO) bij ELD borgt geen gelijkwaardigheid met het in PGS 15 beoogd beschermingsniveau. Appellante bestrijdt dat het in de vergunning op enkele punten afwijken van de best beschikbare techniek zoals vastgelegd in BBT-document PGS 15 en de daarvoor in de plaats tredende maatregen als afdoende gelijkwaardige alternatieve voorzieningen kunnen worden aangemerkt. Als eerste is van belang op te merken dat de PGS 15 gaat over integrale veiligheid (milieuveiligheid, arbeidsveiligheid en brandveiligheid, gezamenlijk resulterend in een bepaald niveau van externe veiligheid). Integrale veiligheid is gebaseerd op bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen. Dit samenstel van maatregelen zorgt voor het beschermingsniveau dat als BBT wordt beschouwd. Bij ELD worden enkele maatregelen uit dit samenstel van maatregelen niet uitgevoerd. Dit maakt dat de aanvrager expliciet dient aan te geven hoe deze achterwege gelaten maatregelen gecompenseerd worden zodat het beschermingsniveau zoals beoogd door PGS 15 (voor milieu-, arbeids- en brandveiligheid) geborgd blijft. Het bevoegd gezag dient dit vervolgens samen met haar adviseurs op aantoonbare gelijkwaardigheid te beoordelen. Bij ELD is dit niet expliciet gemaakt. Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat het enkele feit dat externe deskundigen, bevoegd gezag en brandweer akkoord zijn, afdoende is om te spreken van een gelijkwaardig beschermingsniveau. Een expliciete toelichting/motivatie hoe afwijkingen van BBT worden gecompenseerd door andere of anders uitgevoerde voorzieningen waardoor toch een gelijkwaardig beschermingsniveau wordt gerealiseerd wordt blijkbaar door de rechtbank niet nodig geacht. Appellante heeft ernstige twijfels aan de gelijkwaardigheid van het beschermingsniveau zoals dat in de vergunning van ELD is beschreven voor de betreffende hallen. Dit is voor appellante reden om hoger beroep in te stellen. Appellante heeft mevrouw J. van Buren van Marsh Risk Consulting B.V. als deskundige op het gebied van brandveiligheid en opslag van gevaarlijke stoffen in emballage gevraagd om het stelsel van BIO-maatregelen van de onderhavige omgevingsvergunning bij ELD te toetsen en te beoordelen op het in PGS 15 beoogde beschermingsniveau 2. Uit haar eerste voorlopige analyse op basis van de informatie bij de aanvraag van de vergunning komen de volgende essentiële tekortkomingen naar voren. Vakgrootte en indeling, voorkomen uitstroom gelekt product, onverenigbare stoffen niet in eenzelfde vak en voorkomen verspreiding brand naar tertiaire opvang 3 Algemeen: De regels van stoffenscheiding hangen mede samen met de andere voorzieningen zoals voorkomen van uitstroom van gelekt product. Sommige combinaties van gevaarlijke stoffen kunnen, wanneer deze tegelijk vrijkomen een groter effect veroorzaken dan bij vrijkomen van de afzonderlijke stoffen het geval zou zijn. Daarnaast kunnen de stoffen die vrijkomen met elkaar reageren waarbij giftige stoffen kunnen ontstaan. Dergelijke gevaarlijke stoffen moeten daarom gescheiden van elkaar worden opgeslagen. Voor bepaalde stoffen geldt dat ze in aparte vakken moeten worden opgeslagen. Vakken worden gescheiden door een fysieke scheidingsconstructie of een minimale afstand tussen de vakken. Doel hiervan is het voorkomen dat er brandoverslag kan plaatsvinden naar een ander vak. 2 De CV is als bijlage 1 bijgevoegd. http ://www. infomil. nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/veiligheid/pgs/handleiding-pgs- 15/hoofdstuk- 4/opslagvoorzieningen/#Scheidingtussenvakken Pagina 2 van 9

Daarnaast dient een vakindeling te voorkomen dat er lekvloeistoffen of bluswater naar ander vakken kunnen uitstromen. Hiertoe moeten vakken dusdanig zijn ontworpen dat brandende vloeistoffen niet kunnen uitstromen naar een naastgelegen vak. Situatie bij ELD Bij ELD worden de vloeistoffen in de betreffende loodsen in max. 250 liter kunststof en metalen drums die 4 hoog worden gestapeld en max. 1200 liter kunststof IBC s die 3/4 hoog worden gestapeld. Een lekkage van een brandende vloeistof kan dan buiten het vak komen zoals is aangegeven in onderstaande illustratie. 2.4 2.0 1t 1.0 Q O.8 0.6 0.4 0.2 1-1 0.0-0.6-0.4-0.2 0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6 28 3.0 Distance from Sidewall of IBC (in) 1 0 CI = 0.9 CI = 0.8 CI = 0.7 CI = 0.6 CI 1.0 CI =0.9 CI = 0.8 = 0,7 CI 0.6 DeC0 2-blusgasinstallatie zet weliswaar de hele hal vol C0 2 en de werking is niet beperkt tot slechts één vak van 300 m2 zoals een sprinklerinstallatie, maar door brandoverslag en/of uitstroom van brandend gelekt product naar een ander vak kunnen onverenigbare stoffen samen vrij komen en grotere effecten veroorzaken of giftige stoffen laten ontstaan. Daarmee wordt geen rekening gehouden in het Uitgangspuntendocument (UPD) van ELD. Tijdens een incident kan bij het niet doelmatig werken van de blusgasinstallatie een brand zeer snel ontwikkelen doordat vloeistof zich snel door de loods kan verspreiden naar een ander vak. Installatietechnische voorzieningen De werking van dec0 2-blusgasinstallatie berust op de volgende principes: Verdringing van de atmosfeer (lucht met ontvlambare dampen) in de ruimte. C0 2 is 11/2 maal zwaarder is dan lucht. Hierdoor wordt de lucht (die ontvlambare dampen bevat) van beneden naar boven in de loods verdrongen. Zoveel C0 2 in de ruimte brengen dat het zuurstofgehalte van 21 h verlaagd wordt tot een niveau waarbij gelekte stoffen geen zelfonderhoudende brand meer kunnen vormen. Die concentratie wordt de Limiting Oxygen Concentration (LOC) genoemd. Deze lage zuurstofconcentratie zolang in stand houden (voor ontviambare koolwaterstoffen wordt 30 minuten aangehouden), dat bij het opnieuw toelaten van lucht tot de opslaglocatie geen herontsteking kan plaatsvinden. Pagina 3 van 9

inspectie Leefomgeving en Transport Installatietechnische voorzieningen ELD In het van het Programma van Eisen 2-blusinstallatie met kenmerk nr. 1871-2-1D is opgenomen welke stoffen niet in de loodsen worden opgeslagen. Tevens is in dit Programma van Eisen 2-concentratie tenminste 49% moet zijn in de loodsen. In de resterende atmosfeer (51 h X, 0,2) is dan 10% zuurstof aanwezig. De 2-installatie is ontworpen voor de opslag van de modelstoffen butanol en methanol. C0 4 voor o.a. dec0 5 opgenomen dat dec0 In VdS 20936 is op pagina 18 een tabel opgenomen met minimale zuurstofconcentraties die aanwezig mogen zijn voor bepaalde stoffen zoals de lo,7% voor butanol en methanol. In de loodsen kunnen echter ook organische aminoverbindingen en natronloog worden opgeslagen op grond van de aanvraag en vergunning 2 lost hierin op. Het is onduidelijk of daar bij het ontwerp van de installatie rekening is gehouden. Ook is onduidelijk waarom methanol en butanol representatief zijn voor de overige stoffen die in de loodsen opgeslagen kunnen worden. 7. C0 Op grond van voorgaande wordt ten aanzien van dec0 2-blusinstallatie het volgende geconstateerd: Het is onduidelijk of dec0 7-blusinstallatie compatible is en doelmatig kan werken voor alle in de loodsen 6A, 6B, en de klimaatkamers opgeslagen stoffen. De CO2-installatie staat, in strijd met het normatief kader dat is gehanteerd voor het ontwerpen en de aanleg van de blusgasinstallatie, niet in een brandveilig compartiment. Brandcompartimenten PGS 15 Uitgangspunt van zowel het Bouwbesluit als het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) is dat: 1. bij een brand in een PGS 15 opslaglocatie, bijvoorbeeld bij het niet doelmatig functioneren of falen van de brandbeveiligingsinstallatie, deze opslaglocatie tenminste gedurende 60 minuten zijn integriteit behoudt. Deze 60 minuten is nodig om hulpdiensten, zoals de brandweer, de mogelijkheid te geven om de omgeving op een zodanige wijze te beschermen dat er geen uitbreiding van de brand naar andere objecten of voorzieningen kan optreden. 2. bij een brand aan de buitenzijde van de opslaglocatie, de opslaglocatie gedurende 60 minuten bestand is tegen de effecten van deze brand zodat de brand niet kan overslaan naar de opslaglocatie. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de blusinstallatie in de opslaglocatie geen rol kan spelen bij een brand in de omgeving van de opslaglocatie. Bij ELD is aan de buitenzijde van de PGS 15 opslagen een aanzienlijke vuurlast aanwezig omdat daar de laadperrons en laadkuilen zijn waarin vrachtwagens worden beladen met de stoffen uit de loods. Tevens dienen deze laadkuilen als opvang voor product uit de loods. Om bovenstaande te realiseren is in PGS 15 opgenomen dat iedere opslaglocatie een zelfstandig brandcompartiment (kubus) tegen branddoorslag en brandoverslag) van 60 minuten van binnen naar buiten en van buiten naar binnen hebben. Deze eis geldt voor wanden, dak en de vloer. Wanden moeten tenminste 50 cm boven het dak uitsteken om brandoverslag van het ene naar het andere compartiment te voorkomen. 8 moet zijn. Deze kubus moet volgens PGS 15 een WBDBO (weerstand Bovenstaande houdt tevens in dat de opslaglocatie gedurende die 60 minuten zijn integriteit moet behouden. Dit betekent dat de dragende constructie van die opslaglocatie eveneens gedurende 60 minuten bestand moet zijn tegen een brand van de ontvlambare vloeistoffen die in die opslaglocatie worden opgeslagen. Bijlage 2, Programma van Eisen, pagina 9; Bijlage 2 Programma van Eisen, pagina 8; 6 PGS 15, Tabel Gi en G2 Informatieve tabel met normen voor brandbestrijdingssystemen, Deze stoffen behoren tot ADP.-klassen die op grond van de vergunning opgeslagen mogen worden. PGS 15:2011, versie 1.0, 3.2.2 onder ad c Uitvoering weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBQ) van een Opslagvoorziening en voorschrift 3.2.4. Pagina 4 van 9

Brandcompartimenten loods 6 ELD Loods 6 bij ELD bestaat uit de volgende delen: a) Ruimte 6A PGS 15 loods 6A met gevaarlijke stoffen van de klassen 3; 6.1; 8; 9 en CMR De stoffen mogen worden opgeslagen op de grond, gestapeld en in een stelling, max. 250 liter metalen en kunststof drums 4 hoog gestapeld en vaten op pallets 4 hoog gestapeld en max. 1200 liter kunststof IBC s (3/4 hoog gestapeld) klimaatkamer. De loods en de daarin aanwezige klimaatkamer zijn voorzien van een lagedruk C0 blusgasinstallatie en branddetectie. b) Ruimte 63 PGS 15 loods 6B met gevaarlijke stoffen van de klassen 3; 6.1; 8; 9 en CMR. De stoffen worden opgeslagen op de grond, gestapeld en in een stelling, max. 250 liter metalen en kunststof drums 4 hoog gestapeld en vaten op pallets 4 hoog gestapeld en max. 1200 liter kunststof IBC s (3/4 hoog gestapeld). In deze loods staat ook een klimaatkamer. De loods en de daarin aanwezige klimaatkamer zijn voorzien van een lage druk GO blusgasinstallatie en branddetectie. c) Ruimte 6C De ruimte is gelegen tussen ruimte 6A en 6B. In deze ruimte bevinden zich de acculaadstations voor tenminste 8 vorkheftrucks en een opslagvoorziening voor monsterflessen. d) Ruimte 6D is een verdieping in ruimte 6C. In ruimte 6D bevindt zich de voorraadtank van de 2-blusgasinstallatie. C0 9. 10. In deze loods staat ook een Een tekening van loods 6 met bijbehorende legenda is opgenomen in bijlage 3. De ruimtes 6A en 63 moeten volgens PGS 15 zelfstandig brandcompartimenten zijn met een WBDBO 60 minuten. Dat is echter niet het geval zoals blijkt uit het document met de titel: ontkoppelen twee hallen bij brand, van 24-03-20 14 (bijlage 4). Daarin is de volgende tekst opgenomen: 2-2- Twee hallen A en B zijn gekoppeld d.m.v. 3 liggers IPE 200. Indien hal A zou bezwijken door brand, is het zaak, dat gebouw B blijft staan. Hiertoe worden aan één zijde de moeren van de bouten gedraaid en de boutkoppen met Locktite bevestigd aan een van de consoles. (zie bijgevoegde schetsen.) Doordat de liggers nu horizontaal vrij kunnen bewegen en dus niet meer gekoppeld zijn, zijn ook de gebouwen A en B losgekoppeld van elkaar. Informatie in de aanvraag en overige toegestuurde stukken is niet altijd consistent. Bijvoorbeeld in de inrichtingstekening van 29-01-2014 welke geen onderdeel uitmaakt van de aanvraag, maar behoort tot de overige toegestuurde stukken staat bij de loodsen 6A en 6B dat ook gevaarlijke stoffen van de klasse 4.1 opgeslagen mogen worden. 10 Ook hier is de informatie op de inrichtingstekening niet kloppend met de informatie in de aanvraag. Pagina 5 van 9

-- EE1IE 6C/D Inspectie Leefomgeving en Transport 1. -----.--- :: -;: ---:: 14f -\\- - - r- \44;;;; 1- -- : N \J\ Ç4 N - ----- 1 k. -- T - -- a - - --- - -- -- Tekening: Ruimte 6A, 6C en 6B Bovenstaande houdt in dat loods 6A niet is losgekoppeld van ruimte 6C/D en dat loods 6B niet is losgekoppeld van loods 6C/D. Dit wordt nog eens extra benadrukt door het feit dat de wand tussen ruimte 6A en 6C/D en de wand tussen ruimte 6 B en 6C/D niet is aan te merken als een brand muur. Omdat in ruimte 6C de accu s van vorkheftrucks worden opgeladen, kan hier brand ontstaan. Brandmuren tussen twee brandcompartimenten moeten ten minste 50 cm 11 boven het dak worden doorgetrokken om te voorkomen dat een brand zich via het dak kan verspreiden (brandoverslag) naar het naastgelegen compartiment, zie tekening hieronder. Die voorziening ontbreekt bij ELD tussen de ruimtes 6A respectievelijk 6B 6C/D. Ruimtes 6C en 6D (verdieping in ruimte 6C) zijn niet voorzien van een brandbeveiligingssysteem. In het dak is een lichtkoepel aanwezig die vrijwel zeker geen 60 minuten brandwerendheid heeft. Het ontstaan van een brand in ruimte 6C is niet uit te sluiten. Bij het opladen van de accu s van de vorkheftrucks komt het zeer ontvlambare waterstofgas vrij. Uit de literatuur blijkt dat bij het opladen van accu s regelmatig brand ontstaat. Dit blijkt uit het Rapport van de National Fire Protection Association (Industrial Loaders and Forklift Fires) dat als bijlage 5 is bijgevoegd. 11 htto://www.brandveiligmetstaal.ni/uoload/fiie/bouwen met Staal 158 34.odf en httg ://www.nifv.nl/uoload/1 18057 668 1197540926718-20060606 Uitvoering brandveiligheid dakconstructies van stalen damwandorofiel NIFV VROM.df Pagina 6 van 9

o5-1,0 fl1 vvvvvv / Tekening brandmuur die 0,5 tot 1 m boven het dak uitsteekt om brandoverslag van het ene brandcompartiment naar het andere brandcompartiment te voorkomen Tussen de compartimenten hal 6A, hal 6C/D en hal 6B ontbreekt een doorvoering van de scheidingsmuur boven het dak. Een brand kan zich derhalve via het dak verspreiden naar het naastgelegen compartiment. De in de loodsen 6A en 6B aanwezige C0 2-blusinstallatie kan zo n brand niet blussen omdat die alleen effectief is als de loods gasdicht is, hetgeen niet het geval is als de brand van buiten komt. De integriteit van de dragende constructie van de loodsen 6A en 6B is in het geding als de blusgasinstallatie weigert of niet doelmatig werkt. Een brand waarbij brandbare vloeistoffen betrokken zijn, zal zich anders gedragen dan de standaard brandkromme die in de NEN 6069 wordt voorgeschreven. Bij ELD is voor de berekening van de stalen balken van de dragende constructie ten onrechte uitgegaan uit gegaan van de standaard cellulose brandkromme. In onderstaande grafiek is het verschil weergegeven tussen de cellulose brandkromme en een koolwaterstof brandkromme de temperatuur sneller op waardoor dragende constructies sneller falen. De berekening voor de draagkracht van de dragende balken is ten onrechte uitgevoerd voor een cellulose brand en voor een koolwaterbrand die in de loodsen 6A en 6B kan ontstaan. Bij brand met koolwaterstoffen loopt de temperatuur veel sneller op dan bij een brand met hout (cellulose), zoals weergegeven in de afbeelding van onderstaande brandkrommes. 12. Bij een koolwaterstofkromme loopt 12 Bijlager 6, Errata bij PGS 15 d.d 28 juni 2005 Pagina 7 van 9

1200 1000 JE 2o: Cellulosic Curve Hydrocarbon Curve 0 50 100 150 Time (mins) Figuur waarin verschil tussen cellulose en koolwaterstof brandcurve is weergegeven De dragende constructie zal hierdoor in minder dan 30 minuten bezwijken. De berekende WBDBO op basis van de cellulosebrandkromme varieert voor diverse kolommen van de vatenloods (hal 6A/B) tussen de 31 en 38 minuten en de kritieke temperatuur varieert van 780 C tot 857 C. Duidelijk is dat die temperatuur bij een koolwaterstofbrand ruimschoots binnen een half uur bereikt wordt. Verder voldoet de ruimte waarin de C0 2-blusgasinstallatie staat niet aan de VdS 2093 Carbon Dioxide Extinguishing Systems als VdS [2093] -Richtlinien für C0 2-Feuerlöschanlagen. Deze norm is gehanteerd in het door het bevoegde gezag goedgekeurde document: Brandmeld- en Automatische C0 2-blusgasbeveiliging, Programma van eisen 1871-2-1D van 26 september 2005, ELD B.V. te Oosterhout (N.B) als normatief document voor het ontwerpen en realiseren van de aanwezige blusgasinstallatie. In dit document wordt ook NFPA 12 aangehaald als normatief document. Dat is ongewenst omdat duidelijk is aangegeven dat uitgegaan wordt van het vereiste C02-gehalte in de te blussen ruimte uit de VdS. Aangezien deze waarde hoort bij de BIO maatregelen in de VdS moet ook de rest van de VdS norm gehanteerd worden, zodat voorkomen wordt dat door shoppen tussen normen een te laag beveiligingsniveau kan ontstaan. Voorschrift 4.1.2 van deze VdS norm luidt als volgt: DieC0 2-Zentrale muss em eigener, im Brandfall leicht zuganglicher Raum oder Bereich sein, der vor dem Zutritt Unbefugter geschützt ist. In ihr dürfen sich keine anderen brennbaren Gegenstënde und keine Lagerungen befinden. Dit zijn veiligheidseisen die in verband met de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de blusinstallatie moeten worden gehanteerd. In strijd met VdS 2093 worden in de ruimte 6C, waarboven dec0 2-cilinders in ruimte 6D zijn opgeslagen de accu s van vorkheftrucks opgeladen. Hiervan is bekend dat daarbij brand kan ontstaan (bijlage 4,NFPA rapport). Pagina 8 van 9

Deze (voorlopige) analyse laat zien dat er de nodige vraagtekens gezet kunnen worden bij de uitspraak van de rechtbank dat het beschermingsniveau voor de loodsen 6A en 63 bij ELD gelijkwaardig zou zijn aan het BBT-beschermingsniveau zoals beoogd door PGS 15. Een definitieve rapportage hoop ik op korte termijn aan de rechtbank te doen toekomen. De resultaten van een bedrijfsbezoek op 31 maart 2016 aan de inrichting ELD door de ILT en mevrouw Van Buren zullen daarin worden meegenomen. Gezien het voorgaande, waarin is aangegeven dat de van de voorschriften van PGS 15 afwijkende maatregelen geen gelijkwaardige bescherming van de brandveiligheid bieden, verzoek ik u de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 januari 2016 te vernietigen en verweerder te veroordelen extra voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid conform uw overwegingen aan de onderhavige vergunning toe te voegen. Hoogachtend, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, namens 1eze, ILT/Tea Juridische Zaken,r. H.J. t Hart Pagina 9 van 9