Zoals hierboven vermeld, kunnen correcties worden geïnitieerd door één van de verschillende actoren die deelnemen aan de CRS.

3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 7 8 9 9 9 10 13 13 13 15 18 18 19 21 21 21 23 25 25 27 2

In het kader van de toepassing van de Common Reporting Standard verstrekken de Belgische financiële instellingen ieder jaar aan de FOD Financiën de inlichtingen die werden vastgelegd met het oog op de verzending door de bevoegde autoriteit aan de betrokken partnerstaten. Elk van deze actoren moet, op zijn niveau, zorgen voor de nauwkeurigheid van de uitgewisselde inlichtingen. Daarom is het van essentieel belang dat als voor de uitgewisselde inlichtingen wordt geconstateerd dat, of als er reden is om aan te nemen dat deze gegevens fouten bevatten, ze zonder enige vertraging kunnen worden gecorrigeerd. Het doel van dit document is enerzijds om het correctief proces voor te stellen die door de FOD Financiën werd geïmplementeerd om te beantwoorden aan de noodzaak tot nauwkeurigheid en anderzijds om de financiële instellingen (bronhouders van de uitgewisselde inlichtingen in het kader van CRS) te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun correctief bestand. Zoals hierboven vermeld, kunnen correcties worden geïnitieerd door één van de verschillende actoren die deelnemen aan de CRS. Indien een financiële instelling constateert dat de gegevens die zij eerder aan de FOD Financiën heeft overgemaakt, onnauwkeurig of onvolledig zijn, is zij verplicht om, van zodra deze bevinding is gedaan, de gepaste correcties aan de FOD Financiën mee delen. Hetzelfde geldt wanneer een klant van een financiële instelling zich beroept op zijn/haar recht op verbetering 1. 1 Art. 14, 4 van de Wet van 16 december 2015 tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden. 3

Indien de partnerstaat redenen heeft om aan te nemen dat de aan hen toegestuurde inlichtingen onjuist zijn, zal de partnerjurisdictie de Belgische bevoegde autoriteit hiervan op de hoogte brengen. De Belgische bevoegde autoriteit kan op haar beurt aan de betrokken financiële instelling verzoeken om de eerder verstuurde inlichtingen te verifiëren. De gecorrigeerde en / of aanvullende inlichtingen moet binnen een termijn van één maand vanaf de derde werkdag die volgt op het versturen van dat verzoek 2, aan de FOD Financiën worden toegestuurd. Indien de FOD Financiën, in uitvoering van haar controlebevoegdheid 3 naar de compliance van de financiële instellingen, vaststelt dat de inlichtingen die door de financiële instellingen eerder aan de FOD Financiën werden toegestuurd, fouten bevatten, dan kunnen de noodzakelijke correcties worden vereist. De correcties kunnen betrekking hebben op 2 soorten elementen in een CRS XML-bestand. Immers, zowel het ReportingFI-element als het AccountReport-element kunnen het voorwerp uitmaken van een correctie. 2 Art. 8, 3 van de Wet van 16 december 2015 tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden. 3 Art.12, 4 en 5 van van de Wet van 16 december 2015 tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden. 4

Het CRS XSD-schema definieert ook verschillende vormen van correcties. Wanneer een financiële instelling na een eerste indiening opmerkt dat bepaalde inlichtingen niet werden gecommuniceerd, dan kan zij die eerste indiening aanvullen door middel van een nieuw CRS XML-bestand. Dit type van aanpassing is alleen van toepassing op het AccountReport-element. Een voorbeeld van een aanvullende indiening (OECD1 voor het element AccountReport) is opgenomen in bijlage I. Na een eerste indiening wordt vastgesteld dat de eerder verzonden inlichtingen fouten bevatten. Deze fouten kunnen worden gecorrigeerd op basis van een correctief CRS XML-bestand. Dit type van correctie is zowel van toepassing op het ReportingFI-element als op het AccountReport-element. Voorbeelden van correcties (OECD2) zijn opgenomen in bijlage II. Na een eerste indiening blijkt dat bepaalde inlichtingen niet hadden mogen worden meegedeeld aan de FOD Financiën. In dit geval moet de eerder verzonden informatie worden geannuleerd. Dit type van correctie is van toepassing op zowel het ReportingFI-element als op het AccountReport-element. Voorbeelden van een annulatie (OECD3) zijn opgenomen in bijlage III. 5

Bij de aanmaak van correctieve CRS XML-bestanden is het belangrijk om rekening te houden met de specifieke validatieregels die werden toegevoegd om de kwaliteit van de verzonden inlichtingen te waarborgen. Deze regels zijn beschikbaar op de e-services pagina CRS: https://financien.belgium.be/sites/default/files/downloads/169- belgische-validatieregels-20180215.pdf Het is ook belangrijk om de onderstaande parameters te respecteren. Een indiening van aanvullende inlichtingen (OECD1) zal worden uitgevoerd via een nieuw bericht (MessageTypeIndic CRS701). Correcties (OECD2) en / of annulaties (OECD3) zullen worden uitgevoerd via een correctief bericht (MessageTypeIndic CRS702). Het is niet nodig om de correcties van het type OECD2 en OECD3 op te splitsen in 2 verschillende berichten. De OECD2- en OECD3-elementen kunnen voorkomen in éénzelfde CRS702-bericht. De volgende combinaties zijn toegestaan binnen een bericht met correcties: Het gebruik van het element CorrMessageRefId is niet toegestaan in een CRS XML-bestand. Dit betekent dat het niet mogelijk is om een eerder verzonden bericht te annuleren op basis van de elementen in de MessageSpec. Dit betekent echter ook dat verschillende eerder verzonden CRS XML-bestanden gecorrigeerd kunnen worden door middel van één enkel bericht met correcties (MessageTypeIndic CRS702). 6

Te hanteren bij een aanvullende indiening of correcties op het niveau van enkel het AccountReport-element. De DocTypeIndic Resent (OECD0) moet worden gebruikt voor het ReportingFI-element om aan te geven dat de eerder verzonden informatie over dit element niet is gewijzigd. In dit geval heeft de waarde die wordt ingevuld voor de DocRefID dezelfde inhoud als in het eerder verzonden bericht. De verschillende mogelijke scenarios worden weergegeven in de voorbeelden in de bijlages I tot III. Het verwijderen van het element ReportingFI is enkel toegestaan als alle bijbehorende AccountReports al werden verwijderd (door hetzelfde bestand of door een eerder ingediend bestand). Voorbeelden van annulatie van het element ReportingFI-element worden weergegeven in bijlage III. De verzoeken tot correcties (zie punt 2) worden door de FOD Financiën per e-mail aan de financiële instellingen toegestuurd. Een foutrapport in XML-formaat wordt verzonden aan het e-mailadres dat door de indiener is opgegeven bij het opladen van het CRS XML-bestand op het MyMinfinPRO-portaal. Het foutenrapport is ook terug te vinden in het menu "Historiek van de verzendingen" in het portaal MyMinFinPRO. Na de implementatie van de correctieve flow kunnen financiële instellingen op eender welk moment de noodzakelijke correcties indienen. De FOD Financiën zal altijd de meest recente actieve/gekende inlichtingen in rekening nemen om door te sturen naar de partnerstaten. De aanvinkoptie die aanwezig was op het MyMinfinPRO-portaal om een eerder verzonden bericht in zijn geheel te annuleren, werd nu gedesactiveerd. Indien de financiële instelling een deel of alle eerder verzonden inlichtingen wenst te annuleren, kan zij dit doen via het correctieproces beschreven in de punten 3c en 4d. 7

Neem voor andere vragen contact op met het uniek aanspreekpunt: spoc.crs@minfin.fed.be. 8