Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017

Vergelijkbare documenten
Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Hoofdstuk 21. Cultuur

Hoofdstuk 22. Cultuur

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Evenementen Binnenstad Een onderzoek onder DIP-leden en ondernemers naar hun beleving van evenementen in de Binnenstad van Delft 2016

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%.

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011

RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten.

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008

Culturele activiteiten in Noord

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESULTATEN HENGELOPANEL BINNENSTADSPEILING 2018

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

Cultuurbeoefening, cultuurbezoek en cultuurwaardering

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004 en 2006

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

Museumbezoek meest favoriet cultureel uitje Rapport - onderzoek naar cultuurbeleving van Nederland

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011

Gemeente Breda. Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie. Cultuurparticipatie in Breda

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015

Inhoudsopgave hoofdstuk 7

Sportparticipatie Volwassenen

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014

Cultuurbereik in Noord-Holland 2009

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Hoofdstuk 8. Stadsbezoek

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen Januari 2012

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

Gultuur voor iedereen?!

CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 68%.


Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013

Rapport Onderzoek Evenementenbeleid Kampen 2015

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

Cultuur in Oost. Cultuuronderzoek in Utrecht Oost. Rapportage: Drs. D.L. van der Veen. Utrecht, maart 2009

Hoofdstuk 23. Stadsbezoek

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

Interactief bestuur. Omnibus 2017

RESULTATEN Hieronder volgt de samenvatting van de resultaten.

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Evenementen in Hoek van Holland

Onderzoek Cultuurparticipatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Cultuur en uitgaan in Ede 2013

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

Hoofdstuk 14. Gemeentelijke website

EVENEMENTEN IN LANSINGERLAND

Cultuurpodia in Enschede September 2011

Bewonerspanel Koningsdag

Digitaal Panel West. Meting 9: Buurtgericht Werken II en cultuuraanbod in West. In opdracht van: Stadsdeel West. Projectnummer: 13074

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Onderzoek Metropoolregio

Hoofdstuk 18 Regionaal archief en Open monumentdagen

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Vrije tijd & Cultuur in Almere De cultuurparticipatie van Almeerders

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen December

Evenementen in Venlo 2010 Mening van burgers over evenementen in de gemeente Venlo Eerste digipanelonderzoek

Cultuurbereik Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. F.W. Winterwerp drs. I.A.C. Soffers

Digipanel Theater aan de Parade

Hoofdstuk 17. Stadsbezoek Hoofdstuk 18. Leiden Marketing

Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Dordtse Parken Bezoek en waardering

De kermis Uitkomsten. peiling van het Hoorns Stadspanel

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Elektronische dienstverlening

Rapportage onderzoek lidmaatschap een onderzoek onder klanten naar verschillende aspecten van het lidmaatschap van de bibliotheek en van BiebPanel

Rapportage onderzoek communicatie en informatie. communicatiemiddelen en informatievoorziening van bibliotheken. de Bibliotheek Deventer

BURGERPANEL LANSINGERLAND

Transcriptie:

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017 Gemeente Delft Cluster Interne Dienstverlening/Advies Onderzoek & Statistiek Dataverzameling oktober 2017 Rapportage november 2017

Samenvatting en conclusie SAMENVATTING Net als in 2008, 2010, 2012 en 2015 is er in 2017 een onderzoek naar de cultuurparticipatie van Delftenaren uitgezet onder de leden van het Delft Internet Panel (18 en ouder). Zij konden de vragenlijst beantwoorden en aangeven in hoeverre zij culturele activiteiten/voorzieningen/festivals bezoeken en deelnamen aan kunstzinnige activiteiten. In deze samenvatting is de nadruk gelegd op de resultaten van het onderzoek van dit, 2017. Respons Van de 2.089 uitgenodigde DIP-leden, hebben er 1.200 de vragenlijst ingevuld. Dit levert een respons op van 57%. Tabel 1 geeft een overzicht van het percentage Delftenaren van 18 en ouder dat in het afgelopen verschillende culturele activiteiten heeft bezocht of deelnam aan kunstzinnige activiteiten. Ook is het gemiddeld aantal activiteiten dat men bezocht of waaraan men deelnam erin opgenomen. Tabel 1. Bezoek verschillende culturele activiteiten 2017, Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan activiteiten Gem. aantal activiteiten Bezoek aan één of meer voorstellingen (in Nederland) 83 11,1 Bezoek aan één of meer Delftse musea en bezienswaardigheden 99 - Bezoek aan één of meer bezienswaardigheden (in Nederland) 83 14,6 Bezoek aan één of meer bibliotheken 39 13,8 Bezoek aan één of meer voorstellingen/activiteiten in Delft 71 10,6 Bezoek aan één of meer Delftse festivals 76 - Bezoek aan één of meer Delftse muziekfestivals 36 - Bezoek aan één of meer evenementen in Delft 95 - Deelname aan één of meer kunstzinnige activiteiten 55 99,2 Meest bezocht zijn de Delftse musea en bezienswaardigheden (99%) en de landelijke evenementen die ook in Delft worden gevierd (95%). Ruim acht van de tien Delftenaren bezochten het afgelopen één of meer voorstellingen of één of meer bezienswaardigheden in Nederland. Driekwart bezocht één of meer Delftse festivals. Zeven van de tien bezochten één of meer voorstellingen of activiteiten in Delft. Ruim de helft nam deel aan kunstzinnige activiteiten. Deze werden gemiddeld genomen het vaakst beoefend, namelijk 99,2 keer per. De bibliotheken (incl. DOK Delft) werden net als de Delftse muziekfestivals bezocht door ongeveer vier op de tien Delftenaren. Voorstellingen Ruim acht van de tien Delftenaren (83%) bezoeken één of meer voorstellingen in een. Negen van de tien van deze bezoekers hebben tenminste één voorstelling in Delft bezocht (89%). Bezoekers gaan gemiddeld 11,1 keer per naar een voorstelling, gemiddeld 7,3 keer in Delft. Delftenaren bezoeken vooral de bioscoop (58%), een concert pop-/ wereldmuziek (33%), cabaret of kleinkunst (32%) of het filmhuis (32%). Men bezoekt meer populaire cultuur (78%, bestaand uit cabaret of kleinkunst, concert harmonie/fanfare, concert pop-/ wereldmuziek, dance-/houseparty, musical en bioscoop/filmhuis) dan hoge cultuur (56%, bestaand uit toneel, concert klassieke muziek, opera/operette, uitvoering koor, jazz-/bluesconcert, ballet-/dansvoorstelling, literaire bijeenkomst en lezing over kunst(geschiedenis).

De Delftenaren beoordelen de kwaliteit van de podiumkunsten met een 7,3 gemiddeld. De variatie in het aanbod krijgt een 7,1 gemiddeld. Op beide items geeft ongeveer een derde aan het niet te weten. De bezoekers van een concert pop-/wereldmuziek bezochten dit vooral bij een festival, evenement of project (63%), of bij Theater de Veste (41%). Bijna de helft van de Delftenaren (46%) vindt het aanbod van popconcerten/live muziek (zeer) voldoende, tegenover 17% dat het aanbod (zeer) onvoldoende vindt. Delftse musea en bezienswaardigheden Vrijwel alle respondenten zijn bekend met één of meer Delftse musea of bezienswaardigheden (99%), en 93% heeft er ook minimaal één bezocht. De meeste Delftenaren bezochten de Oude en Nieuwe Kerk (87%), museum Prinsenhof Delft (80%) en de Botanische Tuin Delft (64%). De helft bezocht de Koninklijke Porceleyne Fles (51%). Bezienswaardigheden Ruim acht van de tien respondenten bezochten in de afgelopen 12 maanden tenminste één bezienswaardigheid in Nederland (83%). Hiervan bezocht het merendeel tenminste één bezienswaardigheid in Delft (77%). Gemiddeld bezocht men 14,6 keer een bezienswaardigheid in Nederland, waarvan 4,2 keer in Delft. De meeste Delftenaren bezochten bezienswaardige gebouwen zoals kastelen en kerken (76%) en musea (69%). Bibliotheken Vier van de tien Delftenaren bezochten tenminste één bibliotheek, de meesten (ook) DOK Delft (37%). DOK Delft bezochten zij gemiddeld 11,5 keer. Er werden ook bibliotheken elders bezocht, door 9% van de respondenten. Het merendeel is (zeer) tevreden over het aanbod van DOK Delft (81%). Een kleine groep is (zeer) ontevreden over het aanbod (6%). Voorstellingen/Activiteiten in Delft Zeven van de tien Delftenaren hebben tenminste één Delftse voorstelling of activiteit bezocht in het afgelopen (71%). Zij deden dit gemiddeld 10,6 keer. Men bezocht vooral Theater de Veste (43%), Lumen (31%) en het Prinsenkwartier (20%). Het buurthuis of wijkcentrum werd veelvuldig bezocht, gemiddeld 6,9 keer. Delftse festivals Vrijwel iedereen is bekend met één of meer Delftse festivals (99%) en driekwart bezocht ook tenminste één van de Delftse festivals in de afgelopen 12 maanden (76%). Het meest bezocht zijn Lichtjesavond (48%), het Varend Corso (38%) en de Mooi Weer Spelen (28%). De Delftse festivals worden door het merendeel van de bezoekers (zeer) goed beoordeeld. Delftse muziekfestivals Ook de muziekfestivals zijn bij vrijwel iedereen (93%) bekend. Ruim een derde van de Delftenaren heeft tenminste één van de Delftse muziekfestivals bezocht (36%). Men bezocht vooral het Jazzfestival Delft (27%), het Bluesfestival (17%) en het Delft Chamber Music Festival (9%). De Delftse muziekfestivals worden door (bijna) alle bezoekers als (zeer) goed beoordeeld. Evenementen in Delft Wederom geldt dat vrijwel iedereen bekend is met de evenementen in de stad (98%). Ook heeft vrijwel iedereen tenminste één van deze evenementen bezocht (95%). De meest bezochte evenementen zijn Koningsdag in Delft (45%), Open Monumentendag in Delft (32%) en de intocht van Sinterklaas in Delft (23%). De meeste evenementen worden door het merendeel van de bezoekers beoordeeld als (zeer) goed.

Bekendheid Taptoe Delft en Westerpop De evenementen Taptoe Delft en Westerpop zijn bekend bij ongeveer negen van de tien Delftenaren (respectievelijk 91% en 87%). Beoordeling huidig evenementenaanbod en bereidheid tot betalen Twee derde deel van de respondenten vindt het huidige, totale evenementenaanbod in Delft (zeer) goed. Een aandeel van 4% vindt het aanbod (zeer) slecht. Bijna de helft is zeker tot waarschijnlijk wel bereid te betalen voor hun favoriete gratis evenement (47%), een derde deel waarschijnlijk tot zeker niet (32%). Kunstzinnige activiteiten Ruim de helft van de Delftenaren beoefende in de afgelopen 12 maanden één of meer kunstzinnige activiteiten (55%). Dit deden zij gemiddeld zoʹn 100 keer per. Men beoefent de volgende activiteiten het meest: tekenen en schilderen (21%), muziekinstrument bespelen (18%), fotografie/film/video (16%), zingen (15%), design (13%). Het bespelen van een muziekinstrument en zingen doet men veelvuldig, respectievelijk 93 en 52 keer per. Men beoefent de activiteiten het meest thuis (48%), maar ook in verenigingsverband (14%) of bij een project/evenement (12%). Aanbod kunstzinnige activiteiten De helft van de beoefenaars van kunstzinnige activiteiten geeft aan het aanbod (zeer) voldoende te vinden (50%). Een klein vijfde deel is neutraal over het aanbod kunstzinnige activiteiten. Een aandeel van 6% is negatief over de mate waarin het aanbod aansluit op hun wensen. Een kwart geeft aan het niet te weten. Speelt men in een bandje? Van de mensen die een muziekinstrument bespelen en/of zingen doet een aandeel van 17% dit in een band, een tiende deel doet dit niet maar zou het wel willen. Een aandeel van 42% van de mensen die een muziekinstrument bespelen en/of zingen heeft wel eens opgetreden in Delft. Van de mensen die een muziekinstrument bespelen en/of zingen, maakt ongeveer een kwart gebruik van oefenruimtes in Delft, een klein tiende deel doet dit niet maar zou het wel willen. Cultureel aanbod in Delft - voorkeur informatiebronnen, uitspraken en de beoordeling Aan alle respondenten is gevraagd op welke manier zij op de hoogte gehouden willen worden over het culturele aanbod in de stad. De meeste Delftenaren zouden via advertenties in lokale kranten geïnformeerd willen worden (63%), via een digitale nieuwsbrief per mail (34%), via posters (29%), Delft.nl (28%) of via Facebook (27%). Het merendeel is het (zeer) eens met de uitspraken Het cultuuraanbod in Delft draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad (72%), ʹCultuur in Delft is toegankelijk, iedereen kan meedoenʹ (60%), ʹDelft heeft een hoogwaardig cultureel aanbodʹ (58%) en ʹDelft is cultureelʹ (58%). Gemiddeld beoordelen Delftenaren het cultureel aanbod met een 7,1.

Bezoek Gem. aantal Bezoek Gem. aantal Bezoek Gem. aantal Bezoek Gem. aantal Bezoek Gem. aantal Vergelijking 2017 met de metingen in 2008, 2010, 2012 en 2015 Tabel 2 vergelijkt het bezoek en deelname aan culturele activiteiten uit het onderzoek met dat in de vier voorgaande metingen, indien dit mogelijk is. Het aandeel Delftenaren dat voorstellingen of bibliotheken bezoekt daalt sinds 2010. De sterkste daling zien we bij bibliotheekbezoek (-17% sinds 2010). Bij de bezienswaardigheden zien we dat het bezoekaandeel weer is hersteld tot dat in 2008 en 2010. Bij de voorstellingen/activiteiten in Delft en de deelname aan kunstzinnige activiteiten is het aandeel dat bezoekt in lichte mate hersteld, tot het niveau van 2012. Bezoekfrequenties zijn over het algemeen weer wat hoger dan de vorige meting in 2015, behalve bij voorstellingen/activiteiten in Delft. De frequentie van kunstzinnige activiteiten ligt hoger dan in 2008, 2012 en 2015 maar lager dan in 2010. Tabel 2. Bezoek verschillende culturele activiteiten, in 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 2008 2010 2012 2015 2017 Bezoek/deelname aan één of meer voorstellingen 89 12,0 88 13,6 86 12,3 84 10,8 83 11,1 bezienswaardighed en 83 13,2 83 13,0 78 14,6 80 13,3 83 14,6 bibliotheken 54 14,5 56 14,9 46 14,5 40 13,2 39 13,8 voorstellingen/ activiteiten in Delft 75 9,0 78 10,7 71 8,6 74 12,0 71 10,6 kunstzinnige activiteiten 58 95,3 60 104,0 55 82,7 53 86,6 55 99,2 Bij zowel het bezoek aan Delftse festivals en het bezoek aan de landelijke evenementen die ook in Delft gevierd worden, is een lichte toename te constateren. Bezoek aan één of meer muziekfestivals is licht afgenomen, zie Tabel 3. Tabel 3. Bezoek aan festivals en evenementen, in 2015 en 2017 Bezoek aan één of meer 2015 2017 Delftse festivals 73 76 Delftse muziekfestivals 39 36 evenementen in Delft 92 95 In 2015 en dit zijn er meer festivals en evenementen meegenomen in het onderzoek, waardoor zij in drie losse vragen zijn voorgelegd. De festivals die sinds 2008 zijn meegenomen staan in onderstaande tabel. De schaatsbaan is in 2017 minder bezocht dan in de voorgaande metingen. De Mooi Weer Spelen werd in 2015 en 2017 minder bezocht dan daarvoor. Tabel 4. Bezoek aan zeven Delftse (muziek)festivals, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015, 2017 Bezoek aan Delftse festivals 2008 2010 2012 2015 2017 Lichtjesavond 46 49 47 50 48 Schaatsbaan* 32 36 34 31 23 Mooi Weer Spelen 47 48 35 28 28 Boekenbende 5 7 4 4 2 Delftse muziekfestivals 2008 2010 2012 2015 2017 Jazzfestival Delft 32 34 28 26 27 Bluesfestival** 14 16 14 15 17 Delft Chamber Music Festival 7 7 6 7 9 * In 2008-2015 DSW Schaatsbaan genoemd, in 2017 Winters Delft Schaatsbaan. ** In 2008-2015 heette dit festival het De Koninck Bluesfestival, in 2017 werd dit Bluesfestival.

18-24 jarigen Cultuurparticipatie groot onder 18-24 jarigen, voor de meeste culturele activiteiten Bezoek aan voorstellingen, vooral populaire cultuur, is groot onder de jongste leeftijdsgroepen. Het aandeel dat populaire cultuur bezoekt is 94% onder 18-24 jarigen en 92% onder 25-34 jarigen (gemiddeld 78%). Het aandeel 18-24 jarigen dat hoge cultuur bezoekt is ook bovengemiddeld, namelijk 69% (gemiddeld: 56%). Ook het bezoek aan bezienswaardigheden ligt relatief hoger onder de 18-24 jarigen (91%), én daarbij de 35-44 jarigen en 45-54 jarigen (beiden 86%, gemiddeld: 83%). Van de 18-24 jarigen bezocht 83% minimaal een Delftse voorstelling of activiteit (gemiddeld: 71%). Hoewel het bezoek aan Delftse festivals gemiddeld is onder de 18-24 jarigen (77%, gemiddeld: 76%) (overigens bovengemiddeld onder de 55-64 jarigen: 82%), bezoeken zij een drietal festivals het meest. Lichtjesavond werd door zowel de 18-24 jarigen als de 25-34 jarigen het meest bezocht (resp. 60% en 55%, gemiddeld: 48%). De 18-24 jarigen bezochten ook de Opening OWee (36%, gemiddeld: 10%) en het International Festival of Technology (47%, gemiddeld: 13%) het meest. Het bezoek aan één of meer muziekfestivals ligt het hoogst onder de 18-24 jarigen (56%, gemiddeld: 36%). Zij bezochten het meest Jazzfestival Delft (36%), Bluesfestival (21%), Stukafest (17%) en Aangeschoten Wild (16%). Zowel de 18-24 jarigen als de 35-44 jarigen doen bovengemiddeld aan kunstzinnige activiteiten. Een aandeel van 83% van de 18-24 jarigen doet één of meer kunstzinnige activiteiten, onder 35-44 jarigen is dit 62% (gemiddeld: 55%). Bibliotheekbezoek ligt het hoogst onder 18-24 jarigen (57%) en 35-44 jarigen (46%), en lager onder 55-plussers (ongeveer op een derde). Een zelfde beeld geldt voor bezoek aan DOK Delft. De jongste leeftijdsgroep bezoekt DOK Delft duidelijk het meest (48%) samen met de 35-44 jarigen (45%). De 55- plussers het minst (wederom ongeveer een derde deel). 18-24 jarigen: Minder bezoek aan (landelijke) evenementen in Delft Het bezoek aan landelijke evenementen ligt het laagst onder de 18-24 jarigen tezamen met de 25-34 jarigen (beiden 90%, gemiddeld: 95%). 18-24 jarigen: Minder bereid te betalen voor hun favoriete gratis evenement Het aandeel dat bereid is te betalen voor een favoriet gratis festival/evenement is het laagst onder 25-34 jarigen (35%, gemiddeld: 47%). Van deze leeftijdsgroep is 40% hiertoe niet bereid (gemiddeld: 32%), onder de 18-24 jarigen ligt dit aandeel op 37%. Het aandeel dat hiertoe niet bereid is, is relatief klein onder 55-64 jarigen (27%). 18-24 jarigen: Voorkeur informatiebronnen posters en Facebook Het aandeel dat via advertenties in lokale kranten op de hoogte gehouden wil worden van het culturele aanbod in de stad loopt op met leeftijd, van 33% onder 18-24 jarigen tot 77% onder 65- plussers. Vanaf 25 geeft men de voorkeur aan deze informatiebron. De 18-24 jarigen worden het liefst op de hoogte gehouden via posters (62%) en Facebook (59%), via een digitale nieuwsbrief (35%), via de advertenties in de lokale kranten (33%) en via Delft.nl (32%). De 25-34 jarigen noemen verder nog Facebook (44%), sites van diverse culturele organisaties (32%) en posters (30%). CONCLUSIE Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in de ontwikkeling van cultuurparticipatie onder de Delftenaren. De trend voor de verschillende onderdelen van cultuurparticipatie in 2017 is over het algemeen een lichte daling of lichte stijging ten opzichte van de vorige meting in 2015. Delftenaren merken het bezuinigingsbeleid op cultuur nog. Herstel is al wel te ontdekken bij bezoek aan bezienswaardige gebouwen, musea en galeries en deelname aan kunstzinnige activiteiten.

Inhoud Samenvatting en conclusie... 2 Samenvatting... 2 Conclusie... 6 1. Inleiding... 9 1.1 Aanleiding tot het onderzoek... 9 1.2 Doelstelling van het onderzoek... 9 1.3 Methode van Onderzoek... 9 1.4 Respons... 10 1.5 Opzet rapportage... 10 2. Resultaten Cultuurparticipatie... 11 2.1 Voorstellingen... 11 2.1.1 Beoordeling kwaliteit en variatie podiumkunsten... 15 2.1.2 Locatie concert pop-/wereldmuziek... 16 2.1.3 Aanbod popconcerten/live muziek... 17 2.2 Musea en bezienswaardigheden... 19 2.2.1 Delftse musea en bezienswaardigheden... 19 2.2.2 Bezienswaardigheden... 23 2.3 Bibliotheekbezoek... 26 2.3.1 Tevredenheid aanbod DOK Delft... 27 2.4 Voorstellingen en activiteiten in Delft... 28 2.5 Festivals... 33 2.5.1 Delftse festivals... 33 2.5.2 Delftse muziekfestivals... 39 2.5.3 Evenementen in Delft... 43 2.5.4 Beoordeling huidige evenementenaanbod... 47 2.5.5 Bereidheid tot betalen voor favoriet evenement... 48 2.6 Kunstzinnige activiteiten... 49 2.6.1 Reden om geen creatieve cursus of les te volgen... 53 2.6.2 Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen... 54 2.6.3 Aanbod kunstzinnige activiteiten... 56 2.7 Cultureel aanbod... 57 2.7.1 Informatiebron over het culturele aanbod... 57 2.7.2 Uitspraken over het culturele aanbod in Delft... 59 2.7.3 Beoordeling cultureel aanbod... 61 2.8 Suggesties ten aanzien van zaken die men mist... 62 Bijlagen... 64 Bijlage I: Extra tabellen... 65 Bijlage II: Open antwoorden los document

1. Inleiding 1.1 AANLEIDING TOT HET ONDERZOEK Het Actieplan Cultuurbereik is een door het ministerie van OCenW opgezet programma met als doel de cultuurparticipatie onder de Nederlandse burgers en specifieke doelgroepen in het bijzonder (jongeren en allochtonen) te verhogen. Eén van de inhoudelijke voorwaarden voor deelname aan het Actieplan Cultuurbereik is monitoring en evaluatie. Om de verschillende gemeenten qua vraagstelling op één lijn te krijgen is de Richtlijn Cultuurparticipatie Onderzoek (RCO) ontwikkeld. De vragenlijst van de RCO is samengesteld uit cultuurparticipatie in de algemene zin (zoals o.a. bezoek aan bibliotheken, musea en theatervoorstellingen) en cultuurparticipatie in de specifieke zin (zoals bezoek aan Delftse culturele voorzieningen en evenementen). Er is dus enerzijds een algemene vraagstelling gehanteerd en anderzijds zijn de vragen aangepast aan de lokale culturele situatie. De afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Delft is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. 1.2 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de cultuurparticipatie onder Delftenaren. 1.3 METHODE VAN ONDERZOEK Aan de hand van de gestandaardiseerde vragenlijst van de RCO en de aangepaste vragen op de Delftse situatie is de cultuurparticipatie in beeld gebracht. De vragenlijst is uitgezet onder de leden van het Delft Internet Panel (18 en ouder). De resultaten van de metingen zijn op persoonsniveau gewogen, op basis van leeftijd, geslacht, wijk, en herkomst (Nederlands en niet- Nederlands) naar de werkelijke verdeling daarvan in de populatie. In dit rapport worden de cijfers van 2017 vergeleken met de cijfers van 2008, 2010, 2012 en 2015. Hierbij moet worden opgemerkt dat er sinds de meting in 2010 bij een aantal vragen een aanpassing is geweest in de methode van berekening. Indien er gevraagd wordt naar hoe vaak men iets gedaan heeft, is de grens aangepast. Zo is bijvoorbeeld de grens van beoefening van een kunstzinnige activiteit op 365 gezet (men kan dit maximaal dagelijks doen). De mensen die aangaven dit vaker gedaan te hebben, zijn op het maximale aantal gezet (in dit geval 365 keer). Voorheen werden de antwoorden van deze mensen niet meegenomen. Om de cijfers wel met die van 2008 te kunnen vergelijken, zijn de cijfers van 2008 herberekend met de nieuwe methode. Hierdoor kunnen de cijfers iets verschillen met de cijfers die in het rapport van 2008 staan. Dit zijn er enkele vragen vernieuwd of aangepast met meer of andere antwoordcategorieën. Waar mogelijk is de vergelijking met vorige metingen gemaakt. Er wordt in dit onderzoek onder andere gekeken of er verschillen zijn tussen Delftenaren van Nederlandse en (niet-)westerse herkomst. Ten aanzien van elk burgeronderzoek (in welke vorm dan ook) valt een kanttekening te plaatsen ten aanzien van de representativiteit van de groep allochtone Delftenaren. Zelfs wanneer het onderzoek in de eigen taal zou worden afgenomen. De groep allochtonen dat lid is van het Delft Internet Panel is qua samenstelling niet representatief voor de populatie. Deze kanttekeningen moeten in acht genomen worden bij de interpretatie van de cijfers. 9

1.4 RESPONS De panelleden van het Delft Internet Panel (DIP) zijn uitgenodigd om deel te nemen aan dit onderzoek, net zoals in voorgaande metingen. Tabel 5 geeft een overzicht van de respons. Van de 2.089 uitgenodigde DIP-leden hebben er 1.200 de vragenlijst ingevuld, resulterend in een respons van 57%. Tabel 5. Responsberekening aantal uitgenodigd respons aantal respons gewogen respons % volwassenen 18 en ouder 2.089 1.200 886 57% 1.5 OPZET RAPPORTAGE In hoofdstuk 2 staan de resultaten van het onderzoek cultuurparticipatie 2017. De eerste paragraaf bespreekt het bezoek van Delftenaren aan voorstellingen in Nederland en Delft. In paragraaf 2.2 staan de resultaten betreffende het bezoek aan Delftse musea en bezienswaardigheden en bezienswaardigheden in het algemeen in Nederland en Delft. Paragraaf 2.3 toont het gebruik van bibliotheken, waaronder het DOK in Delft. Paragraaf 2.4 is gewijd aan het bezoek aan een aantal specifieke Delftse voorstellingen en activiteiten. De verschillende soorten Delftse festivals en evenementen worden besproken in paragraaf 2.5, waarbij de bekendheid, het bezoek en het oordeel van bezoekers uiteengezet worden. Paragraaf 2.6 bespreekt de resultaten qua deelname aan diverse kunstzinnige activiteiten, zoals tekenen of zingen. In paragraaf 2.7 beoordelen de Delftenaren het cultuuraanbod met een cijfer en een zestal stellingen. Ook wordt er gekeken welke informatiebronnen de voorkeur krijgen van de Delftenaren om op de hoogte te blijven van het cultuuraanbod. Tot slot heeft men suggesties gegeven ten aanzien van ontbrekend of gemist cultuuraanbod, en nog opmerkingen geplaatst over het onderwerp cultuur. Bijlage I van de rapportage bevat extra tabellen, bijlage II alle open antwoorden. 10

2. Resultaten Cultuurparticipatie In dit hoofdstuk staan de resultaten van het onderzoek cultuurparticipatie 2017. Per onderdeel zijn de resultaten uitgesplitst naar achtergrondgegevens en kijken we naar de trend vanaf 2008. 2.1 VOORSTELLINGEN Tabel 6 toont het aandeel van Delftenaren van 18 en ouder dat de afgelopen 12 maanden naar een voorstelling is geweest in Nederland en daarbij hoe vaak zij gemiddeld in een een voorstelling hebben bezocht. In Tabel 6 staat het aandeel bezoekers van voorstellingen dat tenminste één voorstelling in Delft heeft gezien, met daarbij het gemiddeld aantal bezoeken in Delft. Tabel 6. Bezoek aan voorstellingen (max. 100 per )*, Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan voorstellingen Gem. aantal bezoeken in Nederland film in bioscoop 58 4,4 concert pop-/wereldmuziek 33 2,9 cabaret of kleinkunst 32 2,3 film in filmhuis 32 4,3 toneelvoorstelling 25 2,7 concert klassieke muziek 23 3,4 jazz-/bluesconcert 18 2,1 uitvoering van een koor 17 1,9 musical 15 1,3 ballet-/dansvoorstelling 11 1,8 dance-/houseparty 10 3,4 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 9 3,1 concert harmonie, fanfare, brassband 8 2,8 literaire bijeenkomst 6 2,2 opera of operette 6 1,5 één of meer voorstellingen 83 11,1 * deze tabel bevat het totaal aan bezoek aan voorstellingen in heel Nederland, inclusief Delft Tabel 7. Bezoek aan voorstellingen in Delft (max. 100 per ), Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan voorstellingen in Delft * Gem. aantal bezoeken in Delft film in bioscoop 90 3,9 concert pop-/wereldmuziek 35 1,6 cabaret of kleinkunst 67 2,1 film in filmhuis 92 3,8 toneelvoorstelling 66 2,7 concert klassieke muziek 41 2,2 jazz-/bluesconcert 81 1,6 uitvoering van een koor 70 1,7 musical 11 1,1 ballet-/dansvoorstelling 37 1,6 dance-/houseparty 32 1,5 lezing over kunst/kunstgeschiedenis 72 3,1 concert harmonie, fanfare, brassband 73 1,6 literaire bijeenkomst 63 2,0 opera of operette 22 1,7 één of meer voorstellingen ** 89 7,3 * percentage berekend op de groep Delftenaren die min. één bepaalde voorstelling in Nederland heeft bezocht ** berekend op de groep Delftenaren die min. één voorstelling in Nederland heeft bezocht Ruim acht van de tien Delftenaren (83%) bezoeken één of meer voorstellingen in het afgelopen. Negen van de tien bezoekers aan voorstellingen hebben tenminste één voorstelling in Delft bezocht 11

(89%). Bezoekers gingen gemiddeld 11,1 keer in het afgelopen naar een voorstelling, gemiddeld 7,3 keer in Delft. De bioscoop wordt door de grootste groep Delftenaren bezocht. Bijna zes van de tien Delftenaren bezoeken de bioscoop, waarvan negen van de tien bezoekers ook een bioscoop in Delft heeft bezocht. Bioscoopbezoekers gaan gemiddeld 4,4 keer per naar de film, waarvan 3,9 keer in Delft. Een derde deel van de respondenten bezocht in de afgelopen 12 maanden een concert pop- /wereldmuziek, cabaret of kleinkunst of het filmhuis. Vrijwel iedereen die naar het filmhuis ging, ging een keer in Delft (92%). Zij deden dit gemiddeld 4,3 keer, waarvan 3,8 keer in Delft. Ruim een derde van de bezoekers aan een concert pop- /wereldmuziek bezocht een dergelijk concert in Delft. Men bezocht gemiddeld 2,9 concerten, waarvan 1,6 in Delft. Twee derde van de Delftenaren die een cabaret of kleinkunstvoorstelling bezochten, deed dit in Delft, gemiddeld 2,1 keer (in totaal 2,3 keer). In Tabel 8 staat het bezoek aan voorstellingen uitgesplitst naar leeftijd. Vrijwel alle 18-24 jarigen en 25-34 jarigen bezochten tenminste één voorstelling in Nederland in het afgelopen. Het bezoek aan de bioscoop neemt af naarmate men ouder is (van 74% onder 18-24 jarigen tot 37% onder 65-plussers). Concerten van pop-/wereldmuziek worden bovengemiddeld bezocht door 18-24 jarigen (52%), 45-54 jarigen (44%), 25-34 jarigen en 35-44 jarigen (beiden 41%), en minder door de 55-plussers. Cabaret wordt bovengemiddeld bezocht door de 18-24 jarigen en de 25-34 jarigen (resp. 40% en 36%). Bezoek aan het filmhuis is relatief hoog onder 45-54 en 55-64 jarigen (beiden 37%). De 18-24 jarigen bezoeken bovengemiddeld concerten met klassieke muziek (38%) of jazz-/blues muziek (32%). Ook gaat 45% van de 18-24 jarigen wel eens naar een danceparty. Tabel 8. Bezoek aan voorstellingen (max. 100 per ), naar leeftijd totaal (n=886) 18-24 (n=91) 25-34 (n=120) 35-44 (n=144) 45-54 (n=162) 55-64 (n=152) 65+ (n=218) film in bioscoop 58 74 73 69 61 49 37 concert pop-/wereldmuziek 33 52 41 41 44 28 11 cabaret of kleinkunst 32 40 36 32 33 31 27 film in filmhuis 32 34 24 27 37 37 30 toneelvoorstelling 25 22 22 28 25 25 28 concert klassieke muziek 23 38 15 13 21 25 27 jazz-/bluesconcert 18 32 20 17 15 18 12 uitvoering van een koor 17 19 10 8 18 22 21 musical 15 10 16 20 23 13 8 ballet-/dansvoorstelling 11 9 8 12 13 13 10 dance-/houseparty 10 45 23 4 7 1 - lezing over kunst/kunstgeschiedenis 9 13 2 6 6 11 16 concert harmonie, fanfare, brassband 8 19 13 4 4 7 5 literaire bijeenkomst 6 13-5 5 6 8 opera of operette 6 10 1 5 4 6 8 één of meer voorstellingen 83 94 92 83 88 81 72 Over het algemeen worden voorstellingen net iets meer door vrouwen (85%) dan mannen (82%) bezocht. Dit geldt vooral voor het filmhuis (38%; mannen: 26%), een toneelvoorstelling (31%; mannen: 20%). Vrouwen bezoeken ook relatief meer een musical, film in de bioscoop, balletdansvoorstelling, uitvoering van een koor en cabaret of kleinkunst (verschil met mannen telkens 5-7%). Mannen bezoeken relatief meer een dance-/houseparty (14%; vrouwen: 5%) en een jazz-/ bluesconcert (21%; vrouwen: 15%). 12

Nederlandse Delftenaren bezoeken relatief meer een toneelvoorstelling (27%), een uitvoering van een koor (18%), of een cabaret of kleinkunst voorstelling (33%) dan Delftenaren van (niet-)westerse herkomst (respectievelijk 18%, 13%, en 28%). Over het algemeen geldt dat het aandeel Delftenaren dat één of meer voorstellingen bezocht oploopt naarmate men hoger is opgeleid (oplopend van 58% onder laagopgeleiden, 80% onder midden opgeleiden tot 91% onder hoogopgeleiden). Dit geldt voor de volgende voorstellingen: bioscoop, cabaret of kleinkunst, filmhuis, toneel, concert klassieke muziek, uitvoering van een koor, musical, ballet-/dans of lezingen over kunstgeschiedenis. Concerten met pop-/wereldmuziek worden vooral bezocht door midden- en hoogopgeleide Delftenaren, zoals ook jazz-/bluesconcerten. Dancefeesten vooral bezocht door midden opgeleiden (17%). De volledige tabellen naar achtergrondgegevens zijn te vinden in Bijlage I. Soort cultuur Er is ook een onderscheid gemaakt tussen hoge cultuur en populaire cultuur. Hoge cultuur: toneelvoorstelling, concert klassieke muziek, opera/operette, uitvoering koor, jazz-/bluesconcert, ballet-/dansvoorstelling, literaire bijeenkomst en lezing over kunst(geschiedenis). Populaire cultuur: cabaret of kleinkunst, concert harmonie/fanfare, concert pop-/ wereldmuziek, dance-/houseparty, musical en film in bioscoop of filmhuis. Populaire cultuur werd het meest bezocht. Bijna acht van de tien Delftenaren hebben in het afgelopen een voorstelling bezocht die valt onder de noemer populaire cultuur (78%). Ruim de helft van de Delftenaren bezocht een voorstelling onder de noemer hoge cultuur (56%). Vrouwen bezoeken zowel meer populaire cultuur (80%) als hoge cultuur (59%) dan mannen (respectievelijk 77% en 54%). Uitgesplitst naar leeftijd valt op dat deelname aan populaire cultuur hoger is onder de jongere leeftijdsgroepen (18-24 jarigen 94%, 25-34 jarigen 92%, 35-44 jarigen 81% en 45-54 jarigen 85%) en lager is onder de 55-plussers (55-64 jarigen 73%, 65-plussers 61%). Bezoek aan hoge cultuur is relatief laag onder 25-34 jarigen (46%) en de 35-44 jarigen (53%), gemiddeld onder de 65-plussers (56%) en 45-54 jarigen (57%) en relatief hoog onder de 55-64 jarigen (60%) en de 18-24 jarigen (69%). Nederlandse Delftenaren bezoeken relatief meer populaire cultuur (79%) dan (niet-)westerse Delftenaren (74%). Er is nauwelijks verschil in het bezoek aan hoge cultuur. Zowel het bezoek aan populaire cultuur als het bezoek aan hoge cultuur neemt toe naarmate men hoger is opgeleid. Zo neemt het bezoek aan populaire cultuur toe van 55% onder laagopgeleiden tot 84% onder hoogopgeleiden en het bezoek aan hoge cultuur van 29% onder laagopgeleiden tot 65% onder hoogopgeleiden. Vergelijking andere metingen In Tabel 9 wordt het overzicht gegeven van het bezoek aan voorstellingen in Nederland en Delft, in de jaren 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017. Vanaf 2010 is het bezoek aan films in de bioscoop en het filmhuis geïnventariseerd als losse items. In het algemeen neemt het bezoek aan voorstellingen licht af sinds 2008. Vergeleken met 2008 is het verschil 6%. De bezoekfrequentie (zowel in Nederland als in Delft) is dit lager dan 2008, 2010 en 2012, maar wel weer wat hoger dan de vorige meting in 2015. De verschillen in bezoek per soort voorstelling zijn klein als we de cijfers van dit vergelijken met de meting van 2015. Vergeleken met 2008 is de afname in bezoek 5% of meer bij de voorstellingen: toneel, jazz-/bluesconcert, en concert harmonie, fanfare, brassband. Vergeleken met 2010 is ook het bezoek aan de bioscoop en het filmhuis afgenomen. 13

Tabel 9. Bezoek aan voorstellingen, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 Bezoek voorstellingen 2008 2010 2012 2015 2017 Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. bezoek bezoek voorstellingen bezoek bezoek voorstel- bezoek bezoek voorstel- bezoek bezoek voorstel- bezoek NL Delft NL Delft lingen NL Delft lingen NL Delft lingen NL bioscoop/filmhuis* 73 5,4 4,5 73 7,0 6,1 - - - - - - - - - film in bioscoop - - - 67 5,3 4,6 62 5,3 4,3 60 3,7 3,3 58 4,4 3,9 concert pop-/ wereldmuziek 34 3,8 1,8 38 2,9 2,0 32 2,9 1,8 29 3,2 2,0 33 2,9 1,6 cabaret of kleinkunst 34 2,6 2,4 35 2,4 2,2 29 2,4 2,2 30 2,2 2,0 32 2,3 2,1 film in filmhuis - - - 38 4,1 3,9 37 4,3 3,8 33 4,6 4,5 32 4,3 3,8 toneelvoorstelling 32 3,2 2,7 34 2,7 2,3 29 2,9 2,4 26 2,7 2,3 25 2,7 2,7 concert klassieke muziek 21 3,3 1,9 22 3,1 2,2 21 2,9 2,0 22 3,4 2,0 23 3,4 2,2 jazz-/bluesconcert 25 1,9 1,5 23 1,9 1,5 22 2,1 1,8 18 1,9 1,5 18 2,1 1,6 uitvoering van een koor 20 1,9 1,7 22 1,7 1,5 19 2,0 1,8 17 1,9 1,6 17 1,9 1,7 musical 19 1,7 1,2 21 1,5 1,2 18 1,6 1,3 16 1,4 1,3 15 1,3 1,1 ballet-/ dansvoorstelling 14 2,1 1,6 15 2,0 1,7 14 2,0 1,7 12 1,8 1,4 11 1,8 1,6 dance-/houseparty 11 5,1 4,1 13 6,8 4,9 8 7,1 4,6 8 4,3 3,0 10 3,4 1,5 lezing over kunst(geschiedenis) 9 2,7 2,4 10 3,4 2,9 10 2,5 2,9 11 3,1 3,2 9 3,1 3,1 concert harmonie, fanfare, brassband 14 1,6 1,3 9 1,6 1,5 10 2,2 1,4 6 2,1 1,5 8 2,8 1,6 literaire bijeenkomst 9 2,0 1,8 9 5,1 5,3 8 1,9 1,8 7 1,9 1,9 6 2,2 2,0 opera of operette 6 1,9 1,1 6 2,0 1,0 6 2,3 1,4 6 2,0 1,5 6 1,5 1,7 één of meer voorstellingen 89 12,0 7,4 88 13,6 9,0 86 12,3 7,8 84 10,8 6,6 83 11,1 7,3 * bioscoop/filmhuis in 2008 als 1 item gevraagd, cijfers 2010 berekend door optelling van bezoekfrequenties losse items Gem. bezoek Delft 14

2.1.1 Beoordeling kwaliteit en variatie podiumkunsten Aan alle respondenten is er gevraagd om een oordeel te geven in de vorm van een rapportcijfer over de kwaliteit van de podiumkunsten en de variatie in het aanbod in Delft. In de vragenlijst werd aangegeven wat we onder podiumkunsten verstaan, namelijk: live uitvoeringen van muziek, toneel, cabaret, musical, opera, ballet, moderne dans. Men kon ook aangeven het niet te weten. De kwaliteit van de podiumkunsten in Delft wordt beoordeeld met een 7,3 gemiddeld. De variatie in het aanbod krijgt een 7,1 gemiddeld van de Delftenaren. Telkens gaf ongeveer een derde deel aan het niet te weten. Tabel 10. Gemiddeld cijfer over de kwaliteit en variatie in het aanbod van de podiumkunsten gemiddeld n cijfer % weet cijfer gegeven niet De kwaliteit van de podiumkunsten 7,3 570 34 De variatie in het aanbod van de podiumkunsten 7,1 590 31 Er treden nauwelijks verschillen op naar geslacht en herkomst. Bij uitsplitsing naar leeftijd valt op dat de jongste leeftijdsgroep aan beide aspecten het laagste cijfer geeft (kwaliteit: 7,0; variatie: 6,6). Bewoners van de wijk Voorhof geven, van alle wijken, het laagste cijfer aan de kwaliteit van de podiumkunsten (kwaliteit: 6,7). Bewoners uit de wijk Voordijkshoorn zijn het meest positief over beide aspecten (kwaliteit én variatie: 7,7). Het gemiddeld cijfer voor beide aspecten loopt op naarmate men hoger is opgeleid. De beoordeling van de kwaliteit van de podiumkunsten loopt op van een 6,6 onder laagopgeleiden tot een 7,6 onder hoogopgeleiden, de variatie in het aanbod loopt op van een 6,4 tot een 7,3. In 2015 is deze vraag ook gesteld aan de respondenten. Men gaf dezelfde gemiddelde cijfers aan de twee aspecten en daarbij antwoordde ook ongeveer een derde deel met "weet niet". 15

2.1.2 Locatie concert pop-/wereldmuziek Aan de bezoekers die aangeven in de afgelopen 12 maanden in Delft een concert pop-/wereldmuziek te hebben bezocht, is gevraagd waar dit plaatsvond. Figuur 1 bevat de resultaten. Men kon meerdere antwoorden geven. Ruim zes van de tien bezoekers hebben een concert pop-/wereldmuziek bezocht bij een festival, evenement of project. Vier van de tien bezoekers bezochten een dergelijk concert bij Theater de Veste. Ook noemden groepjes respondenten dat zij een concert pop-/wereldmuziek zagen bij een vereniging, club, gezelschap of bij Ciccionina. Een kwart van de respondenten heeft nog een andere locatie genoemd: Rietveldtheater, in een café (diverse cafés genoemd, bijv. De Klok, De Joffer), Doelenplein, Steck, Luxor, Velvet Delft. Alle open antwoorden staan in Bijlage II. Figuur 1 16

2.1.3 Aanbod popconcerten/live muziek Alle respondenten hebben vervolgens kunnen aangeven of er in Delft voldoende aanbod van popconcerten of live muziek is, zie Figuur 2. Bijna de helft vindt het aanbod popconcerten/live muziek (zeer) voldoende. Ruim een tiende reageert neutraal (14%). Er zijn ook respondenten die het aanbod (zeer) onvoldoende vinden (17%). Bijna een kwart geeft aan het niet te weten. Vergeleken met de metingen in 2012 en 2015, is het aandeel dat het aanbod (zeer) voldoende vindt afgenomen met 6%, terwijl het aandeel dat het aanbod (zeer) onvoldoende vindt is toegenomen met 6%. 1 Figuur 2 1 Berekend met onafgeronde cijfers 17

Figuur 3 laat de beoordeling van het aanbod van popconcerten/live muziek zien naar leeftijd. De 35-44 jarigen zijn het meest tevreden over het aanbod popconcerten/live muziek (56%). Onder de 18-24 jarigen en 65-plussers is dit deel ongeveer vier op de tien. Bij de overige leeftijdsgroepen ligt dit aandeel rond de helft. Een vijfde deel tot een kwart van de 18-54 jarigen vindt het aanbod (zeer) onvoldoende. Bijna de helft van de 65-plussers geeft aan het niet te weten, onder de 55-64 jarigen is dit aandeel een kwart. Figuur 3 Het aandeel dat vindt dat er (zeer) voldoende aanbod is, loopt op naarmate men hoger is opgeleid, namelijk van 37% onder laagopgeleiden tot 49% onder hoogopgeleiden. Laagopgeleiden geven daarbij minder aan het aanbod (zeer) onvoldoende te beoordelen (8%) en meer aan het niet te weten (38%). Er treedt nauwelijks verschil op naar geslacht of herkomst. 18

2.2 MUSEA EN BEZIENSWAARDIGHEDEN In deze paragraaf worden de resultaten omtrent de bekendheid en het bezoek aan musea en bezienswaardigheden besproken. 2.2.1 Delftse musea en bezienswaardigheden Allereerst zijn alle respondenten gevraagd of zij de Delftse musea en bezienswaardigheden kennen en bezoeken. Figuur 4 toont de resultaten. Vrijwel iedereen is bekend met één of meer van deze musea en bezienswaardigheden. Ook heeft bijna iedereen tenminste één van de Delftse musea en bezienswaardigheden bezocht in de afgelopen 12 maanden. Vrijwel alle Delftenaren kennen De Oude en Nieuwe Kerk en het museum Prinsenhof. Ruim negen van de tien Delftenaren zijn bekend met de Botanische Tuin, de Koninklijke Porceleyne Fles en het Vermeer Centrum. Ook de Delftse Molen de Roos en het Science Centre Delft zijn bij ongeveer acht van de tien Delftenaren bekend. De Oude en Nieuwe Kerk zijn ook het meest bezocht. Bijna negen van de tien Delftenaren hebben deze kerken bezocht. Acht van de tien bezochten het museum Prinsenhof. Bijna twee derde deel bracht een bezoek aan de Botanische Tuin in Delft. De helft bezocht de Koninklijke Porceleyne Fles. Figuur 4 19

Het was ook mogelijk om nog andere musea of bezienswaardigheden te noemen. Een aandeel van 19% heeft dit gedaan (n=855). De volgende andere musea of bezienswaardigheden zijn meermalen genoemd: Agnetapark, Armamentarium, Arboretum, Aterlierroute, Bacinol, diverse hofjes, monumenten (tijdens open monumentendag), de (historische) Binnenstad, de Oostpoort, de kerken (Maria van Jessekerk, schuilkerk Bagijnhof), Hoogheemraadschap, het steen, galeries (De Zaal, Terra), huis De Witte Roos, Kadmium, De Kunstsuper, Lambert van Meerten, Legermuseum, Levende etalagedag, Lijm & Cultuur, Nusantara, Papaver, kinderboerderijen, Prinsenkwartier, Rondvaart, Stadhuis, oude gevangenis, oud kantoor Gist Brocades, Techniekmuseum, watertoren, Varend Corso, synagoge, TU, Mooi Weer Spelen. Alle antwoorden staan in Bijlage II. 20

Het aandeel dat tenminste één museum of bezienswaardigheid heeft bezocht in de afgelopen 12 maanden is het laagst onder de 25-34 jarigen (87%) en het hoogst onder de 18-24 jarigen (97%). Voor de meeste musea en bezienswaardigheden geldt dat het aandeel bezoekers hoger is onder de oudere leeftijdsgroepen (vanaf 35-44 ), zie Tabel 11. Tabel 11. Bekendheid en bezoek musea en bezienswaardigheden in Delft, naar leeftijd totaal (n=856) 18-24 (n=91) 25-34 (n=117) 35-44 (n=135) 45-54 (n=158) 55-64 (n=149) 65+ (n=207) De Oude en Nieuwe Kerk bekend 98 100 94 100 100 97 97 bezoek 87 90 81 92 86 89 84 museum Prinsenhof Delft bekend 96 90 92 99 98 97 98 bezoek 80 63 72 86 80 83 84 Botanische Tuin Delft bekend 94 97 92 92 93 92 95 bezoek 64 59 53 64 64 65 71 Koninklijke Porceleyne Fles bekend 92 82 83 95 97 95 94 bezoek 51 13 36 45 59 65 64 Vermeer Centrum Delft bekend 91 81 90 95 96 89 91 bezoek 44 29 39 48 43 48 49 Delftse Molen de Roos bekend 85 62 76 87 94 88 89 bezoek 39 30 34 35 54 42 39 Science Centre Delft bekend 79 92 82 90 83 73 67 bezoek 46 67 37 58 48 37 40 museum Paul Tétar van Elven bekend 55 32 35 49 58 66 71 bezoek 29 10 11 22 32 39 43 Archief Delft bekend 48 35 26 34 51 58 67 bezoek 19 15 8 11 18 21 30 Gereedschap Museum Mensert bekend 37 19 25 31 31 46 53 bezoek 14 3 9 11 15 16 21 Historisch Joris bekend 26 16 21 17 26 32 35 bezoek 11 9 5 5 11 14 16 Tabakshistorisch Museum Delft bekend 22 7 23 17 19 27 31 bezoek 3-4 2 3 2 6 Medisch en Farmaceutisch Museum de Griffioen bekend 20 6 9 9 16 25 38 bezoek 6-3 2 7 5 14 één of meer musea of bezienswaardigheden bekend 99 100 97 100 100 98 99 bezoek 93 97 87 96 92 94 93 21

In het algemeen geldt dat de Delftse musea en bezienswaardigheden door relatief net iets meer bezocht worden door vrouwen (95%) dan mannen (91%). Dit zien we terug bij de Koninklijke Porceleyne Fles (vrouwen: 59%; mannen: 43%), museum Prinsenhof (vrouwen: 85%; mannen: 74%), museum Paul Tétar van Elven (vrouwen: 34%; mannen: 24%), Delftse Molen de Roos (vrouwen: 43%; mannen: 34%) en Historisch Joris (vrouwen: 15%; mannen: 6%). Mannen zijn ook minder bekend met Historisch Joris, Medisch en Farmaceutisch Museum de Griffioen en Delftse Molen de Roos (verschil met vrouwen respectievelijk 12%, 7% en 6%). Mannen zijn meer bekend met het Archief Delft (mannen: 51%; vrouwen: 45%) en Gereedschap Museum Mensert (mannen: 40%; vrouwen: 33%) dan vrouwen. Bij uitsplitsing naar herkomst valt op dat Nederlandse Delftenaren meer bekend zijn dan (niet-) westerse Delftenaren met een aantal musea/bezienswaardigheden. Het verschil is groter dan 10% bij: museum Paul Tétar van Elven, Archief Delft, Gereedschap Museum Mensert, Historisch Joris, Tabakshistorisch Museum Delft. Het verschil is 5%-8% bij: Medisch Farmaceutisch Museum de Griffioen, Koninklijke Porceleyne Fles, Delftse Molen de Roos. Ook bezoeken de Nederlandse Delftenaren de volgende bezienswaardigheden meer Museum Paul Tétar van Elven (32%), Gereedschap Museum Mensert (16%), het Archief Delft (20%) en Delftse Molen de Roos (40%) dan (niet-)westerse Delftenaren (respectievelijk: 18%, 7%, 13%, 33%). Het Vermeer Centrum Delft en het Science Centre Delft worden door meer (niet-)westerse Delftenaren bezocht (beide centra: 51%) dan Nederlandse Delftenaren (respectievelijk 42% en 45%). Het aandeel dat een museum of bezienswaardigheid in Delft bezoekt loopt op naarmate men hoger is opgeleid, van 85% onder laagopgeleiden, naar 93% onder Delftenaren met een midden opleidingsniveau, tot 95% onder hoogopgeleiden. Dat het aandeel op deze wijze oploopt zien we ook bij het bezoek aan museum Prinsenhof (van 72% tot 84%) en het Vermeer Centrum (van 37% tot 47%). Zowel laag- als hoogopgeleiden bezoeken relatief veel de Koninklijke Porceleyne Fles, museum Paul Tétar van Elven en Historisch Joris. Zowel midden- als hoogopgeleiden bezoeken relatief veel de Oude en Nieuwe Kerk en het Science Centre Delft. Tot slot bezoeken hoogopgeleiden meer Delftse Molen de Roos en Gereedschap Museum Mensert. 22

2.2.2 Bezienswaardigheden Ruim acht van de tien respondenten bezochten in de afgelopen 12 maanden minimaal één bezienswaardigheid in Nederland. Hiervan bezocht het overgrote merendeel minimaal één bezienswaardigheid in Delft (77%). Gemiddeld bezocht men 14,6 maal een bezienswaardigheid in Nederland, waarvan 4,2 maal in Delft. Tabel 12. Bezoek aan bezienswaardigheden*, Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan bezienswaardigheden Gem. aantal bezoeken in Nederland bezienswaardige gebouwen 76 9,0 musea 69 5,4 galerie, atelier 36 3,7 archief 6 4,1 één of meer bezienswaardigheden 83 14,6 * deze tabel bevat het totaal aan bezoek aan bezienswaardigheden in heel Nederland, inclusief Delft Tabel 13. Bezoek aan bezienswaardigheden in Delft, Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan bezienswaardigheden in Delft * Gem. aantal bezoeken in Delft bezienswaardige gebouwen 65 2,5 musea 61 1,7 galerie, atelier 62 2,3 archief 71 4,4 één of meer bezienswaardigheden ** 77 4,2 * percentage berekend op de groep Delftenaren die min. één bepaalde bezienswaardigheid in Nederland heeft bezocht ** berekend op de groep Delftenaren die min. één bezienswaardigheid in Nederland heeft bezocht Driekwart van de Delftenaren bezocht één of meer bezienswaardige gebouwen, hiervan bezocht 65% bezienswaardige gebouwen in Delft. Men bezocht de gebouwen gemiddeld 9,0 keer in het afgelopen, waarvan gemiddeld 2,5 keer in Delft. Zeven van de tien Delftenaren bezochten musea. Gemiddeld werden musea 5,4 keer bezocht. Musea in Delft werden door zes van de tien bezocht, gemiddeld 1,7 keer in het afgelopen. Ruim een derde deel van de Delftenaren bezocht in de afgelopen 12 maanden een galerie of atelier (gemiddeld 3,7 keer), waarvan zes van de tien gemiddeld 2,3 keer een galerie of atelier in Delft. 23

Bezoek aan bezienswaardigheden ligt relatief hoger onder de 18-24 jarigen, de 35-44 jarigen en de 45-54 jarigen, zie Tabel 14. Bezienswaardige gebouwen krijgen bovengemiddeld bezoek van de 18-24 jarigen (84%), de 25-34 jarigen (81%) en de 45-54 jarigen (79%). De 18-24 jarigen (82%) en de 35-44 jarigen (75%) bezoeken musea bovengemiddeld. Het aandeel dat wel eens een galerie of atelier bezoekt is bijna de helft onder de 55-64 jarigen en ruim vier op de tien onder de 18-24 jarigen. Tabel 14. Bezoek aan bezienswaardigheden, naar leeftijd totaal (n=852) 18-24 (n=91) 25-34 (n=117) 35-44 (n=135) 45-54 (n=156) 55-64 (n=147) 65+ (n=207) bezienswaardige gebouwen 76 84 81 75 79 76 67 musea 69 82 62 75 70 69 61 galerie, atelier 36 42 25 29 38 47 36 archief 6 10 4 2 3 8 8 één of meer bezienswaardigheden 83 91 81 86 86 82 75 Het aandeel vrouwen dat musea bezoekt (72%) is groter dan het aandeel mannen (66%). Hetzelfde geldt voor het bezoek aan een galerie of atelier (vrouwen 39%, mannen 33%). Het bezoek aan één of meer bezienswaardigheden is groter onder Delftenaren met een (niet-) westerse herkomst (87%), dan onder Delftenaren met een Nederlandse herkomst (82%). Dit verschil zien we terug bij bezoek aan musea: relatief meer Delftenaren met een (niet-) westerse herkomst bezoeken de musea (73%) dan Nederlandse Delftenaren (67%). Het bezoek aan één of meer bezienswaardigheden loopt op van 57% onder laagopgeleiden, naar 82% onder midden opgeleiden, tot 89% onder hoogopgeleiden. Ditzelfde patroon is te zien bij de onderdelen bezienswaardige gebouwen (laag: 46%, midden: 75% en hoog: 83%), musea (laag: 37%, midden: 67% en hoog: 77%) en bezoek aan een galerie of atelier (laag: 18%, midden: 30% en hoog: 44%). De tabellen naar achtergrondgegevens staan in Bijlage I. 24

Tabel 15 bevat het overzicht van het bezoek aan bezienswaardigheden in 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017. Het aandeel dat tenminste één bezienswaardigheid heeft bezocht is dit weer even hoog als in 2008 en 2010 (83%). De bezoekfrequentie in Nederland is vergelijkbaar met het 2012, het hoogst van alle metingen. Locaties in Delft werden net iets meer bezocht dat in 2015. De toename in bezoek vergeleken met de vorige meting wordt vooral veroorzaakt door een grotere groep die bezienswaardige gebouwen bezoekt (+8%), ook het bezoek aan een galerie of atelier nam iets toe (+3%). Tabel 15. Bezoek aan bezienswaardigheden, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 Bezoek bezienswaardigheden 2008 2010 2012 2015 2017 Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. Gem. Bezoek Gem. aantal aantal beziens- aantal aantal beziens- aantal aantal bezienswaardig- aantal aantal beziens- aantal bezoek bezoek waardig- bezoek bezoek waardig- bezoek bezoek bezoek bezoek waardig- bezoek NL Delft heden NL Delft heden NL Delft heden NL Delft heden NL bezienswaardige gebouwen 77 8,4 3,0 75 7,7 2,8 72 8,9 2,8 72 8,1 2,8 76 9,0 2,5 musea 64 4,6 1,8 69 4,7 1,9 64 5,1 1,9 68 5,0 1,6 69 5,4 1,7 galerie, atelier 41 3,5 2,2 45 3,7 2,3 38 3,7 2,1 33 3,6 2,0 36 3,7 2,3 archief 9 2,6 2,3 8 1,9 1,7 6 5,5 6,1 8 2,4 1,9 6 4,1 4,4 één of meer bezienswaardigheden 83 13,2 3,5 83 13,0 3,4 78 14,6 4,5 80 13,3 4,1 83 14,6 4,2 Gem. aantal bezoek Delft 25

2.3 BIBLIOTHEEKBEZOEK Respondenten hebben aangegeven of zij in de afgelopen 12 maanden DOK Delft en/of een andere bibliotheek bezochten. Bijna vier van de tien Delftenaren bezochten DOK Delft (37%). Zij deden dit gemiddeld 11,5 keer. Er werden ook bibliotheken elders bezocht, door 9% van de respondenten. Tabel 16. Bezoek aan bibliotheken (max. 100 per per bibliotheek), Delftenaren 18 en ouder Aantal resp. dat een bibliotheek bezocht Bezoek aan een bibliotheek Gem. aantal bezoeken DOK Delft 319 37 11,5 elders 76 9 12,4 één of meer bibliotheken bezocht* 335 39 13,8 * niet een schoolbibliotheek Bibliotheekbezoek ligt het hoogst onder 18-24 jarigen (57%) en 35-44 jarigen (46%), en lager onder 55-plussers (33%-35%). Hetzelfde zien we terug bij bezoek aan DOK Delft. De jongste leeftijdsgroep bezoekt DOK Delft duidelijk het meest (48%), vervolgens de 35-44 jarigen (45%), en de 55-plussers minder (ongeveer een derde deel). Tabel 17. Bezoek aan bibliotheken (max. 100 per per bibliotheek), naar leeftijd totaal (n=851) 18-24 (n=91) 25-34 (n=117) 35-44 (n=134) 45-54 (n=155) 55-64 (n=147) 65+ (n=207) DOK Delft 37 48 35 45 38 31 33 elders 9 29 8 8 6 5 7 één of meer bibliotheken* 39 57 37 46 39 33 34 * niet een schoolbibliotheek Het aandeel vrouwen dat tenminste één bibliotheek heeft bezocht is groter (46%), dan het aandeel mannen (33%). Dit verschil is te verklaren aan de hand van het bezoek aan DOK Delft (mannen: 30%; vrouwen: 45%). Bezoek aan bibliotheken is hoger onder Nederlandse Delftenaren (41%) dan onder (niet-)westerse Delftenaren (35%). Het verschil zien we terug bij DOK Delft (Nederlands: 38%; (niet-) westers: 34%). Bibliotheekbezoek neemt toe naarmate men hoger is opgeleid (laag: 19%, midden: 37% en hoog: 45%). Hetzelfde geldt voor bezoek aan DOK Delft (laag: 18%, midden: 34% en hoog: 44%). De tabellen met de resultaten naar geslacht, herkomst en opleidingsniveau zijn te vinden in Bijlage I. Tabel 18 bevat de resultaten van het bezoek aan bibliotheken in de jaren 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017. In de metingen van 2008 t/m 2012 werd het bibliotheekbezoek bevraagd in de context van meerdere uitleenvoorzieningen. Het aandeel dat in de afgelopen 12 maanden één of meer bibliotheken heeft bezocht is afgenomen van 56% in 2010 tot 39% in 2017. Ook de bezoekfrequenties zijn dit lager dan in de voorgaande jaren. Hoewel de bezoekfrequentie aan bibliotheken dit wel iets hoger is dan in 2015. Tabel 18. Bezoek aan een bibliotheek*, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 2008 2010 2012 2015 2017 Bezoek bibliotheek 54 56 46 40 39 Gem. aantal bezoek totaal 14,5 14,9 14,5 13,2 13,8 Gem. aantal bezoek DOK Delft 13,4 14,0 13,8 12,2 11,5 * niet een schoolbibliotheek 26

2.3.1 Tevredenheid aanbod DOK Delft Voor DOK Delft is er aan de bezoekers gevraagd om aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn over het aanbod. Het overgrote deel is (zeer) tevreden over het aanbod van DOK Delft (81%). Een tiende reageert neutraal. Ook is een kleine groep (zeer) ontevreden over het aanbod (6%). Figuur 5 De respondenten die aangeven (zeer) ontevreden te zijn over het aanbod bij DOK Delft, zijn gevraagd om een toelichting. Een aantal van 32 heeft een toelichting gegeven. Zij noemen vooral: aanbod is te beperkt, steeds minder aanbod, weinig vernieuwing, boeken te beperkt beschikbaar, boeken niet (meer) kunnen vinden (door onoverzichtelijke ordening of verkoop boeken), specifiek aanbod verdwijnt of neemt af zoals: cd-collectie, tijdschriften, bladmuziek, oude titels, Engelstalig. Alle toelichtingen staan in Bijlage II. Naar leeftijd valt op dat de 25-34 jarigen en de 35-44 jarigen meer (zeer) tevreden zijn (resp. 89% en 88%), dan 65-plussers (72%). De 65-plussers reageren meer neutraal (19%). Geen enkele 18-24 jarige of 25-34 jarige is (zeer) ontevreden over het aanbod van DOK Delft. Het aandeel dat (zeer) tevreden is over het aanbod is het hoogst onder laagopgeleiden (84%), en het laagst onder hoogopgeleiden (79%). Er treedt nauwelijks verschil op naar geslacht of herkomst. 27

2.4 VOORSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN IN DELFT Zeven van de tien Delftenaren hebben tenminste één Delftse voorstelling of activiteit bezocht in het afgelopen, zie Tabel 19. Gemiddeld deden zij dit 10,6 keer. Tabel 19. Bezoek aan Delftse voorstellingen of activiteiten, Delftenaren 18 en ouder Bezoek aan voorstellingen of activiteiten Gem. aantal bezoeken Theater de Veste 43 3,1 Lumen 31 4,4 Prinsenkwartier 20 2,6 Lijm & Cultuur 18 1,4 Rietveldtheater 18 2,1 De VAK, centrum voor de kunsten 16 5,6 Buurthuis of wijkcentrum 13 6,9 Ciccionina 9 1,9 World Art Delft 8 1,7 Floratheater 7 1,4 Kadmium 7 2,3 38CC 6 2,5 Koornbeurs 6 2,4 De Flits 4 2,0 Falie Bagijnhoftheater 3 2,2 SPOD 1 8,1 Live op Jan's Dienblad 1 1,7 anders, namelijk: 7 11,1 één of meer voorstellingen of activiteiten 71 10,6 Theater de Veste is bezocht door de grootste groep Delftenaren. Ruim vier van de tien Delftenaren bezochten Theater de Veste in de afgelopen 12 maanden, gemiddeld 3,1 keer. Filmhuis Lumen werd bezocht door drie van de tien Delftenaren, gemiddeld 4,4 keer. Het Prinsenkwartier, Lijm & Cultuur en het Rietveldtheater werden allen bezocht door ongeveer een vijfde deel van de Delftenaren. De VAK en het buurthuis of wijkcentrum werden beiden veelvuldig bezocht, respectievelijk 5,6 en 6,9 keer in het afgelopen. Een aandeel van 7% heeft nog een andere voorstelling of activiteit genoemd. Men noemt vooral: kerken (o.a. de Oude kerk), Binnenstad, diverse café s of kroegen, Prinsenhof, Markt, galeries, Dansschool Wesseling, bioscoop Pathé, open-lucht optredens, Velvet, TUDelft, Botanische Tuin, synagoge, verzorgingshuis. In Bijlage II staan alle antwoorden. 28

In Tabel 20 staat het bezoek aan Delftse voorstellingen of activiteiten uitgesplitst naar leeftijd. Het aandeel dat tenminste één voorstelling of activiteit bezocht in de afgelopen 12 maanden is het hoogst onder 18-24 jarigen (83%) en het laagst onder 25-34 jarigen (67%). De 18-24 jarigen bezoeken bovengemiddeld Theater de Veste, filmhuis Lumen, het Prinsenkwartier, Lijm & Cultuur, het Rietveldtheater, Ciccionina, World Art Delft, het Floratheater en de Koornbeurs. Tabel 20. Bezoek aan Delftse voorstellingen of activiteiten, naar leeftijd totaal (n=845) 18-24 (n=86) 25-34 (n=117) 35-44 (n=133) 45-54 (n=155) 55-64 (n=147) 65+ (n=207) Theater de Veste 43 51 33 41 41 49 44 Lumen 31 37 23 26 30 36 32 Prinsenkwartier 20 27 10 16 16 21 28 Lijm & Cultuur 18 35 21 15 20 15 12 Rietveldtheater 18 30 10 11 16 21 20 De VAK, centrum voor de kunsten 16 7 11 16 17 17 21 Buurthuis of wijkcentrum 13 10 8 9 10 13 20 Ciccionina 9 44 19 3 2 2 1 World Art Delft 8 14 9 3 5 12 9 Floratheater 7 27 8 5 8 2 4 Kadmium 7 7 4 4 7 9 10 38CC 6 10 3 2 5 10 7 Koornbeurs 6 17 7 5 5 4 2 De Flits 4 3 1 2 3 2 8 Falie Bagijnhoftheater 3 3 5 4 1 2 3 SPOD 1-4 2 1 1 - Live op Jan's Dienblad 1 3 1 1 0,2 1 1 anders, namelijk: 7 20 2 3 10 6 6 één of meer voorstellingen of activiteiten 71 83 67 68 70 70 70 Het aandeel vrouwen dat één of meer voorstellingen of activiteiten bezoekt is groter (75%) dan het aandeel mannen (67%). Lumen (36%), Theater de Veste (46%) en De VAK (19%) worden meer door vrouwen bezocht dan door mannen (respectievelijk 25%, 40% en 13%), op volgorde van de grootte van het verschil. Ciccionina wordt door meer mannen (11%) bezocht dan vrouwen (6%). Het Rietveldtheater (21%) en Theater de Veste (45%) worden beide door relatief meer Nederlandse Delftenaren bezocht dan door (niet-)westerse Delftenaren (respectievelijk 7% en 35%), op volgorde van de grootte van het verschil. In het algemeen geldt dat het aandeel dat tenminste één voorstelling of activiteit heeft bezocht in de afgelopen 12 maanden oploopt naarmate men hoger is opgeleid (laag: 53%, midden: 69% en hoog: 75%). Hetzelfde geldt voor: Theater de Veste, Lumen, Prinsenkwartier, De VAK, World Art Delft en Kadmium. De toenames bij deze voorstellingen liggen tussen de 8% en 21%. Lijm & Cultuur, het Rietveldtheater en 38CC worden voornamelijk door zowel midden- als hoogopgeleiden bezocht. Ciccionina en het Floratheater worden vooral door Delftenaren met een midden opleidingsniveau bezocht. In Bijlage I staan de tabellen naar deze achtergrondgegevens. Alle voorstellingen en activiteiten die dit bevraagd zijn kunnen vergeleken worden met 2015. Een zevental voorstellingen en activiteiten kwamen in deze vraag terug in de jaren daarvoor, zie Tabel 21. Het aandeel dat tenminste één bezoek bracht aan een Delftse voorstelling of activiteit is dit vergelijkbaar met 2012 (74%). De bezoekfrequentie (10,6 keer) is vergelijkbaar met 2010. 29

Tabel 21. Bezoek aan voorstelling en activiteiten in Delft, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 Bezoek voorstellingen of activiteiten 2008* 2010** 2012** 2015*** 2017 Gem. Gem. Gem. Gem. aantal aantal aantal aantal bezoek bezoek bezoek bezoek Bezoek voorstellingen of activiteiten Bezoek voorstellingen of activiteiten Bezoek voorstellingen of activiteiten Bezoek voorstellingen of activiteiten Theater de Veste 45 4,0 44 3,7 39 3,5 40 3,0 43 3,1 De VAK 17 6,7 18 5,4 15 5,8 17 7,6 16 5,6 Buurthuis of wijkcentrum 18 9,7 19 13,0 15 10,7 13 9,5 13 6,9 World Art Delft 2 1,3 7 1,5 6 1,4 6 1,4 8 1,7 Gem. aantal bezoek Lijm & Cultuur 23 1,8 18 1,6 16 1,5 18 1,4 Ciccionina 10 5,1 6 3,7 4 5,3 9 1,9 38CC 4 1,6 4 1,8 6 2,2 6 2,5 Lumen 31 4,9 31 4,4 Prinsenkwartier 17 2,7 20 2,6 Rietveldtheater 16 2,0 18 2,1 Floratheater 5 1,9 7 1,4 Kadmium 9 2,7 7 2,3 Koornbeurs 7 2,8 6 2,4 De Flits 3 1,5 4 2,0 Falie Bagijnhoftheater 1 2,3 3 2,2 SPOD 1 11,8 1 8,1 Live op Jan s Dienblad 2 2,0 1 1,7 één of meer voorstellingen of 75 9,0 78 10,7 71 8,6 74 12,0 71 10,6 activiteiten * In 2008 zijn ook bevraagd: Museum Prinsenhof, Gemeentearchief, het Techniek Museum, BacinolEXPO, het Floratheater of De Nieuwe Amateur en het World Art Centre. De bijbehorende cijfers zijn wel meegenomen in de percentages en gemiddelden voor bezoek aan één of meer voorstellingen of activiteiten. ** In 2010 en 2012 zijn ook bevraagd: Museum Prinsenhof, Gemeentearchief, Science Centre, Museum Nusantara, Lambert van Meerten, Poppodium Speakers, Theaternetwerk en De Nieuwe Academie. De bijbehorende cijfers zijn wel meegenomen in de percentages en gemiddelden voor bezoek aan één of meer voorstellingen of activiteiten. *** In 2015 zijn ook bevraagd: Museum Prinsenhof, Gemeentearchief, Science Centre. De bijbehorende cijfers zijn wel meegenomen in de percentages en gemiddelden voor bezoek aan één of meer voorstellingen of activiteiten. 30

Figuur 6 toont de resultaten van het zevental Delftse voorstellingen en activiteiten die over meerdere jaren konden worden vergeleken. Bij Theater de Veste zien we dat het aandeel dat in het afgelopen een bezoek bracht weer aan het oplopen is sinds 2012. Figuur 6 31

De Delftse voorstellingen en activiteiten die we kunnen vergelijken met de vorige meting in 2015 staan in onderstaande figuur. Er zijn lichte toenames in het bezoek te zien bij het Prinsenkwartier, het Rietveldtheater en het Floratheater. Figuur 7 32

2.5 FESTIVALS Net zoals in 2015, zijn er dit vele festivals ter evaluatie voorgelegd aan de respondenten. Voor de overzichtelijkheid zijn de festivals geclusterd in drie vragen. Dezelfde indeling houden we aan in deze rapportage: 1. Delftse festivals, 2. Delftse muziekfestivals, 3. Evenementen in Delft. 2.5.1 Delftse festivals Vrijwel iedereen is bekend met één of meer Delftse festivals. Ruim driekwart van de Delftenaren heeft tenminste één van de Delftse festivals bezocht in de afgelopen 12 maanden. Vrijwel iedereen kent Lichtjesavond. De Winters Delft Schaatsbaan, de Mooi Weer Spelen en het Varend Corso zijn bekend bij ongeveer negen van de tien Delftenaren. Acht van de tien kennen de Golden Tenloop. Ruim driekwart kent de Opening OWee. Lichtjesavond wordt door ongeveer de helft van de Delftenaren bezocht, het Varend Corso door bijna 40%. Ongeveer een kwart bezoekt de Winters Delft Schaatsbaan en de Mooi Weer Spelen. Figuur 8 33

Tabel 22. Bekendheid en bezoek Delftse festivals, naar leeftijd totaal (n=839) 18-24 (n=86) 25-34 (n=114) 35-44 (n=133) 45-54 (n=154) 55-64 (n=146) 65+ (n=206) Lichtjesavond bekend 95 93 96 96 94 96 95 bezoek 48 60 55 47 42 46 45 Winters Delft Schaatsbaan bekend 92 77 90 93 95 97 94 bezoek 23 23 33 32 19 15 20 Mooi Weer Spelen bekend 90 56 87 92 96 98 95 bezoek 28 17 24 25 26 33 33 Varend Corso bekend 88 56 88 91 90 93 96 bezoek 38 12 35 34 34 41 52 Golden Tenloop bekend 80 52 81 79 86 85 82 bezoek 20 14 17 24 21 21 20 Opening OWee bekend 77 94 78 79 78 76 66 bezoek 10 36 9 4 8 7 5 Delft Serveert bekend 63 60 65 65 59 66 64 bezoek 11 16 15 13 9 9 8 Delft Fringe Festival bekend 62 67 63 69 66 62 52 bezoek 12 17 12 12 11 15 9 De Donkere Dagen van Delft bekend 61 37 68 68 67 65 56 bezoek 23 20 25 26 22 27 20 Bieslanddagen bekend 54 33 45 55 57 60 60 bezoek 15-18 15 13 21 16 International Festival of Technology bekend 37 77 26 41 34 31 29 bezoek 13 47 12 12 9 10 5 TedXDelft bekend 33 78 37 45 32 24 11 bezoek 2-5 7 1 1 2 Blue Sunday bekend 28 30 29 32 26 31 24 bezoek 11 10 13 9 11 13 9 Boekenbende bekend 27-12 36 45 30 25 bezoek 2-2 4 1 3 2 Rrrollend Delft bekend 20 43 43 26 14 10 4 bezoek 4 5 5 8 4 1 1 Delft Moves bekend 18 31 12 22 22 16 10 bezoek 2-3 1 4 1 1 Blikopener bekend 17 10 21 17 18 22 12 bezoek 2 3 5 2 2 2 0,4 Dichter bij de Bar bekend 10 16 9 10 9 11 9 bezoek 2 3 6-1 1 1 één of meer festivals bekend 99 100 98 99 97 99 99 bezoek 76 77 73 78 74 82 74 34

Het bezoek aan Delftse festivals is bovengemiddeld onder de 55-64 jarigen (82%), en juist het kleinst onder 25-34 jarigen (73%), zie Tabel 22. Lichtjesavond wordt door relatief veel 18-24 jarigen (60%) en 25-34 jarigen (55%) bezocht. De 18-24 jarigen bezoeken ook relatief meer het International Festival of Technology (47%), Opening OWee (36%) en Delft Serveert (16%). Ook 25-34 jarigen bezoeken meer Delft Serveert (15%). Samen met de 35-44 jarigen bezoekt een derde deel de Winters Delft Schaatsbaan. De 55-plussers bezoeken relatief veel de Mooi Weer Spelen (33%) en het Varend Corso (55-64 jarigen: 41%; 65-plussers: 52%). Ook de Bieslanddagen worden bovengemiddeld bezocht door de 55-64 jarigen (21%). De meeste van deze festivals zijn meer bekend bij vrouwen dan bij mannen. Het verschil is het grootst bij de Boekenbende (vrouwen: 36%; mannen: 18%) en Bieslanddagen (vrouwen: 63%; mannen: 46%). Bij de volgende festivals is de bekendheid onder vrouwen meer dan 10% groter: De Donkere Dagen van Delft, Delft Serveert, Blue Sunday. Het verschil is 5-7% bij: Mooi Weer Spelen, Blikopener, Delft Fringe Festival, Varend Corso, Winters Delft Schaatsbaan, Golden Tenloop, Lichtjesavond en Rrrollend Delft. Mannen zijn meer bekend met TedXDelft (36%) dan vrouwen (29%). Het aandeel dat één of meer festivals heeft bezocht ligt 6% hoger bij vrouwen (80%). Dit is vooral te verklaren door meer bezoek aan De Donkere Dagen van Delft (28%; mannen: 19%) en het Varend Corso (40%; mannen: 35%). Mannen bezoeken het International Festival of Technology (16%) en de Opening OWee (12%) meer dan vrouwen (respectievelijk 10% en 7%) De meeste festivals zijn meer bekend onder Nederlandse Delftenaren dan onder Delftenaren met een (niet-)westerse herkomst. Dit verschil is het grootst bij de volgende festivals: de Bieslanddagen (Nederlands: 84%; (niet-)westers: 35%) en de Golden Tenloop (Nederlands: 84%; (niet-)westers: 65%). Het verschil is 5-10% bij: Blue Sunday, Varend Corso, Delft Fringe Festival, Delft Serveert, Opening OWee, Dichter bij de Bar, Rrrollend Delft en Blikopener. De uitzondering is TedXDelft, wat meer bekend is onder Delftenaren van (niet-)westerse herkomst (37%; Nederlands: 32%). Het bezoek aan de Delftse festivals is 5% groter onder Nederlandse Delftenaren (77%) dan onder (niet-)westerse Delftenaren (72%). Dit verschil is te verklaren door een (5-8%) groter deel Nederlandse Delftenaren dat de volgende festivals bezoekt: Varend Corso, De Donkere Dagen van Delft, Bieslanddagen en de Golden Tenloop. Het deel dat bekend is met één of meer Delftse festivals verschilt nauwelijks naar opleidingsniveau. Het bezoek aan de Delftse festivals ligt lager onder Delftenaren met een midden opleidingsniveau (73%) dan onder laag- (77%) en hoogopgeleiden (78%). Laagopgeleiden bezoeken relatief meer de volgende festivals: Varend Corso (47%), Golden Tenloop (25%). Delftenaren met een midden opleidingsniveau bezoeken relatief meer de festivals: International Festival of Technology (19%), Opening OWee (15%) en Lichtjesavond (49%). Lichtjesavond wordt ook veel bezocht door hoogopgeleiden (48%), zoals ook: Bieslanddagen (17%), Delft Fringe Festival (14%) en Blue Sunday (13%). 35

Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Tabel 23 geeft een vergelijking van de bekendheid met en het bezoek aan een viertal Delftse festivals die in de vijf jaren zijn onderzocht: 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017. De overige Delftse festivals die dit bevraagd zijn, en die te vergelijken zijn met 2015, staan in Tabel 24 op de volgende pagina. Meest opvallend is de afname in bezoek van de Mooi Weer Spelen. In 2010 bezocht bijna de helft van de Delftenaren dit festival, in 2015 en ook dit is dit 28%, een afname van 20%. Ook het bezoek aan de Schaatsbaan neemt af sinds 2010 (-13%). Vergeleken met 2015 is de afname 8%. Bij de Boekenbende zien we de bekendheid afnemen, van 39% in 2015 tot 27% in 2017 (-12%). Tabel 23. Bekendheid en bezoek aan vier Delftse festivals, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 2008 2010 2012 2015 2017 Lichtjesavond 90 46 94 49 92 47 95 50 95 48 Schaatsbaan* 87 32 93 36 93 34 90 31 92 23 Mooi Weer Spelen 91 47 95 48 91 35 89 28 90 28 Boekenbende 39 5 43 7 38 4 39 4 27 2 *in 2008-2015 DSW Schaatsbaan genoemd, in 2017 Winters Delft Schaatsbaan. 36

Vergeleken met 2015, zien we dat de bekendheid van Delft Serveert, het Delft Fringe Festival en het International Festival of Technology is toegenomen. Het bezoek aan het Varend Corso nam toe van 33% in 2015 tot 38% in 2017 en het bezoek aan het International Festival of Technology van 7% tot 13%. Tabel 24. Bekendheid en bezoek Delftse festivals, vergelijking 2015 en 2017 2015* (n=1.107) 2017** (n=839) Varend Corso bekend 87 88 bezoek 33 38 Opening OWee bekend 77 77 bezoek 9 10 Delft Serveert bekend 57 63 bezoek 7 11 Delft Fringe Festival bekend 49 62 bezoek 11 12 International Festival of Technology bekend 27 37 bezoek 7 13 TedXDelft bekend 38 33 bezoek 4 2 Delft Moves bekend 18 18 bezoek 1 2 Blikopener bekend 22 17 bezoek 3 2 Dichter bij de Bar bekend 11 10 bezoek 3 2 één of meer festivals bekend 98 99 bezoek 73 76 * In 2015 is, naast Lichtjesavond, DSW Schaatsbaan, Mooi Weer Spelen en de Boekenbende, ook bevraagd: Taptoe Delft. ** In 2017 zijn naast Lichtjesavond, Winters Delft Schaatsbaan, Mooi Weer Spelen en de Boekenbende, ook bevraagd: Golden Tenloop, De Donkere Dagen van Delft, Bieslanddagen, Blue Sunday en Rrrollend Delft. Deze cijfers zijn opgenomen in de berekening een of meer festivals. 37

Beoordeling Delftse festivals Aan de respondenten is vervolgens gevraagd wat zij vinden van de gemiddelde kwaliteit van de door hen bezochte Delftse festivals. Figuur 9 geeft de resultaten weer op volgorde van het aantal respondenten dat het festival heeft bezocht en beoordeeld. De festivals worden door de meeste respondenten als (zeer) goed beoordeeld. Figuur 9 38

2.5.2 Delftse muziekfestivals Vrijwel iedereen is bekend met één of meer Delftse muziekfestivals. Bijna vier van de tien Delftenaren hebben tenminste één van de Delftse muziekfestivals bezocht in de afgelopen 12 maanden. Het Jazzfestival Delft is het meest bekend bij de Delftenaren (88%). Bijna acht van de tien Delftenaren kennen het Delft Chamber Music Festival, zeven van de tien het Bluesfestival. Het meest bezochte muziekfestival is het Jazzfestival Delft: ruim een kwart heeft dit festival bezocht. Figuur 10 39

Het bezoek aan één of meer muziekfestivals is het hoogst onder de 18-24 jarigen (56%) en het laagst onder de 35-44 jarigen en 45-54 jarigen (beiden 29%). Ruim een derde van de 18-24 jarigen bezocht het Jazzfestival. Een vijfde deel van zowel de 18-24 jarigen als de 55-64 jarigen bezocht het Bluesfestival. Jongeren bezochten ook relatief veel Stukafest en Aangeschoten Wild, zie Tabel 25. Tabel 25. Bekendheid en bezoek Delftse muziekfestivals, naar leeftijd totaal (n=836) 18-24 (n=86) 25-34 (n=114) 35-44 (n=133) 45-54 (n=151) 55-64 (n=146) 65+ (n=206) Jazzfestival Delft bekend 88 83 87 93 91 88 86 bezoek 27 36 29 23 24 27 27 Delft Chamber Music Festival bekend 79 67 68 84 81 81 84 bezoek 9 13 6 3 4 10 15 Bluesfestival bekend 71 47 71 79 78 74 69 bezoek 17 21 15 16 16 20 17 Delft Citypop bekend 23 31 34 28 21 20 12 bezoek 1-3 2 1 0,2 0,4 Stukafest bekend 20 74 35 17 14 10 4 bezoek 2 17 3 - - - - Popronde bekend 20 58 33 23 13 14 6 bezoek 3-10 4 2 2 1 Aangeschoten Wild bekend 20 74 30 15 17 8 4 bezoek 2 16 4 - - 0,3 - Ohm Festival bekend 12 57 23 6 5 4 3 bezoek 1 7 5 - - - - één of meer muziekfestivals bekend 93 93 93 94 94 92 93 bezoek 36 56 33 29 29 35 39 Het aandeel dat een of meer muziekfestivals bezocht is groter onder mannen (39%) dan onder vrouwen (33%). Ditzelfde zien we terug bij bezoek aan het Bluesfestival (mannen: 21%; vrouwen: 13%) en het Jazzfestival (mannen: 30%; vrouwen: 24%). Twee muziekfestivals zijn meer bekend bij mannen: Zowel Popronde als Stukafest zijn bekend bij 23% van de mannen (vrouwen respectievelijk 17% en 18%). Vrouwen zijn meer bekend met het Delft Chamber Music Festival (83%; mannen: 76%). Het bezoek aan tenminste één Delfts muziekfestival is groter onder Nederlandse Delftenaren (73%) dan onder (niet-) westerse Delftenaren (32%). Daarnaast zien we dat Nederlandse Delftenaren meer bekend zijn met het Delft Chamber Music Festival (81%), Popronde (22%), Jazzfestival Delft (89%) en Aangeschoten Wild (21%) dan Delftenaren van (niet-) westerse herkomst (respectievelijk 73%, 15%, 85% en 16%). De bekendheid met een of meer Delftse muziekfestivals loopt op met opleidingsniveau: van 88% onder laagopgeleiden tot 95% onder hoogopgeleiden. Het bezoek is het grootst onder Delftenaren met een midden opleidingsniveau (41%, laag: 26%; hoog: 34%). De bekendheid van de volgende festivals is het grootst onder hoogopgeleiden: Delft Chamber Music Festival, Jazzfestival Delft, 40

Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bekend Bezocht Bluesfestival. De overige festivals zijn het meest bekend onder Delftenaren met een midden opleidingsniveau. Ongeveer drie van de tien van hen zijn bekend met Aangeschoten Wild, Delft Citypop, Stukafest en Popronde. Ruim een vijfde deel kent het Ohm Festival. Qua bezoek zien we ook dat deze groep het meest de muziekfestivals bezoekt. Zo bezoeken drie van de tien Delftenaren met een midden opleidingsniveau het Jazzfestival Delft (laag: 21%; hoog: 26%). Een vijfde deel bezoekt het Bluesfestival (laag: 14%; hoog: 17%). Het Delft Chamber Music Festival wordt door een tiende deel van de midden- en hoogopgeleiden bezocht. Tabel 26 geeft een vergelijking van de bekendheid met en het bezoek aan drie Delftse muziekfestivals die alle vijf de jaren in het onderzoek bevraagd zijn. Tabel 27 geeft het overzicht van de overige muziekfestivals die dit bevraagd zijn en die te vergelijken zijn met de vorige meting in 2015. Voor het Delft Chamber Music Festival en het Bluesfestival is de bekendheid gestegen. Voor het Bluesfestival zelfs met 14% vergeleken met 2015. Het bezoek aan deze twee festivals nam licht toe sinds 2012. Voor het Jazzfestival geldt dat de cijfers zeer vergelijkbaar zijn met 2012. De bekendheid van Delft Citypop is afgenomen van 41% in 2015 tot 23% dit. Tabel 26. Bekendheid en bezoek aan drie muziekfestivals in Delft, vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 2008 2010 2012 2015 2017 Jazzfestival Delft 89 32 91 34 88 28 92 26 88 27 Delft Chamber Music Festival 74 7 74 7 76 6 78 7 79 9 Bluesfestival* 49 14 52 16 55 14 57 15 71 17 * In 2008 t/m 2015 heette dit festival het De Koninck Bluesfestival, in 2017 werd dit Bluesfestival. Tabel 27. Bekendheid en bezoek aan de muziekfestivals in Delft, vergelijking 2015 en 2017 2015* (n=1.102) 2017** (n=836) Delft Citypop bekend 41 23 bezoek 5 1 Stukafest bekend 19 20 bezoek 3 2 Popronde bekend 18 20 bezoek 3 3 Aangeschoten Wild bekend 19 20 bezoek 3 2 Ohm Festival bekend 11 12 bezoek 0,3 1 één of meer muziekfestivals bekend 96 93 bezoek 39 36 * In 2015 zijn, naast het Jazzfestival, Delft Chamber Music Festival, Bluesfestival ook bevraagd: Westerpop en Musouk. Deze cijfers zijn opgenomen in de berekening een of meer muziekfestivals. ** In 2017: ook de cijfers Jazzfestival, Delft Chamber Music Festival en Bluesfestival zijn opgenomen in de berekening een of meer muziekfestivals. 41

Beoordeling Delftse muziekfestivals Aan de respondenten is vervolgens gevraagd wat zij vinden van de gemiddelde kwaliteit van de door hen bezochte Delftse muziekfestivals. Onderstaand figuur geeft de resultaten weer op volgorde van het aantal respondenten dat het festival heeft bezocht. Bij de meeste muziekfestivals is het aantal respondenten klein. De festivals worden door het overgrote merendeel van de respondenten als (zeer) goed beoordeeld. Figuur 11 42

2.5.3 Evenementen in Delft Landelijke evenementen worden ook in de stad Delft gevierd. De meeste van deze evenementen zijn in 2015 voor het eerst bevraagd, waardoor we enkel kunnen vergelijken met 2015. Swim to Fight Cancer Delft en Oranjekoorts zijn dit voor het eerst opgenomen in het onderzoek. Wederom geldt dat vrijwel iedereen bekend is met deze evenementen in de stad. Ook heeft vrijwel iedereen tenminste één van deze evenementen bezocht. Het meest bezochte evenement is Koningsdag. Bijna de helft van de respondenten bezocht dit evenement afgelopen. Een derde deel bezocht de Open Monumentendag in Delft. Bijna een kwart bezocht de Intocht van Sinterklaas in Delft. Figuur 12 43

Het aandeel dat minstens één evenement in de afgelopen 12 maanden heeft bezocht ligt het laagst onder de 18-24 jarigen en de 25-34 jarigen (beiden 90%), en het hoogst onder de leeftijdsgroepen vanaf 45, zie Tabel 22 tabel. Open Monumentendag wordt bovengemiddeld bezocht door 55-plussers. Koningsdag in Delft wordt bezocht door zes van de tien 35-44 jarigen en de helft van de 45-54 jarigen en de 25-34 jarigen. Ruim een derde van de 25-34 jarigen en de 35-44 jarigen bezoekt de intocht van Sinterklaas. Een vijfde deel van de 25-34 jarigen en de 35-44 jarigen bezoekt de Naskermis. Tabel 28. Bekendheid en bezoek evenementen in Delft, naar leeftijd totaal (n=832) 18-24 (n=86) 25-34 (n=112) 35-44 (n=132) 45-54 (n=150) 55-64 (n=145) 65+ (n=206) Open Monumentendag bekend 92 81 86 91 95 95 96 bezoek 32 20 33 28 30 37 39 Koningsdag bekend 91 80 93 95 94 93 87 bezoek 45 30 49 60 50 42 38 Intocht Sinterklaas bekend 90 57 86 92 96 97 96 bezoek 23 7 35 35 17 21 20 Museumnacht bekend 83 71 82 83 90 82 85 bezoek 8 10 12 9 7 8 4 Carnaval bekend 82 50 71 83 91 88 89 bezoek 9 3 13 11 5 13 10 Naskermis bekend 73 40 67 70 80 79 84 bezoek 12 10 20 21 8 8 10 Swim to Fight Cancer bekend 64 49 61 63 69 69 65 bezoek 9 7 6 8 8 7 12 Oranjekoorts bekend 16 40 30 13 11 10 8 bezoek 3 10 6 3 1 1 1 één of meer evenementen in Delft bekend 98 97 97 96 99 98 99 bezoek 95 90 90 93 97 97 98 Alle evenementen in Delft zijn meer bekend onder vrouwen dan mannen. Het verschil is het grootst bij Swim to Fight Cancer Delft (vrouwen: 76%; mannen: 53%), gevolgd door de Naskermis in Delft (vrouwen: 79%; mannen: 67%). Het verschil is 5-8% bij: Museumnacht, de intocht van Sinterklaas, Carnaval en de Open Monumentendag. De intocht van Sinterklaas wordt ook meer bezocht door vrouwen (27%) dan mannen (18%). Vier van deze evenementen in Delft zijn duidelijk meer bekend bij Nederlandse Delftenaren dan bij (niet-) westerse Delftenaren. Het verschil is meer dan 10% bij: Swim to Fight Cancer (67%; (niet-) westers: 53%) en de Naskermis (76%; (niet- )westers: 62%). Ook Oranjekoorts (17%) en Carnaval (83%) zijn meer bekend bij de Nederlandse Delftenaren dan bij de Delftenaren van (niet-) westerse herkomst (respectievelijk 11% en 78%). Open Monumentendag wordt door een derde van de Nederlandse Delftenaren bezocht, en door een kwart van de (niet-) westerse Delfteanren. Swim to Fight Cancer wordt door 10% van de Nederlandse Delftenaren bezocht ((niet-) westerse Delftenaren: 44

2%). Delftenaren van (niet-) westerse herkomst bezoeken relatief meer de intocht van Sinterklaas in Delft (27%), dan Nederlandse Delftenaren (21%). Voor Koningsdag, Open Monumentendag en de Museumnacht geldt dat de hoogopgeleiden het meest bekend zijn hiermee (respectievelijk 94%, 94% en 88%). Voor de Naskermis, de intocht van Sinterklaas en Swim to Fight Cancer zijn zowel de laag- als de hoogopgeleiden het meest bekend (laag: respectievelijk 79%, 95% en 67% (hoog: nauwelijks verschil)). Carnaval is bekend bij 91% van de laagopgeleiden. Oranjekoorts is bekend bij een vijfde deel van de Delftenaren met een midden opleidingsniveau. Bijna de helft van de laag- en hoogopgeleiden bezoekt Koningsdag in Delft (midden: 38%). Hoogopgeleiden bezoeken relatief veel de Open Monumentendag (38%; laag: 29%; midden: 26%). Laagopgeleiden bezoeken het Carnaval relatief veel (16%; midden: 9; hoog: 8%). Hetzelfde geldt voor Swim to Fight Cancer (17%; midden: 9%; hoog: 6%). De Museumnacht wordt door een klein tiende deel van de midden- en hoogopgeleiden bezocht. Een zestal evenementen in Delft zijn ook voorgelegd aan de respondenten in de meting van 2015. De resultaten staan in Tabel 29. Er treden nauwelijks verschillen op. Tabel 29. Bekendheid en bezoek aan zes evenementen in Delft, vergelijking 2015 en 2017 2015 (n=1.102) 2017* (n=832) Open Monumentendag bekend 92 92 bezoek 32 32 Koningsdag bekend 91 91 bezoek 48 45 Intocht Sinterklaas bekend 91 90 bezoek 25 23 Museumnacht bekend 86 83 bezoek 9 8 Carnaval bekend 80 82 bezoek 9 9 Naskermis bekend 77 73 bezoek 14 12 één of meer evenementen in Delft bekend 98 98 bezoek 92 95 *In 2017 zijn ook bevraagd: Swim to Fight Cancer Delft en Oranjekoorts. Deze cijfers zijn opgenomen in de berekening een of meer evenementen in Delft. 45

Beoordeling evenementen in Delft Wederom is er aan de bezoekers gevraagd wat zij vinden van de gemiddelde kwaliteit van de door hen bezochte evenementen. Figuur 13 geeft de resultaten weer op volgorde van het aantal bezoekers van het evenement. Voor sommige evenementen betreft dit weinig respondenten. De meeste evenementen worden door het overgrote merendeel van de bezoekers als (zeer) goed beoordeeld. Over de Naskermis en het Carnaval is ook een deel neutraal (in beide gevallen ruim vier van de tien). Bijna een vijfde deel vindt het Carnaval in Delft en Oranjekoorts (zeer) slecht, een tiende is negatief over de kwaliteit van de Naskermis. Figuur 13 Taptoe Delft en Westerpop Naast deze evenementen gehouden in Delft zijn de respondenten gevraagd of zij wel eens gehoord hebben van Taptoe Delft en Westerpop. Ongeveer negen van de tien Delftenaren heeft wel eens van Taptoe Delft en Westerpop gehoord. Tabel 30. Heeft u wel eens gehoord van de volgende in Delft gehouden evenementen? 2017 aantal % (n=832) Taptoe Delft 759 91 Westerpop 727 87 46

2.5.4 Beoordeling huidige evenementenaanbod Aan alle respondenten is gevraagd wat men vindt van het huidige evenementenaanbod in Delft, zie Figuur 14. Twee derde deel van de respondenten vindt het huidige evenementenaanbod in Delft (zeer) goed. Ruim een vijfde deel vindt het aanbod goed noch slecht. Een aandeel van 4% vindt het aanbod (zeer) slecht. Ook geeft bijna een tiende deel aan het niet te weten. Vergeleken met de metingen in 2012 en 2015 zien we dat de resultaten van 2017 hier tussen in liggen, en men dit weer positiever is over het evenementenaanbod dan in 2015 het geval was. Figuur 14 Het aandeel dat het huidige evenementenaanbod in Delft (zeer) goed vindt, ligt onder het gemiddelde bij de 65-plussers (59%). De 18-24 jarigen en de 35-44 jarigen zijn het meest positief: respectievelijk 70% en 72% vindt het aanbod (zeer) goed. De 18-24 jarigen zijn ook het meest negatief: 10% vindt het aanbod (zeer) slecht. Laagopgeleiden zijn in mindere mate positief (53%) over het huidige evenementenaanbod in Delft en reageren meer neutraal (33%). Er zijn nauwelijks verschillen naar geslacht of herkomst. De respondenten die hebben aangegeven het evenementenaanbod (zeer) goed of (zeer) slecht te vinden zijn gevraagd om een toelichting. Hieronder volgen de toelichtingen die meermalen genoemd zijn. Bijlage II bevat alle toelichtingen. (zeer) goed: genoeg aanbod/ruime keuze, groot/veel, breed en gevarieerd/divers aanbod, voor ieder wat wils, voor diverse doelgroepen en voor breed publiek, gedurende het hele is er altijd wel iets te doen/verspreid over het hele, hoge kwaliteit, meestal gratis, soms zelfs teveel evenementen met daarbij geluidsoverlast en drukte in de binnenstad, genoeg zo, hoeveelheid en soort evenementen passen bij een stad als Delft (qua grootte) en daarbij hebben we Den Haag en Rotterdam. Men merkt wel op dat er op bepaalde evenementen wordt bezuinigd of dat ze verdwijnen. Bewoners uiten zich positief over o.a. de Museumnacht, Mooi Weer Spelen (zoals het was), Lichtjesavond (wel druk), Jazz- en Bluesfestival, Varend Corso, Westerpop en Taptoe Delft. (zeer) slecht: te veel aanbod, te weinig aanbod, te eenzijdig aanbod/weinig variatie, teveel gericht op specifieke doelgroepen (studenten, toeristen), te weinig voor de jeugd, beperkte kwaliteit, commercieel/amusement gericht op de massa, niet interessant voor mij, niet goed georganiseerd. 47

2.5.5 Bereidheid tot betalen voor favoriet evenement Zijn de respondenten bereid om te betalen voor hun favoriete gratis evenement, indien dit volgend het geval zou zijn? Bijna de helft van de respondenten zou hiertoe zeker tot waarschijnlijk wel bereid zijn (47%). Een derde deel (32%) waarschijnlijk tot zeker niet. Een vijfde deel geeft aan het niet te weten. Figuur 15 De respondenten die waarschijnlijk/zeker niet bereid zijn te betalen voor hun favoriete gratis evenement konden hun antwoord toelichten. Men noemt vooral: betalen maakt de drempel hoger, gratis maakt het laagdrempelig en leuker om te gaan en mogelijk om spontaan/ongepland/kortdurend te bezoeken als het zo uitkomt/als je ertegenaan loopt, zonder tevoren een kaartje te kopen, ik heb er geen geld voor (over), te laag inkomen/aow, dan ga ik niet/minder naar evenementen, kwaliteit niet goed genoeg om ervoor te betalen, te weinig interesse in om ervoor te gaan betalen, genoeg alternatieve gratis evenementen elders, het eten en drinken bij evenementen is al duur genoeg, lastig/ongepast betalen voor evenementen in openbare ruimte met bezoekers uit andere gemeenten, de gemeentelijke belastingen van Delft zijn al duur genoeg, via belastingen betalen we er al voor, betaal al aan cultuur bijvoorbeeld musea, concerten en voorstellingen. Alle antwoorden staan in Bijlage II. Het aandeel dat bereid is tot betalen is het laagst onder 25-34 jarigen (35%). Deze leeftijdsgroep is hiertoe ook meer niet bereid (40%), net zoals de 18-24 jarigen (37%). Het aandeel dat hiertoe niet bereid is, is relatief klein onder 55-64 jarigen (27%). Hoogopgeleiden zijn in meerdere mate bereid om zeker of waarschijnlijk wel te betalen voor hun favoriete gratis evenement (51%, laag: 38%; midden: 43%), zij geven minder aan hiertoe niet bereid te zijn (29%, laag: 39%; midden:34%). Er treden nauwelijks verschillen op bij uitsplitsing naar geslacht of herkomst. In het onderzoek van 2015 is deze vraag ook gesteld. Men is dit meer bereid te betalen voor een favoriet evenement dan in 2015 het geval was. In 2015 was 43% bereid tot betaling voor hun favoriete evenement; 37% was hiertoe niet bereid. 48

2.6 KUNSTZINNIGE ACTIVITEITEN In Tabel 31 staan resultaten qua deelname aan kunstzinnige activiteiten van in de afgelopen 12 maanden. De eerste kolom bevat het aandeel dat de kunstzinnige activiteit heeft beoefend, de tweede kolom de frequentie. De frequentie van deelname is begrensd op dagelijkse deelname (maximaal 365 keer). Ruim de helft van de Delftenaren beoefende in de afgelopen 12 maanden één of meer kunstzinnige activiteiten. Dit deden zij gemiddeld 99,2 keer. Tekenen of schilderen wordt door een vijfde deel van de Delftenaren gedaan, gemiddeld ongeveer 30 keer in het afgelopen. Een klein vijfde deel bespeelt een muziekinstrument. De frequentie van het bespelen van een muziekinstrument ligt het hoogst van alle soorten kunstzinnige activiteiten, namelijk op 93 keer in het afgelopen. Activiteiten die ook door relatief veel respondenten gedaan worden zijn fotografie/film/video (16%) en zingen (15%). Zingen deed men gemiddeld ruim 50 keer in het afgelopen. Een aandeel van 13% doet aan design. Tabel 31. Deelname aan kunstzinnige activiteiten (max. 365 keer per ), Delftenaren 18 en ouder Deelname aan kunstzinnige activiteiten Gem. aantal deelnames tekenen, schilderen 21 30,5 muziekinstrument bespelen 18 93,1 fotografie/film/video 16 42,9 zingen 15 52,4 design (vb. meubels, websites, logo's) 13 23,2 verhalen/gedichten schrijven 10 39,2 werken met textiel, wandkleden maken, weven 8 43,0 beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 6 23,4 dans, volksdans, ballet, jazzballet 6 36,3 muziek maken op de computer 3 41,6 toneel, mime 3 40,0 DJ of VJ 1 44,7 graffiti 1 1,0 één of meer kunstzinnige activiteiten 55 99,2 49

Zoals in Tabel 32 te zien is, is de deelname aan kunstzinnige activiteiten bovengemiddeld onder de 18-24 jarigen (83%) en de 35-44 jarigen (62%). Ruim acht van de tien 18-24 jarigen deden aan kunstzinnige activiteiten in het afgelopen. Onder 35-44 jarigen was dit ongeveer zes op de tien. De 18-24 jarigen doen relatief meer aan een muziekinstrument bespelen, fotografie/film/video, zingen, design, verhalen/gedichten schrijven, dans en toneel. De 35-44 jarigen doen veel aan een muziekinstrument bespelen en fotografie/film/video. Tabel 32. Deelname aan kunstzinnige activiteiten (max. 365 keer per ), naar leeftijd totaal (n=829) 18-24 (n=86) 25-34 (n=112) 35-44 (n=132) 45-54 (n=149) 55-64 (n=144) 65+ (n=205) tekenen, schilderen 21 23 28 25 18 19 18 muziekinstrument bespelen 18 33 16 24 15 12 13 fotografie/film/video 16 24 19 22 10 15 12 zingen 15 20 15 17 12 15 15 design 13 38 16 15 9 11 3 verhalen/gedichten schrijven 10 20 14 13 7 6 6 werken met textiel, wandkleden maken, weven 8 10 12 6 9 11 4 beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 6-9 10 5 7 6 dans, volksdans, ballet, jazzballet 6 13 7 7 8 3 3 muziek maken op de computer 3 7 5 5 3 2 2 toneel, mime 3 10 4 4 2 2 1 DJ of VJ 1-2 0,4 1 0,4 0,3 graffiti 1 3-1 0,3 0,2 - één of meer kunstzinnige activiteiten 55 83 56 62 48 51 46 Relatief meer vrouwen beoefenen één of meer kunstzinnige activiteiten (59%) dan mannen (51%). Over het algemeen beoefenen vrouwen meer dan mannen de volgende activiteiten: tekenen, schilderen (28%; mannen: 15%), zingen (19%; mannen: 12%), werken met textiel (13%; mannen: 3%), beeldhouwen (10%; mannen: 3%). Het tegenovergestelde geldt voor een muziekinstrument bespelen (20%; vrouwen: 14%), fotografie/film/video (20%; vrouwen: 11%), design (16%; vrouwen: 9%) en muziek maken op de computer (6%; vrouwen: 1%). Delftenaren van (niet-) westerse herkomst nemen relatief meer deel aan kunstzinnige activiteiten (60%) dan Nederlandse Delftenaren (53%). Dit geldt ook voor fotografie/film/video (20%; Nederlands: 15%) en design (18%; Nederlands: 11%). Een aandeel van 35% van de laagopgeleiden doet aan één of meer kunstzinnige activiteiten. Tussen midden- en hoogopgeleiden is het verschil kleiner (midden: 56%; hoog: 59%). Ditzelfde is het geval voor tekenen/schilderen, een muziekinstrument bespelen, fotografie/film/video, design en verhalen/gedichten schrijven. Het maximale verschil tussen laagopgeleiden en midden- of hoogopgeleiden bij deze activiteiten varieert van 6% tot 15%. Werken met textiel wordt meer gedaan door hoogopgeleiden (10%). Design wordt het meest gedaan onder de midden opgeleiden (17%). De tabellen met de percentages naar geslacht, herkomst en opleidingsniveau staan in Bijlage I. 50

Aan de respondenten die tenminste één kunstzinnige activiteit hebben beoefend, is gevraagd op welke locatie(s) zij deze activiteit(en) hebben uitgevoerd. Het was mogelijk om meerdere locaties te noemen. In Tabel 33 staan de percentages berekend op alle respondenten en daarnaast op de groep die tenminste één kunstzinnige activiteit heeft beoefend. Bijna de helft van alle respondenten (48%) beoefende thuis een kunstzinnige activiteit. Ruim een tiende deel deed dit bij een club/vereniging/gezelschap of bij een project/evenement. Kijken we naar de groep die minimaal één kunstzinnige activiteit heeft beoefend in het afgelopen dan blijkt dat bijna negen van de tien beoefenaars van kunstzinnige activiteiten dit thuis deden. Tabel 33. Locaties waar de respondenten tenminste één kunstzinnige activiteit beoefend hebben aantal % van alle resp. (n=829) % van resp. die min. één kunstzinnige activiteit hebben gedaan (n=456) thuis 397 48 87 club, vereniging, gezelschap 118 14 26 project of evenement 98 12 22 muziek-/ballet-/toneel-/dansschool of centrum 47 6 10 De VAK 35 4 8 buurthuis/wijkcentrum 21 3 5 Tabel 34 toont de locaties per soort kunstzinnige activiteit. Vrijwel alle kunstzinnige activiteiten werden voornamelijk thuis beoefend. Zingen doet men naast thuis ook veel bij een vereniging of gezelschap (39%). Tabel 34. Kunstzinnige activiteiten, naar locatie (n=829) N thuis club vereniging gezelschap project of evenement muziek-/ ballet-/ toneel-/ dansschool of centrum De VAK buurthuis/ wijkcentrum tekenen, schilderen 176 90 3 8 2 5 4 muziekinstrument bespelen 145 86 20 9 13 8 1 fotografie/film/video 132 89 4 17 5 3 1 zingen 128 53 39 24 6 4 7 design 106 97 9 13 3 1 - verhalen/gedichten schrijven 82 95 8 8-4 0,5 werken met textiel, wandkleden maken, weven 68 96 5 7 - - 3 beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden 52 78 6 11 3 11 4 maken dans, volksdans, ballet, jazzballet 51 12 29 23 38 8 3 muziek maken op de computer 28 100 - - - - - toneel, mime 23 41 51 28 2-5 DJ of VJ 5 73 43 27 - - - graffiti 4-72 94 - - - één of meer kunstzinnige activiteiten* 456 87 26 22 10 8 5 *berekend op de groep die tenminste 1 kunstzinnige activiteit heeft beoefend. 51

Deelname activiteiten Gem. aantal activiteiten Deelname activiteiten Gem. aantal activiteiten Deelname activiteiten Gem. aantal activiteiten Deelname activiteiten Gem. aantal activiteiten Deelname activiteiten Gem. aantal activiteiten Men kon ook een andere locatie noemen, per kunstzinnige activiteit. Activiteiten zoals tekenen/schilderen, beeldhouwen of werken met textiel zijn: atelier, op vakantie, op het werk, bij anderen thuis (vrienden en vriendinnen). Muziek spelen of zingen doet men vooral in de kerk, bij een koor, in een band, tijdens optredens, op les bij een leraar, bij/met vrienden. Fotografie/film/video doet men buiten, in de natuur, op diverse locaties, als werkproject. Dansen doet men ook in andere gemeenten. Alle andere genoemde locaties staan per kunstzinnige activiteit gesorteerd in Bijlage II. In Tabel 35 staan de resultaten van de deelname aan kunstzinnige activiteiten over de jaren 2008, 2010, 2012, 2015 en 2017 naast elkaar. De maximale frequentie staat in ieder op dagelijks. Het aandeel dat tenminste één activiteit beoefend heeft, is vergelijkbaar met 2012, net iets groter dan de vorige meting in 2015. De frequentie ligt ook hoger (99,2 keer) dan de vorige meting in 2015 (86,6 keer). Van alle metingen was de deelname en de frequentie het hoogst in het 2010 (60%, 104 keer). Tabel 35. Deelname aan kunstzinnige activiteiten (max. 365 keer/jr), vergelijking 2008, 2010, 2012, 2015, 2017 2008 2010 2012 2015 2017 tekenen, schilderen 22 24,2 23 25,3 18 22,3 20 22,0 21 30,5 muziekinstrument bespelen 22 84,3 23 86,3 20 79,7 17 91,8 18 93,1 fotografie/film/ video 17 38,1 21 37,5 17 32,5 16 32,3 16 42,9 zingen 16 67,6 18 54,5 15 49,1 15 58,5 15 52,4 design 16 23,7 16 35,0 10 25,7 12 23,8 13 23,2 verhalen/gedichten schrijven 10 33,3 13 31,5 8 34,8 9 32,1 10 39,2 werken met textiel 7 18,9 8 17,5 9 17,2 8 20,9 8 43,0 beeldhouwen, pottenbakken, 9 13,7 9 11,1 9 13,7 9 8,8 6 23,4 sieraden maken dans, volksdans, (jazz)ballet 7 20,5 9 39,4 6 23,8 8 21,3 6 36,3 muziek maken op de computer 7 28,5 7 45,1 5 40,8 3 34,6 3 41,6 toneel, mime 3 27,5 5 10,0 2 10,7 3 11,1 3 40,0 DJ of VJ 1 21,7 2 15,1 2 45,8 2 8,1 1 44,7 graffiti 0,4 10,1 1 2,6 0,5 6,7 0,1 1,0 1 1,0 één of meer kunstzinnige activiteiten 58 95,3 60 104,0 55 82,7 53 86,6 55 99,2 52

2.6.1 Reden om geen creatieve cursus of les te volgen Ruim vier van de tien respondenten nemen geen deel aan kunstzinnige activiteiten. Aan hen is de vraag gesteld wat de reden is dat zij geen creatieve cursussen of lessen volgen. Men kon meerdere antwoorden geven. Figuur 16 bevat de resultaten. De helft geeft aan geen interesse te hebben in creatieve cursussen of lessen. (Ruim) vier van de tien respondenten geven aan andere hobby s te hebben (44%) of het er te druk voor te hebben (40%). Een aandeel van 14% vindt het te duur. Ongeveer een tiende deel noemt dat het tijdstip vaak niet uitkomt. Het was ook mogelijk om een andere reden op te geven. Een aandeel van 12% van de respondenten heeft dit gedaan. Meermalen genoemd wordt: geen zin in/geen behoefte aan, ik doe andere dingen (bijv. werk, sporten, wandelen, kaarten, vrijwilligerswerk), ik heb een lichamelijke beperking/ziekte/ slechte gezondheid, vanwege mijn leeftijd, geen tijd voor, te druk met mantelzorg, heb geen talent/ben niet creatief aangelegd. Alle antwoorden staan in Bijlage II. Figuur 16 53

2.6.2 Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen Respondenten die zingen of een muziekinstrument bespelen konden aangeven of zij in een band spelen, zie Tabel 36. Een aandeel van 17% speelt in een band, 10% zit niet in een band maar zou dit wel willen. Tabel 36. Speelt u in een band? Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen aantal % ja 38 17 nee, maar dat zou ik wel willen 23 10 nee, dat wil ik niet 162 73 totaal 222 100 Een kwart van de Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen, maakt gebruik van oefenruimtes in Delft (niet bij iemand thuis). Ongeveer een tiende deel geeft aan nog geen gebruik te maken van oefenruimtes in Delft maar dit wel te willen. Tabel 37. Maakt u gebruik van oefenruimtes in Delft, anders dan bij iemand thuis? Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen aantal % ja 53 24 nee, maar dat zou ik wel willen 19 9 nee, daar heb ik geen behoefte aan 149 67 totaal 222 100 De respondenten die gebruik maken van oefenruimtes, zijn vervolgens gevraagd welke ruimtes zij gebruiken. Ongeveer vier van de tien maken gebruik van de TUDelft, bijna een vijfde deel van SPOD. Ruim de helft maakt gebruik van een andere ruimte, zie Bijlage II. Andere oefenruimtes die meermalen genoemd zijn, zijn bijvoorbeeld: Stanislas of ander schoolgebouw, De VAK Delft, Abtswoude centrum, buurthuis of -centrum, Kerk (Marcuskerk, Hofkerk), bij een club, Delftstede, Rietveldtheater. Tabel 38. Van welke oefenruimte maakt u gebruik? Delftenaren die gebruik maken van oefenruimtes (meerdere antwoorden mogelijk) (n=53) aantal % TUDelft 23 42 SPOD 9 16 ergens anders, namelijk: 29 55 Ongeveer vier van de tien Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen, hebben wel eens opgetreden in Delft, zie Tabel 39. Tabel 39. Heeft u wel eens opgetreden in Delft? Delftenaren die zingen of een muziekinstrument bespelen aantal % nee 128 58 ja 94 42 totaal 222 100 54

De Delftenaren die in Delft hebben opgetreden zijn gevraagd naar de locatie(s) van hun optreden. Meermalen genoemd zijn: in de kerken (Oude kerk, Maria van Jessekerk, Vredeskerk, Nieuwe kerk, Hofkerk, Gezellekerk, Waalse kerk, Lutherse kerk), bij De VAK, Theater de Veste, in buurthuizen, in de verschillende caféʹs (bijvoorbeeld: Onder Ons, Wijnhaven, Kurk, de V, Boterhuis), Koornbeurs, op de Markt, op een festival/evenement (Lichtjesavond, Open Monumentendag), in diverse verzorgingshuizen, Floratheater, Rietveldtheater, Cultuurcentrum/Aula TUDelft, botanische tuin, Prinsenhof. Alle genoemde locaties staan in Bijlage II. De Delftenaren die zingen of een instrument bespelen, hebben aangegeven in hoeverre zij mogelijkheden zien voor (beginnende en) lokale bands om op te treden in Delft. Figuur 17 toont de resultaten. De meerderheid, bijna zes van de tien respondenten, weet dit niet. Een klein kwart is positief over de mogelijkheden voor (beginnende en) lokale bands om in Delft op te treden. Een tiende deel vindt de mogelijkheden (zeer) onvoldoende. Figuur 17 Aan de respondenten die de mogelijkheden tot optreden (zeer) onvoldoende vinden, is nog gevraagd toe te lichten waar dit aan ligt. De respondenten vertellen bijvoorbeeld: er is geen professioneel (pop)podium meer in Delft, te weinig podia in Delft, zalen zijn te duur (voor orkest), weinig/geen geschikte/betaalbare optreedlocaties beschikbaar, te strenge regels (geluidsoverlast) en bezuinigingen. De antwoorden staan in Bijlage II. 55

2.6.3 Aanbod kunstzinnige activiteiten Aan alle respondenten is gevraagd in welke mate het aanbod in Delft om dit soort activiteiten te ondernemen, aansluit bij hun wensen. Figuur 18 bevat de resultaten in totaal en voor twee groepen: beoefenaars van kunstzinnige activiteiten en respondenten die geen kunstzinnige activiteit beoefend hebben. Naar verwachting is het aandeel weet niet groter bij de respondenten die het afgelopen geen kunstzinnige activiteit hebben beoefend. De helft van de beoefenaars van kunstzinnige activiteiten geeft aan het aanbod (zeer) voldoende te vinden. Bijna een vijfde deel is neutraal over het aanbod kunstzinnige activiteiten. Een aandeel van 6% is negatief over de mate waarin het aanbod aansluit op hun wensen. Ongeveer een kwart geeft aan het niet te weten. Figuur 18 Het aandeel dat het aanbod (zeer) voldoende vindt aansluiten bij hun wensen is het grootst onder 18-24 jarigen (52%) en het kleinst onder de 35-44 jarigen en de 55-64 jarigen (beiden 38%). De 35-44 jarigen geven daarbij het meest aan de aansluiting van het aanbod op hun wensen (zeer) onvoldoende te vinden (10%). Het aandeel dat het aanbod (zeer) voldoende vindt aansluiten bij hun wensen loopt op naarmate men hoger is opgeleid, van 31% onder laagopgeleiden tot 47% onder hoogopgeleiden (midden: 38%). Dit verschil wordt gecompenseerd in het aandeel "weet niet" (laag: 45%; hoog: 28%). Er is nauwelijks verschil bij uitsplitsing naar geslacht of herkomst. Deze vraag is sinds het onderzoek van 2012 gesteld. Vergeleken met 2012, is het aandeel kunstbeoefenaars dat aangeeft dat het aanbod (zeer) voldoende aansluit op hun wensen toegenomen, van 44% in 2012 naar 45% in 2015 tot 50% dit. Het aandeel dat het aanbod (zeer) onvoldoende vindt aansluiten was in 2012 en 2015 iets groter (respectievelijk 10% en 9%) dan nu. Aan de respondenten die hier hebben aangegeven dat het aanbod kunstzinnige activiteiten in Delft (zeer) onvoldoende aansluit bij hun wensen is gevraagd waarom dit zo is. De volgende redenen worden meermalen genoemd: waar ik interesse in heb is er niet/te beperkt/andere wensen (zeer uiteenlopend wat er genoemd wordt aan kunstzinnige activiteiten), te duur (De VAK), aanbod is niet gericht op mijn leeftijd, tijdstip komt niet uit. Alle antwoorden staan in Bijlage II. 56

2.7 CULTUREEL AANBOD Deze paragraaf gaat over het totale culturele aanbod in Delft. 2.7.1 Informatiebron over het culturele aanbod Op welke manier willen Delftenaren op de hoogte gehouden worden over het culturele aanbod in de stad? Dit is gevraagd aan de respondenten. Zij konden meerdere antwoorden geven. Ruim zes van de tien Delftenaren zouden via advertenties in lokale kranten geïnformeerd willen worden. Een derde ontvangt graag een digitale nieuwsbrief per mail over het aanbod in de stad. Bijna drie van de tien ontvangen graag informatie via posters, Delft.nl of Facebook. Een tiende deel geeft aan hierover niet geïnformeerd te hoeven worden. Enkele respondenten geven een ander antwoord, bijvoorbeeld: een actuele, complete, culturele agenda/overzicht (nu te verspreid), via indebuurt.nl, via een website of app, ik word al geïnformeerd/ik zoek zelf informatie op als ik interesse heb, borden op straat/openbare plekken, stadsradio. Alle antwoorden staan in Bijlage II. Figuur 19 57

Tabel 40 geeft de resultaten naar leeftijd. Er treden vele verschillen op tussen de leeftijdsgroepen. De percentages van 30% en groter zijn in het groen aangegeven. Het aandeel dat via advertenties in lokale kranten op de hoogte gehouden wil worden van het culturele aanbod in de stad loopt op met leeftijd, van 33% onder 18-24 jarigen tot 77% onder 65- plussers. Vanaf 25 geeft men de voorkeur aan deze informatiebron. De 18-24 jarigen geven de voorkeur aan posters en Facebook (beiden rond de zes op de tien). Ongeveer een derde deel van hen noemt een digitale nieuwsbrief, advertenties in lokale kranten en Delft.nl. De 25-34 jarigen noemen verder nog Facebook (44%), sites van diverse culturele organisaties (32%) en posters (30%). Een (ruim) derde deel van de 35-44 jarigen noemt nog posters, Facebook en Delft.nl. Onder 45-54 jarigen worden de posters (30%), Delft.nl (36%) en de digitale nieuwsbrief (40%) nog genoemd door een groot deel. De 55-plussers kiezen naast de advertenties in de lokale kranten ook voor de digitale nieuwsbrief (beiden ruim een derde deel). Tabel 40. Hoe zou u op de hoogte gehouden willen worden van het culturele aanbod in de stad?, naar leeftijd totaal (n=826) 18-24 (n=83) 25-34 (n=112) 35-44 (n=132) 45-54 (n=149) 55-64 (n=144) 65+ (n=205) via advertenties in lokale kranten 63 33 54 55 65 75 77 via een digitale nieuwsbrief 34 35 28 29 40 36 35 via posters 29 62 30 38 30 23 12 via Delft.nl 28 32 28 33 36 23 20 via Facebook 27 59 44 37 24 18 6 via de site van de diverse culturele organisaties 16 18 32 17 15 17 8 via folders verspreid aan huis 14 20 19 13 8 13 14 via flyers in de stad 13 14 27 14 10 14 6 ik hoef hierover niet geïnformeerd te worden 10 10 13 10 9 10 9 via Twitter 5 7 8 10 7 3 1 weet niet 2 4 2 1 1 1 2 anders, namelijk: 3 11 1 1 5 2 2 58

2.7.2 Uitspraken over het culturele aanbod in Delft Aan de respondenten is een zestal uitspraken over het cultureel aanbod in Delft voorgelegd. Zij konden vervolgens aangeven in hoeverre ze het eens dan wel oneens zijn met deze uitspraken. De Delftenaren zijn het meest (zeer) eens met de uitspraak Het cultuuraanbod in Delft draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad (72%). Ongeveer zes van de tien Delftenaren zijn het eens met een drietal uitspraken dat cultuur in Delft toegankelijk is en iedereen mee kan doen, Delft een hoogwaardig cultureel aanbod heeft en cultureel is. Telkens is minder dan een tiende deel het (zeer) oneens. Ongeveer de helft van de Delftenaren is het eens noch oneens met de uitspraak dat het cultureel aanbod in Delft op een overzichtelijke manier wordt gepresenteerd (48%). Het aandeel (zeer) eens (34%) is groter dan het aandeel (zeer) oneens (18%) bij deze uitspraak over de presentatie van het aanbod. Op de uitspraak dat Delft een cultureel aanbod heeft dat onderscheidend is van andere steden reageert men eveneens vooral neutraal (64%). Bij deze uitspraak is het deel (zeer) eens ongeveer gelijk aan het deel (zeer) oneens. Figuur 20 59

Ook in 2015 zijn deze uitspraken aan de respondenten voorgelegd. Er treden een aantal verschillen op in het aandeel dat het (zeer) eens is met de uitspraken, zoals Figuur 21 toont. Bij vijf van de zes uitspraken is het aandeel dat het (zeer) eens is met de uitspraken toegenomen vergeleken met 2015. Het verschil is het grootst bij de uitspraak Delft heeft een hoogwaardig cultureel aanbod, namelijk 9%. Ook bij de drie volgende uitspraken is het verschil bijna een tiende deel 2 : Het cultuuraanbod in Delft draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad (+8%) en Cultuur in Delft is toegankelijk, iedereen kan meedoen (+8%) en Delft is cultureel (+7%). Alleen bij de uitspraak Delft heeft een cultureel aanbod dat onderscheidend is van de andere steden is het aandeel dat het (zeer) eens is licht afgenomen. Niet opgenomen in de figuur is het verschil in het aandeel dat het (zeer) oneens is met de uitspraken. Enkel bij Delft is cultureel is er een duidelijke afname van het aandeel dat het (zeer) oneens is met deze uitspraak. Dit aandeel nam af van 11% in 2015 tot 6% in 2017. Figuur 21 2 Berekend met onafgeronde cijfers 60