Bemalingsadvies. Gracht Wim Noordhoekkade IJburg te Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Bemalingsadvies. Gracht Wim Noordhoekkade IJburg Watergang fase 2 te Amsterdam

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

Oriënterend bemalingsadvies ten behoeve van: Nieuwbouw villa, Larikslaan kavel 6 te Amsterdam

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Bemalingsadvies Kade bij Amstel Hotel

Duiker Lelylaan. Bemalingsadvies. Auteur(s) A.R. Jongerius. Opdrachtgever Grond & Ontwikkeling. Contactpersoon A.R. Jongerius Ingenieursbureau

Bemalingsadvies de Boelelaan Oost

Bemalingsrapportage. Project: Brug Ooijen. Onderdeel: 9 pijlers en 2 landhoofden. Opdrachtgever: Mooder Maas vof Postbus EK Hoofddorp

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

Bemalingsrapportage. Project: Riolering centrum Wanssum. Onderdeel: Uitlaat- en terugslagklep

Geohydrologisch advies bestemmingsplan Clarenburg 1 te Leusden

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

Bemalingsplan Aanleg extra trapopgang Oostlijn te Amsterdam

MEMO. winkelcentrum Leidsenhage. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gijsbert van Heest

Welkom bij de bijeenkomst: Wet- en regelgeving Bronneringen

Bemalingsrapportage. Project: Brug Blitterswijck (BOB) Onderdeel: 6 pijlers en 2 landhoofden

Freatische bemaling fundatie brug over de Gaasp (KW022)

Bemaling t.b.v. functievrij maken K&L A9/Gaasperdammertunnel - Kelbergenpad Pagina 1 van 26

Wie 1. Wie doet deze melding

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

31 juli M.2. Monitoringsplan. Straat van Messina 10 te Amstelveen. datum

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

In de ondergrond kunnen zettingsgevoelige lagen aanwezig zijn. Houd u hier rekening mee in de uitvoering.

Bemalingsrapportage RWZI te Weesp Pagina 2 van 35

Meldingsformulier voor het onttrekken en lozen van grondwater, als gevolg van bronbemaling, bodem- en grondwatersaneringen of proefonttrekkingen

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam.

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Opgesteld door René de Jong

Voorbereiden melding of vergunning

voor het onttrekken (en retourbemalen) van grondwater op de locatie Keizersgracht 27 D in Amsterdam.

voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder ter hoogte van Andrea Schelfhoutstraat 39A/B in Amsterdam

AMSTERDAM. T.a.v. Dhr. P. Klink. Postbus 16

Geotechnisch adviesbureau, uw partner in bouwputadvies en grondwatertechniek. Opdrachtgever: Van Zoelen BV Postbus RB Utrecht

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Opbarstrisico in kaart

24 Grondwateronttrekkingen en. grondwaterinfiltraties Inleiding

Bemalingsadvies t.b.v. 2-laags parkeerkelder a/d Danzigerkade te Amsterdam

Bemalingsadvies t.b.v.: Uitbreiding fabrieksgebouw (GOOPL) Nestlé a/d Laan 110 te Nunspeet

Bemalingsadvies duiker en HWA-uitlaat Boechorststraat

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

BEMALINGSPLAN Bemalingsplannummer: BMP Boezemkade, Demmerik, Wilnis. Opdrachtgever: A. Hak West B.v, Back -Upstraat 16, Amsterdam

Schijf Houthandel en Sloopwerken B.V. Maatwerkbesluit. voor het onttrekken van grondwater ter hoogte van Van Oldenbarneveldtstraat 53 in Amsterdam.

Datum. 14 november 2014

Perspectief. Antoon Minten Specialist Milieutechniek Ingenieursbureau Utrecht (IBU)

O1. Algemene gegevens

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Verdiepte ligging N18 ter hoogte van de Museumbuurtspoorlijn / Geukerdijk Effecten water

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

Sloop Weststrook Amstelkwartier 2 e fase

INHOUD blz. FIGUREN TABELLEN

Onderwerpen. Cursus Bekistingen, hulpconstructies en uitvoeringsmethoden Bouwputten, deel 2. Cursus Betonvereniging 1. Bouwputten deel 2.

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

SAMENVATTING. en funderingen

Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen. Postbus PC LEIDEN. 1 Inleiding

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Geohydrologie en Geotechniek

Terrein- en bodemgesteldheid

Bemalingsadvies zorghuis aan de Coentjesweg te Oud-Vossemeer

1 Inleiding Aanleiding Doel Gebruikte gegevens 4

omgevingsdienst HAAGLANDEN

nieuwbouw Kantoor- en trainingsgebouw (project P ) op Vliegbasis Volkel

Algemene regels vrijstelling vergunningplicht onttrekken van grondwater Keur waterschap Vechtstromen

ONTWERP WATERVERGUNNING

BARRIEREWERKING NIEUWBOUW KENNISCLUSTER RIJNBOOG TE ARNHEM

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Land & water. I. Calvelage.

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

Schiphol Nederland b.v. De heer B.E. Harder Postbus ZG Schiphol. Betreft: Besluit Waterwet wijziging vergunning Terminal 3 PNH1606

Van Kessel Bronbemaling

Geotechnisch adviesbureau, uw partner in bouwputadvies en grondwatertechniek. Opdrachtgever: Waal BV Postbus AD Vlaardingen

Bemaling t.b.v. functievrij maken K&L A9/Gaasperdammertunnel - Kelbergenpad Pagina 1 van 25

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Documentnummer AMMD

GronDwatEr. onttrekken En LozEn Van

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

OOSTKAPELLE. Siban Beheer B.V. Park Reeburg GC VUGHT

Pipingberm Horstermeer VO2-282B. Geotechnisch advies (versie 2) Techniek, Onderzoek & Projecten Onderzoek & Advies

Geohydrologisch onderzoek Mr.Treublaan 1-3 te Amsterdam

De locatie is volgens de Keurkaart grondwater gelegen in een kwetsbaar gebied en in een gebied met een zoetwatervoorkomen.

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

BEMALINGSADVIES. Veendijk 3 Loosdrecht kenmerk PJ Milieu BV: W

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

Bemalingsadvies aanleg K&L Krugerlaan te Gouda. definitief. Uitgebracht aan: Van Voskuilen Woudenberg B.V. Postbus EA Woudenberg

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Melding bemaling Bankrashof Amstelveen. Uw referentiecode

Watervergunning. Overwegingen

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

Besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Uw referentiecode Ingediend op

Bemalingsadvies nieuwbouw woning Rieteiland Oost kavel 20 te Amsterdam

Diamantbeurs VOF. Watervergunning

Transcriptie:

Bemalingsadvies betreffende Gracht Wim Noordhoekkade IJburg te Amsterdam Document: 20160139-BMA-01 Opdrachtgever: Boskalis Nederland B.V. Postbus 4234 3006 AE Rotterdam Naam Paraaf Datum Opsteller ing. R. van der Does 22 maart 2016 Controle ing. E. Borsboom 22 maart 2016 Versie Datum Beschrijving Opsteller Controle 1 22-3-2016 T.b.v. melding onttrekking en -lozing RD EB 2 3 Bezoekadres: Spoorlaan 7, 2495 AL Den Haag Postadres: Postbus 126, 2260 AC Leidschendam Telefoon: 088 890 88 88, E-mail: info@bgwt.nl, Website: www.bgwt.nl Bank: NL86 ABNA 0597842701, G-Rek: NL59 ABNA 0994153759 KvK: 27313012, BTW: NL.8204.62.135.B01

INHOUD: 1. Inleiding... 1 1.1. Doelstelling van de rapportage 1 1.2. Ingangscontrole 1 1.3. Documenten van toepassing 1 2. Projectomschrijving... 2 2.1. Projectlocatie 2 2.2. Werkzaamheden 2 3. Grondonderzoek en bodemgesteldheid... 3 3.1. Bodemopbouw 3 3.2. Grondwaterstanden, stijghoogten en open water 3 3.3. Grondwaterkwaliteit 3 4. Stabiliteitsberekening... 4 5. Waterbezwaar... 5 5.1. Ontwerprandvoorwaarden 5 5.1.1. Benodigde verlaging 5 5.1.2. Bandbreedteberekening 5 5.1.3. Opzet grondwatermodel 6 5.2. Verwachte debieten en verlagingen 6 5.2.1. Debiet 6 5.2.2. Verlaging 6 6. Effecten en risico s... 7 6.1. Effecten op het werk 7 6.2. Effecten op de omgeving 7 6.2.1. Zettingen 7 6.2.2. Bebouwing, fundering, infrastructuur 7 6.2.3. Bodem- en grondwaterverontreinigingen 7 6.2.4. Grondwaterbeschermingsgebieden 7 6.2.5. Zoet-brak-zout grensvlak 7 6.2.6. Natuur, landbouw, groenvoorzieningen 8 6.2.7. Archeologie en aardkundige waarden 8 6.3. Effecten op overige (grondwater)onttrekkingen 8 6.3.1. Koude- warmte opslag (KWO) 8 6.3.2. Bemalingen van derden 8 7. Monitoringsadvies... 9 7.1. Grondwaterstandverlagingen 9 7.2. Waterkwantiteit 9 7.3. Waterkwaliteit 9 7.4. Optredende zettingen 9 8. Technische principes... 10 9. Regelgeving... 11 9.1. Onttrekken van grondwater 11 9.2. Lozen van grondwater 11 9.2.1. Lozen van grondwater op het oppervlaktewater 11 9.2.2. Lozen van grondwater op de riolering en/of op de bodem 11 9.3. Kosten bevoegd gezag 12 10. Bijlagen... 13 I. Checklist Gegevens (Ingangscontrole)... II. Checklist Risico s... III. Doorsnedetekening bemalingsopzet... IV. MWell Berekeningen... Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina ii 22 maart 2016

1. Inleiding BORSBOOM Grondwatertechniek B.V. aan de Spoorlaan 7 te Den Haag heeft van Boskalis Nederland B.V. opdracht ontvangen voor het opstellen van een bemalingsadvies. Het advies heeft betrekking tot bemalingswerkzaamheden bij het project Gracht Wim Noordhoekkade IJburg te Amsterdam. De werkzaamheden in het bemalingsadvies zijn uitgevoerd volgens de beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 12000, Tijdelijke Bemalingen. Voor dit advies is het bijbehorende protocol 12010 van toepassing, Voorbereiden melding of vergunning. 1.1. Doelstelling van de rapportage De doestelling van dit bemalingsadvies is meerledig en als volgt: Inzicht verschaffen in de technische haalbaarheid van het toepassen van bemaling voor het realiseren van de werkzaamheden in den droge; Inzicht verschaffen in het waterbezwaar, de effecten van de bemaling op de omgeving en de toetsing aan de wet- en regelgeving; De rapportage dient ter onderbouwing van de uitvoering van werkzaamheden opdat dit door bevoegd gezag als acceptabel beoordeeld kan worden. Het bemalingsadvies is de basis voor een vergunningaanvraag of melding. 1.2. Ingangscontrole Voor aanvang van het opstellen van het bemalingsadvies is een ingangscontrole en risico-checklist uitgevoerd. De benodigde gegevens staan in relatie tot de verwachte omvang en effecten van de bemaling. De gegevens (input) dienen kwalitatief en kwantitatief voldoende te zijn om aan de eisen van het bemalingsadvies (output) te voldoen. De ingangscontrole en de risico-checklist zijn toegevoegd als bijlage 1 en bijlage 2. 1.3. Documenten van toepassing Door de opdrachtgever zijn de volgende documenten aan Borsboom ter beschikking gesteld voor het uitvoeren van het bemalingsadvies: Grondonderzoek van MOS Grondmechanica, bestaande uit sonderingen, peilbuizen en handboringen met kenmerk R1502427-RH_1, van oktober 2015. Ontgravings- en situatietekening van de nieuw te maken gracht van Boskalis Nederland B.V.. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 1 22 maart 2016

2. Projectomschrijving 2.1. Projectlocatie Het project omvat het graven van een nieuwe gracht langs de Wim Noordhoekkade en is gelegen op IJburg (IJburg Zuid) te Amsterdam. De projectlocatie heeft binnen het Rijksdriehoeksnet globaal de volgende coördinaten X = 129.465 en Y = 484.727. De projectlocatie is weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 1: Overzicht projectlocatie (Bron: Google Maps) 2.2. Werkzaamheden Met behulp van de aangeleverde gegevens zijn de afmetingen en ontgravingsniveau s van de werkzaamheden afgeleid. Deze zijn te vinden in de onderstaande tabel. Tabel 1: Afmetingen en ontgravingsniveau s Lengte Onderdeel [m] Breedte [m] Ontgravingsniveau [m NAP] Ontgravingsniveau [m-mv] Gracht Ca. 400 30-3,70 5,70 Het aanbrengen van de gracht wordt in 4 fases uitgevoerd van elk 100 bij 30 meter. Principedoorsnede: Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 2 22 maart 2016

3. Grondonderzoek en bodemgesteldheid 3.1. Bodemopbouw Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw zijn de documenten gebruikt welke door de opdrachtgever zijn aangeleverd (zie 1.3.). Tevens is het grondwatermeetnet van Amsterdam geraadpleegd. Het maaiveld bedraagt circa +2,00 m NAP. De bodemopbouw is in de onderstaande tabel schematisch weergegeven: Tabel 2: Schematisatie bodemopbouw Bodemlaag Niveau [m NAP] Niveau [m mv] Van Tot Van Tot Zand, toplaag +2,00-5,00 0,00 7,00 Klei met veen -5,00-10,50 7,00 12,50 Zand, tussenzandlaag, lokaal aanwezig -10,50-15,00 12,50 17,00 Klei -15,00-23,00 17,00 25,00 Zand, watervoerend pakket -23,00 > -30,00 25,00 > 32,00 De bodemopbouw betreft een zo goed mogelijke inschatting op basis van de sonderingen en de gemaakte handboringen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien van samenstelling en eventuele bijmengingen van de grond. 3.2. Grondwaterstanden, stijghoogten en open water Gemeten grondwaterstanden en stijghoogten op de projectlocatie zijn herleid uit het grondonderzoek van MOS Grondmechanica. De freatische grondwaterstand varieert en is afhankelijk van neerslagoverschot, bodemopbouw en afstand tot open water. Nabij de projectlocatie is oppervlaktewater aanwezig. De waterstanden zijn in de onderstaande tabel weergegeven: Tabel 3: Grondwaterstand, stijghoogten en oppervlaktewater Onderdeel Niveau [m NAP] Niveau [m mv] Freatische grondwaterstand +0,50 1,50 Stijghoogte tussenlaag -1,00 3,00 Oppervlaktewater -0,10 2,10 3.3. Grondwaterkwaliteit In het bodemonderzoek zijn geen watermonsters genomen en geanalyseerd. Een onderzoek naar de grondwaterkwaliteit maakt geen onderdeel uit van het bemalingsadvies. Op voorhand worden er in het grondwater geen concentraties verwacht welke boven de streefwaarden of rapportage-grenzen liggen. Conform het bestek zullen er na het plaatsen van de bemaling en tijdens de uitvoering een aantal watermonsters genomen worden. Op voorhand zal de bemaling worden voorzien van zandvangers. Het grondwater in het freatisch pakket en in de onderliggende 1 e en 2 e zandlaag is zoet. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 3 22 maart 2016

4. Stabiliteitsberekening Er dient tijdens de werkzaamheden ten opzichte van elk niveau sprake te zijn van verticale stabiliteit van de ontgraving met voldoende veiligheid. Voor de gewenste ontgravingen, momenteel tot -3,70 m NAP, dient de ontgraving op stabiliteit tegen opbarsten te worden gecontroleerd. Opwaartse waterdruk: De stijghoogte van de watervoerende tussenlaag is aangenomen op -1,00 m NAP (B) en dient voor aanvang van de werkzaamheden te worden gecontroleerd middels de bestaande peilbuizen welke zijn aangebracht door MOS Grondmechanica. De aanname is gebaseerd op de hoogste gemeten stijghoogte uit het bodemonderzoek. De bovenzijde van de tussenzandlaag bevindt zich op ten hoogste op -10,00 m NAP (A). De opwaartse waterdruk tegen de onderzijde van de aangetroffen organische klei- en/of veenlagen bedraagt: σ opwaarts = 10 * (A - B) = 90 kn/m 2. Neerwaarts restgewicht: Voor de bepaling van de neerwaartse gronddruk zijn de volume-gewichten opgeteld vanaf de ontgravingsdiepte tot aan het begin van het watervoerende pakket. Dit levert de volgende, totale neerwaartse gronddruk: Naastgelegen grond van 5,70 meter zand (y = 19 kn/m 3 ) excl. kn/m 2 1,30 meter zand (y = 19 kn/m 3 ) 24.70 kn/m 2 5,50 meter klei (y = 15 kn/m 3 ) 82,50 kn/m 2 Totale neerwaartse gronddruk: 107,20 kn/m 2 Ter bepaling van de uiteindelijke rekenwaarde van neerwaarts gewicht dient een partiële belastingfactor van 0,9 te worden geïntroduceerd, geldend voor een openliggende ontgraving. De rekenwaarde voor neerwaartse gronddruk bedraagt dan 96,48 kn/m 2. Dit betekent dat er geen gevaar is voor het opbarsten van de putbodem als gevolg van grondwater tijdens de graafwerkzaamheden. Tevens mag er nog een deel van de grond in het talud worden meegerekend bij de stabiliteitsberekening. Zonder dit mee te rekenen voldoet de ontgraving echter al aan de stabiliteitseis en is er geen gevaar voor het opbarsten van de putbodem. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 4 22 maart 2016

5. Waterbezwaar De verlaging wordt berekend volgens de eindige elementen methode, uitgevoerd met het software-pakket MWell van Deltares. MWell is een analytisch rekenmodel om de tijdsafhankelijke effecten van een bronbemaling te kunnen analyseren. MWell is een analytisch rekenmodel waarmee in een geschematiseerde bodemopbouw inzicht wordt verkregen in de effecten van bemaling op stijghoogten en zettingen in de te bemalen aquifer en de overige lagen (in ieder gewenst punt en op elk tijdstip). Hierbij dienen de volgende uitgangspunten in acht te worden genomen: alle lagen hebben een constante dikte en strekken zich oneindig uit. de stromingsrichting van aquifers is hoofdzakelijk horizontaal en wordt gekenmerkt door permeabiliteit en berging. de stromingsrichting in aquitards is hoofdzakelijk verticaal en wordt gekenmerkt door de hydraulische weerstand en de berging. de bodemparameters zijn homogeen over een laag. iedere put onttrekt/injecteert water via een filter dat over de volledige hoogte van de aquifer staat (volkomen filter). De gebruikte versie van MWell betreft versie 3.3 (build 3.1). 5.1. Ontwerprandvoorwaarden Het ontwerp van de bemalingsinstallatie wordt gedicteerd door de benodigde verlagingen ter plaatse van het werk zelf en door de verlagingen in de omgeving die door het realiseren van de gewenste drooglegging ter plaatse worden veroorzaakt. 5.1.1. Benodigde verlaging De uitgangspunten betreffende de werkzaamheden en geohydrologie zijn beschreven in hoofdstuk 2 en 3. De opdrachtgever heeft aangegeven dat de grondwaterstand niet tot beneden het ontgravingsniveau verlaagd hoeft te worden. Het uitgangspunt van een waterstand van -2,70 m NAP wordt voldoende geacht om de gracht aan te kunnen leggen. Dit levert onderstaande benodigde verlaging op: Tabel 5: Benodigde verlaging Onderdeel Niveau [m NAP] Niveau [m mv] Maaiveld +2,00 0,00 Grondwaterstand +0,50 1,50 Ontgravingsniveau -3,70 5,70 Gewenst grondwaterniveau -2,70 4,70 Benodigde verlaging 3,20 meter 5.1.2. Bandbreedteberekening Voor het uitvoeren van de bemalingsberekening in het grondwatermodel, dienen hydrologische parameters te worden toegewezen aan de bodemlagen. Deze waarden zijn geraamd op basis van zowel het grondonderzoek als voorgaande ervaringen en aanwezige informatie van de omgeving. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 5 22 maart 2016

5.1.3. Opzet grondwatermodel Het grondwatermodel voor de verwachting van het waterbezwaar bestaat uit de volgende gegevens: Tabel 6: Parameters grondwatermodel Laag Beschrijving Dikte [m] Doorlatendheid kd [m 2 /dag] Weerstand C [dagen] 1 Toplaag, zand, boven grondwater 1,50-250 2 Toplaag, zand 5,50 55-3 Klei en veen * 5,50-2.000 De klei- en veenlaag met een weerstand van 2.000 dagen is de hydrologische basis voor de berekening. 5.2. Verwachte debieten en verlagingen Het grondwatermodel is volgens bovenstaande gegevens ingevoerd in het software pakket MWell, waarna informatie is verkregen over het te verwachten/benodigde debiet en de grondwaterstandsverlagingen in de omgeving als gevolg van de bronbemaling. 5.2.1. Debiet De maatgevende waterbezwaren op basis van bovenstaande gegevens zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 7: Berekende waterbezwaren Onderdeel Debiet [m 3 /u] Tijdsduur Totaal Debiet [m 3 ] Bouwputbemaling 35 2 weken per fase 48.000 Per fase van 100 x 30 meter bedraagt het maximale debiet ca. 35 m 3 per uur en <12.000 m 3 per fase. De totale onttrekking komt hiermee op circa 48.000 m 3. 5.2.2. Verlaging De verlaging in de ontgraving zorgt ook voor een daling van de grondwaterstand in de omgeving. Deze verlagingen in relatie tot de afstand van de bemaling zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 8: Berekende verlagingen in meters op afstand van de bemaling Afstand tot bemaling [m] 0 10 25 50 75 100 5-cm* Bouwput 3,20 2,70 2,18 1,55 1,10 0,75 325 * De afstand tot de bemaling waar de verlaging als gevolg van de bemaling 5 centimeter bedraagt. Het 5-cm invloedsgebied van de onttrekking bevindt zich tot 325 meter van de bemaling. Dit invloedsgebied is in onderstaande figuur weergegeven: Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 6 22 maart 2016

6. Effecten en risico s 6.1. Effecten op het werk Op het werk zelf worden geen negatieve effecten verwacht. Het opbarstgevaar van de bouwputbodem is behandeld in hoofdstuk 4 bij de stabiliteitsberekening. Hieruit is gebleken dat er geen spanningsbemaling nodig is er dus ook geen opbarstgevaar aanwezig zal zijn tijdens de ontgraving indien de stijghoogte onder de toelaatbare waarde blijft. 6.2. Effecten op de omgeving 6.2.1. Zettingen Als gevolg van de bemaling zal de grondwaterstand in de omgeving tijdelijk worden verlaagd. Ten gevolge van deze verlaging kunnen er maaiveldzettingen optreden in sterk samendrukbare lagen. Wat betreft maaiveldzettingen wordt ervan uitgegaan dat alle zettingen tot aan de laagste geregistreerde grondwaterstand in het verleden reeds hebben plaatsgevonden. In de huidige projectsituatie vindt de bemaling plaats in de bovenste zandlaag. Er vinden geen verlagingen plaats onder de cohesieve lagen en derhalve zijn geen zettingen te verwachten. 6.2.2. Bebouwing, fundering, infrastructuur Een verlaging van de grondwaterstand kan schade aan bebouwing veroorzaken. Dit kan met name optreden in de volgende situaties: Op staal gefundeerde bebouwing kan een zekere extra zakking ondergaan, indien de grondwaterstand wordt verlaagd tot beneden de niveaus die in het verleden reeds zijn opgetreden. Dit treedt op indien door de grondwaterstandsverlaging de korrelspanning wordt verhoogd tot boven de grensspanning. In het algemeen geldt dat daar waar deze zakkingen ongelijkmatig zijn (hoekverdraaiing) de kans bestaat dat schade optreedt. Op betonpalen gefundeerde bebouwing kan een toename van negatieve kleef ondervinden indien door de grondwaterstandsverlaging een significante maaiveldzakking (> 2 à 5 cm) optreedt. Dit kan voor problemen zorgen (extra paalkopzakking of zelfs bezwijken van de fundering) indien hiermee geen rekening is gehouden in het ontwerp van de bebouwing. Op houten palen gefundeerde bebouwing kan problemen ondervinden met paalrot. Dit kan optreden indien de (houten) paalkoppen langdurig droog komen te staan tijdens de bemaling. In de huidige projectsituatie vindt de bemaling plaats in de bovenste zandlaag (de ophooglaag). Er vinden geen verlagingen plaats onder de cohesieve lagen en derhalve zijn geen zettingen te verwachten. 6.2.3. Bodem- en grondwaterverontreinigingen Uit de kaart van het Bodemloket blijkt dat er geen bodem- en grondwaterverontreinigingen aanwezig zijn op en rondom de projectlocatie. 6.2.4. Grondwaterbeschermingsgebieden Uit de kaart van de Provincie Noord-Holland blijkt dat de projectlocatie niet in een grondwaterbeschermingsgebied, grondwaterwinningsgebied of strategisch zoet grondwatergebied is gelegen en er derhalve geen negatieve invloed zal zijn op deze gebieden. 6.2.5. Zoet-brak-zout grensvlak De onttrekking vindt plaats in de (zoet water) dek/ophooglaag. Het grondwater in het freatisch pakket en in de onderliggende 1 e en 2 e zandlaag is zoet. Als gevolg van de onttrekking zal er geen verandering in het grensvlak optreden. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 7 22 maart 2016

6.2.6. Natuur, landbouw, groenvoorzieningen Afhankelijk van de start van de werkzaamheden is op voorhand geen schadelijke droogstand van de groenvoorzieningen te verwachten. Gezien de tijdelijke aard van de bronbemaling is droogstand van de groenvoorzieningen niet te verwachten. 6.2.7. Archeologie en aardkundige waarden Uit de Archeologische Monumentenkaart (AMK) blijkt dat er in de direct omgeving van de projectlocatie geen gebieden aanwezig zijn welke zijn aangemerkt als gebieden van archeologische waarde. 6.3. Effecten op overige (grondwater)onttrekkingen 6.3.1. Koude- warmte opslag (KWO) Koude- en warmteopslag vindt plaats in de dieper gelegen watervoerende pakketten (tweede, derde watervoerend pakket). De bronbemaling vindt plaats in de freatische toplaag en zal derhalve geen effect hebben op aanwezige koude- en warmte opslag systemen. 6.3.2. Bemalingen van derden Er zijn geen bemalingen van derden in binnen het directe invloedsgebied van de bemaling bekend. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 8 22 maart 2016

7. Monitoringsadvies Het monitoringsadvies is op hoofdlijnen. Het doel van monitoring is het kunnen volgen en voorkomen van negatieve effecten op de omgeving als gevolg van de bemalingen. De monitoring dient in detail te worden uitgewerkt in het technische bemalingsplan, als onderdeel van protocol 12020, Voorbereiden technische uitvoering. 7.1. Grondwaterstandverlagingen Tijdens de ontgraving wordt de stijghoogte in de bouwput opgenomen. Als gevolg van de gekozen uitvoeringsmethode en de korte duur van de bemaling wordt geen negatieve beïnvloeding van de grondwaterstanden in de omgeving verwacht. Er wordt aanbevolen om nabij de ontgraving de optredende verlagingen te monitoren. Hiervoor kunnen bestaande peilbuizen worden gemonitord. De freatische grondwaterstand in de toplaag wordt gemeten. Aanvullend kunnen peilbuizen nabij de ontgraving worden geplaatst ter controle van de verlagingen op de meest kritische punten rondom te ontgraving (bijvoorbeeld nabij bebouwing of bomen). In geval van het bemalen in een droge periode in het groeiseizoen dienen aanwezige groenvoorzieningen bewaterd te worden. 7.2. Waterkwantiteit De hoeveelheid verpompt water dient gemeten te worden door middel van een geijkte debietmeters. Voor de start van de bemaling dient de stand te worden afgelezen en te worden genoteerd. Dit gebeurt ook na het beëindigen van de bemaling (per fase). Afhankelijk van het project en de eisen van het bevoegd gezag dient de watermeterstand ook met andere meetfrequenties tijdens de bemaling worden genoteerd en gerapporteerd. 7.3. Waterkwaliteit Monitoring van de kwaliteit van het te lozen grondwater zal plaatsvinden volgens de regels en eisen zoals vermeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) en/of aanvullende eisen van het bevoegd gezag. De meetfrequentie en de parameters waarop wordt gecontroleerd dient te worden zijn afhankelijk van het specifieke project en van de reeds beschikbare gegevens. 7.4. Optredende zettingen Indien er gevaar bestaat voor zettingen in de omgeving wordt geadviseerd om alle panden welke worden beïnvloed door een mogelijke grondwaterverlaging (onder de GLG, gemiddeld laagste grondwaterstand) vooraf vast te leggen in een bouwkundige vooropname en/of meetbouten plaatsen in de gevels van de panden. Voorafgaand kan worden gesteld dat door het bemalen van de zandige toplaag geen zettingschade verwacht wordt. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 9 22 maart 2016

8. Technische principes De ontgraving reikt tot een diepte van -3,70 m NAP. Bij een maaiveldniveau van +2,00 m NAP komt dit neer op een ontgraving tot 5,70 meter maaiveld. Het gewenste grondwaterniveau is -2,70 m NAP en dit is 4,70 meter maaiveld. De bronbemalingspompen kunnen verlagen tot een maximale diepte van 4,50 meter maaiveld. Om deze reden dient er voorafgaand aan het installeren van de bemaling te worden voorgegraven. Er dient te worden voorgegraven tot aan de grondwaterstand, maximaal ca. +0,50 m NAP. Door de bronbemaling op dit niveau te installeren is de benodigde verlaging vanaf dit niveau ca. 3,20 meter maaiveld en goed haalbaar. Rondom de ontgraving zullen bronbemalingsfilters geplaatst worden met een hart op hart afstand van circa 3 meter. De filters worden geplaatst tot een diepte van maximaal -5,00 m NAP, in de freatische toplaag van zand. De filters worden niet doorgezet tot in de klei- en veenlagen. De bronnen zullen bestaan uit een buis van circa. 6 meter lang waarvan de onderste meter van perforatie is voorzien. Deze filters (vacuümfilters) zullen de toplaag van zand onttrekken. Indien er stoorlagen van klei/silt aanwezig zijn zullen de filters minder effect hebben boven deze stoorlagen. In dat geval verdient het de aanbeveling om filters met drainomhulling te gebruiken zodat er over de gehele diepte grondwater onttrokken kan worden. De bronbemalingspompen zullen ook verlaagd worden opgesteld. Het grondwater zal worden geloosd op het oppervlaktewater of op de (hemelwater)riolering en zal per pomp worden voorzien van een zandvanger en watermeter. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 10 22 maart 2016

9. Regelgeving 9.1. Onttrekken van grondwater Voor het onttrekken van grondwater is de Waterwet van toepassing, per waterschap aangevuld met een Keur, algemene regels en/of beleidsregels. De regels hebben voornamelijk tot doel te voorkomen dat door de bemaling belangen van derden worden geschaad. In de Waterwet staat bijvoorbeeld vermeld dat de waterschappen bevoegd gezag zijn ten aanzien van grondwateronttrekkingen ten behoeve van het drooghouden van bouwputten. De regelgeving omtrent deze onttrekking zijn ben elk waterschap vastgelegd in een Keur, samen met de bijbehorende algemene regels voor kleine onttrekkingen. Voor de geplande bemaling is het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht bevoegd gezag. De onderstaande tabel geeft de grenzen aan tussen onttrekkingen die niet gemeld hoeven te worden (lichtgeel), wel gemeld moeten worden maar niet vergunningsplichtig zijn (geel) en onttrekkingen welke vergunningsplichtig zijn (oranje). De geplande onttrekking vindt plaats buiten de hogere gronden. Uit de berekeningen blijkt tevens dat de grens van 50 m 3 per uur en 15.000 m 3 per maand niet wordt overschreden. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat elke fase in een aparte maand wordt uitgevoerd. Voor de werkzaamheden zal in dit geval een melding moeten worden gedaan. 9.2. Lozen van grondwater De bronbemaling wordt niet gezien als een inrichting die onder de Wet Milieubeheer valt. De lozing van de bronbemaling valt daarom onder het Besluit lozen buiten inrichtingen (blbi). Op 1 juli 2011 is het Besluit lozen buiten inrichtingen (blbi) in werking getreden. Dit besluit is van toepassing op lozingen die niet vanuit een particulier huishouden of een inrichting (een bedrijf, inclusief landbouwbedrijven) plaatsvinden. Hieronder vallen ook lozingen van grondwater ten behoeve van het drooghouden van bouwputten. 9.2.1. Lozen van grondwater op het oppervlaktewater In het geval van lozen van grondwater op het oppervlaktewater geldt dat het waterschap bevoegd gezag is. Hier zijn bij de betreffende waterschappen ook algemene regels voor opgenomen, behorend bij de Keur. In het algemeen geldt dat de vergunningsgrens betreffende de hoeveelheid te lozen water hoger ligt dan de grens voor grondwateronttrekkingen. 9.2.2. Lozen van grondwater op de riolering en/of op de bodem In het geval van lozen van grondwater op de riolering geldt dat de betreffende gemeente bevoegd gezag is. Het lozen van grondwater op de riolering dient gemeld/aangevraagd te worden bij de gemeente. Per gemeente zijn hier andere regels aan verbonden. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 11 22 maart 2016

Bij het doen van de lozingsmelding of het aanvragen van de lozingsvergunning wordt naast de kwantiteit van de lozing ook de kwaliteit beoordeeld. De proceduretijd voor een melding volgens Besluit lozen buiten inrichtingen bedraagt 4 weken. Bij lozingen op de riolering van deze omvang zal er geloosd moeten worden op de hemelwater-riolering welke naar alle waarschijnlijkheid uitmondt in het oppervlaktewater. 9.3. Kosten bevoegd gezag Aan het in behandeling nemen van de meldingen zijn in het algemeen geen legeskosten verbonden. Voor het aanvragen van een vergunning kunnen wel legeskosten verschuldigd zijn. De algemene grondwaterbelasting (op grond van de Wet belastingen op milieugrondslag) is per 1 januari 2012 vervallen. Voor het onttrekken van grondwater geldt dat er nog wel een provinciale grondwaterheffing volgens artikel 7.7 van de Waterwet moet worden betaald. De meeste grondwateronttrekkingen ten behoeve van het drooghouden van bouwputten vallen echter binnen de heffingsvrije hoeveelheden. Aan het lozen van grondwater op het oppervlaktewater of op de riolering zijn in het algemeen wel kosten verbonden bij onttrekkingen boven 12.000 m 3 /jaar, boven deze hoeveelheid zijn de kosten per waterschap verschillend maar circa 0,05 per m 3. Deze zijn afhankelijk van het bevoegd gezag. Voor het gebruik van de gemeentelijke riolering kunnen eveneens kosten in rekening worden gebracht. Voor nadere informatie over de actuele onttrekkings-, lozings- en legeskosten wordt verwezen naar het Waterschap Amstel Gooi en Vecht en de Gemeente Amsterdam. Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 12 22 maart 2016

10. Bijlagen Kenmerk: 20160139-BMA-01 Pagina 13 22 maart 2016

I. Checklist Gegevens (Ingangscontrole) Onderdeel 1. Overzicht realisatieplan Meest recente realisatieplan, inclusief bouwputbegrenzing en funderingsplan Diepte en omvang benodigde grondwaterstandsverlaging De meest waarschijnlijke uitvoeringsmethode(n), incl. planning De meest kritische uitvoeringsmethode(n), incl. planning 2. Karakterisering/schematisering van de ondergrond Geologie Geohydrologie Grondmechanische aspecten Bodemkundige aspecten 3. Freatische grondwaterstanden en stijghoogten Grondwaterstanden Stijghoogten 4. Oppervlaktewatersysteem Ligging, diepte en peil oppervlaktewater Van Toepassing? 5. Kwaliteit opgepompt, te lozen en/of infiltreren water Parameters irt milieu verontreinigingen (PAK s, min. olie, metalen, enz.) Grondwaterkwaliteit niet Parameters irt lozingseisen waterschap (Fetotaal, onopgeloste best. delen, BZV, CZV, bekend. Monstername temperatuur, enz.) en analyse is Parameters irt problemenstoffen bij infiltratie wel gepland. (Fe-totaal, ammonium, kalk. ph) 6. Lozingsmogelijkheden opgepompt water Lozingseisen (kwaliteit, kwantiteit, temperatuur) Zie punt 5. Lozingsmogelijkheden, inclusief wenselijkheid, verplichting of noodzaak toepassen retourbemaling 7. Aanwezige verontreinigingen en explosieven Aanwezigheid, ligging en aard bodem- en grondwaterverontreinigingen Aanwezigheid explosieven Aanwezigheid HWA? Geschiktheid beschikbare gegevens Recent Niet recent Acceptabel Onvoldoende Acceptabel Onvoldoende Acceptabel Onvoldoende Acceptabel Onvoldoende Acceptabel Onvoldoende Aanvullende gegevens nodig Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Ja / Nee Kenmerk: 20160139-BMA-01 22 maart 2016

Onderdeel Van Toepassing? Geschiktheid beschikbare gegevens 8. Aanwezigheid en ligging (kwetsbare) (bodem)gebruiksfuncties Landbouw, natuur, groenvoorzieningen, kwetsbare bomen, kwetsbare beplantingen, e.d. Grondwaterbeschermingsgebieden Oppervlaktewater (KRW-, Natura 2000 doelen etc.) Ja / Nee Wegen, spoor, tunnels, kabels en leidingen, drainage, waterkeringen e.d. Ja / Nee Zettingsgevoelige bebouwing en fundering Opbarsten (water)bodems Ja / Nee Houten palen Kelders en overige verdiepte bebouwing Ja / Nee Zoet/brak en brak/zout grensvlak Andere onttrekkingen/retourneringen Archeologie en aardkundige waarden Strategisch zoet grondwatergebied Collegiale toets Opgesteld door: R. van der Does (ing.) Collegiale toets door: E. Borsboom (ing.) Aanvullende gegevens nodig Datum: 22-03-2016 Datum: 22-03-2016 Kenmerk: 20160139-BMA-01 22 maart 2016

II. Checklist Risico s Potentieel gevaar Aanwezig? Toelichting Effecten in de bouwput of sleufbemaling Onvoldoende verlaging en/of neerslagoverlast Afhankelijk van daadwerkelijke bodemopbouw Hogere debieten dan aangevraagd via melding/vergunning Ja / Nee Voldoende capaciteit. Langere tijdsduur door uitloop bouwwerkzaamheden Ja / Nee Tijdig melden aan bevoegd gezag. Opbarsten putbodem Flauw talud. Instabiliteit damwanden en/of taluds Flauw talud. Horizontale of verticale grondverplaatsingen Flauw talud. Effecten in de omgeving Zettingen en zakkingen Droogstand en aantasting houten palen Verplaatsen en/of onttrekken verontreinigd grondwater Beïnvloeding grond- of grondwatersaneringen en nazorg Beïnvloeding drinkwaterpompstations en milieubeschermingsgebieden Beïnvloeding andere bemalingen/permanente onttrekkingen/kwo systemen Schade aan landbouw Aantasting natuurwaarden en groenvoorzieningen (zoals kwetsbare, monumentale bomen) Aantasting archeologisch en aardkundige waarden Upconing van brak en/of zout grondwater Aantasting strategische zoet grondwatervoorraden Grondwateroverlast (in het geval van retourbemaling) Opbarsten van (water)bodems Overschrijden lozingsnormen onttrokken grondwater Geaccumuleerde effecten Combinatie met heiwerkzaamheden Combinatie met damwanden trillen/heien Combinatie met sloopwerkzaamheden Combinatie met (zwaar) transport materiaal/materieel Combinatie met werken van derden in de directe omgeving Andere mogelijke geaccumuleerde effecten Collegiale toets Opgesteld door: R. van der Does (ing.) Ja / Nee Ja / Nee Niet verwacht, werkzaamheden in toplaag van zand. Optioneel bevloeien met (grond)water Grondwater analyseren Samenspel met grondwerk; voorgraven voordat bemaling wordt geplaatst. Collegiale toets door: E. Borsboom (ing.) Datum: 22-03-2016 Datum: 22-03-2016 Kenmerk: 20160139-BMA-01 22 maart 2016

III. Doorsnedetekening bemalingsopzet Kenmerk: 20160139-BMA-01 22 maart 2016

IV. MWell Berekeningen Kenmerk: 20160139-BMA-01 22 maart 2016

150 100 50 0-50 Drawdown for layer "1" at time: 5,00 [d] -150-100 -50 0 50 100 150 m 1,20 1,40 1,60 1,80 2,00 2,20 2,40 2,60 2,80 3,00 3,20 1,00 m MWell 3.3 : IJburg.wei Spoorlaan 7 2495 AL Den Haag Phone 088-890 88 88 Fax date 3/22/2016 Annex