Beschrijving bij het derdejaars project. De Pizzaschuiver. M.J.G. van de Molengraft R.J.E. Merry J.J.T.H. de Best M.G.J.M. Maassen.



Vergelijkbare documenten
Handleiding bij de tweedejaars casus (4G031) De Printerkop. René van de Molengraft Jeroen Willems. 19 september 2010

Beschrijving bij de tweedejaarscasus. Meten en Regelen. M.J.G. van de Molengraft R.J.E. Merry. 26 januari

Werken met het DOS commando Fdisk

Foto s verkleinen en Foto s in elkaar over laten lopen

Het overzetten van WinDigipet data tussen PC (s) of Laptops

Snel aan de slag met de Mini Squirrel datalogger

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

Een IMAGE of Systeembackup maken

HET BESTURINGSSYSTEEM

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

Handleiding Pivot docent Wendy Bruins versie 1.2 december 2008

HANDLEIDING PROGRAMMEREN IN PASCAL (LAZARUS)

UBUNTU 8 installatie. 13/10/ ivowebschool.be/ /205bc10d-ef8e-4a 1/14. Onderwerpen

FDISK. Hoofdstuk 1 Inleiding FDISK

HANDLEIDING VIEW DESKTOP. Handleiding VIEW Desktop. P. de Gooijer. Datum: Versie: 1.3

Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition

WAVIX Installatie Handleiding

Linux Mint 10 installeren op een pc of laptop.

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) Algemeen 3

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan.

Installatie Windows XP Professional Edition

PROS1E1 Handleiding ( ) Kf/Dd/Bd

Handleiding Icespy MR software

Multiboot systeem maken

Inhoud S003. Vak: Windows 7 niv 3/4

Handleiding JCreator. Inhoud. Een Workspace en een eerste project maken

Dit is een artikel uit de Peter van Olmen serie: Handleidingen Voor Iedereen AUDACITY HANDLEIDING. Voor audacity versie 1.2.6

Over Betuwe College. Lego Mindstorm project

READER WERKBLADEN WORKSHOPS Basis- en Kennismakingsworkshops Linux & Open Source Software

Installatie Windows Server 2003 UK Standard Edition

198 Fotogoed

Vermogen snelheid van de NXT

Snelstartgids FiloCAD2

Drenthe College Desktop. VMware View Toegang met je Windows Laptop, of -PC.

Installatie Handleiding voor Modelit Applicatieprogrammatuur

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Tarief van invoerrechten downloaden en installeren

Rhino versnellen met RAM-disk

HANDLEIDING DMS Plugin Installatie, configuratie & werking

SenBox Handleiding. Versie: juli

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

Gebruiksaanwijzing van de reddingsschijf van BitDefender

Handleiding aanmaak CSR

Maak een image file van je harddisk

Legal Eagle Agenda handleiding versie 2.8 december 2007

Les 8 Organisatie van Bestanden

Knoppix Kookboek 3.2. voor hardeschijf installatie alleen Knoppix3.2. door Wim Hegeman.

Bestandssystemen. yvan vander sanden. 16 maart 2015

Handleiding Gold- en Superstation

Handleiding Geluidsopname maken

1. Installatie DCElektro Studentversie

HOE EEN CD TE BRANDEN MET EEN DIGINET SYSTEEM

Handleiding aanmaak CSR

Website bouwen met frontpage

Remote login Rekenbeest

Overzicht. Tekstmanipulatie. Doel van de cursus. Doel van de cursus. Tekstmanipulatie: tekst automatisch bewerken en onderzoeken. Waarom Linux?

Basis bediening van het scherm

OpenVPN Client Installatie

Acer erecovery Management

Welkom bij ClaroRead Standaard op USB

MULTIMEDIABOX.nl Custom made solutions hardware & software. Advanced Menu

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

Eenvoudig overstappen naar Windows 7 (ik heb Windows XP)

Handleiding FileZilla

1. Installeren Update 2.4.7

Handleiding Cryptoboss

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland

De Deskline configurator Advanced handleiding

Kurzweil 3000 op Mac OS X

Copernicus Transfer Versie 1.0

design ook items uitsnijden

CrashPlan PROe installatie handleiding. Versie Mac-Up! - CrashPlan PROe Installatie Handleiding - 1

Installatie van Linux Mint 13

UNetbootin downloaden en gebruiken.

Vergeten wachtwoord in Windows 10

Workshop Harde schijf gebruiken in Eminent producten

Instructie: Werken met de nieuwe omgeving

The Nike+ SportWatch GPS Powered by TomTom

VOORBLAD MAKEN. voorblad maken invoegen voorblad (achtergrond + indeling + afbeelding) Dit is de eenvoudigste optie.

Opdracht ICT-trainer Reeks 2 Computergebruik. 2A Start en info

Een externe stick / disk formatteren voor OS X en Windows

Delmation Products BV Tel: +31 (0)

Hoe een USB schijf (stick, harde schijf) leegmaken vanuit de terminal

BACK-UP PROGRAMMA. M U L T I M E D I A G R O E P H C C H E E R E N V E E N. Multimediagroep HCC Heerenveen HCC Fryslân locatie Heerenvee

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Programmeren met lego mindstorms.

Scherzando digitaal studeren

Beelden bekijken op Neptune DVR s

Midi PDF Bladmuziek lezer

Windows Live Mail Windows 8

10. Mijn eerste programma

Knoppix Kookboek 3.7. dual-boot installatie van Knoppix 3.7. en Windows XP op één harde schijf

Eenvoudig overstappen naar Windows 7 (ik heb Windows Vista)

Friesland College Leeuwarden

schoollan Post Installatie Handleiding

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

Transcriptie:

Beschrijving bij het derdejaars project De Pizzaschuiver M.J.G. van de Molengraft R.J.E. Merry J.J.T.H. de Best M.G.J.M. Maassen 1 september 2006 http://www.dct.tue.nl/pizza.htm

"! # Regeling van een industriële robot De robot De industriële robot die tijdens de casus zal worden gebruikt is afkomstig van Philips. Bij Philips werd de robot gebruikt voor het verplaatsen van LCDschermen. Door verplaatsing van de divisie naar het buitenland is de robot overbodig geworden en kan hij voor dit project worden ingezet. In figuren 1 en 2 zijn een foto en een schematische weergave van de robot te zien. Bij de schematische weergave zijn de vrijheidsgraden van de robot aangegeven. De motoren voor de horizontale en verticale verplaatsing van de vork (1) zijn bevestigd aan onderdeel (3). De assen van het stangenmechanisme (2) worden niet actief aangestuurd, maar dienen slechts als een mechanische overbrenging. Verder is er nog een motor aanwezig voor de rotatie van onderdeel (3) ten opzichte van de tafel (4) en een motor voor de translatie van de tafel (4) ten opzichte van het frame (5). Figuur 1: foto van de robot Figuur 2: schematische weergave van de robot Positiemetingen vinden plaats met behulp van encoders. Deze encoders zijn bevestigd aan de assen van de motoren. De relatie tussen de rotatie van de motor en de verplaatsing van de vork is lineair. Tijdens experimenten is deze lineaire relatie al in de metingen verwerkt. 1

In tabel 1 zijn de uiterste standen van de verschillende vrijheidsgraden weergegeven. Deze posities zijn weergegeven ten opzichte van een initieel punt [0,0,0,0] voor elke motor. Vrijheidsgraad Minimale positie Maximale positie Verticale verplaatsing vork -0.2418 [m] -0.0268 [m] Horizontale verplaatsing vork 0.0231 [m] 0.5301 [m] Rotatie onderdeel 3 0.0108 [rad] 5.5708 [rad] Translatie tafel -0.0106 [m] 0.5294 [m] Tabel 1: uiterste standen van de verschillende vrijheidsgraden Door de ontwikkeling van het TUeDACS systeem is het mogelijk om metingen aan de robot uit te voeren met een notebook en ook om de robot aan te sturen met een notebook. Voor de aansturing van de robot zijn 2 TUeDACS-QAD s nodig. Deze QAD s zijn aangesloten op een versterkerkast, die gekoppeld is aan de motoren en de encoders op de robot. Doel van het project In dit project zal de robot worden gebruikt voor het verplaatsen van pizza s. Aan beide zijden van de robot zijn rekken geplaatst, waarbij de pizza s van het ene rek naar het andere rek dienen te worden verplaatst. De bedoeling is dat dit zo snel en nauwkeurig mogelijk gebeurt. Aan de hand van experimenten zul je zelf moeten ontdekken wat hierbij de mogelijkheden zijn (systeemidentificatie) en met die kennis zul je een pad moeten definiëren, kwantificeren en vervolgens je doel stellen. Systeemidentificatie Om een goede regelaar te ontwerpen heb je kennis van het te regelen systeem nodig. Deze kennis doe je op door het verrichten van metingen en het doen van experimenten. Bij identificatie valt te denken aan identificatie in het tijden in het frequentiedomein (overdrachten). Bedenk van tevoren wat je graag wilt weten van het systeem en vooral ook hoe je dit kunt meten. Voer hiervoor simulaties uit, b.v. aan de hand van een eenvoudig model van het systeem. Implementeer na de simulaties je simulatiemodel pas op het echte systeem. Matlab commando s die handig kunnen zijn bij de systeemidentificatie bevinden zich in de Matlab/signal processing toolbox. Enkele voorbeelden zijn o.a.: cohere.m en tfe.m. 2

Benodigdheden Hardware: Notebook met FAT32 partitie of FAT32 memory stick Een FAT32 partitie kun je indien nodig laten maken bij de ICT servicedesk TUeDAX Linux Live CD v1.18 (te lenen bij Harrie van de Loo), met o.a. Matlab 6.1 (R12.1) met Simulink en Real-Time Workshop Wintarget Simulink model met de referentie generator (ref3ma_test.mdl) Simulink model voor de aansturing (empty_exp.mdl) Simulink model voor simulaties (empty_sim.mdl) De laatste informatie betreffende het project is te vinden op de internetpagina van het project (http://www.dct.tue.nl/pizza.htm). Met de referentiegenerator (Ref3) kunnen snel en eenvoudig 3 e -graads referentie trajectories worden gemaakt. Om een experiment te kunnen uitvoeren, moet het Simulink model eerst worden gecompileerd met behulp van RTW om er een Real-Time Applicatie (RTA) van te maken. Het compileren van het Simulinkmodel wordt gestart met het commando RTW build in het Simulinkmodel. Tijdens het compileren wordt van het simulinkmodel een RTW C-code gegenereerd. Deze C-code wordt vervolgens voor de RTA gebruikt. Het compileren kost enige tijd en kan in het Matlab Command window worden gevolgd. Vervolgens wordt met behulp van Wintarget de RTA aan de QAD s gekoppeld. Gebruik Stop de TUeDAX cd in de cd-rom lade van het notebook en start het notebook op vanaf de cd-rom. Afhankelijk van de bios-instelling van het notebook zal de cd-rom als opstartapparaat automatisch worden herkend of is een actie van de gebruiker nodig, b.v. het intoetsen van een karakter zoals aangegeven op het scherm. Als alles goed gaat verschijnt uiteindelijk een full-screen grafische desktop die een vage gelijkenis vertoont met Windows. Dit is de KDE desktop van Linux. Klik één keer met de muis op het Matlab-icoon. Indien je dubbel geklikt hebt, sluit dan beide opgestarte Matlab-sessies af en begin opnieuw. Gedurende het opstarten zullen de beschikbare harde-schijf partities gevonden worden, deze verschijnen als iconen op de desktop (b.v. hda3). Indien de harde-schijf partities van het notebook van het type NTFS zijn, kunnen ze niet gebruikt worden onder Linux om data op te slaan. Er kan dan alleen worden geschreven naar de Linux ramdisk (/ramdisk) of naar een externe memory stick. Om een experiment te kunnen uitvoeren moet eerst worden gecompileerd met behulp van RTW om een RTA van te maken. Het compileren kost enige tijd en kan in het Matlab Command window worden gevolgd. Vervolgens wordt met behulp van Wintarget de RTA aan de QAD s gekoppeld. De beschikbare simulink-modellen voor experimenten en simulaties en de procedure voor het uitvoeren van experimenten worden hierna beschreven. 3

Experimenteel model Het Simulink model (zie figuur 3) voor de aansturing van de robot bevat het pizza-interface blok en een start/stop blok. Het start/stop blok zorgt voor het starten van het experiment. Het pizza-interface blok zorgt voor de communicatie tussen de robot en het gemaakte model. Figuur 3: simulink model voor experimenten De ingangen zijn als volgt ingedeeld: Ingang 1: motor 1 voor verticale beweging vork [V] Ingang 2: motor 2 voor horizontale beweging vork [V] Ingang 3: motor 3 voor rotatie [V] Ingang 4: motor 4 voor translatie tafel [V] Ingang 5: ingang voor activatie via start/stop blok en de uitgangen: Uitgang 1: verticale verplaatsing vork als gevolg van motor 1 [m] Uitgang 2: horizontale verplaatsing vork als gevolg van motor 2 [m] Uitgang 3: rotatie als gevolg van motor 3 [rad] Uitgang 4: translatie als gevolg van motor 4 [m] Uitgang 5: geeft de status van de robot weer. Hierbij geven de nummers het volgende weer: 0: Geef start via start/stop knop 1: Initialisatiefase 2: Initialisatiefase 3: Beweging, alleen tijdens deze fase kun je zelf iets ingeven 4

4 t/m 7: Airbag grenzen zijn overschreden. De virtuele airbag is een gebied waarin de robot tot stilstand kan komen wanneer deze de eindpositie nadert en daardoor geen schade kan veroorzaken aan de opstelling. Wanneer deze airbag bereikt wordt, wordt het experiment gestopt. Uitgang 6: geeft de tijd na de initialisatiefase weer. Dit gebruik je als triggersignaal van je eigen trajectorie en regeling. Uitgang 7: uitgangsspanning van motor 1 Uitgang 8: uitgangsspanning van motor 2 Uitgang 9: uitgangsspanning van motor 3 Uitgang 10: uitgangsspanning van motor 4 Simulatie model Het Simulink model voor het doen van simulaties (zie figuur 4) bevat dezelfde blokken als het Simulink model voor het experimenteren. Het pizza-model blok bevat 8 uitgangen meer dan het pizza-interface blok voor het experimenteren. De eerste 10 uitgangen zijn identiek aan de 10 uitgangen van het pizza-interface blok, de laatste 8 geven de toestand van het systeem en zijn als volgt ingedeeld: Uitgang 11: verticale verplaatsing vork als gevolg van motor 1 [m] Uitgang 12: horizontale verplaatsing vork als gevolg van motor 2 [m] Uitgang 13: rotatie als gevolg van motor 3 [rad] Uitgang 14: translatie als gevolg van motor 4 [m] Uitgang 15: snelheid van de verticale verplaatsing [m/s] Uitgang 16: snelheid van de horizontale verplaatsing [m/s] Uitgang 17: snelheid van de rotatie [rad/s] Uitgang 18: snelheid van de translatie [m/s] Figuur 4: simulink model voor simulaties 5

Uitvoeren van experimenten en veiligheid Voer voor het doen van experimenten altijd simulaties uit. Maak verstandige keuzes voor ingangssignalen, begin met slappe regelaars. Aan de versterkerkast van de robot zit een noodstop-knop. Hou deze in de hand tijdens het experiment, zodat je altijd kunt ingrijpen. Sluit de QAD s aan op de pcmcia-sloten van het notebook. De kaart met het hoogste nummer in het bovenste slot. Sluit de QAD s aan voordat het notebook wordt gestart. Tijdens experimenten zal de robot altijd eerst een initialisatiefase ondergaan. Tijdens deze fase wordt de robot naar de volgende positie toegebracht: motor 1: -0.1 [m] motor 2: 0.1 [m] motor 3: 2.4 [rad] motor 4: 0.2 [m] Vanuit dit punt wordt na de initialisatiefase het daadwerkelijke experiment gestart. Tijdens de initialisatiefase zal uitgang 5, de uitgang die de status van de robot weergeeft, een 1 of een 2 weergeven. Uitgang 6, de trigger uitgang, wordt getriggerd na de initialisatiefase. Zet een trigger/enable-blok (Simulinkblok) in je regelblok en in de referentiegenerator en verbindt deze met uitgang 6. Hierdoor zullen beide blokken worden getriggerd om na de initialisatiefase te starten en zal jouw experiment worden uitgevoerd. Bij het uitvoeren van een experiment dienen de volgende stappen te worden gevolgd: 1. Controleer of alles aanwezig is en of alles goed is aangesloten. 2. Zet de versterker van de robot aan. 3. Sluit de pcmcia-kaarten van de QAD s aan op het notebook (kaart met hoogste nummer in het bovenste slot). 4. Start notebook op. 5. Start Matlab. 6. Laad het benodigde simulink model. 7. Toets: [Control + b](rtw build proces) - In het Matlab window zal uiteindelijk: ### Successful completion of Real-Time Workshop build procedure for model: simulinkmodel, komen te staan. 8. Open een command prompt (terminal program in menubalk) in Knoppix. 9. Typ su (superuser) om te benodigde rechten te verkrijgen. 10. Typ wt_run./empty_exp voor normale mode en wt_run./empty_exp -w voor de externe mode om het experiment op te starten. Wanneer je het simulink model een andere naam hebt gegeven, dient empty_exp in de voorgaande commando s vervangen te worden door deze nieuwe naam. 11. Indien voor externe mode is gekozen moet een connectie gemaakt worden tussen het Simulink model en de real-time applicatie en manueel opgestart worden vanuit Simulink. Dit kan gedaan worden via Connect to target en 6

Start real-time code uit het Simulation menu in het simulink schema. 12. Verander het start/stop blok van een 0 naar een 1. 13. Na het beëindigen van een experiment kan de verwerking van de meetdata in Matlab gebeuren. Bij het stoppen van een experiment dienen de volgende stappen te worden gevolgd: 1. Verander de 1 in een 0 in het start/stop blok. 2. Wacht even en stop vervolgens het simulink model. 3. Sluit programma s en notebook af. 4. Verwijder de pcmcia-kaarten van de QAD s uit het notebook. 5. Zet de versterker uit. In de aangeleverde files is de sample-frequentie ingesteld op 500 Hz. Verander deze niet. Gebruik geen To file voor het opslaan van data, omdat bij het gebruik van dit blok het real-time gedrag van het experiment verloren gaat. Data opslaan op externe memory stick Het opslaan van data, figuren of andere Matlab files op een externe memory stick kan gedaan worden via de volgende stappen: Op de desktop staat een icoon met de naam Hard Disk Partition [sda1], dit is de externe memory stick. Indien de memory stick niet op de desktop aanwezig is, staat de bios waarschijnlijk niet op de default instelling. Wanneer bij het icoontje van de externe memory stick rechtsonder een groene driehoek staat, is de memory stick al gemount. Indien de memory stick niet gemount is, kan dit gedaan worden door met de rechter muisknop op het icoon te klikken en mount te kiezen. Om data op de memory stick te kunnen bewaren, moet deze beschrijfbaar worden gemaakt. Dit kan gedaan worden door met de rechter muisknop op het icoon te klikken en bij actions te kiezen voor change read-write mode. De locatie van de memory stick is nu /mnt/sda1. Deze locatie kan in Matlab gebruikt worden om data te bewaren. Linux commando s Hieronder volgen enkele Linux commando s die vanuit een command prompt uitgevoerd kunnen worden. cd om van directory te wisselen, b.v. cd /ramdisk/home/knoppix cp om bestanden te kopiëren, b.v. cp empty_exp.mdl /mnt/hda3/empty_exp rm om bestanden te verwijderen, b.v. rm empty_exp.mdl ls om de inhoud van een directory te bekijken, b.v. ls 7

Vragen Voor vragen kun je terecht bij: Martijn Maassen, M.G.J.M.Maassen@student.tue.nl Jeroen de Best, J.J.T.H.d.Best@tue.nl, tel 4227, WH -1.126 Roel Merry, R.J.E.Merry@tue.nl, tel 4850, WH -1.124 Projectcoördinator: M.J.G. van de Molengraft, M.J.G.v.d.Molengraft@tue.nl, tel 2998, WH -1.141 Veel succes! 8